Koninkl. Ned. Schouwburg; "De Simoen" door H.R. Lenormand

Victor J. Brunclair, 1932-11-11


Source

Ons Vaderland, 1932-11-11


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederl. Schouwb... 1932-12-02
  2. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "Primerose" d... 1932-01-02
  3. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "Liliom" door... 1932-01-16
  4. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "Poliche" doo... 1932-04-30
  5. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "oompje heeft... 1933-04-15

Tooneel

Kon. Ned. Schouwburg

De Simoen door H. R. Lenormand

Ik beschik over geen cartotheek, en evenmin gevoel ik de behoefte mijn verslagen aan elkaar te lijmen met citaten. Waar andere recensenten wel deze werkwijze voorstaan laat ik dit voor hun rekening. Maar toch moet ik even luidruchtig protest aanteekenen tegen een litterairhistorische vooruitzetting die in verband met « De Simoen » werd gewaagd, nl. dat bij dezen Franschen auteur invloeden spelen die tot Dostojewski zouden terug te leiden zijn.

Dat is oppervlakkige onzin en een zulkdanige paralelliteit kan onmogelijk anders dan op een niet zeer diepgaande psychologische vergelijking zijn gegrondvest.

De daemonie waaraan Dostojewski's typen ten grond gaan, is anders tragisch dan die van Lenormand. De neergang van Laurency uit «De Simoen» bijv. is er niet één die bepaald wordt door de voorbeschikte roerselen van deze persoonlijkheid; hij vloeit voort uit factoren, die heelemaal geen innerlijke stuwkracht hebben. Er wordt ons op een bepaald oogenblik gezegd dat Laurency ziek is. Wij moeten het gelooven want hij wankelt. Maar als psychologische motiveering kan dit er heusch niet mee door. De bloedschandige neigingen waaraan hij op een bepaald oogenblik uiting geeft tegenover zijn dochter vinden hun impuls in de herinnering die hij van zijn vrouw heeft bewaard. Te opgezweepte zinnelijkheid van dezen koloniaal is te anderer zijde zoo mat geteekend dat het er al den schijn van heeft, dat de auteur ze als een vanzelfsprekend ferment in Laurency heeft gelegd, zonder zich om oorsprong noch ontwikkeling van dit gegeven verder te bekommeren

Het is gevaarlijk bij de beoordeeling van een auteur voorbeelden van grootere meesters op te roepen. Het leidt allicht tot een verkeerde situeering van zijn werkelijke waarde. Dit is hier het geval met Lenormand. Hij heeft in de verste verte met Dostojewski niets te maken. Zijn typenteekening blijft over heel de lijn uitwendig. Hij legt zijn personen open aan de bovenlaag. Niets komt van middenin. Zoodat wij moeilijk aan de waarachtigheid van hun impulsen gaan gelooven. Ten slotte blijft deze Laurency iemand die in een Arabische geschiedenis wordt verwikkeld, en die er zeer flauwtjes op reageert. Maar ook dat volstaat niet om ons aan te toonen dat hij een zwakkeling is, wiens energie geknot ligt.

De introspectie van Lenormand is niet zeer diepgaand. De afwikkeling van de geschiedenis ligt hem nader, en daaraan wordt dan alles opgeofferd. Ook de wisselwerking van zijn persoonlijkheden biedt niet genoegzaam scherpe konfliktstelling, zoodat spanningsmomenten bij hem werkelijk schaarsch zijn. Zijn tooneelen wentelen niet rond een dramatische spil, verloopen egaal één na één. Het stuk heeft hier maar een matig sukses beleefd. Met den graadmeter der waarde op het oog is dit begrijpelijk, maar er moet anders gezegd worden, dat de spelers zich mooi hebben ingespannen om van dit exotische drama wat terecht te brengen. A. Van Thillo (Laurency) heeft deze figuur naar zijn beste vermogen uitgeteekend en geloofwaardig gemaakt. Minder beviel hij ons als de Simoen aan het razen gaat en de noodlottige gebeurtenissen in aantocht zijn. Maar dat ligt hem vooral aan de te kunstmatige tragiek waarmee Lenormand het geval oplost.

