Ernest W. Schmidt: "De twee vrienden en de vrouw"

Lode Monteyne, 1926


Source

Lode Monteyne, Kritische Bijdragen over tooneel. Antwerpen: Ruquoy, Delagarde en Van Uffelen, 1926, pp. 62-67.


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◼◻◻ Lode Monteyne: Ernest W. Schmidt: "... 1926
  2. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Ernest W. Schmidt: "... 1926
  3. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Willem Putman: "Mama... 1926
  4. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Jef Horemans: "Slang... 1926
  5. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Ernest W. Schmidt: "... 1926

DE TWEE VRIENDEN EN DE VROUW

Ditmaal voert E. W. Schmidt ons binnen in een atelier, waar twee schilders -- Herman en Han -- samenwonen met een jonge vrouw : Nan. Zij is de beminde van Han, waarvan weldra blijkt dat hij de theorie der veranderlijkheid huldigt om zijn talent te kunnen bewaren in gaafheid en te ontwikkelen. Herman en Han betreuren eigenlijk hun vrije jeugdjaren, toen ze door Zweden doolden en valsche etsen van Rembrandt versjacherden om aan den kost te komen. Feitelijk houdt Herman wel van Nan. Hij bekent dit zelfs aan Han. Maar ze beloofden elkaar, dat nooit 'n vrouw tusschen hen zou komen te staan. Daarom besluiten beiden heen te gaan. Ze zullen het Nan zeggen. Han heeft een voorwendsel: Hij wil niet van een vrouw leven, die werkt voor hem :

« de artiest, die innerlijk afhankelijk is van een vrouw, is een verloren man ».

Ook Herman bezit niet genoeg moreele kracht om Nan tot zich te nemen. Overigens hij wil met Han samen blijven. Deze toch stelt vriendschap boven liefde.

« Een vriend als Herman geeft je veel, en vraagt je weinig ! »

Beiden gaan heen en laten het meisje aan heur lot over.

* * *

Er zijn in dit stuk zeker twee bedrijven te veel. Alles wel beschouwd zijn de eerste twee akten niet veel meer dan voorbereiding om te komen tot de zoogenaamde scène a faire, het « groote » tooneel tusschen Herman, Han en Nannie aan het einde van III... En het laatste bedrijf is volkomen nutteloos. Het kon best wegblijven. Meer concentratie en vooral minder kunstmatigheid zou het drama van Schmidt een dieper echtheid en meteen meer leefbaarheid hebben gewaarborgd. Zooals het thans werd vertoond, gaat er een indruk van langdradigheid van uit. Het lijkt wel een drama, dat niet eindigen kan. De auteur geraakt niet uitgepraat. Niet, dat het onderwerp hem zóó sterk heeft vastgegrepen en zóó diep geschokt, dat hij het alzijdig wil belichten en uitwerken in zijn veelvuldige aspecten. Niet, dat hij zich heelemaal in het bestaan van die twee vrienden en de vrouw heeft ingeleefd en hij met een te groot welbehagen de roerselen hunner arme zielen uiteenrafelt.... Men raakt den indruk niet kwijt, dat Schmidt-zelf aan het woord is en met een tevreden-zelfgenoegzaam glimlachje luistert naar hetgeen zijn schepselen, bij procuratie dan, voor hem vertellen... Het is of hij als auteur zich inspant om een levensbeschouwing, die hem lief werd en waaraan hij wellicht meent zijn superioriteit te danken te hebben, uiteen te zetten, te doen doordringen onder de massa, door ze een dramatischen vorm te geven... Slechts in schijn is dit spel een objectiveering van menschelijke karakters in actie. Niets is ten slotte zóó subjectief als de egoïstische theorie, waarvan én Han én Herman, de belichaming zijn...

