J.K. Jerome : De blijde komst in "De Nieuwe Spieghel", Brussel

Willem Putman, 1924-10-24


Source

Willem Putman, Tooneel-groei (1921-1926): Indrukken over het na-oorlogsch tooneel-herleven in ons land. Brugge: Excelsior, 1927, pp. 10-13.


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Marieken van Nijmege... 1924-10-04
  2. ◼◼◻◻◻ Pol de Mont: Stemmen over de "eer... 1924-10
  3. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Helmuth Unger : "De ... 1924-12-06
  4. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Michiel De Swaen :"D... 1925-02-21
  5. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Tchapek : "R.U.R."... 1925-05-12

J. K, Jerome : De blijde komst in "De Nieuwe Spieghel", Brussel.

Wij worden gebracht in een Engelsch kosthuis à la Dickens te London-Bloomsbury. Daar leven, in onverkwikkelijke gezelligheid, een groepje gentlemen samen, door den schrijver zelf met joviale adjectieven betiteld, zooals : "een geverfde kokette, een tuchtlooze heer, een pocherige luiaard, een lafaard, een bedrieger" enz., welk gezelschap onderhouden wordt door "een bedriegster", met behulp van een "slordige meid". Als gij nu daarbij nog een intrigue wilt (alleen het typeeren van een zoo dankbaar stel karakters kon reeds de drie bedrijven vullen) verneem dan dat de pocherige luiaard niemand anders is dan de gepensioneerde majoor Tompkins, die een mooie dochter heeft, Vivian. Vivian is verliefd op den laffen kunstschilder Kristoffel Penny, maar zal Joe Knight, gewezen bookmaker, huwen -- omdat deze vent haar naast zijn afgeleefd gezicht een behoorlijk fortuin kan aanbieden, wat den majoor het prettige vooruitzicht geeft dat hij toch eindelijk eens zijn schulden zal kunnen betalen. Nog : de pensioenhoudster ver-valscht hare rekeningen en Stasia synthetiseert met gedurig neervallende kousen, vettig haar en gescheurden voorschoot alle onsmakelijke meiden die ooit regelrecht uit een verbeteringsschool in een kosthuis zijn aangeland. Bij dit alles komt dan nog de Jood Jake Samuels die zijn pension-genooten vallen doet in een zekere ge-fantazeerde zilvermijn ; zij lappen 't hem trouwens van een anderen kant terug. In dit milieu wordt elke bedrieger noodzakelijk zelf bedrogen. Dat maakt de situatie duurzaam.

In dit huis is echter nog een kamertje vrij op de derde verdieping en Stasia hangt het bordje uit aan het venster. Na driemaal te hebben geklopt, volgens het woord van het Evangelie, komt de vreemdeling binnen. Hij is de goede man die nu den toestand zal omkeeren, de goede Herder, het beeld van Christus. Zijne goedheid is het die eerst aarzeling brengt, dan eikendeen het verkeerde van zijn handelwijze doet inzien, om ten slotte het gezelschap in dergelijke mate te veranderen dat de geestige schrijver in den epiloog van het stuk zijn dramatis personae nu noemen kan : "een ongehuwde dame, een oude jonggezel, een echtpaar, twee verloofden, een Jood -- ja, Jood blijft hij toch --" ; het pension is nu gehouden door de "vrouw des huizes" en "het dienstmeisje" -- en de huurder van de achterkamer op de derde verdieping krijgt dezen naam : "een vriend voor allen", Hij gaat weg met dit woord :

"Ik ben gekomen omdat ge mij geroepen hebt" en Stasia, het dienstmeisje dat het bordje uithing, blijft in extase staan, getroffen in hare ziel.

Prachtig is dat dienstmeisje uitgewerkt. Zij is het die felst de genade van het wonderbare bezoek over haar voelt komen. Zij ondergaat, zij die hier het slechtst en het nederigst was (beeld van de armste onder ons allen), zij ondergaat de schoonste metamorfoze. Haar vooral is dit bezoek een "blijde komst."

Maar met haar verandert het uitzicht van alles. De kamer wordt net, gezellig; de kleedij der vrouwen is deftig geworden ; die der heeren voornaam. De menschen zijn goed. Zijn zachte, wonderdadige blik was voldoende om dit wonder te voltooien.

De hospita stelde zooals gewoonlijk een te hoogen prijs voor de kamer, "die juist boven de 2de verdieping ligt". Hij stemt toe en kijkt haar aan ; de hospita vermindert dadelijk haar prijs ; zij discussieert ; zij zelf wil nu niet dat hij méér betale.

Vivian zal met haar bookmaker naar den schouwburg gaan ; de vreemdeling staat aan de deur ; Vivian heeft geen lust meer en wil thuis blijven.

De bookmaker is toornig ; maar de vreemdeling leert hem dat dit jonge meisje voor hem niet past en bovendien den jongen schilder liefheeft ; de bookmaker buigt het hoofd.

En bij dien zelfden wonderbaren blik staken de echtgenooten Tompkins hun eeuwig gekibbel ; de majoor is vol attentie's voor zijne dame ; de dame heeft een inni-gen glimlach.

Zelfs de geverfde kokette luistert naar hem en verneemt aldus dat zij zonder schmink mooier is.

De jood presenteert zijn zilvermijn, maar bij den helderen blik van den vreemdeling raadt hij ze dan zelf af en biedt ze later slechts nog aan eerst als "landbouwexploitatie", en ten slotte als "melkerij".

En den jongen wanhopigen artist geeft de vreemdeling opnieuw de kracht verder naar zijn hoogsten schoonheidsdroom te streven en niet weg te gooien het talent dat hem gegeven is.

