Het openluchttheater te Brasschaat. "Elckerlyc" en de danseres Akarova

Anon., 1933-08-11


Source

Pan, 1933-08-11 p. 3


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◻◻◻ Anon.: Kon. Nederl. Schouwb... 1933-06-30
  2. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: Koninklijke Nederlan... 1933-06-16
  3. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "oompje heeft... 1933-04-15
  4. ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederlandsche S... 1933-03-31
  5. ◼◻◻◻◻ Anon.: Tooneel, Kon. Nederl... 1932-12-23

Het Openluchttheater te Brasschaat

«ELCKERLYC» EN DE DANSERES AKAROVA

Het is voorzeker vanwege Mevr. L. De Winter een uitstekend initiatief, dit openluchttheater te hebben gesticht. De ligging ervan, midden in een ideëel kader van dennengroen is zoo dat voor de toekomst hier merkwaardige prestaties mogen verwacht worden.

Voor de opening bracht Mevr. Akarova ons een dansenreeks. Wij lazen ergens een soort beginselverklaring van deze danseres, en ofschoon zij, in de evolutie van de danskunst al te opvallend nadruk schijnt te leggen op den invloed van haar, die eens genoemd werd de groote Isadora, moeten wij erkennen, dat bij haar althans deze invloed slechts in zeer geringe mate werkzaam is en wij heeten dit gelukkig. Want Isadora Duncan zat vastgeschroefd in een zeker Hellenism, dat den kultus der physioplastiek als hoogste waarde huldigde, en daarom nooit kwam tot de essens zelve van den dans, die is: vergeestelijkte beweging. Het komt ons zoo voor dat Mevr. Akarova de sporen drukt van danseressen als Charlotte Bara, Impekoven en ten onzent Francesca d'Aler, dat wil zeggen, dat zij niet langer de stelling aankleeft, als zou dans eenvoudig zijn gesublimeerde gymnastiek. Bij Mevr. Akarova projekteert zich het rhythme buitenwaarts en is volgeladen met emotieve kracht: Zij heeft de wijding van Egyptische tempeldansers, de saamgebalde kracht der zwaarddansen, en deze gaven weet zij zoo suggestief te ontwikkelen dat wij haast geneigd zijn zouden haar voor deze exotiek te waarschuwen, omdat haar talent er wel eenzijdig zou kunnen door uitgroeien.

In haar dansenreeks stippen wij vooral aan : l'Orestie (Milhaud) waarin zij epische tafereelen uit haar bewegingen naarvoorwaaieren liet, Pacific (Honegger) waarin zij bracht een rhythmische tegenwaarde van het muzikale kerngegeven, Fêtes (Debussy), dat ons evenwel niet vrij leek van Japansche, remmescentie. Door een origineele opvatting van Golliwog's Cake Walk (Debussy) wist zij ons ervan te overtuigen, dat voorgangers alS de Sakharoffs haar in dit opzicht niet wisten te beïnvloeden. Deze danseres is wis en zeker tot een groote toekomst geroepen en wat wij van haar zagen is van aard om groote verwachtingen te koesteren.

In dit uitgelezen kader ging daarna Elckerlyc, het mystiekspel van Pieter Dorland. De bewerking van Herman Teirlinck doet beeld en klankrijke taalschatten opfonkelen. Wij weten niet in hoever hij den oorspronkelijken tekst heeft gewijzigd of aangevuld, maar zeker ist, dat dit mystiekspel in het lichtspoor van de grootste middeleeuwers ligt.

Als allegorieënspel is het voor wat betreft de handeling iets te stram, maar zoo wordt het woordentornooi van de onderscheiden symbooldragers fijn aangetoetst, dat hier een bron opwelt vafr subtiele geestelijke genieting. Mogen wij ons een tikje kritiek veroorloven? O. i. wordt het element godsdienst door de in het groen gezongen en gespeelde orgelmis wel iets te onpas aangebracht. En ofschoon deze muzikale aanpassing uittermate adekwaat werd aangevoerd, zagen wij haar toch liefst achterwege blijven, om ons alleen te laven aan de fontein van woordenschoon, die hier door Dorland-Teirlinck werd opgestuwd.

Het dekor van Lode Seghers was voor dit mystiekspel een harmonische omlijsting. En de groepsstanden, die door de regie hier werden in 't leven geroepen, waren ons een heropleving van het middeleeuwsche marktspel, zooals het indertijd voor de poorters op openbare plaatsen werd vertoond.

De eenige fout in dei regie is, de tamelijk lange alleenrede van God bij den aanvang achter het tooneel te laten houden. De tekst ging verloren. Maar voor het overige was hier een homogeneiteit van samenspel, zooals alleen bij zeep groote insceneerders wordt bereikt.

Aan de spits van de vertolking vernoemen wij den heer Gust Maes, die deze zeer zware titelrol met heusche meesterschap heeft gedragen. Wij opperen den wensch dat Gust Maes zoohaast mogelijk weer bij het gesproken tooneel kome. Ook zijn vokale middelen zijn er zeer op vooruitgegaan en is zijn stem uit haar vroegere eenvormigheid losgebroken.

