Over Tooneelkunst: Het Oordeel van Olga

H., 1920-11-04


Source

De Standaard, 1920-11-04


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◻◻◻ Anon.: Tooneel in Vlaandere... 1928-02-17
  2. ◼◼◻◻◻ Anon.: "Gudrun" door het Vl... 1922-04-15
  3. ◼◼◻◻◻ Jan Boon: Tooneelrenaissance i... 1924
  4. ◼◻◻◻◻ C.Q.: "Jacob van Artevelde... 1927-05-15
  5. ◼◻◻◻◻ Jan Bernaerts: Het Vlaamsche Volkst... 1930-05-18

Over Tooneelkunst: Het Oordeel van Olga

Naar aanleiding van de opening van "HET VLAAMSCHE VOLKSTOONEEL" met de eerste opvoering van Het Oordeel van Olga van Willem PUTMAN.

Het optreden van een nieuwen troep in de benarde omstandigheden waarin het tooneelseizoen 1920-1921 aanvangt, is een feit, dat waardeering afdwingt al was het alleen maar om den durf waarvan het blijk geeft. Dat het persoonlijk initiatief van Dr Osc. De Gruyter daaraan tot grondslag ligt, verhoogt nog de achting die de knappe man geniet.

De crisis van de tooneelkunst is een algemeen verschijnsel. Dat is onder meer een kwaal van den tijd. De moreele reden van die kwaal is te vinden in het feit dat de jonge geestesstrooming geen nieuw leven aanvoert aan de in-zwang-zijnde tooneel prestaties, en nog niet machtig genoeg is om op zichzelf een nieuw tooneelleven te scheppen. Als materieele reden geldt dat het voorzien in het stoffelijk bestaan te veel geld opslorpt en er te weinig overblijft om genoegzaam zorgen te kunnen verschaffen aan het geestelijk leven dat een mensch er min of meer op na houdt. Maar deze laatste komt reeds in tweede lijn.

Want wie zou er durven te beweren dat iets, om het even op welk gebied - ja ook op geestelijk - dat voldoet aan de eischen van den dag mangel heeft aan geld. Als bewijs ligt voor de hand: sport. Hoeveel zij ook kost, zij bloeit omdat zij aan de orde van den dag is.

Het niet meer in den smaak vallen van de voorhanden stof voor tooneelopvoering is de eerste oorzaak van de ziekte waaraan de tooneelkunst lijdt.

Heeft het publiek geen smaak? Weet de dichter den smaak van het publiek niet te prikkelen? Of is het anders om?

Hoe deze vragen ook worden beantwoord komt niet in aanmerking. Het kwaad steekt dieper. En wie de kwestie grondig door denkt moet tot de overtuiging komen dat het kwijnen van de tooneelkunst voortspruit uit "le mal du siècle" in het begin onze twintigste eeuw. Daaraan ontkwam dichter noch toeschouwer.

Men denke zich wel in wat het theater werkelijk is.

Is het niet in zekere zin een wereldsche kerk, waarin wereldsche idealen en geloovingen worden verkondigd, bekampt of verheerlijkt?

En is er tegenwoordig wel een machtige intellectueele strooming die kan vergeleken worden met idealen uit vroeger tijden; als daar geweest zijn, de arbeid, de vrijheid, het leven, de mensch, de macht, het geloof in de Godheid, en het geloof in de machten, verpersoonlijkt in helden en goden, die het leven beheerschen?

Al slaan er ook aan verre horizonten machtige golven op, die de aantocht van een jongen levenskrachtigen gedachtenstroom laten vermoeden, toch is thans nog de tot in het oneindige uiteenloopende anarchie van den geest van den huidigen dag oorzaak van ontredderig op alle, en ook op tooneel gebied.

Een verslag uit te brengen over de verschillende verschijnselen van het nieuwste streven, dat de blijde verwachting wakker roept op schoonheid, gegroeid uit de edelste hoedanigheden van het jong intellect langs de lijn van zuivere eenheid en harmonieus geheel, past niet in het bestek van een recensie als deze.

De beperking dringt zich hier op bij wat er in Vlaanderen voor nieuws en goeds groeit en daarbij nog hoop geeft op leven.

Het tot standkomen van "Het Vlaamsche Volkstooneel" geeft blijk van wil en pogen van een nieuw streven. De volle waarde ingezien van het feit, dat E. H. Cyriel Verschaeve het inleidend woord schreef in het prospectus, en dat Dr Osc. De Gruyter de leiding heeft over het nieuwe gezelschap doet besluiten dat we hier voor een uitwerksel staan van een drang naar een degelijken tooneelkunst. Hebben de daareven genoemde heeren niet reeds voor den oorlog zich geopenbaard als strevers - op tooneel gebied - naar een meer klassieke lijn? Afgezien van het meer of min gelukken van hun pogen, het blijft een feit dat de werken van Verschaeve volgens klassieken opzet zijn geschreven en dat de opvoeringen van De Gruyter om hun heerlijke klassieke waarde hoogsten lof genoten.

