Luigi Pirandello : "Chacun sa vérité" (Cosi e se vi pare)

Willem Putman, 1924-11-04


Source

Willem Putman, Tooneel-groei (1921-1926): Indrukken over het na-oorlogsch tooneel-herleven in ons land. Brugge: Excelsior, 1927, pp. 144-148.


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Luigi Pirandello : "... 1924-10-15
  2. ◼◻◻◻◻ Anon.: Pirandello in den Vl... 1924-10-09
  3. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Luigi Pirandello : "... 1925-03-26
  4. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Claude-Roger Marx : ... 1924-11-30
  5. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Tchapek : "R.U.R."... 1925-05-12

Luigi Pirandello :"Chacun sa vérité" (Cosi e se vi pare)

Reeds hadden wij de hooge eer en het zeldzame genoegen het onvergetelijke spel te bewonderen van de Pitoëff's in het bekende "Zes personages op zoek naar een auteur", en vóór een paar weken nog leidde onze Vlaamsche schouwburg een reeks gala-voorstellingen in met "Eergierigheid" , een der eerste werken van denzelfden schrijver, die het "Théatre du Marais" ons dus in geen geval heeft veropenbaard; maar zoo verbluffend vermetel is dit nieuwe stuk, zoo fel boeiend en volstrekt nieuw, en zoo frisch en sprankelend van leven was de vertolking dat het publiek hier inderdaad voor een tooneel-prestatie werd gesteld, die niet alleen een schitterende openingsvertooning mag genoemd, maar in den vollen zin des woords een artistieke gebeurtenis.

In "Chacun sa vérité" vernemen wij dat iedereen zich een waarheid vormt, dat alleen waarheid is voor ieder van ons wat ieder van ons zich als waarheid kan indenken. Pirandello toont ons de kleine en nuttelooze pogingen van een stel alledaagsche kleinstad-menschen die in hunne domme verwaandheid, hun razende nieuwsgierigheid, hun wreedheid, beweren de waaheid te vinden en een hersenschim najagen die hun ten slotte telkens ontnapt.

Wij vinden in dit nieuwe stuk den geest, de atmosfeer, zelfs den opzet en den theaterbouw van de "Zes personages". Maar meer nog dan in gelijk welk ander Pirandello-stuk, blijft hier het gestelde vraagteeken heerschen. Geen oogenblik wordt het cerebrale plan, waarop gespeeld wordt, verlaten en juist wijl het doksale van den toestand in dit stuk zoo vervaarlijk volgehouden is, komt ook in ons de twijfel, die alle dramatis personae bestookt : Wie is hier gek ? Waar is de waarheid?...

Ziehier wat de rust van een vreedzaam provinciestadje in gevaar brengt. De heer Ponza, ambtenaar, komt zich aldaar vestigen met zijn vrouw en met de moeder van zijn vrouw, madame Frola. Hij logeert zijn vrouw op de hoogste verdieping van een afgelegen gebouw, en huurt voor zijn schoonmoeder een vertrek dat te midden van de stad ligt. De schoonmoeder komt elken dag converseeren met haar dochter op de volgende wijze : zij blijft beneden staan en de dochter verschijnt op het hooge balkon; het gesprek uit zich door gebaren en bij middel van een op en neer gaand mandje met wederzijdsche brieven. De drie betrokken personen schijnen voor de rest onderling in de beste verhoudingen te zijn.

Wij zien in het gezin van den heer Agazzi, secretaris generaal, de belangstelling rond dit buitengewoon geval ontstaan en zich uitbreiden tot een paroxysme van razende nieuwsgierigheid. Mevrouw Frola, de schoonmoeder, bewoont kamers rechtover het apartement van M. Agazzi en wordt in diens salons ontvangen. Zij geeft, ten aanzien van hun vele vragen, een ontwijkend antwoord, is bovenal vol zachtheid over haar zwager en zegt dat deze schikking door hen beiden als de beste aanvaard is. M. Ponza wil namelijk zijn vrouw voor zich alleen.

Niet zoo gauw is Mevrouw Frola weg of Ponza, haar schoonzoon, komt binnen en verklaart dat zijn schoonmoeder gek is. Hare dochter is namelijk sinds vier jaar gestorven. Hij Ponza, is nu voor de tweede maal gehuwd-- maar laat zijn schoonmoeder de illusie dat zijn tweede vrouw haar dochter is, om grooter onheil te voorkomen. Consternatie. Men is vol medelijden met Ponza.

