Contra Politiek Toneel

Victor J. Brunclair, 1929


Source


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: Russomanie... 1930-12-10
  2. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: Dr. J.O. De Gruyter... 1929-02-27
  3. ◼◼◻◻◻ Incognito: "Oidipus Tyrannos" t... 1929-04-12
  4. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: Ter nagedachtenis va... 1933-03-17
  5. ◼◼◻◻◻ Brunclair: De twee volkstooneel... 1930-01

CONTRA POLITIEK TONEEL

Dames en Heren!

Ik vraag uw aandacht voor een S.O.S. Ik verzoek allen, wien onze Zuidnederlandse kultuur ter harte ligt, 10 minuten te willen wijden aan ons nationaal toneel, dat, aangestoken door politieke parasieten, stervende is.

De avantgardistiese gezelschappen drijven de pieken van hun speeltent in het Forum, zij houden meetings met voetlicht in plaats van groene tafels. Nochtans, onlangs nog getuigde Camille Poupeye voor den mikrofoon, dat het huidige Vlaams toneel aan de spits staat van de Europese renovatiebeweging. Ik zeg maar: moderato. Na de Gruyter is de ontwikkelingskurve van ons toneel in snel tempo neerwaarts gegleden, en waar allen zich blind staren op een zoogezegde vernieuwing van speelwijze en insceneering zeg ik: het nulpunt is nabij. Ik meen te mogen aanmerken, dat mijn getuigenis onverdacht is, vooral omdat ze komt van iemand, die met politieken hartstocht in den hoogsten graad besmet is. Ziehier dus mijn standpunt: raakpunten tussen politiek en kunst zijn in zover slechts aanvaardbaar, als de esthetiek daarbij den onbetwisten voorrang behoudt. Overal waar kunst vroondienstig is, overal waar kunst zich tot spreekbuis laat aanwenden van politieke, godsdienstige of zedelijke parolen, moet de boel in 't honderd lopen, omdat door deze legéring kunst haar estheties karakter inboet, en in het teken der nuttigheidsleer wordt ondergeschikt gemaakt aan doeleinden die buiten haar sfeer liggen. De idealistiese aard van deze doeleinden is geen verontschuldiging. Van het ogenblik dat men het publiek bestookt met andere dan schoonheidsinzichten[, zij wezen van stichtelik of propagandisties allooi, treedt de kunst buiten haar domein. Kunst is in alle volstrektheid nutteloos. Haar bruikbaar maken is een ongerijmdheid. Buiten haarzelf heeft zij geen enkele bestaansreden. Zij ligt aan de tegenpool van betoogtrant en demonstreermethodes, omdat zij eerder van de begenadigde intuïtie reveleert, dan van welk redematig opzet dan ook. Wie op het veld der ideologie gaat grasduinen wordt met dorheid geslagen. Scheppingsdrang is een fontein die onvermoed uit de ondergrondse aders der onbewustheid opstuwt en eigen hoogte zoekt. Buiten dit volmaakt nutteloos opstuwen heeft de fontein geen rol.

In landen, waar kultureel en politiek "something rotten" is, zijn de voorstanders van politieke kunst legio. Zij zien hierin een heelmiddel voor defekte toestanden. Zij zweren bij gemeenschapsidealen, zij gaan utilitair over tot een dienstgebaar, waarbij de geestelike adel, die boventijdelik is, het goud van zijn blazoen laat vallen, en "nuttige" karweien gaat verrichten.

Men heeft al te veel beweerd dat de l'art pour l'art opvatting een telg van bourgeoise herkomst is. Wij zijn het daarmee niet eens. Veeleer zij die het nuttige bij het aangename paren, die in schouwburgzalen leerzaam materiaal zoeken of zinspelingen op ideeën die zij zelf als een heilig goed koesteren, offeren aan de bourgeoise misopvatting, dat alles in deze naar het heet geordende samenleving een functie vervullen moet.

Keerpunten in de wereldgeschiedenis werden steeds door een opleving van utilitaire kunst in diverse vormgeving begeleid. De Soviets politiseren de kunst op een wijze die van prostitutie niet zo heel ver staat. Hier in Vlaanderen heeft de flamingantiese virus de kunst met een schier ongeneselike heftigheid aangestoken.

