Advanced Search found 32 item(s) featuring "Willem Putman"

1928 Cyriel Verschaeve: Twee legendespelen (Lode Monteyne)
  • . . . Michel de Ghelderode , van de «Beatrijs-bewerking», die Herman van Overbeke heeft gewrocht, van «Marietje's Hemelvaart» (uit den cyclus» «Marietje Hemelsoet») door Willem Putman , van enkele door Ghéon geïnspireerde stukjes van Edward Amter , van «Christoffel» en «De zonderlinge Gast» door Anton . . .
1936-09-25 Een Lodewijk Scheltjens-viering te Brussel (Anon.)
  • . . . we deze aan van Ernest Claes , Robert De Leye , René Dewit, Jan Crauls, Emiel Hullebroeck , Piet Heuvelmans, Willem Putman , Firmin Van Hecke . Van het eerecomité maken o.m. deel uit minister Rubbens, baron Houtart, gouverneur van Brabant; J. Ingenbleek, gouverneur van . . .
1931-08-06 Onze Tooneelinterviews: Ernest Kindermans (LUDO)
  • . . . Kenis , toondichter van "De Millioenenbruid", "Parade". Als eerste opvoering gaat ook te Antwerpen het over 3 jaar te Brussel gekreeerde "Miranda" van Willem Putman en Emiel Hullebroeck . NOG NIET GEZIEN Als vreemde werken volgen de suksessen: "Viooltje van Montmartre" van Kalmann , de "Chocolade-Soldaat" . . .
1932-01-21 Jean Le Maufranc (Cr.)
  • . . . Vlaamsch Tooneel te Brussel "Jean le Maufranc", "De leer der Schijnheiligheid", tooneelspel in zes tafereelen door Jules Romains , adaptie van Willem Putman , spelleiding van Herman Van Overbeke , zoo leert ons het programma, waaruit we verder tevens vernemen, dat Jules Romains vorig . . .
1925-12-15 Een lezing van Herman Teirlinck. Het moderne inzicht in het Tooneel (Anon.)
  • . . . uit dien tijd gebrek aan zelfstandigheid vertoonde; om daarna te gewagen van den Europeeschen toon, die met Martens , Claeys , Putman en Schmidt -- Teirlinck verzweeg hier eigen, door niemand meer betwiste groote verdiensten -- in de Vlaamsche toonneelliteratuur is gebracht. . . .
1922-03-30 De Klapperbeentjes van Ern. W. Schmidt (Cr.)
  • . . . "De Klapperbeentjes" van Ern. W. Schmidt In " de Noordstar " te Brussel Over dit stuk dat met Putman 's "Stille Huis" den eersten prijs verwierf in den Prijskamp voor Tooneelletterkunde, door " de Noordstar " uitgeschreven, liet de jury zich als volgt uit: "De . . .
1929-01-13 "De Anarchist" van R. Ysabie te Beverloo (Anon.)
  • . . . neen; zooals die van Laudy , Verschaeve , ook niet; maar dat ze op dit gebied ver beneden de stukken van Putman en anderen staan, dat zal misschien door onze nakomelingen... nooit worden uitgemaakt. Mijn bescheiden meening is dat beide sterren zijn van ongeveer dezelfde grootte; . . .
  • . . . dat Ysabie zijn kunst, die verheffende volkskunst is, door dieper psychologische uitbeelding zijner karakters, op een hooger peil brenge en dat Putman , die op verdienstelijke wijze naar vernieuwing streeft, zijn tooneel dichter bij het volk brengen zou, om het te veredelen. Het feit is daar: het . . .
1924-08-25 Tooneel in België: Het vernieuwde "Vlaamsche Volkstooneel" (Willem Putman)
  • . . . Tooneel in België. Het vernieuwde " Vlaamsche Volkstooneel ". De heer Willem Putman schrijft ons: Men kent de actie alhier van Dr. J.O. De Gruyter die met zijn bekend gezelschap heel Vlaanderen doorreisde en . . .
  • . . . zou o.m. worden vertoond: "Lente" spel in drie bedrijven door Frans Delbeke en Gérard Walschap , benevens ook "Marietje's Hemelvaart" ( Putman ), een spel voor kinderen. Ook worden een paar moderne stukken aangekondigd. Hier te Brussel wordt een ruime zaal tot een modern theater ingericht volgens . . .
1929-11-20 Tooneel in Vlaanderen. Het Landjuweel te Kortrijk (Anon.)
  • . . . dan vrijgelaten. De uitslag luidt: twee stukken van Jac. Ballings , een van Hegenscheidt , van Paul de Mont , Willem Putman . Anton van de Velde , Delbeke-Walschap , Albrecht Rodenbach , August Monet . Onmiddellijk treft het, dat op deze . . .
1939-03-12 Negentien jaar: Willem Putman als tooneelschrijver en acteur (Anon.)
  • . . . Brusselschen correspondent). Te Kortrijk werd de eerste opvoering gegeven van het eerste deel van een trilogie, geschreven door den romanschrijver, tooneelschrijver en criticus Willem Putman . Zijn drama «Negentien Jaar" behandelt de liefde van een negentienjarjg meisje, voor een vijftig-jarigen man, met wien zij sedert haar vroegste jeugd een . . .
  • . . . een zuiver Vlaamschen inslag door de kleurige en levendige dorpstooneelen het blijft het drinkende en lachende Vlaanderen. Hoewel het veel goeds bevat, is Putman er toch niet in geslaagd zijn drama volledig aanneembaar te maken, het heeft onwaarschijnlijke en gechargeerde momenten; de psychologie is niet altijd even gelukkig; . . .
  • . . . gesproken wordt er, vooral in het derde bedrijf, teveel, en gehandeld te weinig. Maar wat er gesproken wordt is dan ook uitstekend geschreven. Putman blijft hierin een lyricus met zuiver, gevoelig en menschelijk geluid. De opvoering zelf was met veel zorg voorbereid; de décors waren keurig verzorgd, de . . .
