Koninkl. Nederl. Schouwburg; Na de opvoering van "Onkruid" door J. Kwapilovas

Victor J. Brunclair, 1932


Source

Pan, 1932-00-00


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: Koninklijke Nederlan... 1933-06-16
  2. ◼◼◻◻◻ Anon.: Kon. Nederl. Schouwb... 1933-06-30
  3. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "oompje heeft... 1933-04-15
  4. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederlandsche S... 1933-03-31
  5. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "Primerose" d... 1932-01-02

KON. NEDERL. SCHOUWBURG

Na de opvoering van "Onkruid"

door J. Kwapilovas

Hoe klakkeloos en onkritisch den repertoriumkeus bij den K.N.S. wordt waargenomen, blijkt andermaal uit de opvoering van dit werk «Onkruid», die ons des te onbegrijpelijker voorkomt, wijl de Tjechische tooneelletterkunde, waaruit het voor ons werd naar voorgehaald stellig werk biedt dat op representatiever waarde mag bogen. Als de Tjecken op ons eerste tooneel dan toch een beurt kregen, waarom dan geen Capek ?

Wij besluiten hiermee niet dat het werk van Kwapilovas ons als waardeloos voorkomt. Het is een familiespel, waarvan de aspekten één na één naar voor wentelen en ons onderscheidelijk de diverse psychologische vormgeving brengen van de konflikten, trouwens niet zeer diepgaande konflikten, die onder de leden dezer merkwaardige familie oprijzen.

In hoofdlijnen staan twee geslachten in slagorde. Dat der Chrostels: zij zijn de dragers van het maatschappelijk fatsoen, de deftige vertikale filisters. Anderzijds de Bohumeks, die het bohemerdom verpersoonlijken. De voorname, rijke Chrostel heeft een kunstenares gehuwd, Anna Bohumek. Maar hij houdt van vreemd wild; hij jaagt buitenechtelijke avonturen na, houdt van minnaressen en zijprongen in de banaalste beteekenis van het woord. Daarrond groepeeren zich episodische verwikkelingen. Inna Bohumek de moeder heeft het levenslicht geschonken aan twee dochters: Mahulena, die omwille van de centen door Otokar Fyrzkonrez werd gehuwd. Wij hooren steeds dat deze Otokar het type is van den niksnut en den klaplooper, maar het blijft bij deze bemerking. Psychologische bewijsvoering is niet voorhanden. Wij moeten de'vooruitzetting van den schrijver in dit opzicht zonder meer geloven. Verder is er Svatava die ons, spijts de auteur het zeker niet zoo zal hebben bedoeld, enkel verschijnt als een vrij dweeperig bakvischje, een nufje dat zich door een zeer net en voornaam uitziend heerschap, professor en huisvader, banaalweg laat bezwangeren. Van haar maakt Kwapilovas dan, langs de teerheid der pastelteekening om, een menschelijke lijderesfiguur: een soort heldin van het vrijwillige moederschap, die ons uittermate ongeloofwaardig geteekend voorkomt. Er is dan nog de hoofdbohemien: grootvader Bohumek die op zijn beurt de kans met een Chrostel wil loopen nl. met Jarmila Chrostelova, een schatrijke oude jongedochter, maar onder de gemoedelijke jovialiteit van deze artist schuilt een leepe finantieele berekening, die door den auteur eveneens met den nimbus der heldhaftigheid wordt omtooid. Grootvader Bohumek wil nl. in geldelijk opzicht langs een opzettelijk vastgelegde erfenis om, Svatava's toekomst verzekeren.

Hiermee zijn zoowat de essentieelste gebeurtenissen van dit stuk vastgelegd!

Men mocht van Kwapilovas verwachten, dat hij de konfliktstelling in de psychologie, als we ons zoo mogen uitdrukken, d.w.z. dat hij zijn persoonlijkheden zou maken tot exponenten eener bepaalde klassenmentaliteit en achter elk van hen het menschelijke hinterland zou openleggen. Hij heeft echter geofferd aan de wet van de geringste inspanning, en de episodische oplossing verkozen. Het is een stuk zonder directe aktie. De bittere levenservaring van Inna, bijv. waarvan wij een vormgeworden psychologisch wederbeeld verwachten, wordt ons nu door haar in verteltrant, als een snoer van scherpe herinneringen geboden. Haar verhaal is wel ontroerend, maar mist elke dramatische kracht. Verder krijgen we nog maatschappelijke theorieën in betoogtrant, daar nl. waar Inna de vrouwenemancipatie gloedvol verdedigt, en ook nog een pleidooi tegen conventie en voor vrije liefde, waarin Svatava dan de lijdzame persoonlijkheid is. Dit pleidooi wordt echter bedeesd gehouden.