Mag er besloten worden naar aanleiding van het vier of vijftal klassieke werken die op het repetorium voor dit jaar voorkomen dat het streven naar een meer klassieke lijn ook in "Het Vlaamsche Volkstooneel" leeft? Dat was een bemoedigende instelling en bepaald een stap vooruit van de Vlaamsche tooneelevolutie.

De opvoering op de buitendorpen is een ontginningswerk waarvan - indien het slaagt - de vruchten onvoorwaardelijk rijk moeten zijn.

Alleen die twee eigenschappen geven aan "Het Vlaamsche Volkstooneel" een betekenis, waardoor het buiten de algemeene kenis van tooneelkunst komt te staan, waaraan de Vlaamsche schouwburgen en gezelschappen bepaald moreel zoo daarbij ook niet financieel ten onder gaan.

Onder bedoelde tooneelkringen is niet begrepen "De Multatulikring" te Gent, die ook als is het maar flauw blijk geeft van wil tot nieuw leven.

"Het Vlaamsche Volkstooneel" zette zijn officieele eerste tooneelseizoen in met "Het Oordeel van Olga" van Willem Putman, op 11 dezer.

Leiders en spelers verdienen lof.

Het stuk is van zijn tijd, te oordeelen naar den inhoud en vorm, de gebreken en hoedanigheden. Het is het geschiedenisje van een jong meisje, dat met de vruchten van den oorlogswoeker weelderig tiert, met walg voor de lichtzinnige mentaliteit van officieren, die zegevierend uit den oorlog terugkeeren, zich loswringt uit dat onverantwoordelijk voos milieu en met den rechtgeaarden ordonnans van haar broer een nieuw leven in gaat. Die hoofdlijn heeft de schrijver naar alle zijden lachens, spottend en hekelend ontwikkeld tot een komedie... zoo als hij zelf zijn werk heet.

Het ernstige slot - als Olga met beslisten stap eruit trekt een nieuw leven te gemoet treedt - is een plots ontwaken, uit een vuurwerk van geestigheid in de harde werkelijkheid.

Dat is een kneep die van een vaardige hand getuigt.

De inhoud geeft den stempel van actualiteit aan het stuk. De komedietoon, in dit geval, waar anderen zoo vaak een aanklafende, larmoyanten, kwasi-tragischen toon aansloegen, is hier een originaliteit van den schrijver, die vooral aan zijn jeugd te goede komt. Daarbij nog toont hij aan dat het werk niet bedoeldt is als een wegwijzer van algemeene geestesstrooming, maar wel als een lichte komedie .. zooals de auteur gaarne den nadruk op legt.

Ook de losheid van lijn in de opeen volgende tooneelen, en de licht aangelegde karakterteekening van wankelende personaadjes laten niet toe, de bedoeling tragisch "au sérieux" te nemen. Het werk is scherp afgekeken op de realistische toestanden waarin we leven met oogjes die nog al te gaarne den kleinen kant van menschen en dingen zien en behendig weergegeven met een lachje dat het eigen is van de jeugd die den ernst van het menschelijke zijn nog niet inziet... of nog niet wil inzien.

Het lijkt wel of Putman langs den weg van zijn grillige "vijf eenakters" tot deze komedie afgedwaald is van den ernst waarmede hij zijn eerstelling "Herfstlied" zong waaruit hoogere tonen en zieliger klanken van een innigere levensmuziek aanruischen.

"Het Oordeel van Olga" doet veel kouder aan. Het gevoel zingt er niet meer uit als muziek.

Er is een omkeer geweest in den schrijver. "Vijf eenakters" proeven van zoeken, analyseeren, speelsche essays. Dit, zijn laatste werk tot nog toe is eerder een leuke ruwe fusinachets of liever met het oog op de variëteit in de stof en pittige zetten in het dialoog een bontgekleurde aquarel.

Een tableau is het nog niet. Evenmin is het een copie van het rake "Oorlogsmannen" van Bernard Shaw. Wel zal bij ingewijden in de tooneelliteratuur de herinnering aan de meesterlijke satire even wakker worden. Maar steek houden zal een vergelijking tusschen beide enkel bij diegenen, die zich meer inlaten met den bitteren smaak van den bolster dan met de gezonde levensrijke kern van de noot.

De bouw van het werk lijkt wat onstevig, en juist dat bewijst het zoeken - niet altijd zonder goed gevolg - naar een nieuwen vorm. Dat is verheugend. Maar meer vreugde zou het waard zijn als er ook een spoor was van een neiging tot de dramatiek van dieper zielskonflikten.

Ondertusschen springen onloochenbare hoedanigheden van dit werk in het oog.

Als geheel verhoogt "Het Oordeel van Olga" het peil van het Vlaamsche blijspel. Het staat een tred hooger dan de boertige kluchten die in onze streken op een vroegere en ook nog op een huidigen bloeitijd, schaamteloos bogen. Een weinig meer geschaafd - ook op taalgebied - kwam het niet zoo heel ver meer af te staan van de noordnederlandsche blijspelen.

Ook dat het in het stuk niet gaat om een gek of prettig gevalletje van enkelingen, maar wel om een algemeen iets, brengt des te meer waarde aan het werk.

De verschijning van het werk van Putman, alsook de ijver waarmede hij zelf, zijn vrienden Martens, van Zulte, en Schmidt, van Antwerpen, aan het werk zijn voor den blijspel-wedstrijd der stad Antwerpen, geven blijk van een duchtig heraanpakken van den arbeid op het al te lang verlaten gebleven veld in Vlaanderen.

EWS

Maar in al de drukte van hun vlijtige werkzaamheid zij het de produktieve tooneelschrijvers gevraagd niet te vergeten en zoo mogelijks grondig te overwegen, dat "aan velerlei voorwaarden moe worden voldaan om een mensch in staat te stellen tot het vervaardigen van een werkelijk kunstwerk. Daarvoor is het noodig dat hij staat op het standpunt van de hoogste levensopvatting van zijn tijd, dat hij een gevoel ondervindt en het verlangen, het vermogen heeft om dit te vertolken en dat hij bovendoen een talent heeft voor eene der vormen van kunst". (Tolstoï, "Wat is kunst", blz. 70.)

Als de vruchtbare werkers daarover met zich zelf in het reine zijn gekomen, zij de hoop uitgedrukt hun het gemakkelijk zijpad van tooneelspelschrijver te zien verlaten om den grooten weg op te gaan van de echte dramatiek.

Dit is een hooge wensch voor hen.

Dit is een hooge eisch aan henzelf.

H.


Items that may be related to this text

  1. ◼◼◻◻◻ Anon.: Tooneel in Vlaandere... 1928-02-17
    Willem Putman • willem putman • vlaamsche volkstooneel • Vlaamsch Volkstooneel • vlaamsche • Jan Oscar De Gruyter • putman • volkstooneel
  2. ◼◼◻◻◻ Anon.: "Gudrun" door het Vl... 1922-04-15
    Vlaamsch Volkstooneel • Cyriel Verschaeve • leven • vlaamsche volkstooneel • vlaamsche • Jan Oscar De Gruyter • volkstooneel
  3. ◼◼◻◻◻ Jan Boon: Tooneelrenaissance i... 1924
    Willem Putman • Cyriel Verschaeve • leven • Ernest W. Schmidt • vlaamsche volkstooneel • Vlaamsch Volkstooneel • vlaamsche • Jan Oscar De Gruyter • Gaston Martens • volkstooneel
  4. ◼◻◻◻◻ C.Q.: "Jacob van Artevelde... 1927-05-15
    Vlaamsch Volkstooneel • Cyriel Verschaeve • vlaamsche • vlaamsche volkstooneel • volkstooneel
  5. ◼◻◻◻◻ Jan Bernaerts: Het Vlaamsche Volkst... 1930-05-18
    Vlaamsch Volkstooneel • vlaamsche • vlaamsche volkstooneel • volkstooneel
  6. ◼◻◻◻◻ Anon.: Jozef in Dothan... 1921-02-01
    De Multatulikring, Gent • vlaamsche • Vlaamsch Volkstooneel • vlaamsche volkstooneel • Jan Oscar De Gruyter
  7. ◼◻◻◻◻ J.B.: Nieuwsjes uit de too... 1929-03-25
    Vlaamsch Volkstooneel • Cyriel Verschaeve • vlaamsche volkstooneel • vlaamsche • Jan Oscar De Gruyter • volkstooneel
  8. ◼◻◻◻◻ Anon.: Een lezing van Herma... 1925-12-15
    Willem Putman • Ernest W. Schmidt • Gaston Martens • vlaamsche
  9. ◼◻◻◻◻ Anon.: Modern Vlaamsch toon... 1928
    Vlaamsch Volkstooneel • vlaamsche • vlaamsche volkstooneel • volkstooneel
  10. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Tooneel in België: ... 1924-08-25
    Willem Putman • vlaamsche volkstooneel • Vlaamsch Volkstooneel • vlaamsche • Jan Oscar De Gruyter • volkstooneel