1924-01-29 Het eerste expressionistisch tooneel in Vlaanderen (Paul Kenis)
  • . . . IN VLAANDEREN. In Het Tooneel, een Antwerpsch weekblad, geeft Paul Kenis verslag van de opvoering van Mama's Kind door Willem Putman in Thienen. Hij schrijft daarin o.a.: Zelden, en misschien nog nooit, hebben wij zooveel belangstelling voor een première gezien, als voor deze opvoering, . . .
  • . . . zooveel belangstelling voor een première gezien, als voor deze opvoering, door een gezelschap liefhebbers uit een kleine provinciestad, van het nieuwe werk door Willem Putman , waarmee dit gezelschap nu eerlang ook te Aalst optreden zal in den prijskamp voor het Landjuweel. Reeds te Brussel, in het Noordstation, ontmoeten . . .
  • . . . Magdelijns en Colassin, Jaak Ballings , van Hoogenbeemt, dr. Karel Geerts. enz. enz. Te Thienen zelf vinden wij de drie schuldigen zelfs: Willem Putman , Karel Maes en Perceval -- auteur, regisseur en komponist -- met Herman van Overbeke ; wat later treffen . . .
  • . . . den; waarbij er gebruik gemaakt wordt van de allerjongste hulpmiddelen der techniek... deze nieuwe wijze van ensceneeren kortom, heeft met dit stuk van Willem Putman ongetwijfeld dieperen indruk bereikt, dan dit het geval ware geweest zoo het volgens de oude bekende methode ware opgevoerd geweest. Daarmee dunkt ons . . .
  • . . . met realistisch spel en ensceneering ware te bereiken geweest. Het succes der nieuwe ensceneering is des te meer treffend, daar het stuk van Putman eigenlijk op en top een burgerlijk tooneelspel is. -- Ja, die expressionistische techniek kan goed zijn voor een expressionistisch stuk, maar zal ze wel . . .
  • . . . top een burgerlijk tooneelspel is. -- Ja, die expressionistische techniek kan goed zijn voor een expressionistisch stuk, maar zal ze wel kadreeren met Putman 's burgerlijk spel ? was de vraag die wij door menigeen hoorden stellen. En inderdaad, wij zelf, we zagen de proef niet zonder belangstelling, zelfs . . .
1928-02-17 Tooneel in Vlaanderen: "Van Twee Coninxkinderen" door Willem Putman (Anon.)
  • . . . TOONEEL IN VLAANDEREN. VAN TWEE CONINXKINDEREN, door Willem Putman . Een creatie van het Vlaamsche Volkstooneel . (Van onzen correspondent). Brussel, 17 Februari. De heer Willem Putman wordt wel eens . . .
  • . . . TWEE CONINXKINDEREN, door Willem Putman . Een creatie van het Vlaamsche Volkstooneel . (Van onzen correspondent). Brussel, 17 Februari. De heer Willem Putman wordt wel eens een Zondagskind geheeten. En daar is inderdaad reden toe. Hoewel hij nog bijlange geen dertig is, vonden de talrijke stukken . . .
  • . . . op, naar de aankondiging van den auteur zelf: twee gezichten van een motief. Dat zijn verbazende vruchtbaarheid en zijn verbluffend aanpassingsvermogen den heer Putman , die zoowat overal gegrasduind heeft en dan ook telkens onder anderen invloed bleek te staan, meer dan een leelijke part gespeeld hebben, staat vast. . . .
  • . . . een dramatiseering van het bekende liedje waarop de titel slaat? Een dramatiseering die ons, ondanks het mooie litteraire kleed waarmee de zoetbespraakte heer Putman het thema omhangen heeft en het talent, waarmee de acteurs van het Volkstooneel en het a-capellakoor, de Scola Cantorum , achter de schermen . . .
  • . . . als "oude quene, een al zoo vilijnich vel", en volksche visschersvrouw waren goed op dreef. Dank zij hen is deze avond dragelijk geworden. Putman 's model: Malbrough s'en va-t-en guerre, van Achard , hoewel geen gaaf tooneelstuk, staat toch zooveel hooger! Neen, een onbetwistbaar talent als
  • . . . model: Malbrough s'en va-t-en guerre, van Achard , hoewel geen gaaf tooneelstuk, staat toch zooveel hooger! Neen, een onbetwistbaar talent als Putman mag niet in vooze litteratuur ten ondergaan. Moge de afkeuring van wie het goed met hem meenen, hem bijtijds tot bezinning brengen! . . .
1928-02-10 "Vadertje Langbeen" door Het Nieuwe Tooneel, uit Gent (Paul de Mont)
  • . . . Het Nieuwe Tooneel, uit Gent ; en de opvoering, door dit verdienstelijk gezelschap, van het bekende werk : Vadertje Langbeen ! «Een artiekel van Willem Putman had me, een maand geleden ongeveer, het bestaan doen ontdekken van Het Nieuwe Toneel , semi-reizend gezelschap, voornamelik te Gent spelend, maar ook . . .
  • . . . Het Nieuwe Toneel , semi-reizend gezelschap, voornamelik te Gent spelend, maar ook daarbuiten optredend en staande onder de leiding van Marcel Schumacher . Putman , die gewoonlik bezadigd kijkt en zonder vooringenomenheid, had er zich lovend over uitgelaten en mijn nieuwsgierigheid geprikkeld. Ik heb dan ook niet verzuimd er . . .
1930-01-10 Geestelijke verwarringen of over gemis aan vaste lijnen (Anon.)
  • . . . gewezen naar aanleiding van «De Knecht van twee Meesters», van «Judas» te Brasschaet, en nu laatst, door Paul de Mont en Willem Putman , naar aanleiding van Marlowe 's «Faust», dat 't stuk totaal was veranderd. En telkens werd toegegeven dat er teknies heel wat werd . . .