De gevoelsskala van Elckerlyc heeft hij ongemeen geschakkeerd uitgestippeld. Het was werk van een zeer groot kunstenaar. Naast hem vernoemen wij Dood (Piet Bergers) een kracht, die wij ongaarne in de provincie (Gent) zien voortwerken, maar die in allerijl door het eerste gesproken tooneel van ons land moet worden aangeworven.

Nooit hebben wij den heer W. Cauwenbergh zoo talentvol zien akteeren als in deze rol «Gezelschap». Debiet was rad en genuanceerd, houding zeer los. De andere episodische mannenrollen zaten in handen van Emiel Anthoni (Mage) en Neve (Flor Cuypers) die zichtbaar nog de onbeholpenheid droegen van liefhebbers, hoe verdienstelijk op zichzelf zich hun optreden ook gelden deed.

Er was nog een trits allegorische figuren: Deugd (Mej. O. de landsheer) die haar tekst nogal effen zei; Kennisse (Mevr. H. Douliez) wier warmtonig geluid, andermaal vol expressieve intonaties zat. Wij spraken vroeger reeds den wensch uit, Mevr. Doeliez; die sporadisch, in den K.N.S. te Antwerpen optrad definitief aan dit gezelschap te zien verbinden, en wij herhalen hier dezen wensch. Nu bij den heer W. Benoy een paar spelers van de oude garde weg gingen, is er plaats voor jongeren en wij vestigen de aandacht van den heer W. Benoy andermaal op Mevr. H. Peeters en Douliez en den heer Piet Bergers.

De overige speelsters, die in St. Augustinuskring werden aangeworven, droegen de sporen van het patronagetooneel nog in hun optreden, al was de uitspraak ongemeen zuiver.

Allen lof zwaaien wij H. Teirlinck toe voor de regieaanduidingen, die hij met scherp scenisch inzicht en zin voor tooneelplastiek heeft gekomponeerd.

Het licht-klavier werd effektvol bespeeld door den heer de Combe, hoofdelektrieker van den Nederlandschen Schouwburg.

Dit lommerrijke openluchttheater, waarvan de steile deuren hemelwaarts klimmen als kathedraalzuilen, heeft zich uitzonderlijk tot de vertolking van mysteriespelen, en wij hopen dat de leiding van dezen schouwburg het niet bij « Elckerlyc » laten zal, maar met volle handen gaat puiten in de schatkamers onzer middeleeuwsche mystiek, waar menige tresoren nog op onthulling wachten. Moraliteiten, esbattementen en cluyten, zij zijn hier welgekomen. Mogen wij de aandacht van de leiding vestigen op dit onvolprezen juweel onzer middeleeuwsche letterkunde « Lanceloot en Sanderein », dat ons voor het eerst tijdens de Bezetting door een vreemden schouwburgtroep werd veropenbaard? Wij zouden het volgraag terugzien, niet zooals het door liefhebbersgezelschappen wel eens hernomen werd in rederijkersstijl, maar vertolkt door deze uitgelezen schare van zeer verdienstelijke kunstenaars, waarvan de overgave ook door onmiskenbaar talent wordt geëvenaard. De eerstvolgende vertooning gaat op Maandag 4 September om 3 u. 30 en brengt ons « Het Klooster» van Emile Verhaeren. Alle tooneelgangers houden wis en zeker dezen datum vrij.

Het openluchttheater van Mevr. L. De Winter heeft dit op gelijkaardige instellingen voor, dat het zeer gelukkig werd bewerktuigd en scenische mogelijkheden insluit die elders niet openkomen.

Wij brengen hier aan de jonge onderneming een diep eeresaluut.

Victor J. Brunclair.


Items that may be related to this text

  1. ◼◼◻◻◻ Anon.: Kon. Nederl. Schouwb... 1933-06-30
    (author) Anon. • heer • Victor J. Brunclair • (date-year) 1933 • heer benoy • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • Willem Benoy
  2. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: Koninklijke Nederlan... 1933-06-16
    heer • Victor J. Brunclair • (date-year) 1933 • heer benoy • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • Willem Benoy
  3. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "oompje heeft... 1933-04-15
    heer • Victor J. Brunclair • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (date-year) 1933 • mevr
  4. ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederlandsche S... 1933-03-31
    heer • Victor J. Brunclair • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (date-year) 1933 • heer benoy
  5. ◼◻◻◻◻ Anon.: Tooneel, Kon. Nederl... 1932-12-23
    heer • (author) Anon. • Victor J. Brunclair • Willem Benoy • heer benoy • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen
  6. ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederl. Schouwb... 1933-05-26
    Victor J. Brunclair • heer benoy • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (date-year) 1933
  7. ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Mevr. Esther de Boer... 1933-09-15
    Victor J. Brunclair • (date-year) 1933 • mevr • Willem Benoy
  8. ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: De vrienden van de K... 1933-09-22
    Victor J. Brunclair • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (date-year) 1933 • Willem Benoy
  9. ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Vraaggesprek met Vic... 1934-12-29
    Victor J. Brunclair • heer benoy • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • Herman Teirlinck • heer
  10. ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Koninkl. Nederl. Sch... 1932
    Victor J. Brunclair • heer benoy • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • heer • mevr