EEN RUSSISCH DICHTER AAN DE VLAAMSCHE KUST I

Karel Van de Woestijne, 1921-08-24


Source

N.R.C, 1921-08-24


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◼◻◻ Karel Van de Woestijne: EEN RUSSISCH DICHTER... 1921-08-26
  2. ◼◼◻◻◻ Karel Van de Woestijne: EEN RUSSISCH DICHTER... 1921-08-25
  3. ◼◼◻◻◻ Karel Van de Woestijne: EEN RUSSISCH DICHTER... 1921-08-27
  4. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: EEN TOONEELVERTOONIN... 1921-11-25
  5. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: Muziek te Brussel II... 1921-06-23

EEN RUSSISCH DICHTER AAN DE VLAAMSCHE KUST I

Oostende, 24 Augustus.

Laat het, zoo u dat genoegen kan doen, - laat het gelden als een symbool, dat ik de nieuwere Russische poëzie zou bereiken langs verwoeste streken.... Het symbool houdt trouwens heel goed stand. Het is het natuurlijk gevolg van ongezochte omstandigheden. Het is noch vooropgezet, noch bij de haren gesleurd naar het voetstuk waar het, onvermoed, op te staan komt. En het is in de eerste plaats onverwacht, zelfs voor mij. Onverwacht, als de aanleiding die het schept.

Stelt u voor dat ik, drie weken geleden, in een Fransch-Belgisch tijdschrift, een opstel lees over de Russische poëzie onder Sowjet-beheer. Het lijkt wel wat oppervlakkig: het is niet meer dan een brief, eene beknopte mededeeling; het boeit mij echter om twee redenen. De eerste reden is, dat ik van Russische poëzie in het algemeen, ook van deze der praerevolutie maar heel weinig afweet. Iedereen in West-Europa kent den Russischen roman: Melchior deVogué heeft hem aan de Fransch-sprekende landen geopenbaard, als juist mijne generatie tot bewustzijn kwam, en die generatie heeft ervan genoten, en eraan geput, als aan geen andere bron; uit Rusland is een licht gekomen, dat, in de jaren 1890, aan het toenmalig-heerschend geestelijk anarchisme het eenig-echte houvast heeft gegeven en aan den omwentelingsgeest dier dagen den onontbeerlijken grondslag van liefde schonk. Wat echter wisten wij van Russische zuivere poëzie, edert Poesjkin en Lermontov? Poëzie is onvertaalbaar: ik beken, dat ik aan zelfs de geciteerde dichters nooit veel heb gehad, in de Fransche en Duitsche vertalingen, waarin ik heb getracht ze te benaderen.

De tweede reden waarom ik het opstel in het Fransch-Belgisch tijdschrift met zulke gretigheid las, is juist dat het er ging om de poëzie der laatste vier jaar, in het Rusland der Sowjets. Zij, die in de jaren 1890, reeds hierboven gemeld, brandden van de omwentelings-idee, die thans, in het oude Tsarenrijk, eene zoo hachelijke werkelijkheid is geworden, hebben zich sedert lang en meer dan eens afgevraagd wat van de kunst kon geworden in een communistischen staat. Wat zou de dichter zijn in de gemeenschap der absolute gelijkheid? Het heeft, onder meer in "Van Nu en Straks", eene heele rij opstellen uitgelokt, die doorgaans zeer optimistisch waren, omdat, vermoedelijk, de theoretisch-anarchistische stellers ervan juist wel eenige ongerustheid gevoelden. Want artisten zijn nu eenmaal egoïsten, en onder de verschrikkelijkste. En tevens behooren zij, meer dan de felste kapitalisten, meer dan de ergste proletariërs, tot een "stand". Voor niemand is het begrip "stand" zoo levendig, zij het onbewust, dan voor den kunstenaar; bij niemand is de strijd om stand-behoud zoo heftig. Het is een haast physische hoogmoed, die onverwoestelijk is, te leven van den Rythmus, die is vader der kunst, en te mogen leven als een gelijke met al dezen die den Rythmus erkennen als den grondslag van hun bestaan. Zoodra tot het bewustzijn gekomen, dat men inderdaad voor dezen cultus rijp is, verliest men lengerhand, en met steeds stijgende vreugd, het vermogen tot onderscheid tusschen de andere bestaande maatschappelijke lagen. Men is een dichter, tusschen deze prinses en genen handarbeider. Men behoort tot eene orde; zij zal niet ophouden te bestaan zoolang de werelden om elkander wentelen en de zee niet is verstard tot graniet.

Nu was de vraag: wat is overgebleven van het mooie getheoretiseer over de kunst der vrije gemeenschap, (titel van een opstel in Van Nu en Straks), nu die gemeenschap, in de jaren 1890 gedroomd, eene zoo afschuwelijke werkelijkheid is geworden? Het opstel in het Fransch-Belgisch tijdschrift bracht het antwoord: dat antwoord was bemoedigend.... omdat dichterschap nu eenmaal de zee is die geen graniet kan worden.