1933-08-11 A la manière de.. (Victor J. Brunclair)
  • . . . oordeel veilingen over tooneel van F. Sarcey (geboren in Frankrijk) en daarbij een parallel trekken met het «Oordeel van Olga» van W. Putman (geboren in Oost of West-Vlaanderen) in aanmerking nemend, dat Shakespeare die jaarlijks herdacht wordt in Stratford on Avon, ook narrentypen heeft . . .
1929-11-01 Onze jonge tooneelbeweging (Wim Doevenspeck)
  • . . . ondergaat. Wat hebben zij afbreuk gedaan aan deze geweldige perspektieven van het toneel, die onder de leuzen van «Stilte op het toneel» (O Willem Putman !) en «het woord bovenal» het leven verstart hebben in z'n meest felle kunst tot 'n ik-val-flauw literatuur van boudoir-gemanierdheid, misterieuze geniepigheid of . . .
1920-11-04 Over Tooneelkunst: Het Oordeel van Olga (H.)
  • . . . van Olga Naar aanleiding van de opening van " HET VLAAMSCHE VOLKSTOONEEL " met de eerste opvoering van Het Oordeel van Olga van Willem PUTMAN . Het optreden van een nieuwen troep in de benarde omstandigheden waarin het tooneelseizoen 1920-1921 aanvangt, is een feit, dat waardeering afdwingt al was . . .
  • . . . blijk geeft van wil tot nieuw leven. " Het Vlaamsche Volkstooneel " zette zijn officieele eerste tooneelseizoen in met "Het Oordeel van Olga" van Willem Putman , op 11 dezer. Leiders en spelers verdienen lof. Het stuk is van zijn tijd, te oordeelen naar den inhoud en vorm, de gebreken . . .
  • . . . is van de jeugd die den ernst van het menschelijke zijn nog niet inziet... of nog niet wil inzien. Het lijkt wel of Putman langs den weg van zijn grillige "vijf eenakters" tot deze komedie afgedwaald is van den ernst waarmede hij zijn eerstelling "Herfstlied" zong waaruit hoogere . . .
  • . . . gevalletje van enkelingen, maar wel om een algemeen iets, brengt des te meer waarde aan het werk. De verschijning van het werk van Putman , alsook de ijver waarmede hij zelf, zijn vrienden Martens , van Zulte, en Schmidt , van Antwerpen, aan het werk zijn voor . . .
1927-09-21 Nawoord (Willem Putman)
  • . . . Monteyne heeft zijn mooie geschiedenis van ons tooneel gesloten met dezen zin : "De hoogten wenken!" Naar deze wenkende hoogten gaat de tocht. WILLEM PUTMAN . . . .
1930-02 "Moet Barbertje hangen...?" Gemis aan vaste lijnen (Anton Van de Velde)
  • . . . daar op uitgenodigd zijn! Herejee! Ik stel me voor het te wagen als ontspanning b.v. -- en bij die gelegenheid harmonies te verenigen: Willem Putman , Lode Geysen , W. Doevenspeck , A. de Maeyer , M. van Vlaenderen , Stan Eeckels ,
1926 Willem Putman: "Mama's kind" (Lode Monteyne)
  • . . . «MAMA'S KIND» Willem Putman Willem Putman schrijft -- men krijgt toch dien indruk onder het lezen van zijn stukken -- met een verbazend gemak. Hij . . .
  • . . . «MAMA'S KIND» Willem Putman Willem Putman schrijft -- men krijgt toch dien indruk onder het lezen van zijn stukken -- met een verbazend gemak. Hij kan dialogeeren met een . . .
  • . . . te maken. Maar die originaliteit komt van buiten af, lijkt ons gewild, en een zierken te veel «would-be»... De erg verfijnd-doende menschen, zooals Willem Putman er meermaals geschetst heeft, zijn niet echt. Ze doen alsof.. Ze voelen zich minder op hun gemak in de mooie kleeren, die de . . .
  • . . . pathologie geplukt... Shaw vonden we terug in de gehakte en onvolgroeide, maar daarom niet minder geestig-hekelende komedie van den oorlog, die Putman «Het oordeel van Olga» heette. Wanneer we op dezen oogst terugblikken dan kunnen we niet anders dan vaststellen, dat de auteur met «Mama's Kind» . . .
  • . . . en spreekt -- dit met een virtuositeit, welke hem aanzet zijn stuk op nuttelooze wijze te verlengen. We onderschatten de poging niet, die Putman gedaan heeft om de psyche van zijn menschen en den zielkundigen ondergrond van het door hem bewerkte conflict, toe te lichten. Heel sterk is . . .
  • . . . versmaadde, terug aan te knoopen. De vereering van de dochter voor heur overleden moeder mocht eveneens met meer klem worden gemotiveerd. Zoo had Putman zijn drama op een hechter basis kunnen optimmeren, wat aan de sterkte van het geheel niet zou hebben geschaad. Het heele stuk lijdt zwaar . . .
  • . . . burgerlijken oom en de dito tante, die uit een realistische zedenschets ontsnapt schijnen, zijn daar om de waarachtigheid dezer bewering te staven. Bij Putman wordt de gelijkmatigheid in de ontwikkeling der psychologische lijn verstoord door de anecdotische uitwerking van sommige tooneelen en van zekere figuren. De man, de . . .
  • . . . tante en den oom verzeilen we naar een muf provintiestadje en dit ondermijnt de poging -- de slechts half geslaagde poging -- van Putman , om het essentieele in de handeling en in de zielkundige uitbeelding zijner personen te bereiken. * * * We zagen van «Mama's Kind» twee . . .
  • . . . Kind» twee opvoeringen, volkomen van elkaar verschillend naar opvatting en geest -- een traditioneele en een modernistische -- waardoor het dualisme, dat in Putman 's drama reeds bij de lezing opvalt, nog werd onderlijnd. Door de Tiensche rederijkerskamer « Volharding » werd de jonge Brusselsche schilder Karel Maes . . .
