Dr. J. De Gruyter herdacht: Zijn zin voor het absolute

Anon., 1934-09-25


Source

Het Vaderland, 1934-09-25


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◻◻◻ Karel Van de Woestijne: HAMLET TE GENT I... 1926-06-26
  2. ◼◻◻◻◻ Anon.: "Gudrun" door het Vl... 1922-04-15
  3. ◼◻◻◻◻ Cr.: Bij Dr Oscar De Gruy... 1921-10-16
  4. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Marieken van Nijmege... 1924-10-04
  5. ◼◻◻◻◻ Anon.: Het Vlaamsch Volksto... 1924-10-08

DR.J. DE GRUYTER HERDACHT

ZIJN ZIN VOOR HET ABSOLUTE

Een man van beteekenis voor het Vlaamsche volk

(Van onzen correspondent).

BRUSSEL, September. I.

De herinnering aan dr J.O. de Gruyter, die zich ook in Nederlandsche tooneelkringen grooten naam verwierf, blijft levendig. Telkens verschijnen er artikelen aan hem en zijn levenswerk gewijd. In dit najaar zal het licht zien, samengesteld door Emmanuel de Bom, een "De Gruyter-Boek". Dit bevat bijdragen van verschillende specialiteiten en herinneringen van De Gruyters vrienden.

Thans ligt voor ons een uitstekend boekje met vele portretten verlucht: "Dr J.O. de Gruyter" door Joris Diels (uitg. G. de Meijer, 87 Helmstraat, Borgerhout). Hieraan ontleenen wij het volgende:

Een zeer vitale geest.

"Wij hebben hem niet genoeg bemind". Onder "wij" moet men dan verstaan zijn vrienden en medewerkers uit Antwerpen. Wie De Gruyter alleen benaderd heeft als directeur van den Kon. Ned. Schouwburg te Antwerpen bezit slechts een nietig fragment van zijn levensbeeld en loopt het gevaar over den "mensch" een onvolledig of zelfs een geheel verkeerd oordeel te vormen. Wel heeft hij dan den man van cultuur kunnen waardeeren, den man van karakter onbesmet met de gewone euvels van het beroep. Ontoegankelijk voor intriges, maar dan kent hij den jongen De Gruyter niet. Dan weet hij niet hoe hij als student een zware moreele depressie heeft meegemaakt, die hem aan den boemel bracht. Hij kwam namelijk ineens tot het inzicht dat de filologie eigenlijk voor de menschheid een geheel nuttelooze wetenschap is. Gelukkig duurde deze gevaarlijke inzinking niet lang en werd hij door de liefde gered. Met zijn jonge echtgenoote betrok hij een huisje aan de Leie, waar hij zich met de natuur bezighield. Hij tuinierde en imkerde, hield van sport en beoefende vele kunsten, als een Helleen.

Als leeraar was hij onschoolsch en de afgod van zijn leerlingen. Zijn onderwijs was niet droog maar vol van levenslust, enthousiasme en eerbied voor de kunst. Frans van Cauwelaert, de vroegere burgemeester van Antwerpen heeft in een geïmproviseerde herdenkingsrede 't kernpunt van De Gruyters wezen getroffen met de woorden: "zijn zin voor het absolute". Deze zin voor het absolute was het die hem er toe bracht voor de frontsoldaten "Warenar" en "Starkadd" te spelen en de Vlaamsche boeren te onthalen op "Jozef in Dothan" en "Philoktetes".

Vermoeienis kende hij niet, ziekte was uitgesloten. Hij placht te zeggen: "Een acteur mag niet ziek zijn". De geest was alles en hij vervloekte het zieke lichaam dat den geest meesleepte in den afgrond, in den dood. Men zegt dat zijn doodstrijd homerisch was, dat hij geraasd en getierd heeft, -- zich uit het venster heeft willen werpen.

Zijn gezondheid bracht hij door overmatige inspanning roekeloos in gevaar omdat hij meende dat voor de zaak van de volksverheffing geen

offer te groot was.