De poëzie was dus in Rusland niet dood. Beter: ik zou weldra van haar leven een.... sprekend, ik bedoel een lichamelijk, een vleesch-geworden bewijs ontmoeten.

Want toen ik, kort na bewust opstel in het Fransch-Belgisch tijdschrift gelezen te hebben, erover sprak, te Oostende, met een vriend van mij, maakte deze mij bekend, dat de Russische steller ervan voor het oogenblik leefde in een klein badplaatsje van de Vlaamsche kust, waar hij zeer genaakbaar was en ons ongetwijfeld gaarne ontvangen zou. Hoe hij daar gekomen was? Om welke redenen hij zich daar bevinden kon? Om het even, en - wat ging het ons aan? Wij hebben met Russische politiek niets te maken, wij egoïstische stand-bewuste kunstenaars. Het eenige wat van belang was: een Russisch dichter te zien (met trouwens eene vrouw die eene Russische schilderes is), die ons overtuigen zou, eens te meer, dat zelfs in de ellendigste omstandigheden kunst onverwoestelijk is - hetgeen wij wisten, - en ons mededeelen, welke de aard is van de kunst die thans in Rusland bloeit - hetgeen wel de moeite om het reisje waard was.

En dat reisje ondernamen wij, mijn vriend en ik.... door verwoeste streken. Een aemechtig stoomtrammetje voerde ons, anderhalf uur, door dat symbool. En, om daar nu eens in het voorbijgaan van te spreken, nu de gelegenheid zich voordoet: het gaat er, dat symbool, bijzonder bemoedigend uitzien; het getuigt van een levenskracht, die wij wel kenden, doch waarvan de bevestiging steeds is als een aaiken aan de eigen ijdelheid.

De verwoeste streken waarvan spraak, dat is eenvoudig het Belgische front, het Westelijke uiteind van het roemrijke IJzer-front, dat, ten Westen van Oostende, met de zee een rechthoek teekent. Dat front wordt nog steeds druk bezocht: gansch Engeland heeft het gezien, en Zondag komen officieele Amerikanen, na duizenden niet-officieelen.

Welnu, zoo er nog zijn die het niet hebben aangedaan, dan zullen ze zich moeten haasten. Want, zoo hier nog heel wat aan den oorlog herinnert, dan is dat nog slechts voor korten duur. Reeds heeft zoogoed als overal dit jaar het koren goud-glanzig gewuifd over een bodem die, centimeter aan centimeter door schroot en kogels, door bommen en houwitsers doorwoeld, voor goed dood heette te zijn.

Men ziet, in de duinen waar het puffende treintje doorheen rijdt, nog steeds het duizendvoudig warnet van den verroesten prikkeldraad; doch te Westende, waar de ellende nog bijzonder pijnlijk aandoet want aan heropbouw is nog weinig gedaan en fleurig ziet het kleine stadje er voorloopig niet uit - te Westende.... was het zoowaar kermis. Visschers en boerinnen, die alles verloren hebben behalve hun Zondagsche pak, stapten met bewuste deftigheid tusschen de brokkelige muren die de verwoesting, als met opstaande schotten, rechthoekig in vakken deelen. Br waren niet veel huizen meer: er is een paardekensmolen.

Hetzelfde krakende trammetje voert u door misschien het allerpijnlijkste bewijs-van-oorlog: op de klingen en hun ijzeren gras, de bosschen van berken en lorken. Alle zijn tot op manshoogte geknot, puntig afgebroken; zij zijn gevild tot op het doode, grijze hout, dat door regen en zon is gekeend; slechts heel zelden schiet daar een takje uit en wiebelen er wat groene blaadjes: daar, waar een stukje schors zich als het leven-zelf aan een stam, een ten doode toe gemartelden tak, heeft vastgeklampt, dan is dat blijk van bestaans-bestendigheid, van wil der natuur, diep ontroerend. Wat trouwens de oorlog niet heeft gedaan, wordt door den na-oorlog als eene noodzakelijkheid uitgevoerd: tot rooiing van dit hout, dat nimmermeer bloeien zal, heeft men het mos aan de hoog-uitrijzende wortelen der doode boomen in brand gestoken; het vuur doet er eene onderaardsche vernielingsreis; men merkt er niets van dan een diaphanen rook - een blauwen, lagen herfstmist over de verkoolde zwarte aarde en dan de stiklucht, den bitteren pestgeur, die u bij de keel vat. Hetgeen minder aangenaam is. Maar tusschen die vermoorde boschjes in, waar doorheen nog steeds haastige soldaten loopen met hakkende houweelen, daar rijst, zie, als een lachende houtvestershut uit de Ardennen, het "Grand hotel des Alliés, chez Céline, Volailles, Gibiers", met eene geschilderde vingerwijzing naar een bordje: "La patisserie est ouverte". Wat verder: een domkerk, gebouwd uit sardineblikjes, - neen, uit plaatijzer dat, uit mimetisme, de golving der naast-gelegen zeebaren cubistisch nabootst.