Voorstanders van politieke kunst zullen met zeer veel gezag verwijzen naar analoge gevallen in de dramaturgie van alle tijden. Zo wemelen de Griekse klassiekers van politieke zinspelingen op de status van die dagen. Ook Shakespeare brengt in zijn werk het tijdsbeeld waarin hij zich bewoog en wel met al de aksidenten van het toenmalig gebeuren. In de schaduw van deze grootheden kunnen mijn opponenten dus hun opvattingen inzake politieke kunst staanhouden. Maar ik ontken de gelijkwaardigheid van een Grieks treurspel en een communisties revolutiestuk, waarin de opgang van het proletariaat alleen maar ter wille van de heiligverklaarde staatsideologie, en de zalig gezalfde propaganda wordt verheerlikt. Ik ontken alle gangbaarheid aan een vergelijking, die een toneelstuk van Shakespeare op dezelfde lijn zou stellen als een gewrocht van onze Vlaams-nationale dramaturg Anton van de Velde, die met zeer veel talent kan doorgaan als een schitterende verpersoonliking van politiek toneel in de meest verwarrende wanopvatting.

Eerst een onvermijdelike formule: toneel mag zijn stof ontlenen overal, dus ook in de politiek. Hoofdzaak is echter dat deze stof worde gedramatiseerd, dat zij worde gekwintessentieerd uit haar toevalsverschijning, en saamgebald in een gebeuren, dat wentelt rond dramatiese kernen. In dit verband staat Gudrun, ons nationaal epos stukken hoger, want binnen de dramatiese lyriek gehouden dan Tyl en Tyl bis, want geconcipieerd in margine van het tijdsgebeuren, want een ondramatiese hoewel [onleesbaar] omschrijving van de Vlaamse opstanding. Een auteur, die zich de opgang van een volk tot dramatiese taak stelt moet noodzakelik langs de onveilige klippen van het symbolenspel. Door de keus van zijn dramatis personae, door zijn konfliktstelling moet hij het gevaar afwenden in een dorre konterfeitsel van ideologieën, een kunstmatig beweeg van ledepoppen en zemelkreaturen te vervallen. De aktie moet geladen zijn met psychologiese spankracht, die op kulminatiepunten van het werk tot ontlading komt en niet aaneengeregen met slagwoorden, die ontknetteren aan de opstelling van bloedloos verschijnende ideeën in burgerkleeding.

In Zuid-Nederland neemt men het zo nauw niet. Over de springplank van het flamingantism bereikt de meest troosteloze humbug hoge vlucht. Hoorden wij niet onlangs getuigen, dat een gezelschap, dat voorheeft op de voorlijn van de toneelhervorming te staan, als hoekpijlers van zijn streven koos: Vlaams, katholiek en modern. Deze merkwaardige geloofsbelijdenis resumeert tekenend precies al de buitenesthetiese elementen waartegen de kunst zich schrap zetten moet. Dat het toneel hier Vlaams zijn moet klinkt als een paradoks van de Heer La Palisse. Bedoeld wordt natuurlik flaminganties, d.w.z. in dienst van de toekomststaat Vlaanderen, waarvan ik, naar mijn hoorders weten, een zo vurig aanhanger ben. Welnu deze tendens, als zij niet dramaties wordt omgevormd, zodat het specifiek tendenskarakter eruit verdwijnt, heet ik verwerpelik. De veraanschouweliking van Vlaanderens noden onder de gedaante van een deftige huisvrouw, die zeer onelegant gekleed gaat, zoals de heer van de Velde dat doet, ook zijn procédées om de Franse kultuur af te schilderen als ontucht, en zedenbederf zonder meer, zijn dramatiese gebruiken, die wij aan liefhebbers overlaten, maar die wij niet aanbevelen. Verder moet het nieuwe toneel in ons land katholiek zijn, zich dus in een sectair gareel spannen. Waar moet dat heen? Iemand die Vlaams is, maar niet katholiek, krijgt het brandmerk van ketterij. Stel voor dat morgen de socialisten het veto stellen, dat enkel nog maar stukken zullen worden vertoond, waarin het evangelie van Marx wordt geexalteerd. Kunst heeft met partijpolitiek in engere zin, met maatschappelike leerstellingen of godsdienstige dogmata in breedere zin geen uitstaans. Het schouwburghalfrond is geen kieslokaal, waar de kandidaten bij acclamatie worden aangesteld. Verder moet het toneel nog modern zijn. Wij konden net zo goed zeggen: moet voorhistories zijn, want een tijdsbepaling kan nooit de diepere wezenheid van kunst beinvloeden.

