Als meisjes Vondel spelen

Willem Putman, 1937


Source

Willem Putman, Tooneel-groei (1928-1938). Antwerpen: Globus-uitgaven, 1938, pp. 176-179.


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: De Lucifer van Joris... 1937
  2. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: De Lucifer van Johan... 1937
  3. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Modernistische exper... 1937-11-14
  4. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: "Hamlet"... 1927-10-10
  5. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Vondel en Verschaeve... 1938

ALS MEISJES VONDEL SPELEN....

...Daar schuift het rood-purperen doek van den Kortrijkschen stadsschouwburg uiteen, en een zilveren wereld bloeit voor ons open. Er waait ons een windje toe als van een witten Zondag in Mei, vol lentebloesems. Maar ook de adem van het grootsche beeft over dit zoo simpel tooneelbouwsel. In den achtergrond wijzen twee, drie kringen de wijdsche ruimte aan. In het midden, als een van diamanten volbezette gordel, schittert een melkweg van myriaden sterren. Rechts en links dan nog eenige fijn gewelfde portieken, die leiden moeten naar andere hemelsche zalen -- en in het midden de groote nimbus van goud, waarachter het licht der onzichtbare Godheid af en toe klatert in een haast verblindenden glans of wegdoezelt in warme purperen avondtinten...

In dit «lumineuse» kader het gespeel der witte en zilveren en gouden meisjes. En het gewiek van Vondel's vers dat hier fladdert als een vlucht duiven. Ongetwijfeld -- wat gij «ziet» zal in deze vertooning verreweg overtreffen wat gij «hoort». Ik denk er overigens niet aan mij hier te begeven aan een omstandige beschouwing... maar één ding zou ik u willen laten aanvoelen : de charme, de zuivere onverwachte en bijwijlen haast verrukkelijke charme, die van dit voornaam en dartel gespeel uitging. Ik zeg opzettelijk gespeel, en niet spel. Het tragisch accent gaat hier overigens voor een groot deel te loor. Ligt het aan de jong-vrouwelijke bezetting, die een hoofdzakelijk vrouwelijke opvatting heeft opgedrongen en den regisseur, Herman Van Overbeke, er toe aanzette dit drama vooral rhythmisch te doen «dansen» ? Gij moet hier heel zeker geen «sterk theater» zoeken. En gelukkig maar dat zulks niet werd betracht! Dan zouden we vervallen zijn in een hollen en pathetisch verwrongen toon, waarvan wij nu nagenoeg totaal zijn gevrijwaard gebleven.

Ik weet het wel -- men kan tegenover dit alles een zekere weerbarstigheid betoonen, en weigeren in deze «witte» atmosfeer binnen te treden. Het is niet mijn standpunt geweest. Ineens stond daar, op wonderbare wijze, die zilveren wereld vol lieve blanke kostschoolmeisjes met goudgebronsde armen en voeten, en een weelde van prachtig blond en zwart kroezelhaar. Zij zijn als ongemerkt opgedaagd, uit het licht geboren. En daar trilt haar gebed als een geruisch van vlerken.

Ga u niet bedriegen. Deze spontaneïteit is tot op een centimeter na bestudeerd. Dit golvend nauwelijks merkbaar verschuiven en verglijden is net zoo ingewikkeld als de moeilijkste ballet-pasjes, en hier raadt ge onmiddellijk de gracieuse maar strenge leiding van Elza Darciel. Het is juist haar groote verdienste dat zij dezen schijn van candiede ongekunsteldheid vermag te wekken. Zijn wij op den zonnigen binnenkoer van een of andere bewaarschool, waar blonde kinderen stoeien in onverholen maar hier zoo netjes beheerscht jolijt ? Wij denken aan de reien maagdekens, die in de processiën door de Vlaamsche landouwen kronkelen. En de kadans van het vers -- monotoon, af en toe eerder geprecipiteerd, maar angstvol gelijkluidend -- doet mij denken aan dat opzeggen van catechismuslessen van schoolkinderen op den buiten, wanneer in broeiende zomernamiddagen de schoolvensters openstaan en de wandelaar dit naieve gezoem opvangt als iets dat denken doet aan bijen en bloemen, en in elk geval doordrenkt is van de zuiverste poëzie.

Oh, ik weet het wel -- ge moet daar niet te lang naar luisteren. Wil vooral het beeld der landelijke school niet te letterlijk opnemen. Hier was dit eenigszins automatisch opzeggen -- men denkt ook al eens aan een heele étalage sprekende poppen -- op een hooger plan gerukt; en hier zong het blonde tooneelbeeld een lied mee, het ragfijne lied van roode mondjes die openwelkten als bloemkelken, van rankende armen en trillende vingers, en van al die weelderige haartooien, waarin het licht speelde als in zeeschuim of in vlokkige wolkjes.