  • . . . om de bestaande schouwburgen, hun tooneelinrichting en de daaruit gesproten conventie. De regie van Karel Maes deed evenwel het essentieele in Putman 's drama sterker blijken en de algemeene bedoelingen van het werk werden er dan ook door gediend. Waar zich het anecdotische baan brak in eigenaardige . . .
  • . . . de tante het heeft over de hoedanigheid der koekjes en de schikkingen te nemen voor den wasch -- daar werd het stuk van Putman in zijn betrekkelijke waarde verraden, vermits deze als schilderachtig bedoelde bizonderheden potsierlijk werden. De regie van een stuk groeit uit het drama zelf. Niet . . .
  • . . . eens door vergroot werd. Naar de eischen van de traditie op het tooneel gebracht bleef dit familiedrama met psychologische pretenties een werk van Putman , met zijn hoedanigheden en zijn gebreken, onverminkt -- pf, zoo men wil : onverbeterd. Meteen werd bewezen hoe niet elk stuk geschikt blijkt om . . .
1933-02-17 Voor den gongslag. "Een heldendorp" door Jos Janssen (Victor J. Brunclair)
  • . . . vele analogieën aan dit heusche onding uit den onmiddellijken naoorlog, ja hoe heet het ook weer ? Eureka! «Het oordeel van Olga» door Willem Putman . De finale (intocht der troepen) is gelijkaardig. Ook het gescharrel van meisjes met de Feldgrau. En ik moet zeggen dat schier over de . . .
  • . . . taboe. Trouwens, spijts het onderschrift bij dit stuk zal Janssen het er al moeten voor doen. Nee, alles wel beschouwd was Willem Putman vroeger met zijn scenisch onding van na den oorlog moediger. Dan kon het nog celstraf regenen. Nu is het getij geluwd, en loopt . . .
1926 Gaston Martens: "Paus van Hagendonck" (Lode Monteyne)
  • . . . die zelfs de meest pessimistisch-aangelegde en moedwillig dwarskijkende Vlaamsche critici, zou verplichten te gelooven in een renaissance van het tooneelleven... Schmidt , Putman , Martens kwamen aan het woord en hun stemmen bleken krachtig genoeg om in de slaperige theateratmosfeer zoo iets als een illusie van . . .
1926-04-11 Willem Putman: "Looping the loop" (Lode Monteyne)
  • . . . Willem Putman I. «LOOPING THE LOOP» Het onmiskenbaar talent van den auteur van «Looping the Loop» kwam de crisis der . . .
  • . . . the Loop» kwam de crisis der puberteitsjaren nog niet te boven en verkeert derhalve in volle evolutie. Als dramaturgist heeft Putman zijn weg nog niet gevonden. Zijn artiestennatuur staat open voor alle invloeden en geeft blijken van een assimilatievermogen, waarvan de ongemeene sterkte een noodlottigen . . .
  • . . . ontgoochelde liefde, die een kunstenaarshart verscheurt, het meest echte en juist daarom, ondanks technische zwakheden, het beste -- althans het origineelste spel, dat Putman schreef vóór «Looping the Loop». Want de auteur van «Jeugd» is in wezen een gevoelsmensen en een droomer, die -- door gemis aan een . . .
  • . . . artistiek element. De persoonlijkheid van den dichter alléén komt in aanmerking bij het bepalen der negatieve of positieve waarde van dezen invloed. Maar Putman kan vooralsnog geen zuiver intellectueele emoties wekken. Dat bleek reeds toen hij «De doode Rat» ten tooneele bracht en daarin bewees hoe fnuikend het . . .
  • . . . had gewerkt. Zeer ter snee wees een beoordeelaar -- het was Anton van de Velde , meenen we -- er op, hoe Putman met deze «Doode Rat» een slechten... «Teirlinck» had geworpen. De auteur van «Jeugd» had er vooral naar gestreefd de uiterlijke vernieuwing, die er in . . .
  • . . . overheerschend in «Looping the Loop», welk stuk echter minder onder Teirlincksche invloeden schijnt te hebben geleden al treft ons ook het feit, dat Putman -- net als verschillende andere jonge Vlaamsche dramatisten -- den drieluikvorm, die den dichter van «De(n) Man zonder Lijf» «eigen» is, behouden heeft. * . . .
  • . . . andere jonge Vlaamsche dramatisten -- den drieluikvorm, die den dichter van «De(n) Man zonder Lijf» «eigen» is, behouden heeft. * * * Wanneer Willem Putman ons wil doen gelooven, dat «Looping the Loop» als «modern» tooneel dient te worden beoordeeld, dan blijkt het hoe hij van de kwalificatie . . .
  • . . . kleinere voorgangers. Nieuw en modern kunnen wij dergelijk conflict, hoe het dan ook wordt veruiterlijkt, niet vinden. Wij deelen geenszins de meening, welke Putman er schijnt op na te houden, n.l. dat de mensch niet verandert -- wat wel vreemd klinkt uit den mond van iemand, die juist . . .
  • . . . dat zich in de ziel van een strevend mensch ontwikkelt, veruiterlijkt en op de planken gematerialiseerd. Hetzelfde gebeurt in «Looping the Loop» van Putman . De «plaats der handeling» van het grootste deel van zijn drama is de geest en het hart van zijn hoofdpersoon, Jean-Paul Hartman, -- romancier . . .
  • . . . zijn geweten «het diepste bewustzijn (zijner) ziel», dat «den last (zijner) zonde» draagt, en het booze beginsel, waardoor zijn wezen wordt beheerscht, heeft Putman gepoogd te dramatiseeren. Er is feitelijk maar één persoon in het heele stuk. Van al wat er op het tooneel gebeurt blijft Jean-Paul oorsprong . . .
  • . . . slachtoffers zijner Don-Juaneske neigingen wil toonen!) Maar het laat ons toe een bemerking te opperen omtrent de onzuiverheid van de cultureele verfijning, die Putman in zijn stukken wil tentoon spreiden. De elegantie in woord en gebaar blijft uiterlijk. We betrappen voortdurend de mondaine helden, die de schrijver van . . .