Zeer statig en geslepen Araabsch was Remy Angenot; in de Agha van Laarba. De onverstoorbare kalme toon, de suprème gelatenheid waaronder arglist schuilgaat, dit alles heeft hij zeer talentvol veruiterlijkt.

Joris Diels moest, het stellen met de dichter-figuur Giaour. Hij heeft ze zeer diafaan belicht. Gebaar en zegging waren van een zeldzame verfijning. Alleen in den tuin bij maanlicht, als hij Clothilde zoetelijk bedwelmt, zou hij minder moeten pronken met het parelmoer van zijn tanden. De brochure zegt dat hij moet glimlachen en zoo met dat stereotiep-blootgelegde gebit wordt het een grijns. Dat is de eenige vlek in zijn prestatie.

De verificateur van Louis Belloy, de percepteur van Jan Cammans en de ontvanger van Willem Condès werden naar behooren uitgebeeld. Het zijn trouwens nuttelooze aanvullingsfiguren, een overbodig zijpaneel aan het hoofdluik.

Naar onze meening heeft Jozef Gevers dezen Profeet mis opgevat. Hij is aan 't razen gegaan als een derwisch. Dat was o.i. glad verkeerd. De voorbijbelsche morsigheid was anders gelukt. Nu werd door plotse stijging naar een schrille toonhoogte het woordrelief niet genoegzaam uitgepunt. Wij hadden saamgedrongener debiet gewenscht, een minder uiterlijk vertoon voor deze exaltatie.

Allen lof voor Louis Bertrijn als Ali, huisknecht. Hij heeft misschien van alle spelers het type van den inboorling het dichtst benaderd.

Jef Verlinden en Lode Janssen kampeerden een zwerversfiguur en een negerjongen zooals het hoorde. Free Waeles was een zeer milde grijsaard.

Jeanne de Coen was Aiescha. Zij maakte van deze halfbloed een woeste temperamentfiguur vol hartstocht, jaloerschheid en wraakzucht.

Ida Wassermann bracht een Clothilde Laurency waarvan de argelooze naieveteit bij wijlen een ietsje te gekunsteld aandeed. Voor het overige treft haar geen verwijt.

De verdere episodische figuren hebben niets bedorven.

Wat de tooneelschikking betreft verdient Joris Diels allen lof voor het binnenhuisdekor bij Laurency. Ook zijn belichtingen o.m. bij valavond waren in orde, en ook het voorbijtrekkende wolkengevaarte als het tempeest overkomt. Op de vertaling. van den heer Van Thillo hebben wij niets af te dingen. In de vertrouwelijke gesprekken gebruikte hij « je » en « jij » elders « ge » en » gij » zooals het in de algemeen Nederlandsche beschaafde omgangstaal hoort. Eén woord kwam ons minder gelukkig voor: Telloor. Waarom niet « bord » ?

Na den blunder van vorige week (« Storm in een glas water ») was dit precies geen kentering ten goede. Trouwens het stuk komt zeker tien jaar te laat en die exotische bekoring is uitmodisch geraakt.


Items that may be related to this text

  1. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederl. Schouwb... 1932-12-02
    Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (date-year) 1932 • (author) Victor J. Brunclair
  2. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "Primerose" d... 1932-01-02
    Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (date-year) 1932 • (author) Victor J. Brunclair
  3. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "Liliom" door... 1932-01-16
    Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (date-year) 1932 • (author) Victor J. Brunclair
  4. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "Poliche" doo... 1932-04-30
    Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (date-year) 1932 • (author) Victor J. Brunclair
  5. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "oompje heeft... 1933-04-15
    Fjodor M. Dostojevski • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (author) Victor J. Brunclair
  6. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: "De mannen van 't wa... 1932-01-23
    Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (date-year) 1932 • (author) Victor J. Brunclair
  7. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "Volpone", do... 1935-03-17
    Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (author) Victor J. Brunclair • joris diels
  8. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: "Intimiteiten" door ... 1932-09-16
    Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (date-year) 1932 • (author) Victor J. Brunclair
  9. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "De dorpsdokt... 1932-02-27
    (date-year) 1932 • (author) Victor J. Brunclair
  10. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: "leontientje" door F... 1932-04-09
    (date-year) 1932 • (author) Victor J. Brunclair