Maar niet zoo gauw is deze laatste weg of de schoonmoeder komt terug en verklaart aan het verbaasd gezelschap dat hij gek is, geeft ons vervolgens over den toestand deze andere versie : haar zwager denkt namelijk dat zijn vrouw dood is. Men heeft haar destijds wegens ziekte moeten uit het huis verwijderen, maar toen ze genezen terug kwam, wilde hij ze niet meer herkennen; zoo fel waren zijn hersenen door angst en wanhoop om haar geschokt. Ten slotte was maar één oplossing mogelijk : men stelde ze hem eindelijk voor als een geheel vreemde vrouw; hij heeft ze gehuwd en meent nu dat zij zijn tweede vrouw is.

De consternatie onder het salon-gezelschap is hierbij natuurlijk nog gestegen. Thans wordt door iedereen aan de vrouw geloof gegeven. Als zij weg is, besluit men: de waarheid te vinden. Maar onder het gezelschap is een zekere Lambert Laudisi, de broer van mevrouw Agazzi, die gedurig met boosaardige scherts de nieuwsgierigheid, verwaandheid, machteloosheid van zijn familiekring hekelt en thans uitroept: "La vérité ? ! ?", welken kreet hij met een schaterenden lach begeleidt. Op dezelfde wijze eindigt elk bedrijf. In II krijgen wij I "au carré"; In III krijgen wij opnieuw I maar ditmaal "au cube". Telkens is de thesis verscherpt en onderlijnd zoodat geen oogenblik de actie verslapt noch de spanning rond het gebeuren vermindert. Het is werkelijk een dolle rit langs fictie en realiteit die den toeschouwer geheel meevoert ook al is deze er door gekweld, gesard, niet ontroerd in dien zin dien wij aan dat gevoel gewoon zijn te geven in verband met melodrama's, maar verstandelijk geboeid, overmeesterd.

Men zoekt. Eerst wil men de hand leggen op de akte van overlijden van Ponza's eerste vrouw. Nutteloos. Het dorp, van waar het bizarre drietal komt, is verwoest door een aardbeving. Dan ligt de groote definitieve methode voor de hand : de confrontatie der beide "gekken" in aanwezigheid van getuigen. Dit gebeurt in het bureau van den secretaris-generaal. Indrukwekkend is het oogenblik als Ponza zijn binnentredende schoonmoeder met angstigen twijfel bekijkt. De omstaanders volgen de minste zijner bewegingen. Ineens breekt woede in hem los; hij schreeuwt, hij huilt, slaat woest met zijn armen, gaat te werk als een bezetene tegenover het bevende oude vrouwke, dat hij ten slotte vastneemt en werkelijk buitengooit. Stilte. De aanwezigen weten nu wie gek is. Ponza echter blijft aan de deur staan ; alle geweld is in hem gestild; nog hijgt hij, excuzeert zich tegenover de dames en heeren wegens deze onverkwikkelijke scène; hij heeft namelijk voor gek gespeeld, omdat hij de illusie van zijn schoonmoeder niet breken wou.

En wij vernemen de bittere stem van Laurent Landisi : "Et voila, mesdames et messieurs, où est la vérité ?". Doek.

In het derde bedrijf wordt ons eerst nog eens getoond hoe alle opzoekingen vruchteloos bleven. Alle opgevischte getuigen denken dit, veronderstellen dat. Niemand wéét. Het laatste middel moet thans aangewend: de vrouw zelf, om wier identiteit het gaat, moet door den prefect van het stadje worden ondervraagd. Het toeval wil dat de drie personen samenkomen in het bureau van Agazzi. Gespannen tooneel. Madame Frola wil haar dochter omhelzen maar Ponza breekt los, schreeuwt "Ce n'est pas ta fille !". De gesluierde vrouw blijft in dezen storm roerloos als een beeld. De twee "gekken" strompelen weg, want de illusie, waarop zij hun leven hebben gebouwd, ligt aan scherven. De vreemde vrouw wordt omringd door het gezelschap. Angstig luidt de vraag : "Wie zijt gij dan ?" en het antwoord van Pirandello in den mond dezer onwezenlijke verschijning is angstiger dan welke vraag ook. De gesluierde dame zegt: "Ik ben én de dochter van Madame Frola én de tweede vrouw van mijnheer Ponza. Ik ben niemand. Ik ben degene die men denkt dat ik ben !"

