K.N.S. "Cirkus Knie" door Carl Zuckmeyer

Victor J. Brunclair, 1931-11-21


Source

Ons Vaderland, 1931-11-21


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◼◼◻ Victor J. Brunclair: Het Lam van den Arme... 1931-12-19
  2. ◼◼◼◼◻ Victor J. Brunclair: Tooneel. Tooneelkrin... 1931-10-24
  3. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "De vulpen" d... 1931-12-26
  4. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. De eerste mev... 1931-10-03
  5. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: Veel leven om niets,... 1931-09-19

«Cirkus Knie» door Carl Zuckmeyer.

Een foorkramersgeschiedenis met zeer romantischen inslag. Alleen de kinderroof en de waarzegging ontbreken om van dit stuk zoowaar een melodrama te maken. Bouw zeer zwak. De eerste twee bedrijven worden gekenmerkt door een gestadigen klimaks, daarentegen is III langwijlig uitgesponnen en IV lijkt ons volkomen overbodig.

Wij kunnen ons wel voorstellen dat in Duitschland dit stuk opgang heeft gemaakt als inflatiecuriosum en ook omdat het in dialekt gespeeld wordt. Maar in 't Nederlandsch overgezet doet het vrijwel ongangbaar aan. De karakterteekening ligt in een dikke dosis romantiek gekonfijt. Spilfiguur, cirkus directeur Knie wordt daarbij voorgesteld als een onmogelijke dichterlijke natuur die mijlenver buiten de werkelijkheid ligt en behoort tot het genre der onaanvaardbare fantasten. Dit bohemertype met overaardsche bevliegingen is een wezen dat alleen in Zuckmeyer's verbeelding toestaat en niets heeft van den in de allereerste plaats zakelijk en akkuraat aangelegden cirkusdirecteur van onze dagen. Het dramatisch gegeven is er eveneens een van de banale soort. Katharina wordt geslingerd tusschen de aanhankelijkheid aan de cirkustraditie en een nieuw leven als ingetrouwde pachteres op een landgoed. Natuurlijk spreekt, als de knoop der verwikkeling goed is ineengestrengeld, in ultimo de stem des bloeds en Katharina, alhoewel haar vader stierf en zij naar uitzichten op een nieuw bestaan kan opstappen, neemt terug de leiding van het ontredderde speelgezelschap.

Het best geslaagd vinden wij in dit stuk de episodische figuren waaronder vooral de tatoueerder Bloomault, alhoewel de gewaagde uitlatingen van dezen dronkaard ons wel een ietsje hebben onthutst. De vertolking stond op een zeer hoog peil. Voor een preonière waren allen zeer rolvast ingespeeld.

A. Van Thillo mag hier andermaal een merk waardige creatie te zijnen gunste boeken. Gezaghebbend in I en II gaf hij in III het beeld van den half versuften treurenden vader, die zijn dochter eindelijk terugvindt. Psychologisch is echter niet te verklaren waarom hij, die per slot zielsveel van zijn dochter houdt, haar aan Martin Rothacker afstaat. Wil hij haar een proeftijd laten doormaken? Weinig logisch voor een bezadigd man als Knie. Maar als de dochter niet heengaat, als zij dus dit ongemotiveerd vertrek niet aangaat, kan Zuckmeyer geen vierakter schrijven.

Andermaal hoed af voor Ida Wassermann. De complexe natuur van Katharina in haar overgangen van beminnelijke argeloosheid naar het temperamentvolle «ewig weibliche» heeft zij magistraal weergegeven. Het liefdetooneel met Rothacker heeft zij onnavolgbaar geschakkeerd. Het kulmunante punt, daarbij was haar zingen van «Naar Oostland willen wij rijden». Dat gaf een elegisch heimwee waardoor de keel werd toegesnoerd.

De cirkusspelers waren bij J. Gevers, Deleu en W. Cauwenbergh in goede handen. Een speciale vermelding voor J. Verlinden, voorwaar een echte knock about.

Maar welk een poema de Bibbo van H. De Vreker! Een goedige sympathieke lameer aan lager wal.

R. Angenot zette zijn Rothacker in scherpe trekken. Zijn moeder (G Loosveldt), werd door dat kleine eindje rol zeer sober afgelijnd.

R. Van de Putte was een zelfgenoegzame en in zijn gezag onbeholpen politiecommissaris. De tatoueerder van Antoon Janssens bracht de zaal aan 't rollen. J. Diels bracht zeer verzorgde regie, op de beperkte tooneelruimte wist hij heusch in den achtergrond een wijde arena te suggereeren. De handen kwamen bij het slot knetterend op elkaar, maar o.i. zal deze «Cirkus Knie» zich toch slechts in een vluchtigen bijval mogen verheugen.

V.J.B.


Items that may be related to this text

  1. ◼◼◼◼◻ Victor J. Brunclair: Het Lam van den Arme... 1931-12-19
    Victor J. Brunclair • (author) Victor J. Brunclair • (date-year) 1931
  2. ◼◼◼◼◻ Victor J. Brunclair: Tooneel. Tooneelkrin... 1931-10-24
    Victor J. Brunclair • (author) Victor J. Brunclair • (date-year) 1931
  3. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "De vulpen" d... 1931-12-26
    Victor J. Brunclair • (author) Victor J. Brunclair • (date-year) 1931
  4. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. De eerste mev... 1931-10-03
    Victor J. Brunclair • (author) Victor J. Brunclair • (date-year) 1931
  5. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: Veel leven om niets,... 1931-09-19
    Victor J. Brunclair • (author) Victor J. Brunclair • (date-year) 1931
  6. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "De dorpsdokt... 1932-02-27
    Victor J. Brunclair • (author) Victor J. Brunclair
  7. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: "leontientje" door F... 1932-04-09
    Victor J. Brunclair • (author) Victor J. Brunclair
  8. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: Tooneel; "Mademoisel... 1934-10-13
    Victor J. Brunclair • (author) Victor J. Brunclair
  9. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "Marius" door... 1931-09-26
    Victor J. Brunclair • (author) Victor J. Brunclair • (date-year) 1931
  10. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: "Eén, twee, drie" d... 1932-12-02
    Victor J. Brunclair • (author) Victor J. Brunclair