Tooneel te Brussel I

Karel Van de Woestijne, 1919-02-11


Source

N.R.C, 1919-02-11


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: Belgische Muziek... 1919-03-29
  2. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: BELGISCH TOONEEL... 1921-03-30
  3. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: Het Tooneel te Bruss... 1919-03-27
  4. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: Tooneel en muziek te... 1919-05-09
  5. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: Muziek te Brussel II... 1921-06-23

TOONEEL TE BRUSSEL I

Brussel, 11 Februari.

Ik schrijf een lijstje over: "Ouf, ils sont partis"; Belgique!"; "Flotte, petit Drapeau!"; "Débochons-nous!"; "Pour la Patrie!"; "Tri-pleboche"; "Alsace"; "Coeur de Française"; "La Kommandantur"; "Viens donc voir Madeion"; "Devant l'Ennemi". Ik zou er nog een aantal bioscoopnummers moeten aan toevoegen, en het aantal "Brabançonnes", "Marseillaises" en "God save the King" moeten aangeven, die op alle concerten werden gezongen, om u eenigszins duidelijk te maken welke de atmospheer is van onze schouwburgen, sedert zij, geen twee maand geleden, weer hunne deuren voor het publiek openzetten.

Die atmospheer hoeft niet verder omschreven. De hoofd-hoedanigheid van een titel is, niet al te duidelijk, eerder de nieuwsgierigheid-prikkelend te zijn. Deze hoedanigheid zien onze gelegenheidsdramaturgen over het hoofd; zij slaan hun titel den toehoorder in het gezicht: dat hij klinkt als eene overwinningsfanfare, daar zijn zij juist gelegenheidsdichters voor; dat de geest die er uitspreekt soldatengeest is: alleen de soldaten zullen het hun waarschijnlijk kwalijk nemen; dat zij in de meeste gevallen trouwens niet verder dan hun titel hebben gedacht: van op het vlak der eeuwigheid beschouwd is het misschien eene tekortkoming; maar wie denkt in overgangstijden als deze, aan eeuwigheid?

Ik moet hier tot mijn spijt mededeelen, dat ik geen enkel der bovengemelde werken heb gezien. Of 't meesterstukken zijn: ik zou het durven bevestigen, noch loochenen. Eén ding weet ik: op een drietal na prijken zij niet meer op het affiche, en werden vervangen door oudere werken als: "La dame de chez Maxim's" en "Le Controleur des Wagons-lits". Misschien leidt gij er uit af dat hunne hoedanigheid van mindere gehalte was dan van deze probate lachsuccessen. Misschien concludeert gij verder dat zij, door den spoedigen uitbloei van hun bijval, juist bewezen uitnemende gelegenheidsstukken te zijn, aangezien actualiteit en pereniteit tegenstrijdige begrippen zijn. Ik zelf moet het bij dergelijke beschouwingen laten: ik heb "Tri-pleboche" noch "Flotte petit Drapeau" met mijne aanwezigheid vereerd, en zij winnen erbij, want ik hadde er misschien kwaad moeten van spreken.

Ik spreek niet gaarne kwaad, vooral als ik gelegenheid heb, den loftrompet te steken. Daar verschaften mij Henri Bernstein en Georges de Porto-Riche gelegenheid toe. Van den eerste, die mij anders afkeer pleegt in te boezemen, zag ik een goed stuk, dat nochtans ook een oorlogsstuk is: "l'Elévation" hetwelk, naar men mij verzekert, in de loopgraven werd geschreven, en nochtans veel minder opgewonden is dan veel ander werk van den bezetene, die "Le Voleur" en "Israël" schiep. Stelt u voor: een philosophisch drama en eene intieme tragedie vol doordringende psychologie maar gedrenkt ook van idealisme, met het groote nadeel dat het aan den onhebbelijken roman: "Le sens de la Mort" van Paul Bourget doet denken, maar het voordeel ook dat het levend blijft zelfs waar het diepzinnig wil zijn.