Michiel van Vlaenderen heeft van hem gezegd: "De Gruyter werkte nooit voor een onmiddellijk succes, altijd voor een toekomstig". Toch heeft Michiel van Vlaenderen De Gruyter niet uit een dagelijkschen omgang gekend en hoe juist is deze formuleering! Een anecdote illustreert deze trek van zijn wezen. De Gruyter ging eens naar de stad om een stel likeurglazen te koopen. Eindelijk vond hij het soort dat volkomen aan zijn smaak beantwoordde. Maar het was het duurste stel uit den winkel, en de jonge maître d'études had maar weinig geld. Wat deed hij? Het heele stel kon hij niet koopen, maar wel één glas. De volgende maand zal hij het tweede komen

halen - enzoovoort. Na maanden heeft hij

eindelijk het heele stel compleet. Met hetzelfde geduld heeft hij zoo aan zijn levenswerk gebouwd.

Wat hij verricht heeft kan men eigenlijk pas het best beseffen, wanneer men het Vlaamsche tooneel met het buitenlandsche vergelijkt in het jaar dat De Gruyter begon, in 1909. Hij was toen vier en twintig jaar en pas gepromoveerd. Te Gent richtte hij de "Vereeniging voor Tooneel- en Voordrachtkunst" op. Buitenlandsch tooneel had hij toen nog nooit met eigen oogen aanschouwd. Waarschijnlijk waren hem echter het streven van een Antoine, een Brahm, een Stanislavsky, een Gordon Craig niet onbekend.

Eigenlijk was de eerste tooneelrevolutie al in 1887 door den Parijschen amateur André Antoine ingezet geworden. Zijn streven is te vergelijken met het naturalisme in de litteratuur. Het vond al spoedig navolging te Berlijn en te Moskou. Ook was het tournee door Europa van de Meiningers niet zonder invloed.

Doch in 1905 was het naturalistisch theater alweer verwaterd en bracht Gordon Craig hervormingen teweeg. Reinhardt had reeds in 1901 zijn meester Brahm den rug toegekeerd en was zijn eigen weg gegaan. Deze en dergelijke feiten heeft De Gruyter kunnen bekend zijn. In De Gruyters bibliotheek trof men o.a. "Das Theater" van dr Christian Gaehde aan, dat voor de helft zwart ziet van onderlijningen en aanstrepingen "Ik haat het moderne theater, omdat ik scherpe oogen heb en mij over karton en schmink niet kan heenzetten. Ik haat den dekorrommel uit den grond van mijn hart. Hij bederft het publiek, verstikt het laatste restje gezond gevoel en kweekt de barbaarschheid van den smaak aan, waaraan de kunst den rug toont en het stof van haar voeten schudt". Dit citaat van den schilder Anselm Feuerbach vindt men in De Gruyters exemplaar van Georg Fuchs' "Die Revolution des Theaters" aangestreept. Dit boek heeft De Gruyter grondig doorgewerkt, al is hij het blijkens de aanteekeningen niet altijd met den schrijver eens.

Zijn heele loopbaan door heeft De Gruyter een werkelijke gemeenschap tusschen publiek en spelers nagestreefd. Het stijltooneel bezat zijn voorkeur. Hij liep toentertijd met het idee van "Starkadd" rond, vertrouwende in de macht van het rhythmisch gesproken woord. Hij verbant de andere kunsten niet zoo maar van het tooneel, maar begeeft zich ook niet op den verlokkenden doolweg van de Wagneriaansche Gesamtkunstwerke. Hij was er zich wel bewust van, hoeveel de acteur van den schilder en den beeldhouwer kon leeren en hij koesterde een diepe bewondering voor het werk van Rodin. Maar hij onderstreept ergens "Zij (de tooneelkunst) ontstaat niet in volkomenheid door een gelijkwaardig samenwerken van alle kunsten, maar is een kunst op zichzelf".

