Ter nagedachtenis van Dr. J.O. de Gruyter

Victor J. Brunclair, 1933-03-17


Source

Pan, 1933-03-17


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: Dr. J.O. De Gruyter... 1929-02-27
  2. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: Ned. Schouwburg. "Ma... 1933-12-16
  3. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederl. Schouwb... 1933-03
  4. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S.: "Voor Zonson... 1933-03-18
  5. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "Poliche" doo... 1932-04-30

Ter nagedachtenis van Dr. J.0. de Gruyter

Dr. J.O. de GRUYTER

Het is jaarlijks een daad van piëteit de nagedachtenis van Dr. J.O. de Gruyter te memoreeren en ook « Pan » wil zich in dezen niet onbetuigd laten. Wij willen voor onze lezers dus aanstippen, welke naar ons oordeel de hoofdverdiensten van deze zoo ontijdig weggevallen figuur waren. Willen wij daartoe overgaan, dan is de schets van een beeld hoe het met ons eerste Nederlandsen tooneel gesteld was voor de Gruyter's komst noodnoodzakelijk.

Wij kunnen zoo zeggen, dat tot aan de benoeming van de Gruyter ons tooneel ongeveer was een kweekschool van wansmaak. Het repertoire werd hoofdzakelijk ontleend aan het boulevardgenre. Bernstein, Bataille, Kistemaekers waren de toenmalige theatergoden, en waar al eens naar werk van Shakespeare werd gegrepen, bracht men ons dit voor in onberispelijken Poesjestijl. Zoo herinneren wij ons een vertooning van « Hamlet », die ons door potsierlijke aankleeding en gezwollen pathos in de zegging gewoon den schouwburg uitjoeg.

Kond de kandidatuur van de Gruyter werd, toen ze gesteld was en toen haar kans op welslagen gaandeweg grooter werd, een ware batalje gevoerd, en de occulte politieke invloeden hadden vrij spel. Finaal konden zij toch de aanstelling evenwel niet verhinderen en werd spijts intrigues, waaraan doorgaans een luchtje zat, de periode van het renouveau voor ons eerste tooneel dan toch ingeluid.

Wij hadden de Gruyter stapvoets gevolgd met zijn prestaties in het Vlaamsche Volkstooneel. Onze algeheele bewondering kon hij daar niet meedragen, al ontstond rond zijn verschijning in 1919 reeds een ware dweeping die stellig in partijpolitieke bedenkingen haar voedingsbodem vond. Retrospektief en nuchter beschouwd was het toenmalige Vlaamsche Volkstooneel niets meer dan een zeer verdienstelijk liefhebbersgezelschap. Waardoor wierp het zich echter aan de aandacht op ? Het was bewonderenswaardig tuchtvol gedrild, en sprak onberispelijk Nederlandsch, dank zij de leiding van de Gruyter.

Alleen reeds om deze twee eigenschappen juichten wij de Gruyter's benoeming bij den K.N.S. luidruchtig toe.

Met de homogeneiteit van ons eerste gesproken tooneel liep het toen zoo'n vaart niet. In veel gevallen zelfs was het een ware beschaming. Het samenspel hing als los zand in mekaar, de voorstellingen misten stijl en eenheid, en de taal die er gesproken werd hoorde thuis op de maan. Het was kunstmatig en gepolitoerd boekenvlaamsch.

Toen de Gruyter verscheen, was dan ook zijn eerste werk de spelers behoorlijk te leeren praten. Wij weten beslist dat deze opdracht voor hem lang niet gemakkelijk is uitgevallen, en dat hij op dit gebied duchtig heeft moeten slag leveren. Binnen een betrekkelijk korte tijdspanne is hij er evenwel in geslaagd, den K.N.S. om te vormen tot een taalinstituut dat als een criterium gelden kon.

Met vaste hand dreef hij ook een strakke stijltucht op zijn gezelschap door.

Ook de repertoire-keus kreeg een volmaakt kultureelen inslag, en wat men ook op dit stuk beweren mag, zij was nooit eenzijdig georiënteerd, hoezeer de voorliefde van de Gruyter ook in Germaansche richting uitliep. Bij de klassieken toch bleef Molière niet onbedacht, en wij aarzelen niet te zeggen dat deze voorstelling en door taal, en door speelstijl en insceneering het tegenover de tradities van het Huis van Molière stellig niet moest afleggen.

Het regisseurschap van de Gruyter kenmerkte zich (de verdienstelijke zijde van zijn philologische scholing) door alvast deze verdienste, dat hij steeds en overal een heiligen eerbied had voor den tekst, het woord. Volgelingen van hem zijn gaan meenen, dat het tooneelspel er is om den regisseur in staat te stellen zijn kunde uit te stallen. De Gruyter (was niet « Dienen » het parool dat heel zijn persoonlijkheid kenmerkte ?) maakte zijn regiebegaafdheid ondergeschikt aan den geest van het werk dat hij te vertolken had. Zelden werd het ons gegeven een spelleider als hem aan het werk te zien, bij wien het duidelijk bleek dat alles in hem hooggespannen stond, om voor het te spelen werk een ideaalvorm te ontwerpen. De gedisciplineerde zegging, die hij zijn gezelschap wist in te prenten, ontrolde voor den toeschouwer frescos van zeldzaam mooie taalplastiek.

