EEN RUSSISCH DICHTER AAN DE VLAAMSE KUST III

Karel Van de Woestijne, 1921-08-26


Source

N.R.C, 1921-08-26


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◼◻◻ Karel Van de Woestijne: EEN RUSSISCH DICHTER... 1921-08-24
  2. ◼◼◼◻◻ Karel Van de Woestijne: EEN RUSSISCH DICHTER... 1921-08-27
  3. ◼◼◻◻◻ Karel Van de Woestijne: EEN RUSSISCH DICHTER... 1921-08-25
  4. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: FOLKLORE II... 1925-08-25
  5. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: Tooneel te Brussel... 1921-06-27

EEN RUSSISCH DICHTER AAN DE VLAAMSE KUST III

Oostende, 26 Augustus.

"Het belet hem niet, dichter te blijven." Aldus mijn Russische dichter. En hij zegt verder: "Poëzie immers is onverdelgbaar, zooals elke slechte gewoonte. De dichters zijn dus dichters gebleven. Slechts zeer enkelen zijn uitgeweken. Geen enkele, Goddank, die gestorven is; al had dit nu ook best kunnen gebeuren, vanwege den grooten honger, bijvoorbeeld. Zoodat op dit oogenblik Rusland honderden dichters telt, - meer zelfs dan vóór de crisis, en zij allen blijven verzen schrijven, onverwoestelijk bezeten, als zij blijven, van den daimoon der poëzie.

"Natuurlijk moeten zij, bijna even-natuurlijk, eten - al houdt niemand zoolang het vasten uit als een dichter. De helft nu der dichters eet betrekkelijk beter, zooals ik reeds zei, dan de andere niet-dichtende menschen; die helft namelijk krijgt het kunstenaarsrantsoen, dat men in Rusland het "akademisch rantsoen" noemt. De andere helft legt, tot het veroveren van het dagelijksche brood, al de listige scherpzinnigheid aan boord waar een mensch getuigenis van pleegt af te leggen, als de schapraai ledig is. Zoo hebben sommige dichters boekencoöperatieven geopend. Anderen hebben een kroeg, waar ze's avonds aan de stamgasten hunne verzen voordragen, hetgeen doorgaans hun bestaan verzekert. De meesten zijn trouwens, van hoogerhand gedwongen, ambtenaar geworden, enkele uren daags. Zij zetelen in allerlei comité's: letterkundige, artistieke, vooral theatrale. Hun werk bestaat in het gaan voorlezen, in scholen of voor vergaderingen, van gedichten: hunne eigen en die van den verleden tijd; ofwel richten zij tentoonstellingen aan; ofwel kiezen zij de stukken uit, die het in de diverse schouwburgen het best zullen doen. Ik-zelf (aldus mijn Russische dichter) ben eerst voordrager geweest; daarna maakte ik deel uit van het comité der kindertooneelen. Gelukkig zijn er niet veel kindertooneelen, en is het repertoire beperkt. Mijn werk bestond in het roosteren, een paar uren daags, van sigaretten in gezelschap van een paar vrienden die met eenzelfden arbeid belast waren. De sigaretten waren slecht, duur, en moeilijk om te krijgen. Maar het werk viel nogal mee. En ik had de zekerheid, iederen eerste-der-maand met een kleine slede om mijn rantsoen, plus een extrarantsoen, te mogen rijden; waarbij ik mij eveneens een uitstekend ambtenaar betoonde.

"Zulk bestaan, waarvan men zich nu vooral niet moet gaan inbeelden dat het één gelukzaligheid was, maar dat dan toch in alle betrekkelijkheid draagbaar kon heeten, liet mij, als meest al mijne collega's in de dichtkunst, toe, egoïstisch onbezorgd verzen te blijven schrijven. Veel is daartoe niet noodig; "ce qu'il faut pour écrire" is niet zoo heel gewichtig. Nochtans is het niet zoo heel gemakkelijk te krijgen. Nergens is de papiernood zoo nijpend als te Moskou, bijvoorbeeld. De regeering geeft er weliswaar een eigen kunsttijdschrift uit, dat ten zeerste verzorgd mag heeten. En dan zijn daar ook de kranten, - meer dan noodig. Maar dat juist belet den particulier, zich, zelfs tegen hoogen prijs (men goochelt met millioenen roebels) papier, zij het dan ook van de slechtste kwaliteit, aan te schaffen. De verovering van enkele zijdjes schenkt dan ook meestal eene intellectueele emotie, zooals men die in het overige Europa niet kent. De papier-schaarschte is aldus een bron van aandoeningen, waar de dichters niet ondankbaar voor zijn. Zij kennen trouwens heel wat andere gewaarwordingen die hunne Westelijke confrères moeten ontberen. En dat voedt de Russische dichterschap nog veel beter dan brood.