Doch dit was alles theorie. Pas in 1912 werd De Gruyter voor het eerst in de gelegenheid gesteld zulk een product van deze groote yernieuwingsbeweging te aanschouwen. Dit was, toen Royaards na zijn studietijd bij Reinaardt met zijn gezelschap een gastreis door Vlaanderen ondernam.

Verbonden met Vlaanderen.

De Gruyter is in de tooneellucht opgegroeid en de drang naar het tooneel zat er bij hem van jongsaf in, zooals Arie van den Heuvel getuigt. Zijn vader was acteur en speelde hoofdzakelijk mee in operetten in den Gentschen Schouwburg voor hij zich als theater-costumier vestigde. Jan Oskar betrad al zeer jong de planken als een van de kinderen van Kapitein Grant. In het magazijn van zijn vader ontmoette hij dagelijks de kleine en groote beroemdheden van de Gentsche theaterwereld.

"Twee dingen hebben hem op de schoone plaats gebracht, die niemand hem in de geschiedenis van ons tooneel denkt te betwisten: zijn echte liefde tot het "komedie-spelen" en zijn gulzige "drang naar cultuur" (het woord is van Lode Zielens).

Met het eerste schaart hij zich ongedwongen in de eeuwenlange rij van tragoi, mimen, troubadours en "ghesellen van den spele" allerhande, -- met het tweede breekt hij uit zijn volkscben oorsprong door in de regionen van wetenschap en kunst; -- niet om er zich egoistisch in te zonnen in het licht van schoonheid en kennis, maar in de hoop met de verworven kultuur de Vlaamsche gemeenschap te verrijken." De Gruyter placht van den schouwburg te Antwerpen te spreken als van een bolwerk van Nederlandsche cultuur.

De tragedie van het Vlaamsche volk begint op het einde van de 16e eeuw met de scheuring van den Nederlandschen stam in Noord en Zuid. Na het Oostenrijksch bewind volgt de tijd van Fransche overheersching en een stelselmatige uitroeiing van de volkstaal. Aan de kortstondige hereeniging met het Noorden maakt 1830 een einde. Tot tusschen de jaren 1870 en 1900 weer terrein op den vijand wordt gewonnen en de officieele schouwburgen worden gesticht. Antwerpen in 1874, Brussel in 1887 en Gent in 1899. Voor dien tijd is het Vlaamsch tooneel nogal onbeduidend. Zoo schrijft "Het Volksbelang" in 1873: "Een repertorium, waar stukken als Robert en Bertrand, De Booze Geest, Salamander, Lucifer en Cie, De Londensche Bandieten een overdreven plaats innemen, een opvoering die bijna altoos door het niet kennen van de rollen hapert en mank gaat en door eindelooze tusschenbedrijven wordt afgebroken, een "mise en scène" die zeer dikwijls slordig en armoedig is, vooral wat accessoires aangaat, een orkest dat beneden alle denkbeeld altoos onvolledig blijft en op alle vertooningen hetzelfde deuntje op de erbarmelijkste wijze vermoordt, ziedaar de genietingen, welke den trouwen voorstanders van het Nederlandsch Tooneel al te dikwijls, helaas worden aangeboden."

Bij het eerste optreden van de Vereeniging voor Tooneel- en Voordrachtkunst in 1909 teekent Karel van de Woestijne aan, "dat we eindelijk in Vlaanderen een beschaafd tooneel-gezelschap bezitten."

Toch zijn er wel lichtpunten in het weinig verheffend panorama van het Vlaamsch tooneel tot ongeveer voor den oorlog. Acteurs als Victor Driessens, mevrouw Verstraeten-Laquet en Catherina Beersmans, brachten het tot meer dan locale beroemdheid. Ook andere spelers veroverden later bij de Noordnederlandsche gezelschappen een goede carrière.

