Ernest W. Schmidt: "Tilly's Tribulaties"

Lode Monteyne, 1926


Source

Lode Monteyne, Kritische Bijdragen over tooneel. Antwerpen: Ruquoy, Delagarde en Van Uffelen, 1926, pp. 50-55.


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◼◻◻ Lode Monteyne: Ernest W. Schmidt: "... 1926
  2. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Ernest W. Schmidt: "... 1926
  3. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Ernest W. Schmidt: "... 1926
  4. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Jef Horemans: "Slang... 1926
  5. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Herman Teirlinck: "D... 1926

II

TILLY'S TRIBULATIES

Telkens Ernest W. Schmidt een nieuw stuk bouwt schijnt hij zich te vernieuwen. In « het Kindernummer » was het vooral de visie op een eigenaardig milieu, waardoor de toeschouwer getroffen werd en onweerstaanbaar geboeid gedurende de drie flink ineengezette en stevig-gedialogeerde bedrijven. De « Meskien », waarvan de opvoering bij enkele critici ten-onrechte het vermoeden wekte eener inzinking van het bijzondere talent van den auteur, bracht de niet altijd even zuivere, maar steeds belangwekkende en konsekwent volgehouden ontleding eener menschelijke ziel in haar strijd met de uiterlijke levensomstandigheden. De hoofdfiguur werd, inderdaad, flink geteekend en de zwakheden van het stuk moesten vooral aangewezen worden in de aangebrachte verwikkeling, Schmidt had zich toen nog niet heelemaal losgemaakt van de techniek, welke hij met zooveel knapheid in Het Kindernummer had aangewend. De « Meskien » is dan ook te beschouwen als een overgangsstuk, wellicht ontstaan in een tijd toen de schrijver reeds de geestelijke evolutie doormaakte, welke aanleiding gaf tot het ontstaan van « Tilly's Tribulaties ». Want, wie dit jongste werk legt naast het misschien met meer bewustheid ineengestoken « solstuk », dat het Kindernummer heet, zal al gauw vaststellen, hoezeer Schmidt's manier van schrijven veranderde. Of er een groote wijziging in zijn levensziening plaats greep, zouden we niet zoo grif-weg durven beweren. Zijn objectief betrachten van het levensspel is eender gebleven, maar ontegenzeggelijk verscherpt. Schmidt-zelf is er boven uitgegroeid. Toen hij « Het Kindernummer » schreef stond hijzelf er nog midden in. Thans kan hij het malle gedoe bekijken van uit de hoogte en er superieur om glimlachen. En, waar het de Tribulatiën geldt der naar een man hengelende Tilly, daar is deze glimlach niet vrij van eenig cynisme.

Grondiger schijnt ons intusschen de verandering, welke Schmidt's techniek onderging. « Het Kindernummer» scheen wel geboren uit « copieerlust des dagelijkschen levens », al kan niet ontkend worden, dat zin voor condensatie den bouw van het werk heeft beheerscht.

Het huishouden der Fleer's schilderend hield Schmidt zich wel niet angstvallig, maar toch tamelijk getrouw, bij hetgeen hij, hier en daar met nuchteren blik had waargenomen.