  • . . . drama. Ze worden echter door te veel woordenpraal ontsierd. Deze gesprekken zijn verliteratuurschte werkelijkheid. Ze ontberen strakte en vooral stijl! En hier blijkt Putman , méér dan elders, een discipel van Teirlinck van wiens rhethorische perioden sterke echo's klinken in zinnen als «Je hing om mijn . . .
  • . . . hing om mijn hals als een rillende bede» en «Ik heb haar geëerd en in een aureool van kinderen gezet». Aldus staat Putman overigens heel dicht bij sommige Van Nu en Straksers, die veel meer den cultus van het «woord om het woord» dan van «de kunst . . .
  • . . . het bijzonder geval van Agnès uitgroeien gaat tot een misdaad door den genotzoeker Jean-Paul gepleegd op de Vrouw, komen de literaire bevliegingen, die Putman met zijn held gemeens blijkt te hebben, den afstand tusschen de oogenblikken van strijd, van dramatische actie dus, nog vergrooten, den gang der handeling . . .
  • . . . die heur lusten botvierend tot welstand kwam. Het Geweten zorgt voor commentaar bij elk geval. Vooral in dit tafereel valt de zwakheid van Putman 's werk op. De schrijver heeft gepoogd de zeer bijzondere uiting van zuiver geestelijk leven, die een hallucinatie is, door stoffelijke beelden voor te stellen. . . .
  • . . . zuiver geestelijk leven, die een hallucinatie is, door stoffelijke beelden voor te stellen. De te verwezenlijken transpositie slaagde niet en wel omdat het Putman ontbroken heeft aan stijlbegrip. De tekst, hoe literair ook, doet realistisch aan en wat erger is, mist karakter en vastheid in lijn en beelding. . . .
  • . . . waarvan de twintigste-eeuwsche Don Juan, die volgens andere wijsgeerige opvattingen en moreele principes werd opgevoed dan zijn oudere voorgangers, de hoofdrol zou zijn. Willem Putman schreef daarvan enkele brokstukken van het eerste bedrijf -- indien men als zoodanig een paar tooneelen van de laatste akte van «Looping the . . .
  • . . . auteur van «De Doode Rat» en «Looping the Loop» zich omtrent het modern tooneel schijnt te vormen, komt het onloochenbaar dramatisch talent van Putman tot ontplooiing. (1) Dit stuk werd te Antwerpen gespeeld op 11 April 1926 in den K.N.S. . . .
1926 Willem Puteman: "De doode rat" (Lode Monteyne)
  • . . . «DE DOODE RAT» Willem Putman wil absoluut nieuwe banen op. Van af zijn debuut, op zeer jeugdigen leeftijd nog, mocht reeds de ernst van dit, niet altoos met . . .
  • . . . gezeten zijn naast een lekkere kachel... Hij heeft iets bereikt en iets gepresteerd. Heeft deze vaststelling niet de waarde van hoogen lof ? Putman weet heel goed waar hij heen wil. Hij heeft zijn opvattingen over tooneel herhaaldelijk uiteengezet. Zoo legde hij o. a. in een artikel, volgende . . .
  • . . . andere vanwege den burger dwaas vinden. Elke verdediging van zuiver realisme op het tooneel houdt dus geen steek.» In de eerste plaats wilde Putman een vernieuwing van den vorm. Het blijkt duidelijk uit een ander deel van hetzelfde artikel : «Het alleroudste dat wij, Vlamingen, bezitten; ik meen . . .
  • . . . van Overbeke met zijn insceneeringen doch vooral Herman Teirlinck en Anton van de Velde met hun stukken streefden, wil Putman zijn aandeel bijdragen... Dit aandeel om de nieuwe conceptie op besliste wijze te helpen verwezenlijken brengt de schrijver van «Mama's Kind», van «Het Stille . . .
  • . . . * * «Et tout le reste est littérature.» Een dramatische kern, waaruit dynamische kracht straalt, bestaat dus wél in het stuk, waaraan Putman den eerder zonderlingen naam van «De doode Rat» gaf, naar het uithangbord van de herberg waar Suze haar zondig leven leidt en eindigt. Inderdaad . . .
  • . . . over vefrhalen. We zien niets gebeuren. Dit schrijvend, denken we lang niet aan uiterlijke actie. Die is er wel in het stuk van Putman . We missen hoofdzakelijk de innerlijke bewogenheid, die de woorden stuwt lijk de woelige zee de schuimvlokken... woorden, die plots-bewust geworden gedachten en gevoelens vertolken, . . .
  • . . . In hem streden liefde en plicht. De laatste zegevierde. Als we dien strijd eens hadden meegeleefd ! Zoo eenvoudig is hij niet als Willem Putman hem voorstelt in een paar tooneelen (drie à vier) van zijn aan tafereelen zoo overrijke stuk!! Want Darius Jan Oswald schreeuwt eens geweldig, . . .
  • . . . droom ! En Darius-Jan-Oswald juicht : «Ik neem mijn lief -- en leef mijn leven !»... Een sterker en pakkender tooneel ontwierp Putman nooit te voren ! Het komt ons voor of Putman de ontwikkeling van het dramatisch conflict ondergeschikt maakte aan zijn streven naar . . .
  • . . . en leef mijn leven !»... Een sterker en pakkender tooneel ontwierp Putman nooit te voren ! Het komt ons voor of Putman de ontwikkeling van het dramatisch conflict ondergeschikt maakte aan zijn streven naar vernieuwing van den vorm. Er heeft hier een omzetting der waarden plaats . . .
  • . . . gebeuren beheerscht. Het spel lijkt wel geschreven om zich bij een min of meer vooraf bedachte insceneering te kunnen aanpassen. Terwille daarvan heeft Putman het dramatisch gegeven gebanaliseerd. Wat het conflict een glans van echte originaliteit kon geven, heeft hij versmaad. De actie heeft hij verbrokkeld om daarmee . . .