Inna is een onecht kind van den ouden Bohumek. De familietraditie der onechte geboorten wordt dan over Svatava verder uitgestippeld. En dit alles krijgt onder de bewerking van Kwapilovas dan een verheerlijkte beteekenis, om zoo te zeggen de heiligverklaring der bastaarden. Blijkbaar was het er hem om te doen te betoogen dat om even een beeld van Marnix Gysen toe te passen, de lage bloem het niet haalt bij het hooge onkruid, m.a.w. dat de geringen en de verworpenen dezer aarde de edelgeaardheid van hun aandriften en hun gemoedsleven weten om te stellen, naar een hooger sakrificie, en dat zij, die op achtenswaardigheid en maatschappelijk fatsoen prat gaan, doorgaans lage en veile zielen zijn.

Was het er Kwapilovas om te doen, in dien zin een thesisstuk te schrijven, dan is zijn opzet niet gelukt. Daartoe was de aangewende uitwerking te zwak, te fragmentarisch en te verward. Want we krijgen niets meer dan een haast ordelooze dooreenstrengeling van konflikten waaruit zich geen enkel moraalgevend beginsel ontbolstert.Het blijven de speciaal gevallen van een chaotischen familietwist zonder diepere waarde. Uit deze gezinsverwikkelingen komen zich na afloop maatschappelijke geboden loswerken ten bate van een evenwichtiger samenleving. Nu blijft alles in het teeken gesteld van een gemengd nieuwsbericht, dat litterair zou zijn gestoffeerd.

Wij kunnen dus niet aanstippen dat Kwapilovas hier zijn sporen én als dramaturg, én als moralist heeft verdiend : het gebeuren in zijn werk staat te schimmig en zijn stichtelijke bedoelingen blijven binnen een gemakkelijke anekdotiek gevangen. Daarmee is gezegd dat wij aan zijn stuk zo ongeveer alle waarde en alle draagkracht ontkennen, waardoor het een representatieve of standaardwaarde zou bereiken.

En in het eigen belang van directeur Benoy dringen wij er andermaal op aan dat hij zijn repertoriumkeus niet zoo lukraak zou vestigen. Zooals het, nu gaat loopt het ongetwijfeld uit op een dichtbije ontvolking van zijn schouwburg.

Met de huidige uitbatingsvoorwaarden is er o.i. de mogelijkheid een repertorium saam te stellen waarin het nec plus ultra der tijdsdramaturgie kan worden ingeschakeld. Het wordt nu en finantieel en in opzicht van kultuur een ramp, als de ingeslagen weg niet wordt verlaten.

Wij konden, zopals konfraters het o.i. al te gewillig doen, wel den heer Benoy door dik en dun steunen en er vrede mee nemen voor den schouwburg zoals hij nu werkt als reklaamagent op te treden. Wij weten persoonlijk ook dat directeur Benoy over onze wijze van kritiekvoering mistevreden is. Maar wij nemen geen blad voor den mond en klagen de defekten en in beheer en in artistieke leiding onbevangen aan. Dat bedilzucht ons daarbij. vreemd is, weet in de eerste plaats de heer Benoy. En wij hebben in geweten de overtuiging dat wij onzen schouwburg en de ontwikkeling van onze dramatische kunst aldus beter dienen dan de onvoorwaardelijke ophemelaars.

Met dit stuk kreeg Mevr. De Vreker-Verschuur haar eerste speelgelegenheid van dit seizoen. Het is schitterend uitgevallen. Alles getuigde bij haar van een volkomen doorleving eener trouwens aartsmoeilijke rol. Vooral het hartstochtelijk open en rechtdoor karakter der in hoogere middens opgenomen volksvrouw werd meesterlijk veruiterlijkt. Zij stond daar geslagene van het leven, onder een Titanenlast van ontgoochelingen, maar ten slotte onverwinbaar in dit heilige bolwerk: haar moederliefde. Als hoofdmomenten van haar indrukwekkende prestatie stippen wij aan: haar verhaal aan Chrostel, waarom zij hem huwde, verder dan slottooneel II, waar 3 generaties, nl. Bohumek, zij en Svatava als 't ware onder eenzelfde fatalisme liggen verplet: de oude Bohumek met bovenpersoonlijke lotsonderwerping, zij, Inna, al de gevoelsvlakken van haar wezen scherp doorschoten en Svatava onbewust van het groote leed, in haar meisjesdroomen versluimerd. In dramatisch opzicht heeft Mevr. de Vreker-Verschuur bewezen de stof voor tragédienne in zich om te dragen. Wij dringen er op aan, dat de heer Benoy deze hoogst verdienstelijke kracht niet langer ongebruikt zou laten en voor haar werk opsporen, waarin haar talenten met volle maat zouden doorbreken.