* * *

Wat bedoelde de auteur toen hij «De twee Vrienden en de Vrouw» schreef ? Wilde hij de liefde van man tot vrouw plaatsen tegenover de vriendschap ? Wilde hij nogmaals een faze dramatiseeren van het eeuwige duel der geslachten en daarvoor een oplossing voorstellen, die modern zou aandoen ?... Op een zeker oogenblik, wanneer Nannie zich in de armen van Herman gaat verschuilen, konden we veronderstellen, dat hij het eeuwige thema van de vrouw die zich tusschen twee door hechte vriendschap en gemeenschappelijke idealen verbonden mannen plaatst, ging behandelen -- op een wijze, die origineel kon zijn. Niet de motieven, waarop een stuk wordt gebouwd moeten of kunnen persé nieuw zijn... Het komt er enkel op aan, dat de uitwerking van het conflict origineel zijn zou; vermits de situaties, waarin menschen tegenover elkaar komen te staan, niet zoo verscheiden en uiteenloopend zijn als men wel meent ! In elk geval, wanneer Herman de ongelukkige Nannie onder zijn bescherming heeft genomen, maakt de vriendschap, die er tusschen de beide schilders bestaat, een crisis door. De vriendschap, of wat Schmidt daaronder verstaat -- het is gemeenschap van belangen -- zegepraalt. Maar hoe ? Hoe ? Herman maakt geen strijd door... Hij merkt enkel, dat Nannie, ondanks alles, ondanks miskenning en mishandeling, nog van Han houdt. En dan, ja... waarom zou hij dan nog verder aandringen en zijn zoogenaamde vriendschap offeren terwille van die vrouw... Maar wat gaat er op dit oogenblik in Herman om ? Is hij jaloersch ?... Door welke gevoelens wordt Han geschokt ? Komt er geen verteedering over hem?.. Het cynisme triomfeert... Het moet triomfeeren, omdat het zóó des schrijvers wil is. Te midden van al dit cynisme, doet de strijd van Han om Nannie, die zich tot Herman aangetrokken gevoelt, eerder potsig en vooral onnatuurlijk aan ! Het gaat hier niet om de vriendschap, wel om de vrouw bij Han... uitsluitend om de vrouw, die plots op den voorgrond komt te staan in het gedachtenleven (zouden we hier ook van gevoelsleven durven gewagen ?) der beide vrienden ! Als de auteur ons dat eens had kunnen verklaren en vooral aan deze scène -- de meest interessante uit het langdradig drama -- met wat waardigheid, een dieper menschelijke beteekenis had kunnen geven ! Hier staan we voor een conflict van uiteenloopende en zelfs tegenstrijdige gevoelens... Vriendschap, liefde, jaloezie, egoïsme, botsen tegen elkaar op... Alléén : we gelooven noch in de vriendschap, noch in de liefde van deze cynici, die enkel egoïsme kennen en wier vermogens alleenlijk gespitst zijn op de cultuur van dit egoïsme.

De nadere beschouwing van het tooneel, dat we voor het culmineerend punt in het drama houden, brengt het bewijs dat het den schrijver zelf allerrminst klaar was omtrent zijn eigen bedoelingen, toen hij de tragedie van deze twee ploertige heerschappen en de nuttelooze vrouw ontwierp.

Wilde hij modern doen ? Het moderne would-be cynisme schilderen ? Om dit doel te bereiken bezigde hij maar ouderwetsche middelen... Om Nannie aan den dijk te kunnen zetten, babbelt Han over zijn werk en zijn machteloosheid... Slechts nieuwe liefde -- hoe gek klinkt dat woord, waar het de ploertjes geldt, die Schmidt konterfeitte ! -- kan in hem weer den scheppingsdrang doen ontstaan. Is dat niet oud... oud ! ! Een uitgerafeld motief ! !

Even artificieel is de wijze, waarop in de schilders weer het verlangen wakker wordt om naar Zweden -- het ideale land voor sjacheraars in valsche Rembrandt-etsen -- terug te keeren... Het spelen van Aase's dood door Grieg is daarvoor voldoende. Daargelaten dat de vrij sentimenteele muziek van den teringlijdenden Grieg al heel vreemd aandoet in een zóó modernistisch midden als waarin de schepper van « De twee Vrienden en de Vrouw », ons binnenleidt, moeten we dit middel om een verlangen naar Zweden te doen ontstaan, beschouwen als oud-modisch theatraal ! Maar Schmidt had het nu eenmaal noodig om de breuk tusschen Han en Nannie te doen ontstaan en de zgn. vriendschap van Herman en Han te doen zegepralen ! Of wilde hij dat wel ? Lag het misschien in zijn bedoelingen een modern bohême-midden op de planken te brengen?... Dan was het eerste bedrijf voldoende... Wilde hij twee zgn. moderne menschentypen doen leven op de planken ? Ook dan was méér dan één bedrijf een nuttelooze weelde... Reeds vóór dat het doek voor de eerste maal valt, kennen we Han en Herman dóór en dóór... Evolueeren doen ze niet. Ze zijn cynisch -- Han in grooter mate dan Herman -- van het begin tot het einde, vijf akten door, drie uur lang !!...