Observatie van de menschen in hun dwaze of tragische handelingen leverde hem eveneens den grond, waarop « Tilly's Tribulaties » werd opgetrokken. Doch van hetgeen het leven hem bood aan stof, behield hij ditmaal meestal slechts het essentieele, waardoor een mensch, een toestand, een levensfaze gekenmerkt worden. Zoo kwam Schmidt tot een zekere hoogte van veralgemeening, die aan zijn tragi-komisch tooneelspel een grooter beteekenis verleent en het maakt tot een eigenaardige weerspiegeling van een variante in het eeuwige menschenspel. En die variante van een thema dat altijd jong zal blijven : de strijd der vrouw om een man duurzaam aan zich te binden, is in haar uitwerking modern -- omdat ze een uiting blijkt van een speciale richting in den geest van dezen tijd. We zullen geen poging wagen om de kern dezer levensopvatting hier op te sporen. Al licht kwamen er groote woorden als amoraliteit en decadentie bij te pas en zou de wijsgeerig-aangelegde criticus zich geneigd voelen om te wijzen op het verband tusschen de heerschende sociale toestanden en de zedelijkheidsopvattingen dezer eeuw. Schmidt heeft zich daarover geen zwaar hoofd gemaakt, toen hij de gedachten en meeningen van zijn personages vastlegde in een vlotten, geestigen dialoog en zich onder het schrijven, de grimassen voorstelde van de menschen, welke hij schiep. Deze gewild éénzijdig belichte personen hebben niets meer gemeens met de zgn. « helden », welke andere schrijvers vóór 't voetlicht laten handelen. Schmidt's menschen bewegen zich langs de subtiele grenslijn, welke het komische van het tragische scheidt. Tilly hoeft soms maar een enkel woord te spreken, een gebaar te maken opdat we onmiddellijk de wrange tragiek van haar lot zouden voelen. Dan verbittert de glimlach wel eens tot een zerpen grijns. Schmidt schijnt wel te behooren tot het slag van schrijvers, die, Figaro's wijsheid indachtig,

« se hâtent d'en rire de peur de devoir en pleurer ! »

In « Tilly's Tribulatiën » gaf Ernest W. Schmidtons de tragi-comédie van het huwelijk als einddoel van sommige fases in het eeuwige duel der geslachten. Deze schildering kreeg een bizondere tint wijl de optredende personen door hun moreele begrippen afwijken van het type van den doorsnee-mensch. Maar de quintessens van het conflict heeft haar algemeen menschelijke beteekenis niet ingeboet, omdat Tilly's leven een opeenvolging blijkt van min of meer goed aaneengeschakelde leugens en bedriegerijen. Dit laatste kan enkel beschouwd worden als het « toevallige » en het anecdotische in het stuk. Realistisch getypeerde figuren als die van de moeder en van tante Kee met haar onfeilbare vroedvrouwenwijsheid en haar middeltje om een man te lijmen, staan dan ook buiten de kern van het conflict, zijn voor den schrijver slechts hulpmiddelen om die kern te benaderen. Van niet meer belang zijn overigens de feiten, dat Tilly's moeder het huis van een in het buitenland vertoevende familie bewoont en dat de wijn, die in den kelder berustte, door Flag wordt opgedronken. Plezierig en over 't algemeen goed uitgewerkt zijn deze details genoeg. Doch, zij dienen slechts om het eigenlijke conflict, dat meer van moreelen aard is, te situeeren of te belichten. Tilly, die door drie kwart van de stad werd naar huis gebracht, maar zelf herhaaldelijk de getuigenis van haar mama en tante Kee inroept om te bewijzen, dat ze nooit zooals andere meisjes nu eens met dezen en dan weer met genen geflirt heeft, wil en zal trouwen. Ze klampt zich vast aan den brutaal-cynischen Flag, die om Tilly te kunnen betrappen, zijn vriend Tom overhaalt om haar het hof te maken ten einde haar dan de bons te kunnen geven. Tilly ziet haar kansen verminderen en zal Tom trachten te lijmen. Daartoe wendt zij het door tante Kee bedachte middeltje aan. Tom wordt op een regenachtigen namiddag in den schoot der knus-gezellig koffiedrinkende familie binnengeloodst. Maar ook hij ziet klaar in het bedrijf van Tilly en haar huisgenooten. Hij weet zich los te maken uit den voor hem bestemden strik en vertrekt... Flag is een prachtexemplaar van een doortrapten cynicus. Hij is het vleesch-geworden, tot op de spits gedreven mannelijk egoïsme. Voor geen laagheid deinst hij terug om zijn doel te bereiken: zich van Tilly te ontmaken nu hij merkt, dat zij wel eens aan trouwen zou kunnen denken. Wat, naar zijn overtuiging het huwelijk is, zegt hij in den loop van het eerste bedrijf aan Tilly, die zich wanhopig aan een banale formule vastklampt. Volgens haar toch trouwen de mannen... « omdat ze behoefte hebben aan 'n liefhebbende vrouw, die hen met de teederste zorgen omringt». Tilly is als elke vrouw conservatief uit instinct, of wijl ze, onbewust, daartoe door haar belang wordt gedreven. In dit tooneel wordt het antagonisme tusschen vrouw en man met scherpe, vlijmende stift geteekend. Tilly's rudimentaire levenswijsheid schiet te kort en wordt door Flag's cynisme overdonderd. Hij geeft een massa oorzaken op, die den man tot trouwen nopen. In zijn verlangen om geestig te wezen flapt hij er allerlei nonsens uit, tikt echter, als bij toeval, bijwijlen den spijker op den kop...

