Het Lustrum-Spel der Delftsche studenten

Johan De Meester jr., 1924-04


Source

Pogen, 1924-04-00 pp. 151-154


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◻◻◻◻ Pol de Mont: Stemmen over de "eer... 1924-10
  2. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Tchapek : "R.U.R."... 1925-05-12
  3. ◼◻◻◻◻ Herman van Overbeke: Kantteekeningen bij ... 1924-04
  4. ◼◻◻◻◻ Jan Oscar De Gruyter: Leidende gedachten b... 1924-04
  5. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Herman Teirlinck: "A... 1938-11

Het Lustrum-Spel der Delftsche Studenten

door J. De Meester, Jr.

Over de innerlijke waarden van het verleden jaar door Herman Teirlinck ontworpen, door E. W. Mulder getoondichte, Lustrum-Spel, is reeds veel geschreven en het, ook in boekvorm verschenen, essay van Dirk Coster behoort ongetwijfeld tot het belangwekkendste, in den laatsten tijd over de cultureele beteekenis van het tooneel gezegd. Toch maak ik gaarne gebruik van de gelegenheid, mij door de redactie van 'Pogen' geboden, om nog iets naders te zeggen, over hetgeen dit « eerste moderne mysteriespel, » ook tooneel-technisch, tot een belangwekkend experiment heeft gemaakt.

Toen de Lustrum-Commissie mij de regie toevertrouwde, zag ik mij gesteld voor deze opdracht: een zuiver innerlijke handeling, den strijd tusschen stof en geest in den mensch, uit te beelden op een speelvlak van enkele duizende vierkante meters; zonder steun van het gesproken woord, of van eenige gewoon-menschelijke intrigue; alleen door groepeeringen en gebaren spel, gecombineerd met orkest-muziek en koorgezang. Slechts één «acteur» telde het stuk, den Mensch, omgeven door de in gestalten veraanschouwelijkte roerselen zijner ziel.

Nu is dit juist de groote kracht van Teirlinck's spel gebleken; de volkomen concentratie op één figuur, en het is ook deze éénvormige « mond-dramatische » handeling, die aanleiding heeft gegeven tot een eigenaardige tooneelschikking.

Bij den eersten opzet van het spel was het «Tooneel» nog als zoodanig behouden. De spelers zouden opkomen in een rondgang over het plein; dan volgde de eigenlijke handeling, op het daartoe bij den toren opgeslagen podium; ten slotte, wanneer de Geest den Toren beklom, zou het plein weer gevuld worden door groote groepen symbolen-dragende studenten, die, in een rythmisch bewegen, den Mensch konden steunen in zijn innerlijken strijd. Bij de plastische uitwerking van het project bleek echter al spoedig, dat een dans-spel op een podium een te intiem karakter zou hebben gekregen, in de ontzaglijke verhoudingen van plein en toren. Om dezelfde reden bleek het onmogelijk, de rollen der Hoofdzonden door telkens één persoon te doen spelen; deze werden dus uitgebreid tot groepen, waardoor het aantal spelers voor de eerste en tweede acte ongeveer ver-tienvoudigd werd.

Zoo ontstond uit de eischen van het terrein ten slotte de volgende spel-groepeering. Aan den voet van den toren bevond zich de massale troon van koning Stof. Beter dan met eenige andere, is het bij deze figuur gelukt, aan de opeenstapeling van dof-gouden bulten, die het costuum vormden, en aan het over-groote demonische masker, een expressiviteit te geven, die de groote ruimte beheerschte. Op een gebaar van de Stof verschenen achtereenvolgens de groepen en tegen-groepen der zeven hoofdzonden, die zich, na gemimeerden gang over het plein, rond den troon van de Stof schaarden. Toen alles verstild was tot eenkleurige groep, die als. een groote bloemenslinger om den voet van den toren lag, verscheen van terzijde de kleine eenvoudig gekleede figuur van den mensch.

Dit was een der beste momenten van het spel. Na de klaterende muziek en het grotesk beweeg der zonden, na den daverenden triomf-marsch waarmede de eerste acte eindigde, was die stille verschijning van den mensch van een ontroerende innigheid. Hij schreed dan langzaam, bijna droomerig, als gedragen door de zachte muziek, over het ledige plein, nog onbewust van de wereld rondom hem, tot hij, zich wendend, plotseling als geslagen tegenover den Toren des Levens stond. Dan verhief de Stof zijn groen-gouden klauwen en de eigenlijke handeling nam een aanvang.

Van den kant van den toren naderde de phalanks der zonden; aan de overzijde van het plein stond het eenzame mensch-figuurtje, geboeid, gelokt door der zonden kleuren-pracht. Langsam, fast nachdenklich, schaut er um sich. « Gärten, denkt er, und lächelt. Er volgt een dubbel spel van angstig verlangen en onontkoombare nadering, tot de mensch eindelijk ingesloten is in een volkomen cirkel van groepen, tegen welke hij één voor één "strijd zal hebben te voeren.