... waarop de lach weerklinkt van Laurent Laudisi en diens wóórd herhaald wordt: "Eh bien, mesdames et messieurs , où est la vérité ?"

Toevallig las ik vandaag in de "Navolging Christi" : "Zalig hij, die geleerd wordt door de waarheid zelve, niet door figuren en voorbijgaande woorden, maar zoo gelijk zij in haar zelve is. Onze rede en onze zinnen zien niet verre en bedriegen ons dikwijls.

Waartoe dient al dat getwist over geheime en duistere dingen, over welker onkundigheid wij in het oordeel niet zullen gestraft worden ?

Het is een groote dwaasheid dat wij het nuttige en het noodzakelijke verzuimen, om ons nieuwsgierig bezig te houden met schadelijke zaken. Wij hebben oogen, en zien niet."

De vertolking was briljant. Het is een wonder hoe Pirandello het gedaan krijgt om zijn abstract gegeven in zulke aanneembare realiteit uit te werken. Wij twijfelen geen oogenblik aan de echtheid van de personages, woorden en toestanden. En de omkleeding in het "Théâtre du Marais" knoopte hierbij aan, daar namelijk was afgeweken van de meestal in dat theater gehuldigde vereenvoudigde ensceneering en ons een burgerlijk salon werd vertoond waarin het "Théâtre du Parc" gerust Dumas kon spelen.

Het spel was een perfectie, ook al misten wij Delacre en Florencie in de bezetting. Alle artisten onderlijnden in "Chacun sa vérité" de bitterheid van den auteur, het paradoksale van het gebeuren, werkten het drama op tot een fel gekleurd levensbeeld, waarin niet het minst de geestige humor van den dialoog tot zijn recht kwam. De gesprekken waren een vuurwerk. De geweldige tooneelen, waarin de beide "gekken" in botsing kwamen, waren van een ongewone tragische kracht. Ik kan niet ééne vergissing aanduiden.

4.11.24.

Voor de bespreking van "Eergierigheid", een ander werk van Pirandello, zie het tweede hoofdstuk.


Items that may be related to this text

  1. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Luigi Pirandello : "... 1924-10-15
    Cosi e se vi pare • Eergierigheid • pirandello • Koninklijke Vlaamsche Schouwburg, Brussel • Théâtre du Marais, Brussel • (date-year) 1924 • Luigi Pirandello • (author) Willem Putman
  2. ◼◻◻◻◻ Anon.: Pirandello in den Vl... 1924-10-09
    Eergierigheid • (date-year) 1924 • Luigi Pirandello • Koninklijke Vlaamsche Schouwburg, Brussel
  3. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Luigi Pirandello : "... 1925-03-26
    Théâtre du Marais, Brussel • Luigi Pirandello • (author) Willem Putman
  4. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Claude-Roger Marx : ... 1924-11-30
    (date-month) 1924-11 • (date-year) 1924 • Luigi Pirandello • (author) Willem Putman
  5. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Tchapek : "R.U.R."... 1925-05-12
    (author) Willem Putman • Théâtre du Marais, Brussel • Koninklijke Vlaamsche Schouwburg, Brussel
  6. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Henry Soumagne : "Ba... 1924-03-04
    vrouw • Théâtre du Marais, Brussel • (date-year) 1924 • (author) Willem Putman
  7. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Tristan Bernard : "L... 1926-01-02
    (author) Willem Putman • Théâtre du Marais, Brussel • Koninklijke Vlaamsche Schouwburg, Brussel
  8. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Tschapek : "R.U.R."... 1924-11-18
    (date-month) 1924-11 • (date-year) 1924 • (author) Willem Putman
  9. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Odilon-Jean Périer ... 1925-02-28
    Théâtre du Marais, Brussel • Luigi Pirandello • (author) Willem Putman
  10. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Felix Timmermans en ... 1925-09-27
    oogenblik • Théâtre du Marais, Brussel • (author) Willem Putman