Een man trouwt... « uit eerlijkheid om een belofte gestand te doen... uit fatsoenlijkheid, om zich in eer en deugd van een meisje meester te maken... uit halfheid omdat ie niet weigeren kan... uit teergevoeligheid om iemand gelukkig te maken... uit zinsverbijstering, die gewoonlijk liefde wordt geheeten enz.»

Ook Tom behoort tot het eigenste slag der overnuchtere jonge lui, en het avontuurtje, dat Tilly met hem beleeft, blijkt, tot op een zekere hoogte, de herhaling van het gebeurde met Flag. Maar ook hier schiet Tilly's kracht tekort, al wordt ze dan nog geholpen door tante Kee en door heur moeder.

In dezen strijd tusschen het vrouwelijke en het mannelijke element moet een man als Woes -- die in wezen zoo iets als een gevoelsmensch schijnt te zijn -- het onderspit delven. In de karakteriseering van Tilly's slachtoffer lijkt ons de schrijver het minst gelukkig. Hij maakte van Woes een bespottelijke figuur, op 't kantje van het onnoozele af. Het duel der geslachten wordt hier met te ongelijke wapens gevoerd. Dit komt vooral in het derde bedrijf aan het licht. Woes geraakt heelemaal in Tilly's macht. Van algemeener, dieper-gaande beteekenis zou deze episode van het stuk geworden zijn, indien de schrijver er zich bij bepaald had in Woes den sentimenteelen man te schilderen, die, om met Flag te praten... trouwt « uit teergevoeligheid om iemand gelukkig te maken »... of... « uit zinsverbijstering, die gewoonlijk liefde wordt geheeten ! »

Het derde bedrijf verengt de beteekenis van het werk. Het essentieele, dat vooral in het eerste bedrijf uit de kleinste feiten en uit de minste gezegden door de oppervlakte heenbreekt, gaat thans teloor in het anecdotische, dat min of meer angstvallig de kurven van het gewone levensbedrijf volgt.... Allerplezierigst en rijk aan humor zijn de tooneelen, waarin Tante Kee's speciale levenskijk hoogtij viert. Doch de strakheid van lijn wordt er door gebroken, de vlucht der naar veralgemeening strevende gedachte schijnt wel verlamd.

André de Ridder, brengt bij de beoordeeling van het stuk, den naam van Bernard Shaw te pas.

« Men gelieve vooral dit stuk niet als een rechtstreeks naar het leven geteekend realistisch werk te betrachten, en dat men het vooral niet als zulks op de planken vertoone ! Het is veel meer een spel van intellectueele scherts en van paradoxen, een charge op zijn Shawsch, gesproten uit deze alles van uit de hoogte afkijkende spotlust, welke het gevoel moet zijn van een tooneelist die -- vrij van een op te lossen vraagstuk en een te vervolgen intrige -- om het vermaak alleen, alle draadjes eener iets of wat fantastische poppenkast zelve in handen houdt. »

We moeten het eerlijk bekennen. Noch bij de lezing en noch minder bij de opvoering van « Tilly's Tribulatiën » hebben we een oogenblik gedacht aan Shaw. De dramatische lijn, waarlangs deze lersche dramaturg zich in zijn scheppingen beweegt, is heel wat strakker. Bovendien de moraliseerende didacticus komt zeer dikwijls om het hoekje gluren, nadat zijn scherp vernuft zich in verbluffende paradoxen heeft vermeid.