Er is een aanknooping tusschen de moderne legende van J.K. Jerome en het eerst vertoonde middeleeuwsche mysteriespel "Marieken van Nijmegen". Ook in de regie werd naar aanknooping gestreefd --- maar dat was minder geslaagd. In zwarte gordijnen waren een paar deuren en vensters aangebracht ; de stof der behangsels en de verf der deuren waren wel van zulken aard, dat wij hierin dadelijk het klein-burgerlijke, benepen en onsmakelijk conversatie-salonnetje herkenden. Waarom echter de typeering van het milieu in het decor niet tot de uiterste consequentie werd gedreven -- zooals wel het geval was met de typeering der personages, komt me niet duidelijk voor. Die vensters en deuren schonden den stijl van het geheel .-- en het effen zwarte doek schond de beteekenis van vensters en deuren. Het gaat, dunkt mij, niet om in een zwart gordijnen-décor smaak-looze meubelen te zetten ten einde aldus de actie te situeeren in een burgerlijk salon. Dan nog liever alles smaakloos. Nu was natuurlijk niet dé gewenschte eenheid bereikt ; en in het slot van II vergastte men ons op een rood-kleurig licht-effectje, dat denken deed aan de zoogenaamd artistieke filmen, die vóór zes jaar werden gespeeld. Liever niet.

De rol van den vreemdeling is zeer moeilijk. Johan De Meester speelde ze en werd, dunkt mij, door het publiek niet goed begrepen. Zijn stem golfde overheen het kleine-menschen-geklets als iets verhevens, iets dat van zeer ver kwam. Hij was heelemaal, ook in zijn grime, Christus -- en ik weet niet of het wel noodig is, dat wij Christus zóó goed in den reiziger herkennen. Met enkele woorden duidt de auteur het beeld van den Verlosser aan ; dat is voldoende. Is deze reiziger niet eerder een goede man zonder meer, dus beeld van God ? Een meer gewone, meer menschelijke uitbeelding was denkelijk sympathieker geweest. De Meester gaf werkelijk een Christus uit het evangelie, thans voor de gelegenheid in smoking converseerende en een pijp rookende. Zijn spel was anders zacht en bescheiden naar wensch. Zijn blik beheerschte geheel het 2de bedrijf.

Judith van Gelder speelt Stasia, het dienstmeisje. Alleen reeds om haar te zien is het de moeite waard naar deze vertooning te gaan kijken. Zij verovert zich hier in één slag een allereerste reputatie en wij apprecieeren haar optreden des te meer, daar vroeger het Vlaamsche Volkstooneel altijd jonge karakterrollen van dit slag ten zeerste heeft gemist. Nog dient vermeld Staf Bruggen (de jood) die in zijn verschijnen een ganschen roman van Dickens vertelt. Deze auteur heeft in geheel Vlaanderen sympathie veroverd door zijne destijds zeer gewaardeerde creatie van Dolle Hans. In "Marieken van Nijmegen" speelde hij met virtuositeit de Moenen-rol, die geen Vlaamsche acteur hem zal nadoen. Nu is hij als "jood" natuurlijker fatsoenlijker -- maar weet thans evenveel te bereiken met zijn rossen baard als in Marieke n met zijn één duivelsoog,

Evenzeer als voor de kleine pensionmenschjes het bezoek van den vreemdeling, is dit stuk een "blijde komst" voor den toeschouwer, die na dergelijken avond met blij gemoed naar huis gaat en beter is geworden.

25. 10. 24.

Items that may be related to this text

  1. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Marieken van Nijmege... 1924-10-04
    Marieke van Nijmegen • De Nieuwe Spieghel • Vlaamsch Volkstooneel • (date-month) 1924-10 • Johan De Meester jr. • (date-year) 1924 • (author) Willem Putman
  2. ◼◼◻◻◻ Pol de Mont: Stemmen over de "eer... 1924-10
    (date-month) 1924-10 • Johan De Meester jr. • Vlaamsch Volkstooneel • (date-year) 1924 • Marieke van Nijmegen
  3. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Helmuth Unger : "De ... 1924-12-06
    De Nieuwe Spieghel • Johan De Meester jr. • (date-year) 1924 • (author) Willem Putman
  4. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Michiel De Swaen :"D... 1925-02-21
    De Nieuwe Spieghel • Johan De Meester jr. • Vlaamsch Volkstooneel • (author) Willem Putman
  5. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Tchapek : "R.U.R."... 1925-05-12
    De Nieuwe Spieghel • Johan De Meester jr. • Vlaamsch Volkstooneel • (author) Willem Putman
  6. ◼◻◻◻◻ Anon.: Het Vlaamsch Volksto... 1924-10-08
    (date-month) 1924-10 • Johan De Meester jr. • Vlaamsch Volkstooneel • (date-year) 1924 • Marieke van Nijmegen
  7. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Calderon's "Schouwto... 1925-05-16
    De Nieuwe Spieghel • Johan De Meester jr. • Vlaamsch Volkstooneel • (author) Willem Putman
  8. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Tooneel in België: ... 1924-08-25
    Marieke van Nijmegen • Vlaamsch Volkstooneel • Johan De Meester jr. • The passing of the third floor back • (date-year) 1924 • (author) Willem Putman
  9. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Alph. Laudy : "De Pa... 1926-03-24
    De Nieuwe Spieghel • Johan De Meester jr. • Vlaamsch Volkstooneel • (author) Willem Putman
  10. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Felix Timmermans en ... 1925-09-27
    Johan De Meester jr. • Vlaamsch Volkstooneel • Marieke van Nijmegen • (author) Willem Putman