En naderen wij, tusschen eveneens-golfijzeren hoevetjes, waarnaast schoone paarden den ploeg trekken door de aarde die weldra het zaad ontvangt voor toekomstige oogsten -, mijne brave, levensbewuste Vlaamsche boeren en broeders! -, en aan wier houten drempel, onder de vurige geraniums van het lage, vierkante vensterkozijn, de vier-hennen-en-een-haan pikken, die koningin Elizabeth schonk aan eiken landbouwer van deze streek: - naderen wij, zeg ik, het oude Vlaamsch-Spaansche Nieuwpoort, dat ter diepste diepte werd uitgeroeid, doch waar thans de oude visschershaven naar moderne eischen wordt verlegd en waar eene gansch-nieuwe stad wordt aangelegd, zij het voorloopig in hout, met den trots eener toekomst die vaarwel wil zeggen aan het verleden, hoe schoon dat verleden ook was; - naderen wij (derde koepiet van deze ode), naderen wij en rijden wij door Nieuwpoort, ditmaal en ten tweeden male wél genoemd, dan stokt eene geweldige emotie in onze keel. En wij denken aan eene anecdoot van Guillaume Apollinaire, in zijn laatste werk "La femme assise", dewelke anecdoot een nieuw symbool ent op het symbool dezer verwoeste streken die ons leiden naar eene nieuwere en ongehoorde poëzie.

Apollinaire vertelt hoe de schilder André Derain - éen der jongere Fransche meesters - verlof kreeg onder den oorlog, te gaan teekenen in de puinen van Champagne, zijne geboortestreek. Diep ontroerd, nadert hij het eigen geboortedorp, en hij vermag het niet, het te erkennen. Waar al de huizen en hoekjes - het Renaissance-kasteeltje, het bosch, het huis der ouders, - waar hij zichzelf en het leven bewust werd? De oorlog heeft nieuwe banen geopend over het totaal-verwoeste gebied; hier is een groote vijver ontstaan uit naast elkander liggende bomkuilen; heel de topografie der streek is gewijzigd. En de schilder beklautert eene hoogte. Van daaruit overziet hij het landschap, dat het oude landschap niet meer gelijkt. En vol piëteit gaat hij van dat pijnlijk-nieuwe eene teekening maken, in memoriam. Doch waar hij, weer in het dal gekomen, zijn vrome schets beziet, met de nieuwe rechtlijnige wegen, den nieuwen vijver, den ganschen nieuwen aanleg die gevolg zijn van de verschrikkingen van de noodwendigheid: daar heeft hij, als eene hallucinatie, vóór zich, uit zijn machinaal-nauwgezet potlood, een volkomen beeld van de toekomst dezer streek, die hij zoo lief had omdat het zijne geboortestreek was, maar die, ten gevolge van den oorlog, schóóner lijkt te zullen worden.

Er is geen baring zonder smart. Ik hield van het oude Nieuwpoort als van weinige oorden op mijn geboortegrond. Ik ben geweldig ontroerd geweest bij het nieuwe, voorloopig-houten Nieuwpoort met zijne Neurenberg-speeldooshuisjes der "Fochlaan".

N.R.C., 27 Augustus 1921.


Items that may be related to this text

  1. ◼◼◼◻◻ Karel Van de Woestijne: EEN RUSSISCH DICHTER... 1921-08-26
    (date-month) 1921-08 • poëzie • (author) Karel Van de Woestijne • russische • Guillaume Apollinaire • rusland • (date-year) 1921 • dichter
  2. ◼◼◻◻◻ Karel Van de Woestijne: EEN RUSSISCH DICHTER... 1921-08-25
    (date-month) 1921-08 • (author) Karel Van de Woestijne • russische • rusland • (date-year) 1921 • dichter
  3. ◼◼◻◻◻ Karel Van de Woestijne: EEN RUSSISCH DICHTER... 1921-08-27
    (date-month) 1921-08 • poëzie • (author) Karel Van de Woestijne • russische • russisch dichter • rusland • (date-year) 1921 • dichter
  4. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: EEN TOONEELVERTOONIN... 1921-11-25
    (date-year) 1921 • (author) Karel Van de Woestijne • leven • kunst
  5. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: Muziek te Brussel II... 1921-06-23
    (date-year) 1921 • (author) Karel Van de Woestijne • oude
  6. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: HERMAN TEIRLINCK EN ... 1921-05-29
    (date-year) 1921 • (author) Karel Van de Woestijne • kunst