Onder zijne leiding onderging dus de K.N.S. een grondige hervorming. De eenige grief, die hem kon worden aangerekend, en hier werd de philologie een slechte geleider, was dat de insceneering zelf niet de gewenschte versobering en vereenvoudiging kreeg, die men van een modern tooneelschikker mocht verwachten, en dat de Gruyter niet altoos gelukkig was in zijn keus der schermenontwerpers. Zoo kregen wij vaak pseudomodernisme, dat erg naar experiment zweemde.

Ook als acteur was hij ons niet immer naar den zin, vooral dan in het klassieke genre, waarmee hij zelf zoo was ingenomen. Oorzaak van dit alles was, dat hij er nooit in gelukken kon den philoloog in hem, zooniet te overwinnen, dan toch te beheerschen. De zeldzame malen, dat hij daarin, slaagde, bereikten zijn prestaties evenwel een volgeladen dramatische intensiteit en steeg hij naar toppen van beelding uit. De glansrollen van de Gruyter zijn voor mij niet Warenar noch King Lear, maar de Gouverneur uit Seideravond, en Vader van Paemel. Op dezen weg lag voor hem de openbaring van een groot talent, dat in Warenar en King Lear, om bij deze voorbeelden te blijven, nog al te zeer door pathos werd overschaduwd. De hang naar het Woord, die in de Gruyter tumulten van bezieling deed losbreken, kon mits doorgedreven beheersching tot wonderen van uitbeelding openvloeien.

Kultuurhistorisch kwam de Gruyter echter in een tijdsgewricht, dat door den nood van het oogenblik, nog in de strijdromantiek lag vastgeankerd. Dat hij daaraan heeft geofferd, bracht er stellig toe bij de menigten voor een Nederlandsen kultuurideaal te begeesteren. Voor hem echter is dat een afwijking geworden, en, daargelaten de woelige tijd van toen, zuiver esthetisch betracht dus, een misgroeisel, van zijn talenten. Daarvoor stellen wij Starkadd van Hegenscheidt verantwoordelijk. Maar daar waar de Gruyter zich, al te zelden, kon houden buiten de impetueuze strijdlyriek, openbaarde hij zich als een acteur van zeldzame typeeringsscherpte. Getuige daarvan « de Schelmstreken van Scapijn », waarvan hij de zoo specifiek Gallische geestigheid zeldzaam zuiver tot haar recht bracht.

Het heugt mij nog, dit laatste onderhoud met hem, toen zijn voorhoofd al geteekend was, en toen hij met de geestelijke achteloosheid van de werkelijk grooten voor alles wat van deze aarde is, over zijn toestand heenstapte. Zoo fel stond in zijn oogen een schittering, en dat deze vlam zoo kort nadien was neergewankeld, vernam ik met ware verslagenheid.

Victor J. Brunclair.


Items that may be related to this text

  1. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: Dr. J.O. De Gruyter... 1929-02-27
    Starkadd • William Shakespeare • (author) Victor J. Brunclair • Jan Oscar De Gruyter • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • gruyter
  2. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: Ned. Schouwburg. "Ma... 1933-12-16
    Victor J. Brunclair • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (date-year) 1933 • Jan Oscar De Gruyter • (author) Victor J. Brunclair
  3. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederl. Schouwb... 1933-03
    Victor J. Brunclair • (date-month) 1933-03 • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (date-year) 1933 • (author) Victor J. Brunclair
  4. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S.: "Voor Zonson... 1933-03-18
    (date-month) 1933-03 • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (date-year) 1933 • Jan Oscar De Gruyter • (author) Victor J. Brunclair
  5. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "Poliche" doo... 1932-04-30
    Victor J. Brunclair • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • Henry Bataille • (author) Victor J. Brunclair • Jan Oscar De Gruyter
  6. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: Russomanie... 1930-12-10
    Victor J. Brunclair • William Shakespeare • (author) Victor J. Brunclair • Jan Oscar De Gruyter • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • gruyter
  7. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: Veel leven om niets,... 1931-09-19
    Victor J. Brunclair • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • M. • (author) Victor J. Brunclair • William Shakespeare
  8. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: De vrienden van de K... 1933-09-22
    Victor J. Brunclair • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (date-year) 1933 • William Shakespeare • (author) Victor J. Brunclair
  9. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederlandsche S... 1933-03-31
    Victor J. Brunclair • (date-year) 1933 • William Shakespeare • (date-month) 1933-03 • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (author) Victor J. Brunclair
  10. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederl. Schouwb... 1934-01-13
    Victor J. Brunclair • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (author) Victor J. Brunclair • Jan Oscar De Gruyter