Kon. Nederlandsche Schouwburg; De koopman van Venetië door W. Shakespeare

Victor J. Brunclair, 1933-03-31


Source

Pan, 1933-03-31


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: Koninklijke Nederlan... 1933-06-16
  2. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederl. Schouwb... 1933-03
  3. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "Hamlet" door... 1933-09-22
  4. ◼◼◼◻◻ Anon.: Kon. Nederl. Schouwb... 1933-06-30
  5. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "oompje heeft... 1933-04-15

Kon. Nederlandsche Schouwburg

De Koopman van venetië

door W. Shakespeare

Een werk van Shakespeare is steeds een festijn. Ook al is het dan deze Koopman, die ontelbare malen reeds het voetlicht zag en die niettemin eeuwig jong en aldoor genietbaar blijft. Wij hebben groote voorgangers aan het woord gehoord in deze Shylock-rol, maar erkennen volmondig dat de heer W. Benoy het er zeer geslaagd heeft afgebracht. Wij zouden zelfs zeggen dat hij deze figuur tot haar juiste afmetingen heeft teruggeleid. Vroeger ging het onder het zoo vervelend sterrensysteem om een vedette-rol, d.w.z. het heele spel was er om Shyiock, die dan in monumentalen stijl werd gespeeld, en waarachter heel het gebeuren als bij uitstek episodisch wegschaduwde: De heer Benoy heeft zijn rol beschouwd als een illustratieve zijfiguur en het moet gezegd, dat het samenspel, het gebeuren zelf daar oneindig heeft bij gewonnen. De aandacht bleef niet zoo uitsluitend geconcentreerd op Shyiock, en de lyrische schoonheid van den tekst kwam aldus scherper naar voor. Meer dan een blijspel wil de « Koopman » niet zijn. En het tusschenspel met den Jood wordt dan nog maar gedramatiseerd opdat het de frivoliteit van het geheel, zou kunnen verlevendigen. Dit antisemitisme op het tooneel pleit trouwens voor Shakespeare ; niet zoo schitterend. De Jood wordt daarin werkelijk voorgesteld als een verworpen hond, een verachtelijk soort woekeraar, die met zijn voorwaarde van het pondje menschenvleesch een sadisme veruiterlijkt, dat wij weigeren- bij den verwoedsten kristenhater te veronderstellen. Als hoogtepunt van het werk wordt het geding geroemd, omdat het Shakespeare de uitstalling veroorlooft van schitterende vernuftspelingen die wemelen van humor-tintelingen. De rechtskundige spitsvondigheden waarmee Shylock's eisch wordt schaakmat gezet zijn.door menig kroniekschrijver betwist gewrorden. Zoo o.m. de vordering van den gelegenheidspleitbezorger dat Shylock bij het uitsnijden van zijn kwantum menschenvleesch geen druppel bloeds zou mogen vergieten. Ofschoon niet uitdrukkelijk in den schuldbrief aangestipt, wordt toch de bloedstorting impliciet bij zulke verrichting inbegrepen omdat zij anders ondenkbaar is. De eenig geldige finesse is die van het juiste gewicht, en dan, kon de Jood, als hij werkelijk de geraffineerde sadist was, waarvoor Shakespeare hem wil doen doorgaan hier nog overvloedig wil argumenteeren. Hij kon bv. wel op zijn hoede zijn en het uitsnijden van meergewicht vermijden. Maar hij was volkomen in zijn recht, uit Antonio's flank stuksgewijs het vleesch weg te rijten, tot hij op zijn schalen het gewicht van juist één pond zou hebben bereikt. Maar Shakespeare moest ons tot een gelukkig slot voeren, en daarom werd de Shylockfiguur dan met enkele zetten onschadelijk gemaakt, tot groot jolijt van heel het Venetiaansche gezelschap. Eén overtolligheid in het stuk, want zeer los met den ontwikkelingsgang daarvan verbonden, is het tooneel tusschen gobbo en lancelot. Wij vorderen nu wel niet, dat alles in dit spel van geest en vernuft streng oorzakelijk zou verbonden en psychologisch zou te motiveeren zijn, maar het tooneel met Lancelot is per slot niet geestig en kon wegvallen. Lancelot's tweespalt tusschen zijn geweten en den booze, verder zijn onderhoud met zijn vader, dat alles draagt niet het prentmerk van dit specifiek Shakespeariaansch vernuft, dat wij uit zijn zooveel beter geslaagde narren typen onthielden.