Een stuk, waar de echte literator trouwens met een soort leedvermaak de schouders voor ophaalt. Want wat bewijst het meer, dan knapheid? Er is hier meer literaire pudeur dan in het overige werk van Bernstein. Maar rechtuit gezeid: hadde ik waarlijk genoten, zonder de geniale soberheid in het spel van Férandy? Hij is het, die van de hoofdrol iets maakt, dat pakt, die er eene ziel in blaast; die vermoeden doet, wat van het gegeven te maken zou zijn, indien "l'Elévation" niet tot een drama, maar tot een roman was geworden, of, als drama, geschreven zou zijn door G. De Porto-Riche.

Dezes "Amoureuse" verdient, met al de decadentie waarvan het getuigt, classiek te heeten, zooals Baudelaire's "Fleurs du Mal" dat waardig zijn. Juist omdat het literair zoo belangwekkend, zoo kieskeurig en tevens zoo nieuw, zoo persoonlijk en zoo algemeen is. Is er iets moeilijker, dan voor tooneel te schrijven, dan is het, dit met de eigen gemoedstaai te doen. De personen van Porto-Riche zijn scherp omlijnd en diep doorgrond: zij spreken nochtans de taal van hun schepper, en dit zonder er iets van hunne individualiteit bij te verliezen. Het evenwicht van het werk, het gevoel van welbehagen, dat het in al zijne tragiek teweegbrengt, heeft sommigen aan Racine doen denken: ik ben de eerste niet, die dezen naam naast dien van Porto-Riche noem. Bij dezen laatste - het dient er aan toegevoegd - gaat het literair geweten misschien nog dieper, uit het zich vooral in persoonlijker taal....

Ik noem Racine: ik heb gelegenheid Gluck te noemen en het zal u niet verwonderen, dat ik het met welgevallen doe, nu de gelegenheid mij daartoe geboden wordt. Want ook de "Muntschouwburg" heeft, tot ons grootste genoegen, weer zijne deuren geopend.

De "Muntschouwburg" geeft ons overkort een drietal noviteiten, en het zijn eveneens vaderlandsche noviteiten, in dezen dubbelen zin, dat het patriotsche noviteiten van Belgische auteurs zijn. Te gepasten tijde kom ik daarop terug. Intusschen heb ik "Orphée" teruggezien, en met eene vreugd te grooter, dat ik opnieuw heb mogen vaststellen met welke liefdevolle zorg de directie van de "Monnaie" de klassieke werken omringt. Dat bestuur beschikt voor 't oogenblik over nogal precaire middelen, vooral wat uitvoerend personeel betreft. Het heeft mevr. Luart uit den Haag laten overkomen. Uw Albers heeft gastvoorstellingen gegeven, en nu wil ook Roosen dat doen. Mevr. Estvina komt nu en dan uit Covent Garden over. Doch, dit is het niet, dat ik van de voorstellingen onthou, die ik heb bijgewoond; het is de nieuwe ensceneering van het derde bedrijf van Gluck's "Orphée". Stelt u, bij een onvergelijkelijke orkestuitvoering, vol sordine-nuanceering, een onwezenlijk schemeringtooneel voor, witte, traagtrippende droomgedaanten in een blank dageraadlandschap, een Elyseum van Vergiliaanschen vrede en Maeterlincksche geheimzinnigheid; Gluck nagevoeld door een Debussy, minuetti gedanst door volgelingen van eene Isadora Duncan, die, naar Fransch-klassieke wijze, maat zou weten te houden, maat niet alleen in het lichaamsdeinen, maar vooral in smaak en in begrip....

