Alfred Hegenscheidt: "Starkadd"

Lode Monteyne, 1926


Source

Lode Monteyne, Kritische Bijdragen over tooneel. Antwerpen: Ruquoy, Delagarde en Van Uffelen, 1926, pp. 149-155.


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◻◻◻◻ Cr.: Bij Dr Oscar De Gruy... 1921-10-16
  2. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Paul de Mont: "Nuanc... 1926
  3. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Anton van de Velde: ... 1926
  4. ◼◻◻◻◻ Anon.: "Gudrun" door het Vl... 1922-04-15
  5. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Cyriel Verschaeve: "... 1928

Alfred Hegenscheidt

« STARKADD».

De lijvige Decemberaflevering -- het was een vierdubbel nummer -- van den tweeden jaargang der nieuwe reeks van het tijdschrift «Van Nu en Straks» bracht in het jaar 1897 een volledigen afdruk van «Starkadd», een drama in vijf bedrijven.

De « Van Nu en Straksers », die geestdriftig waren over Hegenscheidt's werk, zorgden ervoor, dat de publicatie niet ongemerkt voorbijging. Rodenbach's « Gudrun » (1878) en « Starkadd » werden langen tijd beschouwd als de éénige dramatische werken met literaire waarde, waarop de Vlaamsche literatuur kon bogen. Scenisch werd het drama van Hegenscheidt sterker geacht dan het gewrocht van den bezieler der Blauwvoeterie. Nog andere dichters hebben zich, rond dien tijd, aangetrokken gevoeld tot den Germaanschen voortijd, nl.: Hubert Melis, die « Koning Hagen » schreef, en Victor De Meyere, wiens « Gunlaug en Helga» meer dichterlijke dan zuiver-dramatische waarde bezit.

* * *

Voor menig Vlaamsen schrijver, die thans van eer en roem geniet -- voor August Vermeylen, Emmanuel de Bom, Teirlinck, Van de Woesteyne, -- behoorde het jaar, waarin Hegenscheidt's « Starkadd » ontstond, tot den heroïschen tijd, toen er strijd gevoerd werd tegen de filisters, die de Vlaamsche literatuur onveilig maakten en de Vlaamsche Academie, waar de super-filisters een schuilplaats hadden gevonden, van waaruit zij hun banvloeken over het aankomende en oneerbiedige geslacht lieten donderen.

Het was de tijd, toen die geestdriftige jongelui, wien het aan talent niet ontbrak, te Verrewinckel bij Linckebeek, een Academie stichtten -- Emmanuel de Bom heeft in « Het Levende Vlaanderen » zijn herinneringen aan die periode in den hem eigen, sappigen stijl verteld.

Reeds dan hadden de vrienden den zanger van « Starkadd » tot hun «menonkel» verheven. Ons was die bizonderheid onbekend, toen we in 1916 of '17, met Hegenscheidt kennis maakten in de « Twee Sleutels » aan de Naamsche Poort te Brussel. Hij tafelde er met Vermeylen, Sabbe, den beeldhouwer Lagae, Toussaint, Teirlinck, e.a. Gezapig zat hij er achter zijn pint geuze. Met zijn goedige oogen, waarvan de glans verdoofd scheen door de glazen van den neusnijper, keek hij over de tafel, luisterend naar hetgeen de anderen bepraatten. Hij leek ons een stille, teruggetrokken man, vooral innerlijk levend. Wanneer hij sprak, met een lichte neiging tot brouwen, klonk er in zijn stem een stille gemoedelijkheid, als van iemand, die veel wijsheid zamelde en het ijdele der dingen beseft. Soms lichtte er in zijn kijkers een uitdrukking van verbazing, die naïef aandeed... Zóó zagen we toen den dichter van « Starkadd » en hij leek ons de brave « menonkel» op sloffen, die in een door-burgerlijke familie door de kinderen gerespecteerd wordt om zijn innemende zachtheid. Het wekte absoluut niet onze verwondering, toen we later lazen, dat hij de «menonkel» van zijn literaire vrienden was, van af 1897 al -- toen hij amper een-en-dertig werd! Het blijkt echter, wanneer we de Bom gelooven moeten, dat «Hegen» in dien tijd de allergulste, de breedste en de edelste was van heel het rumoerig troepje. Ze zagen naar hem op, luisterden met aandachtige bewondering naar de volle, rijke tonen, die er opklonken uit de werkelijk mooie verzen, rijk aan fijne muzikaliteit, die hij in « Van Nu en Straks » liet verschijnen. Deze aangrijpende gedichten, welke ontstonden uit het diepe genot en het innig doorvoelen van de verhevenste muziek, bezitten onvergankelijke schoonheid.

Hegenscheidt toonde zich een krachtige lyricus, wiens sentiment zich geheel kon ontworstelen aan de stof om zich te verliezen in een etherische verfijning. En lyricus is hij in de eerste plaats in zijn drama's. Zijn helden bezitten de gave der zelfontleding. Zij buigen zich over hun eigen ziel heen, en staren, soms met ontzetting, in haar donkerste diepten. Ze bezingen hun eigen gevoel. De psychologie der personages, wordt ons in «Starkadd», nader gebracht meer langs lyrische dan langs dramatische wegen. Het drama doet overigens op menig oogenblik zuiver muzikaal aan. Een Wagneriaansch muziekdrama, waarbij echter de begeleidende muziek, welke Rühlmann ervoor schreef, als ontoereikend, heel goed kan gemist worden.

Er was een tijd, dat er tusschen de critici een strijd werd gevoerd om te weten wat Richard Wagner in de eerste plaats was : een groot dichter of een groot komponist. Er is ook beweerd geworden, dat in Rodenbach's « Gudrun», de sporen van des dichters vereering voor den schepper der «Tetralogie» duidelijk merkbaar zijn en dat Hegenscheidt, toen hij « Starkadd » schreef, blijkbaar onder den invloed stond van Rodenbach's « Gudrun »-drama, waarmee de Van Nu en Straksers dweepten. De « Gudrun »-schepping van den jongen Rodenbach, die de Wagneriaansche helden op de kaften van zijn schrijfboek teekende terwijl zijn droomende geest in het mysterieuse Walhalla vertoefde, doet, vooral wanneer men de Wate-figuur eenigszins van naderbij beschouwt, werkelijk Wagneriaansch aan. Maar men denkt hierbij vooral aan Wagner als woordkunstenaar aan den schepper van goden- en menschengestalten, aan den uitbeelder van dramatische conflicten uit godenleed en menschensmart ontstaan. Wie het lyrisme van Hegenscheidt doorvoelt peinst meer aan den komponist Wagner, en dan wel hoofdzakelijk aan den Wagner, die nog altijd den definitieven vorm voor het muziekdrama niet beheerschte, aan den Wagner van « Lohengrin » en « Tannhäuser», die zich meelijdend buigt over den strijd in menschelijke zielen» Zoo is tevens het verschil tusschen « Gudrun » en « Starkadd » aangegeven. De « Gudrun »-tragedie bezit, ondanks langdradigheden, sterker dramatische kwaliteiten, dan het meer lyrische en meer speelbare « Starkadd ». We gelooven, dat het onwaar is, te beweren, dat Hegenscheidt een literair-superieuren operatekst leverde. Dit aannemend, zou men de muzikale kracht der soms heerlijk-zingende verzen, die elke instrumentale onderlijning kunnen derven, onderschatten. Zou er niet meer rechtvaardigheid en waarheid schuil gaan in de bewering, dat de inspiratie van Hegenscheidt, die in hoofdzaak een lyrieker blijkt te zijn, meer muzikaal dan dramatisch is ? Het Germaansche karakter, dat aan het stuk vooral gegeven wordt door de aankleeding van de personages en de opgestelde schermen, is vooral uiterlijk - Er ligt daaronder veel zuidelijke weekheid verborgen. Hegenscheidt heeft onwillekeurig getransposeerd. Zijn Wagneriaansche helden heeft hij gezien... « à travers» zijn eigen temperament... Er is met al die Noordsche heldengestalten iets gebeurt, dat min of meer herinnert aan hetgeen de Shakespeariaansche Hamlet-figuur overkomt, wanneer zij omsponnen wordt met de weekheid van de muziek van een Ambroise Thomas.

Het is, in verband met deze vooruitzetting, wellicht niet ongewenscht, ter-loops na te gaan, in welke omstandigheden het drama ontstond. Em. de Bom vertelt hoe het stuk langzaam groeide te Davos, in het Zwitsersche hoogland, waar Hegenscheidt, genezing zocht en vond voor de borstziekte, die plots zijn dagen was komen bedreigen -- een omstandigheid, die niet enkel de weekheid, welke bijwijlen een zekere graciele gratie aan de schepping leent, verklaart, doch ook begrijpelijk maakt, waarom een stille melancholische grondtoon de rijke melodie der verzen omlamfert...

* * *

Verwey en Kloos, en na hen vele kleintjes uit de bent der literaire critici, hebben zich nimmer aangesloten bij de niet zeldzame Vlaamsche bewonderaars van « Starkadd »....

Er is Vlaamsche schoonheid en Vlaamsche kunst, die men in 't Noorden wel nooit zal begrijpen. Wij, Vlamingen, kunnen -- gelukkig -- af en toe nog eens afstand doen van de critische nuchterheid, door studie en overweging verworven, om enkel te genieten en te bewonderen !

In 1900, toen « Starkadd » te Amsterdam werd gespeeld, was de bijval eerder gering. Een slechte rolverdeeling kan als de oorzaak van deze mislukking beschouwd worden. Louis Bouwmeester was -- volgens de kronieken van dien tijd niet erg op dreef in de titelrol, die hem -- den toen zestigjarige -- toch niet zal gepast hebben. Rooyaards moest Froth vertolken en Mevr. Mann-Bouwmeester speelde voor Hilde...

* * *

Wie « Starkadd » op het tooneel verwezenlijkt ziet, merkt onmiddellijk hoe scherp de strijd is, welke daar gevoerd wordt tusschen lyrisme en dramatiek. De verdieping der karakters blijkt verkregen door zelfontleding, welke meer dan eens den vorm eener alleenspraak aanneemt, die niet enkel den modern-voelenden acteur in het nauw brengt, doch vooral den toeschouwer als onnatuurlijk voorkomt. Het dynamische element, dat in een drama toch overheerschend zijn moet, schijnt vooral uiterlijk te zijn. Van het reageeren der karakters op elkaar en van den strijd in het innerlijk zijner schepselen gevoerd, heeft de dichter geen partij getrokken om dit dynamische element te versterken. Waar hij scherp ontleedt komt er als een stilstand in de actie -- een stilstand die peinzen doet aan hetgeen in een opera gebeurt, wanneer de held of de heldin al hun harteleed in een aria uitdrukken.

Zoodra echter de karakterwaarden der personages zijn bepaald en de grondvesten der handelingen zijn gelegd, zij het dan ook op een wijze, die, zooals we hooger zegden, kunstmatig aandoet, gaat de uiterlijke handeling in een vlug tempo vooruit. Met het bewogen slot heeft de actie haar hoogtepunt bereikt...

Starkadd is de centrale figuur van het drama. Zijn zielsleven wordt beïnvloed en gewijzigd door de gebeurtenissen, welke zich rondom hem ontwikkelen. In hem vinden we terug een reïncarnatie van den «reinen dwaas» in zijn stormachtig streven ter bereiking en verwezenlijking van idealen eener hoogere orde. Er bruist in hem onstuimige jeugdkracht en in zijn brein leven heldhaftige gedachten... Hij is de dichter, geloovend in zichzelf en in de schoone goedheid der menschen. Argeloos staat hij met zijn mooie geloof tegenover de boosheid der wereld... De tragedie, welke hij meeleeft, brengt in hem alle krachten tot ontplooiing en loutert het goud van zijn karakter. De beproeving voert hem tot mannelijke rijpheid. Alle lijnen van dit treurspel convergeeren naar die centrale heldenfiguur, waarin de dramatische kracht, welke uit toestanden en gebeurtenissen ontstaat, culmineert. Starkadd is een frissche, reine, krachtige gestalte, die niet de grootschheid bezit van de Wagneriaansche heldenfiguren als Siegmund of zelfs Siegfried, waaraan ze af en toe denken doet. In zijn ziel ligt weerspiegeld het beeld der strevende jeugd, die enkel tot mannelijke rijpheid komt, wanneer de smarten der wereld haar in ontgoocheling worden veropenbaard. In Starkadd triomfeert het individu door het sterkende bewustzijn van zijn kracht over de ijdelheid der vergankelijke dingen. Geen koningskroon kan den skald Starkadd bekoren... In hem leeft dezelfde drang, die Prometheus deed grijpen naar de goddelijke vonk !