"Daarentegen mangelt het hun nochtans aan echt voedsel, dat zij best konden gebruiken: aan boeken uit het buitenland. Sedert het Sowjet-regiem kanen geen buitenlandsche boeken in Rusland meer binnen, geen literaire althans. Te Moskou weet men nagenoeg wat, politisch, in de wereld gebeurt. - Doch het is helaas niet uit de redevoeringen van Briand of van Lloyd George dat men te weten komt wat Anatole France of Galsworthy in den laatsten tijd praesteerden. Trouwens, naar France noch naar Galsworthy gaat eigenlijk de belangstelling, maar naar de jongste gebeurtenissen op het gebied der literatuur. In Rusland is de drift naar het nieuwe altijd groot geweest: de voorlaatste generatie heeft, meer dan in welk land ook het geval was, gedweept met het Fransche symbolisme; zelfs de geringste dichter van deze richting werd in Rusland vertaald en druk gelezen. Want Rusland leeft van literaire koorts, en er wordt misschien nog meer vertaald dan in Duitschland. Toen dus de revolutie uitbrak, waren wij nog heel goed op de hoogte van de literatuur, inzonderheid de Fransche, tot en met de jongste, reeds geëvolueerde vertegenwoordigers van het symbolisme, een Guillaume Apollinaire, bijvoorbeeld, en een André Salmon. Doch, daar werd ineens alles stop gezet, en wij - het dient erkend - die gaarne op invloeden teerden en er rond voor uitkwamen, wij waren ineens, zonder de minste perspectief, aan onszelf overgeleverd.

"Ik kan u geruststellen: het is ons niet zoo heel slecht bekomen. Zonder ijdelheid, zonder valsche nederigheid ook, kan ik u zeggen, dat de Russische poëzie thans een eigen ontwikkeling oplevert, die weergaloos is. Het probleem der gemeenschapskunst is er opgelost door den macht der omstandigheden, en niet door de moedwillige verzuchtingen van enkelen. Er is beters: waar in het overige Europa de vorm opzettelijk anarchistisch is, hebben wij in Rusland het uitheemsche "vers-librisme" achter den rug. Wij probeeren van onze gemeenschapspoëzie eene werkelijk-klassieke poëzie te maken. Daar is men in Frankrijk, in Duitschland, in Engeland nog niet aan toe. Toen, een paar jaar geleden, in eene Letsche of Baltische of Ukraïnische diplomatieke valies een paar nummers - de eenige, die wij ooit ontvingen! - van een Fransch tijdschrift werden binnen gesmokkeld, waarin wij een artikel van Gleyzes konden lezen over Dadaïsme, toen was dat voor ons, literatoren, een kleine revolutie in de groote.... waarbij de groote haast vergeten werd. Het was of ons een nieuwe wereld geopend werd, - een geheimzinnige wereld, waarbij de onze niet meer bestond. Toen ik echter voor enkele maanden in Frankrijk belandde en er, met eene gretigheid, die gij, na onze vier jaar intellectueelen hongersnood, wel begrijpen zult, naar de nieuwere literatuur greep, toen.... mijne Fransche vrienden mogen het mij niet ten kwade duiden, maar - ik was ontgoocheld: wij, alleengelaten Rusland, hadden het op ons onbewoond geestelijk eiland beter gedaan...."

"Al is en blijft in het tegenwoordige Rusland het uitgeven al bijzonder lastig, zooniet geheel onmogelijk. Er is, het spreekt van-zelf, naast zoovele ambten een officieel literair regeeringsambt. En dat ambt betaalt zeer gereedelijk tegen contante speciën elk verteerbaar handschrift dat wordt aangeboden. Want het spreekt eveneens van-zelf dat de Staat de uitgeverij wenst te monopoliseeren. Van die uitgeverij komt intusschen niet heel veel terecht. Er is immers de administratieve traagheid, inhaerent aan elk Staatsbedrijf. Er is ook, dat de officiëele belangstelling in literatuur, hoe goed ook bedoeld, moet onderdoen voor de politiek en het beheer der legers. Er is eindelijk.... de papiernood. Zoodat de dichter, die zijn handschrift aan den Staat verkoopt, het gevaar oploopt zijn werk nooit gedrukt te zien. - Doorgaans ziet hij dan ook van het gouvernementeele manna af, en zoekt hij het eene of andere middeltje uit om zijn schrift omgezet te zien in mooie drukletters. Men probeert de toelating tot drukken te bemachtigen (er zitten heel wat vriendjes in de bureelen): men sluit een koopje met het typographisch comité of laat zijn manuscript reizen naar eene verafgelegen provincie waar het toezicht minder streng is. En zoo komt het dat, niettegenstaande alle mogelijke enn onmogelijke stokken in de wielen, verleden jaar meer dan honderd bundels verzen van de Russische persen zijn gekomen.