Alleszins merkwaardig mocht het type heeten, dat Gorlé van den ouwen, minzamen Bohumek terecht bracht. De milde, goedmoedige zegging maakte hiervan een figuur vol gulden wijsheid. Inzonderheid waar hij Inna's gezin ziet neerstorten werd zijn optreden gekarakteriseerd door een groote goedheid voor de getroffenen. Zijn rijke levenservaring groeide daar vaak tot een supreme gelijkmoedigheid uit.

De Mislaslav Chrostel van L. Belloy stond in een zeer afstandsche reserve verschanst. Hij wist zeer voornaam spel te leveren. Waar hij uiting moest geven aan de minder edele gevoelens, die in hem schuilgaan, aan de hypocritische fatsoenopvattingen, vermeed hij naar de verraderlijke charge over te glijden. Hij heeft deze door den schrijver zoo onsympathiek geteekende figuur maathoudend afgelijnd. Alleen kon hij er ons niet aan doen gelooven er een trits minnaressen op na te houden. Het is voor hem geen oneer. Het was integendeel vanwege den schrijver een aberratie ons zulke onmogelijke figuur op te dringen.

Een zeer lieve verschijning, werd Svatava bij Mevr. van Santvoort. Heel de skala van gevoelens waarover haar nog Wazige en illusierijke stemmingwereld zich uitstrekt, werd door haar in zeldzaam teedere schakkeeringen aangetoetst. Het tooneel van het offer, (het wederzien van Chtcherba, als zij hem betreffende de stille tragiek die zij draagt onkundig laat) werd door Mevr. van Santvoprt zeer sober gehouden. Deze rol kan zoo gemakkelijk tot traankliereneffekten aanleiding geven. Mevr. van Santvoort heeft ze zeer discreet vermeden en liet het door haar te veraanschouwelijken lijden nooit tot weeig sentiment overslaan. Het was gaaf en doorvoeld werk.

Dolly de Gruyter's pyjama was op zichzelf een gedicht. Deze actrice heeft doorloopend blijk gegeven van een bij haar onvermoed raffinement. In de vechtpartij met Svatava, na het heftig woordenduel, wist zij alle overdrijving te bezijdigen, terwijl Mevr. van Santvoort er wel een ietsje te temperamentvol op los robbedoesde. Wij hopen Mevr, de Gruyter andermaal in dit haar uitstekend passend genre terug te zien. Ed. Deleu werd eens te meer verplicht den lusteloozen fat uit te beelden. Hij deed het met brio en uittermate zwierig. R. Angenot bracht een Jaroslav Chtcherba vol distinctie, van wien een buitenechtelijk avontuur met Svatava in den erotischen zin volkomen onaanvaardbaar kon worden aanzien. Een psychologische fout temeer bij Kwapilovas. We moeten het zoo maar goedschiks aannemen dat deze leeraar, die een bezadigd man is, elders tot de evangelische levensdaad overgaat en er daarna met wat slappe poëzie overheen praat.

De oude vrijster Jarmila Chrostelova zat bij G. Loosveldt in goede handen. Zij heeft er een heusch vermakelijke verschijning van gemaakt. Emma Koch lei de noodige wuftheid in het einde rol, dat haar als de minnares Christella Pitjou was toebedeeld. De naam van deze dame Christella Pitjou is een bewijs te meer dat Kwapilovas in de afbeelding van deftige heeren met mintenees zeer partijdig is te werk gegaan. Deze naam is op zichzelf je reinste smakeloosheid.

De overige kleine rollen werden naar behooren vertolkt door W. Condès, Jeanne Cammans-Jans en Nora Gevers.

Rolkennis stond beneden peil. Eens te meer was het opgevershokje een luidspreker geworden. Men heeft er bij ons op aangedrongen dat wij ons voortaan omstandiger zouden uitlaten over de regie. Wij geven volgraag aan dit verzoek gehoor, maar moeten helaas, voor de eerste maal dat wij daartoe overgaan, een zeer strenge gisping van deze spelleiding aanvoeren.