Ons toneel wordt overwoekerd door wat ik noemen zou: het Vlaams-minimalisties, katholiek expressonism; door het al te groot gewicht dat gehecht wordt aan de voormelde predicaten, spreekt het vanzelf dat dit toneel niets van expressionism in zich heeft, vermits het expressionism alle inmenging afstoot van buitenesthetiese orde. Een stuk als Danton's dood bijv. dat zich toch ook in een bepaalde, heftig-bewogen politieke periode afspeelt, biedt meer expressionistiese uitdrukkingskracht dan de schimmige, nevelige schetsmatige politieke perifrazes die ons als expressionisties toneel worden voorgebracht, en die, dank zij de uitzonderingstoestand van kulturele onmondigheid waarin ons volk verkeert, God betere 't, op triomfantelike bijval wordt onthaald.

De weg opwaarts naar toneelvernieuwing in ons land werd [onleesbaar – ingezet?] door Dr. J.O. de Gruyter en Johan de Meester. Ik durf te zeggen dat beiden soms toppen hebben bereikt. Zij die daarna kwamen, hetzij Staf Bruggen, die een stuk als de Vijand des Volks misbruikt om Frans van Cauwelaert te ridikuliseren en Aug. Borms te verheerliken, hetzij Renaat Verheyen die van Uilenspiegel een meetingredenaar maakt, hetzij Lode Geysen, die een zuiver mystiek werk als "De sevende Bliscap" laat eindigen als een beeweg naar Onze Lievevrouw der slappe gewrichten te Zwijndrecht, een smakeloos appendix bij een zo gaaf en volrond werk, vervallen in afwijkingen naar een zijdelings doelwit, dat de zuivere esthetiek negeert.

Het goede spoor loopt dood. Schouwburgen die aan de leiding zouden moeten staan zoals de K.N.S. te Antwerpen, laten het werk van Dr. J.O. de Gruyter tot een bouwval neerstuiken, de avantgarde met haar stokkepaardje van "politieke kunst" zakt naar het peil dat destijds door de liberalen met een onding als "de Non van Krakau" werd hooggehouden, kortom, spijts al wat door buitenstaanders over de heugelike opleving van ons Vlaams toneel wordt verteld is de toestand zeer hachelik. Het zal eindigen met een schipbreuk op de rots der partijpolitiek of op de zandbanken van het sectarism, in zicht van de zonbedropen haven, waar de Gruyter de bark wou heenvoeren. Ik zie alover ons schone Vlaamse land geen enkele persoonlikheid die de taal van de Gruyter kan overnemen. Intussen offeren wij de vrome wens; moge de opgeversbak onzer toneelinrichtingen niet langer een kieshokje zijn, de toneeltekst niet langer een electoraal manifest.

Victor J. Brunclair


Items that may be related to this text

  1. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: Russomanie... 1930-12-10
    Victor J. Brunclair • William Shakespeare • (author) Victor J. Brunclair • Jan Oscar De Gruyter • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • gruyter • kunst
  2. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: Dr. J.O. De Gruyter... 1929-02-27
    William Shakespeare • (author) Victor J. Brunclair • (date-year) 1929 • Jan Oscar De Gruyter • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • gruyter
  3. ◼◼◻◻◻ Incognito: "Oidipus Tyrannos" t... 1929-04-12
    Renaat Verheyen • Staf Bruggen • (date-year) 1929 • Camille Poupeye • Jan Oscar De Gruyter • Johan De Meester jr. • gruyter
  4. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: Ter nagedachtenis va... 1933-03-17
    Victor J. Brunclair • William Shakespeare • (author) Victor J. Brunclair • Jan Oscar De Gruyter • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • gruyter
  5. ◼◼◻◻◻ Brunclair: De twee volkstooneel... 1930-01
    Anton Van de Velde • Tijl II • Jan Oscar De Gruyter • Tijl • Johan De Meester jr. • kunst
  6. ◼◻◻◻◻ Q.: "En waar de ster..."... 1930-02-24
    Anton Van de Velde • Renaat Verheyen • Staf Bruggen • Camille Poupeye • Jan Oscar De Gruyter • Lode Geysen • Johan De Meester jr.
  7. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Het Vlaamsch Nationa... 1938-11-30
    Anton Van de Velde • Gudrun • Tijl II • Staf Bruggen • Tijl Uylenspiegel • Renaat Verheyen • Volksvijand • William Shakespeare
  8. ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Ned. Schouwburg. "Ma... 1933-12-16
    Victor J. Brunclair • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (author) Victor J. Brunclair • Jan Oscar De Gruyter
  9. ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederl. Schouwb... 1934-01-13
    Victor J. Brunclair • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (author) Victor J. Brunclair • Jan Oscar De Gruyter
  10. ◼◻◻◻◻ Paul de Mont: "Vadertje Langbeen" ... 1928-02-10
    Anton Van de Velde • Gudrun • Jan Oscar De Gruyter • Johan De Meester jr. • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • gruyter