Paul de Mont: Het geding van Onze Heer

Lode Monteyne, 1926-04-03


Source

Lode Monteyne, Koorn en Kaf. Antwerpen: Het Tooneel, 1928, pp. 33-37.


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◼◻◻ Lode Monteyne: Michel van Vlaendere... 1928-01-21
  2. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Paul de Mont: "De Sp... 1928
  3. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Paul de Mont: "Teles... 1927-04-09
  4. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Paul de Mont: "Nuanc... 1926
  5. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Willem Puteman: "De ... 1926

«HET GEDING VAN ONZE HEER»

In « Het Geding van Onze Heer » heeft Paul de Mont op eigenaardige wijze het passieverhaal gedramatiseerd en hierbij het schelste licht laten vallen op die episodes, welke het best zijn zeer speciale opvattingen van het Christusdrama konden dienen.

De schrijver beschouwt, naar hij zelf erkent, Jezus als een politiek veroordeelde.

We zullen ons niet onledig houden met het naspeuren van mogelijke toespelingen op actueele toestanden, die er in dit drama gewis voorkomen. Paul de Mont's werk mist het uitgesproken polemische karakter, dat we in een ander stuk met politieken ondergrond, nl. in Anton van de Velde's «Tijl» konden erkennen. De schrijver-zèlf ontbreekt het, althans in zijn literair werk, aan strijdvaardigheid. Daaruit volgt dat de satirische bedoelingen, die hij met de aloude stof der middeleeuwsche diersage trachtte te verweven in zijn « Reinaert de Vos », niet omgezet werden tot tastbare realiteiten, terwijl de politieke toespelingen, die hij in «Het Geding van Onze Heer» wilde verwerken, zoo weinig merkbaar zijn, dat we ze volkomen negeeren kunnen zonder de waarde van het werk te verminderen of zijn beteekenis te verminken.