Vooreerst de schermen. Het onderschrift van het stuk bepaalt dat wij ons in een luxueuse villa bevinden. In I nu kregen wij een schermenopstelling die optisch ketterde. Vanuit de zaal gezien kregen wij links een schaduwvlak, dat o.i. uitzicht moet gegeven hebben op tuin of terras. De scheiding tusschen villa en tuin of terras was merkwaardig aangegeven door een zuil met afgeknot fronton. Indruk : de ruïnen van Pompeï. In II en III kunnen wij den spelleider niet om zijn opvattingen van binnenhuissierkunst geluk wenschen. Er was het onvermijdelijke bogenden op den achtergrond dat schuin links onharmonisch werd gestoord door een kwadraatraam. Ook het trapken-op naar de tweede plaats werd niet vergeten ! Het werd wat meubileering betreft een warwinkel van moderne meubelen met Spyrnatapijten, een gulden gueridon en dito stoelen merk Louis met het nummer dat de lezer verkiest in te vullen. Wij weten wel dat onze Vlaamsen schilderschool wijd over de wereld vermaard is maar de aanwezigheid van P.P. Rubens' hoofd in koperdruk op een muurschotel willen wij in een Tjeksch salon eerder betwijfelen. Vooraan rechts stond een roodfluweelen zetel onbeschaamd en godvergeten te vloeken. De groene zitjes van de andere stoelen maakten brutaal ruzie met het blauw der draperijen. Er waren twee muurverluchtingen in ruitvorm, die stellig om den chaotischen indruk van het interieur te versterken, het eene vertikaal het andere horizontaal werden aangebracht. In III werd de zon die het kwadraatraam waarvan hooger spraak bestrijken moet een ietsje te laag opgedraaid en er was bibbering in haar stralenbundel. Ook de taalzorg liet te wenschen over. Wij kunnen best begrijpen dat E. Deleu niet naar de Berlitzschool kan gaan, maar de regisseur weet toch dat in de Duitsche taal Umlaut beslaat, en dat « Traumen Sie suss » zijn moet: «, raümen Sie süss».

Zoolang wij den heer Gorlé weten spelen, maakt hij van het woord plezier een dialektuitdrukking « plizzier ».

Hiermee meenen wij de voornaamste tekortkomingen te hebben aangestipt. Samenspel verliep dank zij den souffleur betrekkelijk vlot.

In hoofdzaak ging de bijval, ruimschoots verdiend trouwens naar H. de Vreker-Verschuur. Wij gelooven niet dat de finantieele balans van deze speelweek zal aantoonen, dat hier met een gelukkige hand in uitheemsch repertorium werd gegrepen.

Victor J. BRUNCLAIR.


Items that may be related to this text

  1. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: Koninklijke Nederlan... 1933-06-16
    heer • Victor J. Brunclair • schouwburg • benoy • heer benoy • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (author) Victor J. Brunclair
  2. ◼◼◻◻◻ Anon.: Kon. Nederl. Schouwb... 1933-06-30
    heer • Victor J. Brunclair • schouwburg • benoy • heer benoy • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen
  3. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "oompje heeft... 1933-04-15
    heer • Victor J. Brunclair • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (author) Victor J. Brunclair • mevr
  4. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederlandsche S... 1933-03-31
    heer • Victor J. Brunclair • benoy • heer benoy • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (author) Victor J. Brunclair
  5. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "Primerose" d... 1932-01-02
    Victor J. Brunclair • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (date-year) 1932 • (author) Victor J. Brunclair
  6. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. De eerste mev... 1931-10-03
    heer • Victor J. Brunclair • (author) Victor J. Brunclair • mevr
  7. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "Liliom" door... 1932-01-16
    Victor J. Brunclair • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (date-year) 1932 • (author) Victor J. Brunclair
  8. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "Poliche" doo... 1932-04-30
    Victor J. Brunclair • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (date-year) 1932 • (author) Victor J. Brunclair
  9. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederl. Schouwb... 1933-05-26
    Victor J. Brunclair • heer benoy • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (author) Victor J. Brunclair
  10. ◼◼◻◻◻ Anon.: Tooneel, Kon. Nederl... 1932-12-23
    Victor J. Brunclair • heer • benoy • (date-year) 1932 • heer benoy • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen