Het heeft er allen schijn van of de directie van den K.N.S. na één enkele mislukking van het eene uiterste naar het andere overloopt. Op dit oogenblik heeft men blijkbaar alle blij- en kluchtspelen van het repertorium geschrapt, en worden thans "De gebroeders Karamazov", Ibsen's "Wilde eend" en verder "Elisabeth, de vrouw zonder man" na de reprise van "Eva Bonheur" aangekondigd.
Van het omvangrijke oeuvre van Heyermans is "Eva Bonheur" alleszins het minst te Antwerpen opgevoerde werk. Wij herinneren ons eigenlijk niet of het ooit op den stadsschouwburg vertoond werd, maar meenen dat in voorkomend geval de directie niet zou nagelaten hebben daar bijzonderen nadruk op te leggen. Wij kunnen ons evenwel bezwaarlijk akkoord verklaren wanneer men gemeend heeft de opvoering van "Eva Bonheur" te moeten aankondigen als "het verhaal van een gezin (man, vrouw en dochter) dat te gronde gaat door een boosaardige inwoonster, en een schurkachtigen jongeman, welke laatste de dochter verleidt en daarna verdwijnt". Dit doet het vermoeden ontstaan dat dit stuk sterk realistisch getint is, terwijl het in feite van romantiek overdruipt.
"Eva Bonheur" is inderdaad een pleit voor de liefde, waarbij alleen realistische elementen verwerkt worden, omdat zij vroeger bewijzen van degelijkheid gegeven hebben. Heyermans is op z'n best, in wat hij noemt "spelen van den huiselijken aard'. De tendenz die vele zijner andere werken haast ongenietbaar maakt, is hierin tot het uiterste minimum teruggebracht, en het worden dan schilderingen van het leven, eenvoudig zooals meestal ook het leven is. In "Eva Bonheur" laat Heyermans reeds de mildere toon klinken, die in zijn laatste werk tot zuiverder klanken gebracht werd. Onder het motto: "Er is maar één zonde: gebrek aan hart" verklaarde Top Naeff, aanvaarden we elk nieuw werk van zijn hand en hart, slikken de vulgaire grapjes waaraan hij nu eenmaal niet ontgroeit, en houden ons aan onzen stoel vast op de oogenblikken, dat de bekende inventaris van nachtjakken, burgermanskwalen en vlooien voor onzen dichterlijken neus wordt uitgestald.
De titel van het stuk en de uitteekening van de figuur die den naam Eva Bonheur draagt, zou kunnen doen veronderstellen dat Heyermans ervan de leidende persoonlijkheid gemaakt heeft. Dat is echter niet het geval. Het is veeleer het alternatief van de volstrekte liefde, die ongeluk in geluk omtoovert, dat door de auteur onderlijnd wordt. De moeder stelt het voor den verloofde van haar dochter, wanneer het blijkt dat deze jonge man "gebrek aan hart" heeft en op een meisje met geld rekent: nadat zij zelf voor langen tijd een man met houten been naar het stadhuis volgde. Datzelfde alternatief bepaalt ten slotte ook de houding der dochter, die juist zooals haar moeder, een lichamelijk gebrek niet zou geteld hebben, maar zich over een defect aan het hart niet kan heenzetten.
Wij gewaagden hierboven reeds van "spel van de huiselijken aard". Het besluit van het stuk kenschetst den geest ervan: na enkele dagen van te zamen lichtgedragen leed, schuift het gezin weer rustig kalm aan den avonddisch, en zij zijn zoo ingoed dat zij er hun kwelgeest, de bovenbuurvrouw Eva Bonheur, er wel bij kunnen hebben. De voorbije narigheid is van geen tel meer, omdat men heeft kunnen vaststellen dat er erger dingen zijn en dit besef verzekert en sterkt hun liefde-bondgenootschap.
Het is opvallend hoe Heyermans in dit werk de nevenfiguren tot hoofdfiguren tracht te maken. Jasper, de vader, schijnt inderdaad met ongewone liefde en zorg uitgewerkt te zijn, maar deze overdaad wordt schadelijk voor de overtuiging. Deze huisphilosoof leeft inderdaad minder dan de overige figuren, en het duurt bovendien lang eer wij van iets van diepgang kunnen ontwaren. Alleen in het derde bedrijf wordt Jasper, die tot dan van alle aardsche bekommernissen onthecht scheen, volkomen menschelijk, maar juist dan draagt ook de ernst van zijn woord minder sterk, omdat het vooraf niet verantwoord werd. Daarnaast staat dan de titelfiguur die met opzet naar den volkschen kant overgehaald schijnt om te vermijden dat haar armzalig bestaan in schrijnende eenzaamheid, die den haat kweekt, al te sterk op het gevoel zou gaan inwerken.
Onder de leiding van Charles Gilhuys werd van "Eva Bonheur" eene behoorlijke voorstelling gegeven, waarbij evenwel de meeste optredenen zich als op één-nachtijs schenen te bewegen; De onzichtbare in het midden hokje stond haast voor eene onmenselijke taak. Daardoor leden natuurlijk ook de individueele prestaties. Dat belet evenwel niet dat wij met waarachtigen lof kunnen getuigen van H. de Vreker, die van Eva Bonheur eene sterke typeering gaf, en opnieuw van haar meesterschap in kleinkunst getuigde. Remy Angenot speelde Jasper en deed zich vooral in de twee eerste bedrijven opmerken, waar vader Jasper het luchtig pratend orakel is. In III betrachtte hij overtuiging zonder er evenwel volkomen in te slagen den auteur aan te vullen, wat trouwens onmogelijk schijnt. De figuur van moeder Mop is door Heyermans zeer onvoldoende uitgewerkt. Af en toe slechts worden de gevoelens van deze voortreffelijke echtgenoote en moeder toegelicht, en in deze schaarsche momenten toonde Dolly De Gruyter zich van hare beste zijde. Greta Lens was de dochter Miep en gaf zeer genietbaar spel. Willem Cauwenberg wist als Nanning Storm het nadrukkelijk onsympathieke te voorkomen, terwijl daarnaast Jos Gevers, R. Van de Putte en P. Rijnsdorp de nevenfiguren zeer verdienstvol weergaven.
De voorstelling verwierf een gul applaus, ofschoon het publiek aanvankelijk eerder ontstemd bleek omdat de vertooning met eene vertraging van ruim dertig minuten begon.