Dr. J.O. De Gruyter

Victor J. Brunclair, 1929-02-27


Source

Volksuniversiteit "Herman van den Reeck", 1929-02-27 pp. 1-2


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: Ter nagedachtenis va... 1933-03-17
  2. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: Russomanie... 1930-12-10
  3. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "Volpone", do... 1935-03-17
  4. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: Veel leven om niets,... 1931-09-19
  5. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: De vrienden van de K... 1933-09-22

"Herman van den Reeck"

Dr. J.O. DE GRUYTER

(Bij den 5den verjaardag van zijn overlijden -- 27 Februarie 1929) Nu in het homogeen gebleven gezelschap van den K.N.S. de nawerking voelbaar is van dr. de Gruyter's stijlstreven, kan pas in vollen omvang worden bepaald, dat deze persoonlijkheid voor ons tooneelwezen in alle volstrektheid een vernieuwer is geweest.

Wij volgen het schouwburgwezen te Antwerpen reeds van in de oorlogsperiode, en als wij de onderscheiden bakens betrachten, langswaar het zich ontwikkeld heeft, blijkt dat de afstand, die door deze bakens wordt aangepunt, onmetelijk is.

Immers, voorheen lag ons tooneel gevangen binnen een min of meer verdienstelijk amateurisme. De krachten, op een paar uitzonderingen na, waren ongeschoold, en de speelstijl waarop het ensemble stond afgestemd, deed over de heele lijn minderwaardig aan. De taal die in dit akademisch instituut als voertuig gold, schommelde gezellig tusschen dialekt en algemeen beschaafd en kon gerangschikt worden bij het kunstmatig boekenvlaamsch, dat ons kultuurleven, voor zoover dit aanwezig was, neerdreef naar het peil van een of andere aantrekkelijke kraal van taalcuriosa, die voor folklorekenners een welkom werkgebied zijn kon.

De komst van dr. de Gruyter maakte van dit particularistische kultuurpalladium, dat onze stamgenooten uit het Noorden wegens zijn leukheid zoo aantrok, in drie tellen een puinhoop. Hij ving aan met een verruiming van het repertoire, dat vóór zijn komst beslist naar het Zuiden georiënteerd was, en dan nog naar het minderwaardige boulevardgenre, en liet in zijn schouwburg den polsslag der wereldlitteratuur doortrillen.

Als een tyrannieke drilmeester, -- de eenige methode in zoo'n kleurlooze janboel, -- begon hij zijn gezelschap te ordenen en er het algemeen beschaafd in te prenten. Zoo was zijn functie veelzijdig, in de gegeven omstandigheid doodgewoon titanenwerk. De tooneeltaal moest van al haar houterigheid worden losgewerkt, loeizamer uitzwellen. De tooneelgestalten van al de spelers dienden hertoetst te worden, en last not least het publiek bewerkt, om een regelmatig kontingent van schouwburggangers te vormen. Van al deze opgaven werd de laatste misschien niet absoluut nagekomen, en dit is dan ook de oorzaak geworden, waarom de Gruyter in financieelen zin althans, over den onwil van zijn publiek gestruikeld is, zoodat hij om zijn instelling geldelijk te bolwerken, teruggrijpen moest naar het andere extreem: nl. zijn schouwburg voor enkelen tijd tot een amusementsgelegenheid te verlagen, waar de grofste klodden van het overrijnsche possenrepertoire weer azielrecht verkregen.

Dr. de Gruyter heeft ons Zuidnederlandsch tooneelpubliek in voeling gebracht met de klassieke dramaturgie en met de meest representatieve werken van de hedendaagsche tooneelletterkunde, en deze kultuurprestatie was zonder voorgaande hier in Vlaanderen, omdat dr. de Gruyter meteen vermocht den K.N.S. te Antwerpen op peil te brengen met buitenlandsche gezelschappen. Dit is een verdienste van kapitaal belang, die we hem kunnen aanschrijven.

Ook als spelleider bracht hij vernieuwing. Met zijn komst kreeg de naturalistische insceneeringswijze den nekslag, en werd de versobering der tooneelschikking in het teeken van het stijlbeginsel der harmonische eenheid een norm waarvan in het vervolg niet meer werd afgeweken. Dat hij in dit opzicht te raad is gegaan bij decorontwerpers die van het expressionisme en het kubisme slechts de oppervlakkige toepassing brachten, voerde hem meer dan gewenscht naar het experiment, maar toch vermocht hij hier de vroegere naturalistische kopieerzucht, de idiote slaafschheid der natuurnabootsing te bezijdigen.