De Amerikaansche Duncan biedt mij den overgang naar Miss Margaret Wilson. Wilson-vader wordt ons Brusselaren, vooralsnog onthouden; zijn dochter, de dochter van den grooten idealist die den wereldvrede voorbereidt op zulke troostvolle wijze, komt, in laaguitgesneden toilet, in een variétéschouwburg "La Madeion" zingen voor onze Belgische soldaten. Het heeft vele menschen gescandaliseerd, want Miss Wilson's realistische zin is groot en onbevangen. Zij, die in ons monarchistisch land doorgaat voor een soort prinses-van-den-bloede, dochter trouwens van een vorst-naar-den-geest, heeft een zaal gevuld met het enthousiasme dat nog slechts tingeltangel-sterren weten te verwekken. Zij zingt in een Amerikaansch, dat soms op Fransch gelijkt, en men beweert zelfs dat het Fransch was, gelijk de Amerikaansche "haute" het sedert La Fayette uitspreekt. Zij is doordrongen van den Rhythmus zoo, dat hare schoentjes, mitsgaders de laarzen van hare toehoorders microbenrijke stofwolken uit de tapijten van den schouwburg op deden gaan. En het was hartverheffend als eene redevoering van haren doorluchten vader.

Hartverheffing... Het brengt mij op het laatste paragraafje van dit mijn tooneeloverzichtje: op eene Belgische première in den Parkschouwburg. Na zeer schoone, zeer onpersoonlijke verzen van Albert Giraud, hoorden wij met eerbied naar "Les Semailles", van onzen hooggewaardeerden confrère Gustave van Zijpe. Deze is de Belgische Eugène Brieux, want hij schrijft geen stukken of er zitten moreele en ethische bijbedoelingen achter. Maar ik stel hem zonder vaderlandsche overdrijving hooger dan Brieux, omdat hij vaak dramatischer, en altijd meer-literair is. Ik ken - Maeterlinck natuurlijk uitgeschakeld, - geen Belgische dramaturg die meer dan hij de aandacht verdient. Nobel in zijn streven, mannelijk-sober in de uitwerking van zijn onderwerp, staat zijn werk steeds zedelijk hoog. "Les Semailles" is het drama van het optimisme. Ik druk, om verdere verklaringen onnoodig te maken, op het woord "drama"; maar verhaast mij er aan toe te voegen, dat het optimisme als een breed licht het drama overwint. Plaats is hier niet voor uitweidingen: ik ken geen grooter lof voor Van Zijpe's werk, dan hier de hoop uit te drukken dat gij het onverkort in het Hollandsch toejuichen moogt.

N.R.C., 16 Februari 1919


Items that may be related to this text

  1. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: Belgische Muziek... 1919-03-29
    drama • (date-year) 1919 • (author) Karel Van de Woestijne • Claude Debussy • Koninklijke Muntschouwburg, Brussel
  2. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: BELGISCH TOONEEL... 1921-03-30
    Maurice Maeterlinck • drama • (author) Karel Van de Woestijne • Théâtre du Parc • Claude Debussy
  3. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: Het Tooneel te Bruss... 1919-03-27
    Maurice Maeterlinck • (date-year) 1919 • (author) Karel Van de Woestijne • Théâtre du Parc • drama
  4. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: Tooneel en muziek te... 1919-05-09
    Maurice Maeterlinck • Claude Debussy • (author) Karel Van de Woestijne • Christoph Gluck • Koninklijke Muntschouwburg, Brussel • (date-year) 1919
  5. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: Muziek te Brussel II... 1921-06-23
    (author) Karel Van de Woestijne • Isadora Duncan • Paul Bourget • Koninklijke Muntschouwburg, Brussel
  6. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: UN SONGE DE NUIT D'E... 1919-05-27
    (date-year) 1919 • (author) Karel Van de Woestijne • Théâtre du Parc • Koninklijke Muntschouwburg, Brussel
  7. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: FRANSCH-BELGISCH TOO... 1922-12-05
    Maurice Maeterlinck • Eugène Brieux • (author) Karel Van de Woestijne • belgische • Albert Giraud • Gustave van Zype
  8. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Gustave Van Zype : "... 1925-10-24
    Théâtre du Parc • Gustave van Zype • Les semailles
  9. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Fransch Tooneel te B... 1936-01
    Maurice Maeterlinck • Gustave van Zype • Théâtre du Parc • drama