Vooral de zuiver menschelijke kant in het geding, dat O.L.H. tot den kruisdood voeren zal, heeft De Mont geïnteresseerd. Vandaar dan ook, dat, al blijft de Jesus-figuur het centrale punt waarrond de heele handeling in de eerste vijf tafereelen wentelt, het volle licht valt op de nevenpersonen en op de volksmassa, wier denken en voelen wordt gedramatiseerd. Hierbij deinst De Mont niet terug voor anachronismen in de taal, de opvattingen en de feitenvoorstelling. Het heele bedrijf wordt nader tot ons gerukt. Het feit, dat Annas, Gamaliel, Agar, Samuel, Ruben-El-Keir, Joodsche hoogepriesters zijn blijkt, bij nader inzicht, een bijkomstigheid wanneer men bedenkt, dat de machthebbers van onzen tijd in hun optreden tegenover Jezus door geen andere drijfveeren zouden kunnen bezield worden. Het eeuwige treurspel der menschelijke ongerechtigheid, dat reeds zooveel dichters hebben ontleed, wordt in het drama Christi als het ware gesynthetiseerd. De dramatiseering van het eigenlijk proces geschiedt volgens de thans gebruikelijke rechtsvormen met openbare debatten, getuigenverhoor en rekwisitorium. De wonderbare genezing door Jezus van soldaat Malchus' oor, dat de impulsieve Petrus afhakte, vormt het thema, waaruit de pro- en contra-argumenten van Jezus' veroordeeling ontstaan. In dit bedrijf geeft de schrijver blijk van een onmiskenbare originaliteit van opvattingen, al kan hem het verwijt van langdradigheid, voortspruitend uit een willen uitputten van het eens gekozen motief, niet worden gespaard. In deze eerste twee tafereelen, die behendig: gedialogeerd zijn en bij lezing werkelijk interesseeren, heeft De Mont te veel willen bewijzen! Zijn drama doet derhalve, ook in de volgende tafereelen, als « novellistisch » aan. Het lijkt te zeer een opeenvolging van gesprekken zonder sterke dramatische kern en niet bezield door voldoende dynamische kracht om over het voetlicht heen het eens gewekte interesse van den toeschouwer te boeien. Nogmaals wordt in dit drama van De Mont op schitterende wijze bewezen, dat uiterlijke bewogenheid slechts één uitingsvorm is van de ware dramatiek, die woelt in de diepte van het menschelijk gemoed. Er wordt door de hoogepriesters en door de massa-menschen, welke zij leiden naar willekeur, met hartstocht geredeneerd, met groote gebaren betoogd, getierd zelfs en gedrongen... doch deze beweging blijft uiterlijkheid. Ze is de vertolking van scenische mogelijkheden, die er in De Mont's drama ten overvloede voorhanden zijn. Er ontbreekt geen dramatische impuls. We gewaren ze af en toe, doch ze is niet krachtig genoeg om al de zich opvolgende en ook logisch ontwikkelde tooneelen te bezielen. Sterker van bouw en tevens rijker aan innerlijke bewogenheid zijn de drie volgende tafereelen. De actie wordt verlegd naar het paleis van Pilatus, den Romeinschen landvoogd, die in dit drama wel de eenige figuur is, welke karakteristiek kan worden genoemd. Pilatus belichaamt een beminnelijk scepticisme, dat door zijn elegantie en zijn zin voor de relativiteit van alle levensdingen, herinnert aan de filosofie van een Anatole France. Met sterker draden en ook directer verbonden aan het Christus-drama is het tooneel bij Herodes, wiens lichaam door de wormen wordt verteerd als straf voor al wat hij den Dooper aandeed. Hij beschouwt Jezus als de verrezen Johannes, die hem genezen kan. Alles wil hij zijn weer levend geworden slachtoffer schenken, zijn vrouwen, zijn schatten, zelfs Salomé! Herodes' wezen schijnt wel een spiegel voor diegenen, welke enkel uit nood de Godheid aanroepen en zich dan van Hem een beeld vormen geheel evenredig aan hun wenschen! Ook in dit tafereel blijft de uiterlijke dramatiek overheerschend, doch daar ze in eng verband blijft met hetgeen er roert in Herodes' wanhopige ziel, werkt zij sterker in op den toeschouwer. Dit is minder het geval in het volgende bedrijf, dat opnieuw in de woning van Pilatus werd gesitueerd en waarin de Joden er in slagen den landvoogd tot toegeven te dwingen en Jezus aan zijn beulen over te leveren... Hier concentreert zich feitelijk alle dramatisch leven in het wezen van den Verlosser, tegen wiens persoon de barning van al de ontketende hartstochten breken komt. Jezus blijft passief: méér een lijdelijk mensch dan een God, die met bewustheid de kroon der smarten draagt. Het zou moeilijk zijn, om niet te zeggen onmogelijk, Jezus anders voor te stellen dan gelaten duldend... Zoo deed Rafael Verhulst in « Jezus de Nazarener ». Zoo deed eveneens Cyriel Verschaeve in zijn «Judas»...

Ook in het werk van Paul de Mont treedt een oogenblik de Judas-figuur op den voorgrond. Hij stelt hem voor als een koopman, die alles -- ook moreele waarden -- omzet in geld en maakt hem tot het oerbeeld van den sjacheraar. Cyriel Verschaeve's «Judas » incarneert de geldgierigheid. Hij geniet van het klinkende geld als de vrek, enkel om het bezit ervan. Verhulst boog zich met een zekere ingenomenheid over Judas, dien hij voorstelde als een slachtoffer van den twijfel...

Eerst in het laatste tafereel van De Mont's drama blijkt de goddelijkheid van Jezus. Dit gedeelte van het stuk zal velen wellicht als overbodig voorkomen. Wij betreuren het vooral, dat de schrijver enkel door geweldige uiterlijke effecten, die tot de techniek van het spektakelstuk behooren, er in geslaagd is de impressie van het goddelijke te wekken! Hier ligt het dramatische element buiten de scenische voorstelling, die erdoor beïnvloed wordt en men kan niet beweren, dat de schrijver erin geslaagd is zijn stuk met een verheven tragischen indruk te eindigen. Om dit doel te bereiken had hij kunnen in de leer gaan bij de Grieksche treurspeldichters, die met véél soberder middelen het hart van den toeschouwer met een gevoel van afgrijzen en van bovenmenschelijke schoonheid tegelijk konden vervullen!