Ook in de « Koopman » is de bekende Shakespeare-techniek weer werkzaam d.i. de episodische tafereelen vlakvormig te ordenen en op te voeren naar een kerngebeuren, waarin dan de knoop van het gebeuren wordt ontward. De geding-scène is hier het kulminatiepunt, al kon na het tooneel der kistjes reeds worden gezegd dat Portia den uitverkorene heeft gevonden en dat de verdere tooneelen een, nutteloos, aanhangsel worden, waarvan alleen het luchtige scherzo het bestaansrecht wettigt. De geldnood van Bassanio en Antonio's borg, een bij den aanvang vastgelegd element, wordt evenwel zijdelings uitgesponnen tot een tragisch paneel waarvan de middenfiguur dan Shyiock is, maar èn dit gegeven en de liefdesintrigue van Portia vinden dan in de laatste twee tafereelen hun gezamentiijke ontknooping.

Tooneeltechnisch zijn wij er wat betreft het tempo der Shakespeare opvoeringen een heel eind op vooruitgegaan. Wij herinneren ons uit vorige voorstellingen de hinderlijke pauzen waardoor de kontinuïteit van het gebeuren zoo lastig werd gestremd. Dank zij het dubbele gordijnenstel met één fondtooneel als vast kader komen wij tot een versnelling van de tafereelenreeks.

In volle speelseizoen zou dit stuk andermaal tot een triomf zijn uitgegroeid. Nu ging het voor amper een halve zaal en het is voor ons publiek werkelijk beschamend dat het zulke voorstellingen meer ledige dan volle banken voorhoudt.

Louis Belloy was een staatsievolle goge van Venetië. Zijn rechtspraak klonk plechtig en voornaam.

Als Prins van Marocco zorgde Free Waeles voor een pathetisch-kluchtig intermezzo. Het woeste oogrollen en de grafkelderaksenten waren daarbij prettige typeeringsdetails.

Jos Gevers acteerde in dien Prins van Arragon als een heusche hampelman. Zijn kakelbonte plunje, zijn cancangang, de schreeuwerige karnavalhoed waren zooveel vondsten en stonden in de juiste kleur.

De hoofdrol werd gedragen door Remy Angenot (Antonio). Hij speelde ze met de gewenschte voornaamheid en uiterst veel zwier. Deze hoedanigheden kunnen eveneens toegepast worden op den Bassanio van Joris Diels, die in zulke bravourrolletjes steeds uitmunt. De heeren R. Vandeputte, Ch. Janssens en van Thillo vormden rond Bassanio een zwierige vriendenschaar (Solanio, Salarino, Gratiano). Deze laatste verdient om zijn zeer melodieuze zegging een speciale vermelding.

W. Cauwenbergh mocht voldoen als lorenzo. Bleef wellicht een tikje te stram voor een passievol minnaar.

Wat te zeggen van W. Benoy's Shylock ? Gaf aan deze figuur niet zooals zijn voorgangers een pathoswa ardoor alles werd weggegalmd. Wij zeggen zelfs dat zijn prestatie uitmuntte door tuchtstrak stijlgevoel. Zijn donkere diktie zat vol expressieve-kracht. Alleen worstelde de heer Benoy opvallend met den tekst en werd in zijn beelding door onvoldoende rolkennis zeer gehinderd. Zoo kwam het tot een tamelijk koddige vergissing, waar hij in zijn tirade over Antonio zei : « Schepen zijn maar menschen. » In de jammertooneelen bereikte de heer Benoy echter een geweldige hoogte. Wij roemen evenzeer zijn betoog vóór den rechterstoel. Kortom, dé opvatting van Shylock die hier werd gehuldigd d.i. het aandachtcentrum niet uitsluitend op deze figuur te vestigen, leek ons de juiste.