* * *

Hoe dramatisch het conflict op zich-zelf beschouwd, ook is, toch schoot de lyricus Hegenscheidt, die éénig mooie verzen slingerde door het stramien van zijn drama, te kort in de uitwerking. Voor zijn dramatischen aanleg pleiten de gesprekken tusschen de soldaten en tusschen de visschers, die herinneren aan overeenkomstige tooneelen in Shakespeare, welke door menschen uit het volk de geweldige actie doet voorbereiden, toelichten ofwel den indruk weergeven, die het gebeuren op de massa heeft gemaakt.

Wagner en Shakespeare zijn gewis de voornaamste bronnen van Hegenscheidt's inspiratie geweest. Deze vaststelling mag ons niet den rechtstreekschen invloed van de groep der Van Nu en Straksers -- waartoe hij behoorde, doen verwaarloozen.

« De Wandelende Jood » van Vermeylen houden we voor het meest karakteristieke werk door die groep voortgebracht. De wereldbeschouwing der jongeren van ná 1890 vindt men er gaaf in terug. In een werk als « Starkadd », dat Vermeylen aanziet als de klaarste en volledigste belichaming van den geest der Van Nu en Straksers-periode, vinden wij daarvan slechts een onvolledig beeld... Het is het beeld der worsteling, die nog niet tot een volledige zegepraal heeft gevoerd. Starkadd's ziel werd gerijpt door de smart. Hij overwon de machten, die, van buiten-af, zijn wezen bedreigden en pijnden. Hij moet nog zich-zelf overwinnen....

De man, die hij werd moet nog de wijsheid veroveren -- de wijsheid, die glimlachend neerschouwt op de gebeurende dingen, doch -- zonder te berusten.

Die opperste wijsheid heeft, in de groep der Van Nu en Straksers, enkel Vermeylen volledig veroverd.


Items that may be related to this text

  1. ◼◻◻◻◻ Cr.: Bij Dr Oscar De Gruy... 1921-10-16
    Starkadd • starkadd • Emmanuel De Bom • Gudrun • August Vermeylen • Albrecht Rodenbach • vlaamsche • H.
  2. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Paul de Mont: "Nuanc... 1926
    Willem Kloos • (author) Lode Monteyne • (date-month) 1926-00 • tijd • Herman Teirlinck • (date-year) 1926
  3. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Anton van de Velde: ... 1926
    (author) Lode Monteyne • drama • vlaamsche • (date-month) 1926-00 • tijd • Herman Teirlinck • (date-year) 1926
  4. ◼◻◻◻◻ Anon.: "Gudrun" door het Vl... 1922-04-15
    gudrun • rodenbachs gudrun • Albrecht Rodenbach • drama • vlaamsche • Gudrun
  5. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Cyriel Verschaeve: "... 1928
    gudrun • (author) Lode Monteyne • dichter • drama • Albrecht Rodenbach • Gudrun
  6. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Willem Puteman: "De ... 1926
    dramatische • (author) Lode Monteyne • drama • (date-month) 1926-00 • Herman Teirlinck • (date-year) 1926
  7. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Michel van Vlaendere... 1928-01-21
    dramatische • Gudrun • (author) Lode Monteyne • drama • Albrecht Rodenbach • strijd
  8. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: J. v.d. Vondel: "De ... 1926
    (author) Lode Monteyne • dichter • (date-year) 1926 • (date-month) 1926-00 • Albert Verwey
  9. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Herman Teirlinck: "I... 1926
    (author) Lode Monteyne • drama • vlaamsche • (date-month) 1926-00 • Herman Teirlinck • (date-year) 1926
  10. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Herman Teirlinck: "D... 1926
    (author) Lode Monteyne • drama • (date-month) 1926-00 • strijd • Herman Teirlinck • (date-year) 1926