En dan spookt nog een zeldzaam exemplaar door de vijf bedrijven... Van Impe heet hij: een moeders-zoontje, dat van huis wegliep om artiest te kunnen worden... Eerst doet hij deemoedig : dat is in het eerste bedrijf... Maar reeds van in II is hij net zoo cynisch en ploertig als de rest... Moet ook hij ertoe bijdragen om Schmidt's lievelingsstelling over de voortreffelijkheden van hen, die geen gevoel meer hebben, op aanschouwelijke wijze waar te maken ?...

En Adrienne ? Ook zij loopt op en af het tooneel zonder dat we snappen waarom...

Lijk in het leven... zal de auteur ons tegenwerpen... Misschien wel... Maar « tooneel » is toch iets meer dan een getrouwe weergave der naakte waarheid... De werkelijkheid op de planken is iets zeer betrekkelijks. Ze ontstaat niet, zonder dat de auteur een deel van het door directe observatie verzamelde materiaal heeft geofferd aan de conventie, die het tooneel altijd zal blijven beheerschen, en aan de eischen der stylisatie. De werkelijkheid van het tooneel eischt condensatie om een dramatische kern. Juist die dramatische kern ontbreekt bij Schmidt in de achtereenvolgende tafereelen, die hij voor een goed-gebouwd tooneelstuk heeft willen doen doorgaan... Bovendien een zoo eenzijdige schildering van menschen, waarmee wel iets gebeurt, doch die geen crisis van welken aard ook doormaken, die ter nauwernood met elkaar en in 't geheel niet met de machten van noodlot of leven, in botsing komen, kan wel voldoen aan de eischen van een boeiend verhaal, doch geeft maar heel zelden aanleiding tot het ontstaan van een goed drama. Misschien zal e. Schmidt ons willen wijzen op Molière. Inderdaad om bepaalde en schier ongewijzigd blijvende karakters heeft de groote Fransche blijspeldichter dramatische actie doen ontstaan, door de wijze waarop de centrale figuur reageert op haar omgeving -- en omgekeerd. Zóó in « Tartuffe », zóó in « l'Avare » en andere comédies. Maar Schmidt slaagde er niet in om die twee vrienden een reageerende omgeving te scheppen. En dan... Zouden we Molière maar niet liever laten rusten ?...


Items that may be related to this text

  1. ◼◼◼◻◻ Lode Monteyne: Ernest W. Schmidt: "... 1926
    schmidt • leven • (author) Lode Monteyne • M. • liefde • Ernest W. Schmidt • auteur • (date-month) 1926-00 • bedrijf • l'Imposteur ou le Tartuffe • (date-year) 1926
  2. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Ernest W. Schmidt: "... 1926
    De twee vrienden en de vrouw • leven • (author) Lode Monteyne • Ernest W. Schmidt • auteur • (date-month) 1926-00 • bedrijf • schmidt • (date-year) 1926
  3. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Willem Putman: "Mama... 1926
    drama • ontstaan • (author) Lode Monteyne • vrouw • dramatische kern • wijze • auteur • (date-month) 1926-00 • (date-year) 1926
  4. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Jef Horemans: "Slang... 1926
    (author) Lode Monteyne • vrouw • liefde • drama • (date-month) 1926-00 • bedrijf • (date-year) 1926
  5. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Ernest W. Schmidt: "... 1926
    De twee vrienden en de vrouw • Ernest W. Schmidt • leven • (author) Lode Monteyne • M. • liefde • auteur • (date-month) 1926-00 • schmidt • (date-year) 1926
  6. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Ernest W. Schmidt: "... 1926
    leven • (author) Lode Monteyne • vrouw • Ernest W. Schmidt • (date-month) 1926-00 • bedrijf • schmidt • (date-year) 1926
  7. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Herman Teirlinck: "D... 1926
    leven • (author) Lode Monteyne • vrouw • liefde • auteur • (date-month) 1926-00 • bedrijf • herman • (date-year) 1926
  8. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Tolstoj: "Het levend... 1926
    leven • (author) Lode Monteyne • vrouw • liefde • drama • (date-month) 1926-00 • (date-year) 1926
  9. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Karen Bramson, "Tijg... 1926
    leven • (author) Lode Monteyne • vrouw • liefde • (date-month) 1926-00 • (date-year) 1926
  10. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Willem Puteman: "De ... 1926
    drama • leven • (author) Lode Monteyne • vrouw • liefde • wijze • (date-month) 1926-00 • (date-year) 1926