  • . . . onze auteurs onvruchtbaar werk, even nutteloos als dit van den bouwmeester, die van een huis slechts de buitenmuren zou optrekken. * * * Putman make zich los van den invloed van Teirlinck , die zoo sterk voelbaar is in zijn werk. Suze is verwant aan de wereldsche . . .
  • . . . van het Duitsche expressionisme. Als we nu eens begonnen met een eigen originaliteit te scheppen ! * * * Met dat al heeft Putman , die nog altijd te veel offert aan het literaire schoon, bewijzen te over gegeven van zijn talent. Hij kan wat en van hem mogen . . .
1928-02 Willem Putman: "Van Twee Conixkinderen (Lode Monteyne)
  • . . . «VAN TWEE CONINXKINDEREN» «Je moet volstrekt die literatuur laten varen!» (Maritza aan Hector -- 1e bedrijf.) Het is eigenlijk een tragisch geval. Putman , die tot deze categorie van jongeren behoort, welke het tooneel volkomen van de literatuur willen scheiden en voor wie het woord van geheel ondergeschikt . . .
  • . . . volledig drama, zoo geheel af, dat het niet veel minder dan een heiligschennis mag worden genoemd, wanneer daaraan nog wordt geraakt. Wat kon Putman anders doen dan het zeer simpele gebeuren van het zoo intense drama, waarvan het hoofdmoment sterk tragisch aandoet, te hullen in een woordenpraal, waarvan . . .
  • . . . gemaakt tot een hemelbestormende elegie van onvoldaan verlangen en vergeefsch betrachten. Ook dat zou nog een ontheiliging van het lied zijn geweest. Maar Putman heeft nu juist die dramatische kern van den ouden tekst geheel verwaarloosd. Zoo breed is, in zijn stuk, het water, waardoor de geliefden zijn . . .
  • . . . en hun hartstocht de symboliseering wordt van het groote, vage verlangen, dat jeugdige harten sneller doet jagen. We kunnen ook deze opvatting van Putman -- een opvatting, die wellicht veeleer als onbewust dient beschouwd te worden -- aannemen, al wordt hierdoor het dramatische hoofdmoment van het lied, datgene . . .
  • . . . en die ondertusschen een liedje zingt -- dat van het visscherken natuurlijk, des winters stappend langs de diepe paadjes. We zullen den auteur Putman , die ons toch binnenvoert in het rijk waar de fantasie heer ende meester is -- wat wij toejuichen! -- niet lastig vallen omdat hij . . .
  • . . . die leuke kantteekeningen bij het gebeuren maakt? Het is ons niet duidelijk geworden. De man... daast. Zijn stuntelig gebabbel vult de «stilten», die Putman anders heel lief heeft, doch in dit stuk hoofdzakelijk gapende leemten zouden blijken te zijn. Dat de visscher, lijk in het oorspronkelijke lied, den . . .
  • . . . Want van de liefde, die Joedel voelt voor de prinses en waardoor hij wellicht tot grootsche daden kon gewekt worden, heeft de auteur Putman absoluut geen partij getrokken om zijn leeg stuk te stoffeeren. Eens toch, dat men er niet voor terugdeinst den tekst van een oud volkslied, . . .
  • . . . etherische, zuiver-idealistische liefde, welke het smachtende hart van de teere prinses vervult. Maar ook hier had de schrijver een grooteren samenhang kunnen verkrijgen. Putman liet zich inspireeren door de principes van het middeleeuwsch simultaan-tooneel -- wat in dit geval tot werkelijk pakkende scenische effecten had kunnen aanleiding geven. . . .
  • . . . gesymboliseerd, nog vager en onbestemder gebleven. Het tot een slagwoord omgetooverde vers «Het water was veel te diep» ontsluiert geen raadselen... Putman heeft zich ook hier gepaaid met woorden, die enkel «literatuur» zijn! Immers, ook wat er aan den overkant van het water, in 't land . . .
  • . . . golvende muzikale zinnen van het volkslied. Voor wat in de volgende regelen van de ballade nog aan weemoedige schoonheid te ontdekken valt, heeft Putman geen plaats meer gevonden in zijn drama. De visscher, die een tijdje achter de schermen vertoefde, is weer verschenen. Hij krijgt den ring van . . .
  • . . . en de moeder van den prins sterft zeer prozaïsch. Hoe ver staan we nu buiten de sfeer van het oude lied zelf. Dat Putman , werkend voor het Katholiek Vlaamsch Volkstooneel , den tekst der laatste strofe niet volgen kon, is zeer begrijpelijk. «Sy hielter haer lief in haer . . .
  • . . . demon der valsche literatuur, die het grootste deel van de drie zangen waaruit dit sprookjesdrama heet het bestaan, beheerscht en leidt. Wat heeft Putman gedaan toen hij het lied der Coninckxkinderen ter dramatiseering verkoos, daartoe aangezet door de leiding van het Katholiek Vlaamsch Volkstooneel , welke een werk . . .
  • . . . literaire ondergeschiktheid, die, voor een deel althans, de zwakheid verklaart van het zoomin in dramatisch als in literair opzicht eenige voldoening gevende stuk. Putman zag zijn werk eerst als een schilderij -- statische uiting van één phase in de zich opvolgende momenten der beweging. «Op het eene . . .
  • . . . dwarsboomen -- ten slotte meer dramatische kracht dan in den van ensceneering en spel zoo sterk afhankelijken, door literairen opsmuk verlamden tekst, van Putman -zelf. (1) Putman's opstel in «Het Tooneel» (Antwerpen): 11 Februari 1928. (2) «Van twee Coninxkinderen» . . .