Het passiedrama van Paul de Mont lijkt, bij gebrek aan wezenlijke dramatische elementen waardoor de zes tafereelen tot een grootsch geheel zouden vergroeien in den geest van den toeschouwer, veeleer een opeenvolging van gedialogeerde hoofdstukken uit een sober uitgewerkt verhaal. « Het Geding van Onze Heer » is meer episch dan dramatisch. De groote dynamische stuwkracht ontbreekt en waar de auteur de analytische voorstelling van individuen versmaadt om enkel algemeen-menschelijke typen, die schematisch van opzet blijken, voor te stellen, daar heeft hij tevens een bron van wezenlijke belangstelling en van originaliteit onaangeroerd gelaten. Hier rijst de vraag, die overigens reeds gesteld werd toen Verhulst zijn Nazarener ten tooneele voerde en Verschaeve zijn Judas liet spelen: Kan de Jezus-figuur aanleiding geven tot een pakkend drama? We willen ons voor de toekomst niet verbinden door eenig afdoend antwoord. Wat De Mont, Verhulst en Verschaeve niet hebben gekund, wordt wellicht door een genialer aangelegde persoonlijkheid verwezenlijkt... Wel zij hier gezegd, dat De Mont zijn voorgangers niet is voorbijgestreefd al heeft hij op eigen wijze het passieverhaal voor het tooneel bewerkt. Het komt ons voor of hij er niet in geslaagd is deze originaliteit in conceptie en voorstelling te benuttigen. Daarom ontbreekt het hem te veel aan scherpte en durf -- wat we reeds eerder vaststelden en wel naar aanleiding van « De Spelbreker », « Nuances » en « Reinaert de Vos ». De Mont heeft iets van den eleganten, wijzen scepticus, die de relativiteit van alle gebeurtenissen en dingen diep beseft en niet verkiest te worstelen tegen hetgeen hij als onafwendbaar bevroedt. Den « Pilatus » uit zijn drama, die met den landvoogd uit het bijbelsche Passieverhaal enkel het handenwasschen gemeens heeft, moet De Mont met voorliefde hebben geteekend.

Wat ook ons heeft getroffen in dit bijbelsche spel is de afwezigheid van sterk dichterlijke bezieling en vooral van echt-Christelijk gevoel.

En nu doet zich wel dit zonderlinge geval voor, dat, wanneer wij Het Geding, Judas en Jesus de Nazarener vergelijken, de evangelische gedachte het warmst opstraalt uit het onder den invloed van Strauss en Renan geconcipieerde treurspel van Verhulst -- tot op dezen dag nog altoos het waardevolste van al onze passiedrama's.

(1) « Het Geding van Onze Heer » werd gecreëerd in den K.N.S. van Antwerpen, op 3 April 1926.


Items that may be related to this text

  1. ◼◼◼◻◻ Lode Monteyne: Michel van Vlaendere... 1928-01-21
    Anton Van de Velde • Cyriel Verschaeve • dramatische • schrijver • (author) Lode Monteyne • Judas • judas • drama • Rafael Verhulst • Tijl • verhulst • Jezus de Nazarener
  2. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Paul de Mont: "De Sp... 1928
    schrijver • (author) Lode Monteyne • Paul de Mont • Het geding van Onze Heer • Nuances • mont • paul • Reinaert De Vos
  3. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Paul de Mont: "Teles... 1927-04-09
    schrijver • (author) Lode Monteyne • Paul de Mont • Het geding van Onze Heer • Nuances • mont • paul • Reinaert De Vos
  4. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Paul de Mont: "Nuanc... 1926
    schrijver • (author) Lode Monteyne • Paul de Mont • mont • Nuances • (date-year) 1926
  5. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Willem Puteman: "De ... 1926
    Anton Van de Velde • Anatole France • dramatische • schrijver • (author) Lode Monteyne • drama • (date-year) 1926
  6. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Alph. Laudy : "De Pa... 1926-03-24
    Judas • Cyriel Verschaeve • Tijl • Paul de Mont • (date-year) 1926
  7. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Ward Schouteden: "Je... 1927-01-09
    Anton Van de Velde • schrijver • (author) Lode Monteyne • tafereelen • drama • Tijl
  8. ◼◻◻◻◻ Herman van Overbeke: Kantteekeningen bij ... 1924-04
    Judas • jezus • Cyriel Verschaeve • judas
  9. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Anton van de Velde: ... 1926
    Anton Van de Velde • schrijver • (author) Lode Monteyne • drama • Tijl • (date-year) 1926
  10. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Michel de Ghelderode... 1927-02
    drama • (author) Lode Monteyne • schrijver • tafereelen • toeschouwer