Deze naïeve charme is het, die mij deze vertooning deed lief krijgen -- maar dan «lief» zooals mij zelden is gebeurd, «lief» genoeg dat ik ze verdedigen wil, al weet ik niemand die ze aanvalt en al zie ik zelf zeer goed de tekortkomingen er van. Ik zal niet rol na rol individueel onderzoeken, al kan er ook lof gezeid van meer dan eene persoonlijke prestatie -- zoo Lucifer zelf, hoewel bestendig in denzelfden, hooggespannen toon gehouden wat noodgedwongen eentonig werd, maar toch indrukwekkend ; zoo Rafaël, de meest melodieuze stem van het ensemble en wat voor een fragiel zilveren Tanagra-figuurtje ! -- maar het stuk leefde vooral in de reien, in die samengegaarde schaar van tachtig frissche meisjes die het heele drama mede beleven, angstig zich versluieren bij Lucifer's eerste verzet, dapper het schild opnemen bij Michaël's eersten wenk, om dan ook in ontroerend samenvoelen rond Rafaël te knielen in een laatste bevend gebed, dat dan alweer groeit tot een van de lillende hoogtepunten der dramatische handeling.

Verder was nog een experiment van anderen aard aan deze interpretatie verbonden. Waar men gewoonlijk den Lucifer besluit met den jubelzang na Uriël's verhaal

« Nu zingt de Godheid lof... » heeft de regisseur Van Overbeke dezen keer ook het verdere verloop van het drama -- namelijk het verhaal van Adam's val door Gabriël -- laten volgen met het ontroerend besluit, dat vervat is in een huiveringwekkend eindkoor, dat sluit met deze verzen :

«Wij tellen de eeuwen en het jaar, ja dag en uur, Dat Uw gena verschijnt, de kwijnende natuur Herstell', verheerlijke in lichamen en zielen,

Stoffeerende den TROON daar de engelen uit VIELEN.» en waarin wij ongetwijfeld de synthesis mogen vinden van het heele drama. Het was ten andere opvallend hoe de aandacht van het publiek, rechtstreeks betrokken in dit verhaal van Adam's val, hierdoor was opgehouden, en zelfs steeg tot een ademloos luisteren, dat mij persoonlijk ten zeerste getroffen heeft.

Wat nu de tekortkomingen betreft, zij schijnen mij van weinig tel te wezen, want zij zijn meestal van zulken aard dat zij door den candieden toon der vertooning nagenoeg geïmpliceerd zijn. Ik stel me heel goed voor wat een worsteling dit tooneelbeeld, dat toch vijf bedrijven lang haast onverzwakt heeft mogen boeien, geworden is. Worsteling van den regisseur tegen die zangerige kostschool-dictie, die er heel zeker niet geheel uit was, maar die hier als het ware uitgepuurd werd, ontdaan van al het empathische dat er meestal aan kleeft, getransponeerd op een artistiek plan. Ik ben een overtuigd tegenstander van spreekkoren, die ik meestal volstrekt ongenietbaar acht. Maar in dezen «Lucifer», door kostschoolmeisjes gespeeld -- en in het bijzonder gedurende de reizangen -- heb ik een rilling gevoeld, een waarachtige emotie, die mij werkelijk opnieuw de uitspraak van Verschaeve geheugen deed: in witte gestalten gedegen cantieken van Bach. Het is een ontroering die bovendien zeer dankbaar stemt. Gij zijt er blij om, als om het gevoel u weer kind te weten gedurende een middernachtmis op het Kerstfeest, vol sneeuwvlokken en tintelende klokjes.


Items that may be related to this text

  1. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: De Lucifer van Joris... 1937
    (date-year) 1937 • Lucifer • (author) Willem Putman • (date-month) 1937-00
  2. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: De Lucifer van Johan... 1937
    (date-year) 1937 • Cyriel Verschaeve • Lucifer • (author) Willem Putman • (date-month) 1937-00
  3. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Modernistische exper... 1937-11-14
    drama • (date-year) 1937 • (author) Willem Putman
  4. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: "Hamlet"... 1927-10-10
    Lucifer • (author) Willem Putman
  5. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Vondel en Verschaeve... 1938
    drama • Cyriel Verschaeve • (author) Willem Putman
  6. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Beatrijs te Knokke-Z... 1938-11
    Herman van Overbeke • (author) Willem Putman
  7. ◼◻◻◻◻ Herman van Overbeke: Kantteekeningen bij ... 1924-04
    Cyriel Verschaeve • Herman van Overbeke
  8. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Alph. Laudy : "De Pa... 1926-03-24
    Cyriel Verschaeve • (author) Willem Putman
  9. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: "Maria Magdalena" va... 1938-11
    Cyriel Verschaeve • (author) Willem Putman
  10. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Molière's "Nieuwbak... 1927-07-21
    Lucifer • (author) Willem Putman