De eenige facet van zijn persoonlijkheid, die naar ons bescheiden oordeel den kleinsten glans uitzond, was die van den tooneelspeler. De Gruyter was een zeer talentvol zegger, maar waar hij als acteur de planken betrad, was de invloed van het vlaamsche theaterpathos genre Starkadd nog al te zeer voelbaar. Zoo konden wij bv. met geen enkele van zijn Shakespeare figuren vrede nemen, omdat zij al te zeer stonden afgestemd op deze deklamatorische aksenten. Twee creaties van hem zijn ons evenwel onuitwischbaar bijgebleven, want hoe sporadisch ook, lagen hierin toch de teekenen van een zeer groot beeldingstalent: de Gouverneur in «Seideravond» en «Vader Van Paemel». Het is ook onze meening, dat, eenmaal de felle periode van flamingantische heldenstijl voorbij, waaraan de Gruyter moest offeren om zijn volk te dienen, hij zeer stellig door bezonkenheid en scherpe zelfkritiek zou gekomen zijn tot de ontbolstering van zijn zeer rijpe en verscheiden spelersgaven.

Bij het magistraat heeft dr. de Gruyter zich, zonder goed gevolg evenwel, steeds beijverd de simpele waarheid te doen ingang vinden dat de K.N.S. geen vermakelijkheidsinstelling is, maar een kultuurinstituut dat dienstig is aan de gemeenschap ten zelfden titel als bibliotheken en muzea, dat er bijgevolg niet kon worden gewaagd hier, van uitbating met de betrachting naar een winstcijfer. Het was zijn meening, dat met het beschamende stelsel der subsidies moest worden afgebroken, en dat de gemeenschap, d.w.z. de openbare diensten, de K.N.S. zou openstellen voor iedereen, zooals bibliotheken en muzea. Het was ook zijn oordeel, dat waar de tooneelspeler arbeidt aan de geestelijke voorlichting van zijn volk, zijn bezoldiging door de stad de evidentie zelf was.

Deze opvatting, spijts ze werd geïroniseerd, is de gezonde logica zelf, en in de huidige omstandigheden raden we den heer W. Benoy, dr. de Gruyter's opvolger, aan, deze kwestie opnieuw onverbloemd te stellen.

Vermag de heer Benoy bij onze stedevaderen het goed recht van De Gruyter's opvatting te bepleiten en er deze hervorming door te halen, dan zal hij de nagedachtenis van zijn voorganger niet alleen op piëteitvolle, maar praktische wijze hebben gediend ten bate van het kultuurinstituut dat onze K.N.S. worden moet in dienst van en voor onze Vlaamsche gemeenschap.


Items that may be related to this text

  1. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: Ter nagedachtenis va... 1933-03-17
    Starkadd • William Shakespeare • (author) Victor J. Brunclair • Jan Oscar De Gruyter • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • gruyter
  2. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: Russomanie... 1930-12-10
    Jan Oscar De Gruyter • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • gruyter • William Shakespeare • (author) Victor J. Brunclair
  3. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "Volpone", do... 1935-03-17
    Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • Willem Benoy • William Shakespeare • (author) Victor J. Brunclair
  4. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: Veel leven om niets,... 1931-09-19
    heer benoy • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (author) Victor J. Brunclair • William Shakespeare
  5. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: De vrienden van de K... 1933-09-22
    Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (author) Victor J. Brunclair • William Shakespeare • Willem Benoy
  6. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: Ned. Schouwburg. "Ma... 1933-12-16
    Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (author) Victor J. Brunclair • Jan Oscar De Gruyter
  7. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederl. Schouwb... 1934-01-13
    Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (author) Victor J. Brunclair • Jan Oscar De Gruyter
  8. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: De Gijli(e)dioten... 1932-01-08
    heer benoy • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (author) Victor J. Brunclair • Jan Oscar De Gruyter • Willem Benoy
  9. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederl. Schouwb... 1933-07-14
    kns • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (author) Victor J. Brunclair • Jan Oscar De Gruyter • Willem Benoy
  10. ◼◼◻◻◻ Anon.: Kon. Nederl. Schouwb... 1933-06-30
    heer benoy • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • Willem Benoy • Jan Oscar De Gruyter