1926 Ernest W. Schmidt: "Het kindernummer" (Lode Monteyne)
  • . . . "Het Kindernummer" Ernest W. Schmidt , is tot nog toe de beste onzer jongere tooneelschrijvers. Met Gaston Martens en Willem Putman staat hij in het eerste gelid. Elk van deze drie dramatici bezit een eigenaardig talent, een eigen levenskijk en zelfs eigen onderwerpen. Eén . . .
  • . . . romantisch realisme à la de Tière , veredeld tot literatuur en verrijkt -- zij het dan ook met werken van ongelijke waarde. Putman , de jongste van dit driemanschap, streeft naar de grootste verfijningen, naar een strenger vergeestelijking. Hij schuwt zelfs de preciositeit niet evenmin als een zeker . . .
  • . . . aan bombast en rederijkersromantiek. Ernest W. Schmidt bezigt meer behendigheid in het bouwen van een stuk dan Martens en Putman . Hij kan een intrige leiden, een karakter uitbeelden. Molière moet zijn grootste leermeester geweest zijn. Maar ook Shaw en
1926 Anton van de Velde: "Tijl" (Lode Monteyne)
  • . . . recht geven verwachtingen te koesteren. * * * Van het procédé, dat Teirlinck , en de jonge auteurs, die hem volgen -- Putman (Looping the Loop -- De Doode Rat), Delbeke en Walschap (De Vuurproef), Bertha van Damme de Deken (Het . . .
1927-01-09 Ward Schouteden: "Jezabel" (Lode Monteyne)
  • . . . verrassing. Van uit het hartje van het verwijderde Limburg klonk een nieuw dichterlijk geluid ons tegen. En in een voorrede, die de jonge Willem Putman voor de uitgave van Reinhard en Renilde samenstelde, juichte hij, dat ook deze nieuweling had afgebroken met «sentimenteelen salonprietpraat, dubbelzinnige slaapkamerscènes en lollige . . .
1924 Tooneelrenaissance in Vlaanderen (Jan Boon)
  • . . . meer schrijven, en we waren jaloersch geworden op Heijermans . Ernst W. Schmidt kwam, en Gaston Martens , en Willem Putman , enz. Maar spoedig leken we weer onvoldaan. De geest, de eigen Vlaamsche geest in dit werk, en de eigen Vlaamsche bouw, die waren . . .
1930-10 De Geestelike, d. i. de Zedelik-Godsdienstige Waarde in het Katholiek Tooneelrenouveau (Aloïs de Maeyer)
  • . . . streng mogen zijn, zoowel op scenisch -- vooral in het meest moderniseerende deel -- als op ideëel gebied. Het derde stuk is van Willem Putman . Het heet "Drie", speelt over drie bedrijven en tusschen drie personen. Het is een opzettelik behandelen van "het"(?) onderwerp, maar met een eerlik . . .
  • . . . grijpen naar een levensopvatting, waar hij schipbreuk lijdt door het vieren van diezelfde -- vroegere -- overtuiging. Men kan hierin het procédé van Putman achterhalen, zijn voorliefde voor het omkeeren van de verhoudingen naar het einde van het spel toe; zaak is of het groeit psychologisch en technisch . . .
  • . . . groeit psychologisch en technisch artistiek. Ik geloof dat zulks voor een groot deel is bereikt. Het stuk wordt, vrijwel algemeen, als een van Putman 's beste gehouden wat de struktuur betreft. Met het oog op de moeilikheden die de auteur zich zelf stelde is dit geen kleine verdienste. Psychologisch . . .
1928-03 Herman Teirlinck: "Ave" (Lode Monteyne)
  • . . . of weinig bijval bekroonde pogingen van Teirlinck -zèlf en van jongeren: als Anton van de Velde (Christoffel. De zonderlinge Gast), Putman (Looping the Loop). Of «Ave» een tooneelwerk van blijvende beteekenis heeten mag, is een andere vraag. II. Als dramatist koestert Herman Teirlinck . . .
1928-02-11 Willem Putman: "Het Masker" (Lode Monteyne)
  • . . . MASKER» «Gewoon-Lief. Zoo'n gevlinder. Los gepraat over alles en nog wat. Maar elegant.» («Het Masker» -- 1ste B.) PUTMAN EN DE «STILTE». «Men zal zeker zonder moeite een grooten afstand ontdekken tusschen dit «Masker» en mijn vroegere stukken «De doode Rat» en «Looping . . .
  • . . . «Het Masker» is inderdaad een tooneelstuk, gebouwd naar de traditioneele wetten van de burgerlijke saloncomedie.» We kunnen deze woorden, waarmee Putman poogde het drama «Het Masker» in zijn oeuvre te situëeren, niet geheel onderschrijven. Inderdaad: een essentieel verschil tusschen dit «Masker» en zijn vorige werken . . .
  • . . . zeer tegenover bedenksels van zijn geest, in stee van ons te interesseeren voor een levende werkelijkheid. Waren we vroeger geneigd te veronderstellen, dat Putman 's gebreken, voor een groot deel althans, mochten beschouwd worden als zoovele gevolgen van zijn verlangen om een actie te buigen naar de eischen van . . .
  • . . . pas les sentiments que la situation (wij onderlijnen) n'impose pas. Et si la situation les impose, il n'est pas besoin de les exprimer,» Putman , die door de waarheid dezer opvatting diep werd getroffen, heeft zelf een zeer lang opstel aan deze «stilte» gewijd . Daarin lezen . . .
  • . . . van «Martine» was die «stilte» een natuurlijk, uit het drama-zelf ontstane middel ter uitdrukking van hetgeen zijn personages voelen. Ware dit ook bij Putman zóo, dan konden wij hem toejuichen en zouden we niet eens meer denken aan Bernard , wiens werkwijze enkel een «theorie» is voor . . .
  • . . . de woorden niet zacht genoeg zijn...» Beter hadde hij geschreven: «waar de woorden niet toereikend blijken». Maar dat is bij Putman zoo zelden het geval. Hij wil alles zeggen. Zijn personages worden het slachtoffer van zijn welsprekendheid, van zijn gemak om literaire beelden te scheppen . . .