Bij Ernst W. Schmidt valt van dit alles niets te bespeuren. Het kan voor onzen Vlaamschen auteur heel vleiend zijn een parallel te zien trekken, tusschen zijn werk en dit van Shaw. Toch houden wij het ervoor, dat deze vergelijking niet opgaat. Niet aan den Fabian-aristocraat van over het Kanaal hebben we gedacht onder het aandachtig volgen der tribulatiën, waartegen de trouwlustige Tilly worstelen moet vóór ze een man in heur netten strikt, doch wel aan den leuken Sacha Guitry, die « Un beau mariage » schreef en later « La Prise de Berg-op-Zoom » gaf. Evenals in het werk van dezen Franschman vonden we in Schmidt's nieuwste stuk : een stout zich uitleven van een met glunderen humor-gezegend dramatisch temperament, dat het leven als een geheel overziet en dus de tragische elementen niet scheiden wil van de comische.

Maar er is ook bij Schmidt een neiging merkbaar om te vervallen tot een pessimisme, hetwelk echter gelijkenis vertoont met dat van Strindberg-den-verbitterde...

(1) Verslag van den prijskamp voor Ned. Tooneelletter-kunde uitgeschreven door de Stad Antwerpen.


Items that may be related to this text

  1. ◼◼◼◻◻ Lode Monteyne: Ernest W. Schmidt: "... 1926
    George Bernard Shaw • kindernummer • leven • tillys • (author) Lode Monteyne • Ernest W. Schmidt • schrijver • Meskien • (date-month) 1926-00 • tillys tribulaties • Tilly's Tribulaties • Het Kindernummer • schmidt • (date-year) 1926
  2. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Ernest W. Schmidt: "... 1926
    schrijver • (author) Lode Monteyne • Ernest W. Schmidt • (date-month) 1926-00 • leven • Tilly's Tribulaties • bedrijf • Het Kindernummer • schmidt • (date-year) 1926
  3. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Ernest W. Schmidt: "... 1926
    leven • (author) Lode Monteyne • vrouw • Ernest W. Schmidt • (date-month) 1926-00 • bedrijf • schmidt • (date-year) 1926
  4. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Jef Horemans: "Slang... 1926
    schrijver • (author) Lode Monteyne • vrouw • (date-month) 1926-00 • George Bernard Shaw • bedrijf • (date-year) 1926
  5. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Herman Teirlinck: "D... 1926
    André De Ridder • leven • (author) Lode Monteyne • vrouw • schrijver • (date-month) 1926-00 • bedrijf • man • (date-year) 1926
  6. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Gaston Martens: "Pau... 1926
    leven • (author) Lode Monteyne • vrouw • Ernest W. Schmidt • schrijver • (date-month) 1926-00 • bedrijf • (date-year) 1926
  7. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Karen Bramson, "Tijg... 1926
    leven • (author) Lode Monteyne • vrouw • (date-month) 1926-00 • (date-year) 1926 • man
  8. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Ernest W. Schmidt: "... 1926
    leven • (author) Lode Monteyne • Ernest W. Schmidt • schrijver • (date-month) 1926-00 • bedrijf • schmidt • (date-year) 1926
  9. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: August Strindberg: "... 1926
    (author) Lode Monteyne • vrouw • (date-year) 1926 • (date-month) 1926-00 • man
  10. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Het realistisch toon... 1938-11-30
    Tilly's Tribulaties • schmidt • Het Kindernummer • Ernest W. Schmidt • tillys tribulaties