"Maar er bestaat een middeltje, dat alle stokken-in-de-wielen ontgaat of breekt: dat is de vermenigvuldiging van het handschrift bij middel van.... het handschrift. Waar de boekdrukkunst onmogelijk wordt, wordt ze eenvoudig genegeerd. De dichter, zijne vrouw, zijne vrienden, waaronder schilders die rijk zijn aan versieringszin, schrijven de verzen zorgvuldig en soms luisterrijk over. Zulke handschriftelijke bundels worden in de "magazijnen der dichters" - de coöperatieven waarover ik het had - verkocht, soms tegen groot geld. En de dichter wordt gelezen: het eenige wat voor hem belang heeft. - Trouwens bestaat sedert korten tijd de kans, uitgegeven te worden in het buitenland, waar zich Russische uitgevers bevinden. Doch, daarvoor moet men zich-zelf, of althans zijn werk, zien buiten te smokkelen. En gemakkelijk gaat dat niet.

"Gij kunt uit dit alles den tegenwoordigen status van den dichter in het Rusland der Sowjets afleiden. Schitterend is hij niet: het spreekt van-zelf. Maar dragelijk is hij toch, omdat hij den dichterlijken arbeid zoogoed als onbezorgd toelaat. Zelfs een zekere vrijheid van opinie is niet uitgesloten: er leven in Rusland tsaristische dichters, die lucht geven aan hunne praerevolutionaire gevoelens, en daardoor geen of weinig last lijden. Wat zijn immers een paar dagen oponthoud in de tsheka? Men went aan alles. Vooral als men in zijne overige, vooral geestelijke, gewoonten niet al te grondig wordt gestoord.

"Voor sommigen blijkt die stoornis niet in de minste mate te bestaan. In 1920 ontmoette ik een dichter die zoozeer in zijn dichterschap verzonken was, en dien men er al den tijd der revolutie zoo weinig geplaagd had, dat hij mij met de grootste argeloosheid der wereld kon vragen: "Wie toch is die Lenin waar ik zoo dikwijls over praten hoor?" - Deze dichter is natuurlijk een unicum. Dat unicum is echter in het revolutionaire Rusland nog mogelijk, en - nietwaar dat zooiets toch nogal merkwaardig is?"....

N.R.C., 31 Augustus 1921.


Items that may be related to this text

  1. ◼◼◼◻◻ Karel Van de Woestijne: EEN RUSSISCH DICHTER... 1921-08-24
    (date-month) 1921-08 • poëzie • (author) Karel Van de Woestijne • russische • Guillaume Apollinaire • rusland • (date-year) 1921 • dichter
  2. ◼◼◼◻◻ Karel Van de Woestijne: EEN RUSSISCH DICHTER... 1921-08-27
    (date-month) 1921-08 • poëzie • (author) Karel Van de Woestijne • russische • verzen • rusland • (date-year) 1921 • dichters • dichter
  3. ◼◼◻◻◻ Karel Van de Woestijne: EEN RUSSISCH DICHTER... 1921-08-25
    (date-month) 1921-08 • (author) Karel Van de Woestijne • russische • rusland • (date-year) 1921 • dichter
  4. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: FOLKLORE II... 1925-08-25
    (author) Karel Van de Woestijne • hunne • tijd
  5. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: Tooneel te Brussel... 1921-06-27
    (date-year) 1921 • (author) Karel Van de Woestijne • André Salmon • hunne
  6. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: KUNST EN VOLKSLEVEN ... 1926-07-22
    (author) Karel Van de Woestijne • tijd
  7. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: VACANTIEKRABBELS IV... 1923-07-31
    (author) Karel Van de Woestijne • hunne
  8. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: HERMAN TEIRLINCK EN ... 1921-05-29
    (date-year) 1921 • (author) Karel Van de Woestijne • hunne
  9. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: LETTERKUNDIGE PRIJZE... 1922-03
    (author) Karel Van de Woestijne • dichters • dichter
  10. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: MUZIEK TE OOSTENDE I... 1921-07-26
    (date-year) 1921 • (author) Karel Van de Woestijne