  • . . . Bernard heeft geschreven: «Il y a sous le dialogue entendu comme un dialogue sous-jacent qu'il s'agit de rendre sensible»... Putman zegt: «Mijn drama ligt in den dialoog, of beter nog onder den dialoog». Ware dit laatste nu eens waar geweest! Maar neen, de . . .
  • . . . de scherven van mijn droom»... Er is niemand die de stilte op het tooneel zoo zéér in gevaar brengt als de graag pratende Putman -zelf! Hij kan het zelfs niet nalaten deze stilte, die zou moeten zijn zwaar van onuitgedrukte geheimen van de ziel, door zijn converseerende dames en . . .
  • . . . te verklaren: «Daar is zooveel triestigs in het onuitgedrukte»... Het heele volgende gesprek gaat dan over de stilte -- de stilte, die bij Putman op het tooneel nooit komt, tenzij onder den vorm van «het ophouden van alle geluid»... Dat is een van de kunstmatigheden, waarmee dit spel . . .
  • . . . alle geluid»... Dat is een van de kunstmatigheden, waarmee dit spel -- Het Masker -- werd opgebouwd. De andere zijn van psychologischen aard. Putman bedenke verder, dat het tooneel -- evenals alle kunst overigens -- door het «leven» moet worden gevoed... De Fransche criticus Gaston Rageot . . .
  • . . . mouvement, c'est-à-dire d'une action extérieure traduisant une passion intérieure». Juist de innerlijke passie ontbreekt geheel bij de personages van Putman , of ze nu optreden in «Het Masker» of in «Looping the Loop». Het uitgangspunt van het drama waarin zij worden gewikkeld, werd door den . . .
  • . . . uitgangspunt van het drama waarin zij worden gewikkeld, werd door den auteur bedacht, is de uitwerking van een zuiver literair motief. * * PUTMAN EN DE MODERNE WERELD. Putman is bij het scheppen van «Het Masker» niet uitgegaan van eenig conflict, noch van een innerlijke actie, . . .
  • . . . gewikkeld, werd door den auteur bedacht, is de uitwerking van een zuiver literair motief. * * PUTMAN EN DE MODERNE WERELD. Putman is bij het scheppen van «Het Masker» niet uitgegaan van eenig conflict, noch van een innerlijke actie, doch wel van een gedachte, van een . . .
  • . . . Het is niet waar, wat in het stuk de baron zegt: het contact vinden wij in het «woord». Al de vele woorden van Putman zijn niet in staat geweest deze versmelting van de twee verschillende plannen, waarop zijn personages zich bewegen, te verwezenlijken. Deze samenvloeiing van twee zoo . . .
  • . . . verwezenlijken. Deze samenvloeiing van twee zoo verschillende stroomingen had dienen plaats te grijpen in den scheppenden geest van den schrijver-zelf. Het thema, dat Putman heeft willen ontwikkelen, en waarvan het gebeuren, zoowel in zijn hoofdlijnen als in zijn zijtakken, enkel de illustratie bracht, is precies niet banaal. Voor . . .
  • . . . lijkt dit spel, waarin spontaneïteit gemist wordt, vaak op een bewijsvoering van het theorema, dat de auteur formuleerde. «Gemaskerde» vrouwen nu, schijnen voor Putman het product te zijn van den modernen tijd, die -- zooals de heer Frank Hoorendael doet uitschijnen -- gekenmerkt is door cerebraliteit en gebrek . . .
  • . . . we bij het volgen der doening van de optredende dames en heeren niet een sterken indruk krijgen van wat de moderne wereld, zooals Putman deze ziet in haar felle bewogenheid, eigenlijk is. In «Het Masker» voelen we dezen tijd niet aan, al wordt er ook over geredeneerd. De . . .
  • . . . te zijn -- weten wij niet hoe de moderne jeugd denkt en voelt, hoe zij staat tegenover de problemen der liefde. We willen Putman nu niet verpletteren onder de majesteit, die er uitgaat van figuren lijk Strindberg en Ibsen , die het wezen der vrouw . . .
  • . . . in zijn stukken veeleer een profeet, wiens scheppingen thans nog meer waar zijn dan in de dagen van hun ontstaan. De menschen van Putman zijn zoo slapjes gekarakteriseerd in hun modern voelen en denken, waarover zij enkel af en toe praten, dat het spel, waarin zij optreden, niets . . .
  • . . . ontwikkeld -- op een wijze, die al evenmin pleit voor het psychologisch doordringingsvermogen als voor de technische bedrevenheid van den auteur. * * PUTMAN ALS PSYCHOLOOG EN ALS DRAMA-BOUWER. Willen we even het gebeuren, dat in «Het Masker» de hooger omschreven grondgedachte illustreert, in zijn ontwikkeling volgen? De . . .
  • . . . haar enkel weten, hoe ze versjes maakt, verliefd is op Frank en zich laat beminnen door een schilder, die tevergeefs smacht... Waarom heeft Putman van haar niet gemaakt de fatale-moderne-vrouw-met-het-masker, de vrouw, waarvoor Frank op zijn hoede is, die evenwel ook voor hem niet zonder gevaar kan wezen, . . .
  • . . . wel geleefd! Vroeger werd erover gejammerd, dat onze auteurs niet bij machte waren menschen uit hoogere standen te laten praten. De baron, die Putman ten tooneele voert, is niet alleen «des blijspels» door zijn optreden, door het conventioneele van zijn heele figuur, doch vooral door de geaffecteerde wijze, . . .
  • . . . weer. Nu kan Frank redeneeren en zijn wanhoop, die de schrijver vergat te motiveeren, uitgillen -- ook in tegenwoordigheid van zijn verschrikte mama. Putman heeft maar oogen voor zijn artiest en gedachte voor zijn masker-thesis. Niet éen tooneel groeit logisch op uit het conflict. Het gebeuren, zoo uiterlijk . . .