Naast de Rosalinde uit " Elk wat wils " staat daar als een juweel van bekoorlijke gratie de portia van Ida wassermann. Zoover onze heigenis strekt zagen wij niet zulke absoluut feillooze uitbeelding. De tekst wordt niet langer gearticuleerd, hij verzweeg 't. Ida Wasserman declameert geen woordenreien. Bij haar wordt de muzikaliteit van den tekst fluidisch-mededeelzaam. Dat is hooggestemde lyriek, een fresco van zangerig taalschoon zoals we nog zelden zagen ontrold. Misschien mocht de overgang naar de mediumtonen bij de vermomming in pleiter wel iets dieper worden aangeslagen. Deze pleiter deed nog zeer vrouwelijk, en het travesti was te doorzichtig. In het tooneel der kistjes echter, was Ida Wasseimann minzaam als een infante en bood haar zegging een fontein van taalbekoring. Wij hebben deze beeltenis van Portia opgeborgen in onze geestelijke schatkamer bij de uitgelezenen.

In wedijver naar de hoogste gratie kampeerde E. Van Camp naast deze werkelijk in alle opzichten superieure Portia haar Nerissa. Het was een weelde, zoo van zegging als van gebaar. Haar maatgang voor het orkest bij prinselijk bezoek, was een wonder van sierlijkheid.

J. Van Santvoort vertolkte Jessica. Wist daarin een donkeren, gloed van hartstocht te leggen in haar gesprekken met Lorenzo. De balconscène werd zeer lief gespeeld. Er waren nog een stel episodische figuren, waaruit we voor speciale vermelding lichten : de Lancelot van den heer Lode Janssen, die zeer kwiek opveerde maar, wiens stem af en toe te scherp oversloeg. Voor den ouden Gobbo van L. Bertrijn hebben wij allen lof.

De regie van Charles Gilhuys mutte uit door stijlvolle schermen. Het zicht op Venetië met een achtergrond van diep lagunenblauw was een prachtbeeld vol suggestie. En bij avond werd het met de veelkleur der lantaarnlichten een tooverspel.

Ook de muzikale aanpassing van den heer D. Sternefeld bracht voortreffelijke ambiance. Zoo werd dan èn door het bontgeschakeerd karnaval, èn door de muziek, èn door de schermen, een kleurenvizioen van de oude dogenstad opgeroepen.

Victor J. BRUNCLAIR.


Items that may be related to this text

  1. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: Koninklijke Nederlan... 1933-06-16
    heer • Victor J. Brunclair • benoy • (date-year) 1933 • heer benoy • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (author) Victor J. Brunclair
  2. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederl. Schouwb... 1933-03
    Victor J. Brunclair • (date-month) 1933-03 • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (date-year) 1933 • (author) Victor J. Brunclair
  3. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "Hamlet" door... 1933-09-22
    Victor J. Brunclair • Daniel Sternfeld • (date-year) 1933 • William Shakespeare • (author) Victor J. Brunclair
  4. ◼◼◼◻◻ Anon.: Kon. Nederl. Schouwb... 1933-06-30
    heer • Victor J. Brunclair • benoy • (date-year) 1933 • heer benoy • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen
  5. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "oompje heeft... 1933-04-15
    heer • Victor J. Brunclair • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (date-year) 1933 • (author) Victor J. Brunclair
  6. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederl. Schouwb... 1933-05-26
    Victor J. Brunclair • heer benoy • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (date-year) 1933 • (author) Victor J. Brunclair
  7. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: Veel leven om niets,... 1931-09-19
    Victor J. Brunclair • heer benoy • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (author) Victor J. Brunclair • William Shakespeare
  8. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: De vrienden van de K... 1933-09-22
    Victor J. Brunclair • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (date-year) 1933 • William Shakespeare • (author) Victor J. Brunclair
  9. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: Ter nagedachtenis va... 1933-03-17
    Victor J. Brunclair • (date-year) 1933 • William Shakespeare • (date-month) 1933-03 • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (author) Victor J. Brunclair
  10. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: Ned. Schouwburg. "Ma... 1933-12-16
    Victor J. Brunclair • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (date-year) 1933 • (author) Victor J. Brunclair