Nederlandsche Schouwburg te Antwerpen: Opvoering van Sofokles "Antigone"

V.G., 1930-02-24


Source

De Standaard, 1930-02-24


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◻◻◻ J.V.G.: Te Antwerpen: Kon. N... 1934-01-23
  2. ◼◼◻◻◻ V.G.: Het Vlaamsche Volkst... 1930-02-27
  3. ◼◼◻◻◻ J.V.G.: Te Antwerpen: Kon. N... 1934-01-30
  4. ◼◼◻◻◻ W.R.: Antigone... 1931-09-09
  5. ◼◼◻◻◻ J.V.G.: De Bultenaar... 1934-05-08

Nederlandsche Schouwburg te Antwerpen: Opvoering van Sofokles "Antigone"

Men zou kunnen vermoeden dat in deze tragedie de figuur van Antigone alles overwegend is, doch in werkelijkheid wordt hier het lijdensbeeld van Kreon gegeven, als gevolg van zelfbegoocheling en de verblinding van het Staatshoofd dat zich boven de wetten en rechten van de menschheid wil plaatsen. De tragedie van Kreon bestaat evenwel niet zoo zeer in de zelfmoord van zijne gemalin en zijn zoon, maar wordt scherper nog aangevoeld door de opstand van Antigone tegen Kreon.

Oedipos herleeft in zijne dochter: onverschrokken en onbuigzaam zijn beide, voor het menschelijk lijden. Alleen het noodlot zal hen ten onder drukken, en in de eerste plaats Antigone die opgaat in den eeredienst der onderaardsche Goden. Zij leeft slechts voor het hiernamaals, waarin zij langer zal vertoeven dan in dit aarsche. Daardoor ook is voor hare figuur de liefde geen noodzakelijk element. Deze wordt in dit treurspel slechts van beteekenis voor zoover ze van Haimon uitgaat, en voor hem de oorzaak wordt van zelfmoord, bedoeld als een deel van Kreon's straf.

Zoo blijken in dit treurspel twee figuren van overheerschend belang: Kreon en Antigone. De eene is de aard-mensch die door het onafwendbaar noodlot geslagen wordt, terwijl de andere opgaat in een uitsluitelijk zielsleven. Beide figuren zijn niet rechtstreeks, maar door hunne daden en gevoelsuitingen zoo scherp en toch breed geteekend dat de herinnering aan hun wedervaren als eene obsessie blijft nawegen. Meteen wordt evenwel aangetoond dat ieder aardsch gebeuren zijn oorsprong vindt in het bovennatuurlijke, dat voor de oudheid het noodlot was, voos ons echter de leidende Godheid.

Aan deze opvoering was een buitengewone zorg ten deel gevallen. Waardoor ze eene [???] beteekenis kreeg in de herdenking van den vorigen bestuurder, Dr J. O. De Gruyter, wiens voorkeur en betrachten zich steeds tot de klassieken gericht heeft. Toch dient evenwel van meet af onderlijnd dat Ch. Gilhuys de gevestigde traditie niet volledig heeft geeerbiedigd. Zijne leiding werd weliswaar gekenmerkt door denzelfden eerbied voor het woorde dien De Gruyter als eene cultus opnam, doch wij hebben de stijlvolle soberheid gemist die ieder van De Gruyter's prestaties kenmerkte. Daardoor werd bij deze opvoering van "Antigone" bij poozen den indruk gewekt van effectjacht, misschien wel onbewust gevormd, en eerder ontsproten uit het temperament der vertolkers, maar waarbij de zoo noodzakelijke eenheid moest bij inboeten. Dat was vooral opvallend in het scherp doorgedreven contrast tusschen Antgigone en Kreon, waarvan Mevr. D. De Gruyter en Arthur Van Thillo uitstekende uitbeeldingen gaven. De figuur van Antigone blonk vooral uit door soberheid, die niettemin de innerlijke bewogenheid tot haar recht liet komen. De vertolking van Kreon door Arthur Van Thillo daarentegen was gekruid met scherpe dramatische hoogtepunten, waarbij echter niet, als bij Gilhuys' Halmon, alles aan 't louter gebeuren geofferd bleek. Trouwens het scheen bijna wel opzettelijk hoe uitbundig - of beter gezegd: hoe scherper - de mannelijke bezetting bleek (want ook R. Angenot, E. Gorie, J. Cammans en in mindere mate Ch. Janssens schenen zich bij het uiterlijke te bepalen), des te meer sober kwamen de uitbeeldingen van Jeanne De Coen (Eyrydike) en G. Wassermann (Ismene) voor.

Van Gilhuys' leiding valt evenwel de strakke lijn te waardeeren, die om hooger vermelde reden, niet voldoende sterk bleek om de eenheid te verwezenlijken. Dat hij verder met het koor van grijsaards niet altijd even gunstig uitviel, valt eerder aan het gemis aan overtuiging te wijten, waaronder de acteurs gebukt schenen, want dat het bedoelen van Gilhuys uitsteken was bleek terdege in het tweede deel uit een gewaagde, maar plastiek schoone rondgang.

Er bleek voor deze voorstelling niet alleen veel belangstelling, maar er was ook geweldig veel bijval, die eene nieuwe schitterende reeds laat voorzien.

V.G.


Items that may be related to this text

  1. ◼◼◻◻◻ J.V.G.: Te Antwerpen: Kon. N... 1934-01-23
    Charles Gilhuys • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • Arthur Van Thillo • Jan Cammans • gilhuys
  2. ◼◼◻◻◻ V.G.: Het Vlaamsche Volkst... 1930-02-27
    (author) V.G. • V.G. • (date-month) 1930-02 • (date-year) 1930
  3. ◼◼◻◻◻ J.V.G.: Te Antwerpen: Kon. N... 1934-01-30
    bleek • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • Arthur Van Thillo • Jan Oscar De Gruyter
  4. ◼◼◻◻◻ W.R.: Antigone... 1931-09-09
    antigone • Antigone • Jan Oscar De Gruyter • Sophocles
  5. ◼◼◻◻◻ J.V.G.: De Bultenaar... 1934-05-08
    Charles Gilhuys • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • Arthur Van Thillo
  6. ◼◼◻◻◻ V.G.: Nederlandsche Schouw... 1932-01-22
    (author) V.G. • V.G. • Arthur Van Thillo • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen
  7. ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Russomanie... 1930-12-10
    Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (date-year) 1930 • Jan Oscar De Gruyter
  8. ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Ned. Schouwburg. "Ma... 1933-12-16
    Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • Jan Oscar De Gruyter
  9. ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederl. Schouwb... 1934-01-13
    Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • Jan Oscar De Gruyter
  10. ◼◻◻◻◻ P.: Te Antwerpen: Kon. N... 1923-01-24
    Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • Jan Cammans