Tot het begin van de 20ste eeuw had het woord regie in Vlaanderen nog niet die beteekenis die er reeds lang elders aan werd gehecht. In het algemeen is de toestand treurig in dien tijd en het best te karakteriseeren wanneer men weet, dat in 1895 bij hooge uitzondering, zeer tegen den zin van den directeur, één keer Hamlet werd opgevoerd.

Hoeveel beteekent dan niet de opvoering van "Starkadd" wanneer men dit alles weet. De Gruyter zelf zal toen wel niet vermoed hebben, welken verstrekkenden invloed deze opvoering voor de ontwikkeling van het Vlaamsche tooneel heeft gehad.

Overal was hij bij, wanneer het het tooneel betrof. En steeds heeft hij zich sterk met het Vlaamsche volk verbonden gevoeld. Hij wilde niet naar Nederland, al wist hij dat hem daar een betere toekomst wachtte. Maar dit zou deserteeren zijn. Zijn verknochtheid tot zijn volk komt wel op ontroerende wijze tot uiting in een brief aan E. H. Bernaerts: "En, waar aan alle zijden je je hier genepen voelt in engen kring, je de middelen ontbreken tot hoger vlucht, daar voelde zoo vaak ik mij aangetrokken naar het Boven-Moerdijkse, waar ik mezelf tot brede kracht zou kunnen ontwikkelen! -- Toen echter neep daar ook telkens iets als een schroevende pijn, dat ik mijn volk, waaruit ik toch gegroeid was, waaruit ik mijn gaven had gezogen, zoals de eik zijn sappen zuigt uit den moederlike schoot der aarde, zou in de steek laten in zijn wanhopige worsteling voor het bestaan. En omdat ik voelde, dat mijn plaats was naast de andere begaafden, die hoog hielden de Leeuwenvaan, ben ik telkens gebleven."

(Slot volgt)


Items that may be related to this text

  1. ◼◼◻◻◻ Karel Van de Woestijne: HAMLET TE GENT I... 1926-06-26
    Starkadd • Willem Royaards • vlaanderen • gruyter • Arie Vanden Heuvel • vlaamsche • Hamlet • Jan Oscar De Gruyter • Philoktetes • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • Warenar • Jozef in Dothan
  2. ◼◻◻◻◻ Anon.: "Gudrun" door het Vl... 1922-04-15
    (author) Anon. • vlaanderen • vlaamsche • Jan Oscar De Gruyter • Philoktetes • Warenar • Jozef in Dothan
  3. ◼◻◻◻◻ Cr.: Bij Dr Oscar De Gruy... 1921-10-16
    Starkadd • Willem Royaards • volk • gruyter • Arie Vanden Heuvel • vlaamsche • Jan Oscar De Gruyter • Warenar
  4. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Marieken van Nijmege... 1924-10-04
    antwerpen • dr jo • vlaanderen • vlaamsche • Jan Oscar De Gruyter • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • gruyter
  5. ◼◻◻◻◻ Anon.: Het Vlaamsch Volksto... 1924-10-08
    Starkadd • (author) Anon. • vlaanderen • Jan Oscar De Gruyter • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • Jozef in Dothan
  6. ◼◻◻◻◻ Anon.: De plannen van Dr J.... 1922-03-12
    (author) Anon. • antwerpen • Lucifer • vlaamsche • Jan Oscar De Gruyter • Philoktetes • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • Warenar • kunst
  7. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Over den huidige toe... 1936
    antwerpen • volk • vlaamsche • Jan Oscar De Gruyter • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Gent • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • kunst • Richard Wagner
  8. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Dr. J.O. De Gruyter... 1938-11-30
    dr jo • vlaanderen • Arie Vanden Heuvel • vlaamsche • Jan Oscar De Gruyter • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • gruyter
  9. ◼◻◻◻◻ Anon.: Jozef in Dothan... 1921-02-01
    (author) Anon. • vlaamsche • Jozef in Dothan • Jan Oscar De Gruyter • Karel van de Woestijne
  10. ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Dr. J.O. De Gruyter... 1929-02-27
    Starkadd • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • gruyter • Jan Oscar De Gruyter