Hier zijn wij nu, geheel onwillekeurig, gekomen tot dezelfde mise-en-scène, die de oudste aller regisseurs, de legendarische Kuklos, voor het eerst gebruikte, toen hij de wilde Dionyzus-dansen der Doriërs binnen den cirkel der ochestra bracht. Deze vergelijking moge een klassicistisch grapje lijken; toch zal wellicht het dezen zomer te verwachten, Lustrum-Spel der Groningsche Studenten bewijzen, hoeveel er voor ons te leeren valt van dien oer-vorm der dramatische kunst, de heidensche lente-feesten.

Van het oogenblik der insluiting af, tot het einde van het spel, wanneer de Mensch bezit nam van den Toren, was de gehele regie geconcentreerd op dat kleine dans-podium, waar de Mensch, in het centrum van het plein, in het centrum ook der duizenden toeschouwers, die de tribune's, de vensters en de daken rondom vulden, zijn zwaren strijd te voeren had tegen het eigen vleesch. Toen hij daar dan eindelijk, geknauwd en gehavend neerlag; toen de zeven doods-figuren hun kring al nauwer om hem getrokken hadden en slechts op het laatste oogenblik door de reddende komst van den Geest verdreven waren; kwam er weer een moment in het spel, een gebaar, dat ik even wil releveeren. Het was niets dan één gebaar, maar het is voor mij belangrijk gebleven, omdat het als opgenomen werd in de architectuur van het speelterrein.

De zilveren figuur van den Geest had zich over den liggenden Mensch gebogen. Het koor zong de bede van den Mensch : « Waar is de weg? » Dan maakte de Geest een langzaam wijzend gebaar naar boven, dat zich afmaakte in een vlugge, volkomen strekking van het gansche lichaam, tot in den top van den wijsvinger. Toen nu, uit die wijzende hand, het antwoord groeide; toen juist bij de laatste, uiterste strekking van het gebaar, op den hoogsten trans van den toren, het bazuinenkoor inzette; toen « hoog uit den zilveren hemel, die juist dien dag zijn teersten glimlach had, de toren plotseling in zingen uitbrak;» (essay Dirk Coster) toen was het, alsof dat kleine groepje beneden op het podium : de neerliggende Mensch en de omhoogwijzende Geest, voor één oogenblik werd opgenomen in die andere structuur van horizontale en verticale lijnen : de grandiose eenheid van plein en toren.

Het zijn dit en nog enkele dergelijke momenten, bijvoorbeeld de ontmoeting tusschen onkuischheid en ziekte, door Coster een in gestalten geschreven vers van Baudelaire genoemd, die mij de tooneelmatige « winst» van deze opvoering lijken te zijn. Hier is door een ensemble van door en door verindividualiseerde studenten en kunstenaars, enkele oogenblikken geraakt aan de groote dans-drama's der oude cultuur-volken. Het enthousiasme, dat ons streven -- of mag ik het in dit tijdschift een pogen noemen? bij alle deelen van het publiek kon wekken, geeft mij de zekerheid, dat er in Holland gelegenheid zal bestaan, te blijven voortwerken, aan datgene wat in Delft begonnen werd.

(1) Geïllustreerde uitgave van J. Waltman, Jr, Technische Boekhandel, Delft. Het bij dit artikel behorend cliché werd ons welwillend door den uitgever afgestaan.

(2) Rilke, der Cornet.


Items that may be related to this text

  1. ◼◻◻◻◻ Pol de Mont: Stemmen over de "eer... 1924-10
    spel • Johan De Meester jr. • Herman Teirlinck • (date-year) 1924
  2. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Tchapek : "R.U.R."... 1925-05-12
    spel • Herman Teirlinck • Johan De Meester jr.
  3. ◼◻◻◻◻ Herman van Overbeke: Kantteekeningen bij ... 1924-04
    spel • (date-year) 1924 • (date-month) 1924-04
  4. ◼◻◻◻◻ Jan Oscar De Gruyter: Leidende gedachten b... 1924-04
    strijd • geest • (date-year) 1924 • (date-month) 1924-04
  5. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Herman Teirlinck: "A... 1938-11
    spel • Herman Teirlinck • Johan De Meester jr.
  6. ◼◻◻◻◻ Wies Moens: Om een nieuw reperto... 1925-01
    handeling • spel • Johan De Meester jr.
  7. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Frans Delbeke en Ger... 1925-04-04
    strijd • spel • Herman Teirlinck • Johan De Meester jr.
  8. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: TOONEELHERVORMINGEN ... 1926-08-23
    spel • Herman Teirlinck • Johan De Meester jr.
  9. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Helmuth Unger : "De ... 1924-12-06
    Johan De Meester jr. • (date-year) 1924
  10. ◼◻◻◻◻ Pieter G. Buckinx: Het Vlaams Kultuurge... 1932-11
    spel • Johan De Meester jr.