Gustave Van Zype : "Les Autres" in het "Théâtre du Parc"

Willem Putman, 1925-10-24


Source

Willem Putman, Tooneel-groei (1921-1926): Indrukken over het na-oorlogsch tooneel-herleven in ons land. Brugge: Excelsior, 1927, pp. 247-250.


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Philippe Lambert : "... 1925-01-20
  2. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Henri Ghéon : "Duim... 1925-01-27
  3. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Leonid Andrejew : "H... 1925-10-19
  4. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Georges Rency : "La ... 1925-07-28
  5. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Fernand Hannecart : ... 1925-07-29

Gustave Van Zype : "Les Autres" in het "Théâtre du Parc".

Reeds de titel van dit nieuwe stuk liet ons vermoeden dat de auteur, wiens zeer idealistisch streven ons door zijn vroegere werken bekend is, opnieuw een stuk geven zou in den aard van "Les liens", "Les semailles", "Les étapes", nl. een tendenz-werk waarop hoogst waarschijnlijk veel zou kunnen afgedongen worden, maar waarin dan alleszins de bedoelingen eerbied zouden verdienen. Laat mij echter hierbij voegen dat meer dan eerbied voor een stuk als "Les Autres" niet kan gevraagd -- en vonden wij er wél een nieuw attest in van Van Zype's eerlijk streven, toch scheen het stuk om vele redenen ondergeschikt aan vroeger werk, aan "Les Etapes" bijvoorbeeld, waar een meer gedrongen actie en ook steviger gemotiveerde toestanden ons meer vermochten te boeien dan met "Les Autres" het geval is geweest.

Vooral stukken met fel-onderlijnde tendenz dienen op stevige basis gebouwd. Wij moeten de gevolgtrekking waarop de auteur aanstuurt aannemen kunnen als een volstrekt logisch resultaat van echte toestanden -- en des te meer is voor deze toestanden echtheid vereischt naar gelang de auteur er een thesis uit wil laten groeien, welke min of meer van de normale levensbeschouwing afwijkt. Meest altijd stelt Van Zype aan de menschen groote en strenge eischen ; --het komt er dus op aan de gevraagde offers te motiveeren. Het scheen mij dat juist daar de zwakke zijde ligt van dit nieuwe stuk. Ik wil trachten het aan te toonen. Het geval is wel aandacht en belangstelling waard.

De auteur brengt ons in een streek die destijds bar was en onvruchtbaar maar die nu een onverhoopten bloei begint te kennen wegens de knappe werking van twee ingenieurs, die malkander in hun werk volkomen aanvullen en boezemvrienden zijn -- tot op het oogenblik dat zij beiden verliefd worden op hetzelfde jong meisje, Denise. Zooals gezeid, het is voor het verdere ontginnen der aarde noodig dat bedoelde twee jonge menschen eendrachtig blijven samen werken. Welnu, de heer Van Zype beweert dat het volk, dat van de vruchtbaarheid van het land leeft, op deze twee jonge lieden zulkdanige rechten heeft dat zij beiden hunne liefde moeten smoten en dat het jonge meisje zelf, die een van de twee liefheeft en door deze bekentenis noodzakelijk het tweetal vaneenscheuren zou, uit eigen wil haren levensdroom moet stukslaan -- dit allemaal omwille van "Les Autres". Liefde moet vruchtbaar zijn. De in dit geval ontstane liefde zou echter onvruchtbaar blijken en een onafwendbare ramp worden voor velen.

De man, die in dit stuk deze theorieën vooruitzet heet Marfond en is Denise's vader. Hij zelf heeft steeds de weduwe Haltier, die de moeder is van den door Denise verkozen ingenieur, liefgehad -- maar ze zijn beiden ook nooit getrouwd, dit om diverse redenen, waaronder me echter geen enkele belangrijk genoeg schijnt om hier, bij het resumeeren van het stuk, aan te halen. Dit is al een eerste zwaktepunt -- want deze houding der ouders, die als precedent moet dienen, moest feitelijk een onbetwistbaar argument zijn om de kinderen te overtuigen.

Anderzijds -- en hierop nochtans rust gansch het stuk -- schijnt het ons niet absoluut noodzakelijk voor het heil der "anderen" dat deze jonge lui hunne mooie liefde negeeren. Want -- ook als de eene ingenieur met Denise trouwt en de andere er van onder trekt (wat hij diverse malen voorstelt) hebben wij den indruk dat de verdere werking der usine voor het vruchtbaar maken der gronden niet definitief gecompromitteerd is -- omdat er allerlei andere eventualiteiten voor de hand liggen, nl. de mogelijkheid dat de gehuwde ingenieur een nieuwen helper zou aanwerven die zijn verloren vriend vervangen zou. Zulk een helper te vinden kan niet onmogelijk zijn.

Maar het ergste is dat het edele einde van Van Zype's stuk ook heelemaal geen zekerheid geeft over de vraag of dit wel de oplossing is die voor "de anderen" de beste mag genoemd. Ook daaraan durf ik te twijfelen.

Kijk eens, Denise gaat weg met haar ouden vader. De twee ingenieurs zullen blijven samenwerken -- maar niets bewijst ons dat die samenwerking ooit nog zijn kan als tevoren, vermits ten slotte toch door dit liefde-conflict hun onderling vertrouwen gebroken is. Geheel onbevredigd laat dit slot en, of wij dit willen of niet, wij ondergaan na deze drie bedrijven den indruk dat de schrijver met een overvloed van woorden heelemaal niets bewezen heeft.

Wat den vorm betreft -- Van Zype heeft deze drie bedrijven gemaakt volgens de factuur van Ibsen. Hij bewijst echter in de expositie zijner eerste tooneelen een bijna verbazende technische onbeholpenheid ; hij brengt ons namelijk op de hoogte van den toestand op een manier die een student in de poezis ternauwernood nog aanwenden durft, laat onder meer twee menschen malkander gedurende een half uur dingen zeggen die zij allebei zeer goed weten. Ook verder heeft hij niet gekund zijn onredelijk gegeven te doen boeien door een vorm, die belangstelling wekt. In theater van deze soort is alle verrassing uitgesloten; al vast bij het halen des scherms maken wij kennis met de vijf optredende personen en weten dat wij ons met die lui moeten tevreden stellen -- wij weten ook dat ze niets anders doen zullen dan gesprekken houden rond een tafel. Dat is allemaal uitstekend -- maar hij moet dan een meester zijn, die met zulk minimum van uiterlijke middelen een twintigste eeuwsch publiek die emotie's kan geven, die het in een theater zoeken komt Dat publiek wil nog nauwelijks naar Ibsen luisteren. Welnu, de heer Van Zype beschikt niet over een vierde van Ibsen's handigheid, diens overredingsvermogen, diens zin voor compositie, diens strenge logiek. En hoe kan bovendien Ibsen zijn personages teekenen en zijn dialogen doen leven op zich zelf ! De heer Van Zype schrijft met een geloof en een schoone eerlijkheid, waaraan wij graag hulde brengen, tooneelstukken die heelemaal buiten hun tijd staan én om het nauwelijks aanneembare van het gegeven, én om het gemis aan verrassing, spontaneïteit, actie, opwinding, én om de technische onbeholpenheden der uitwerking.

"Les Autres" is een exempel van een tooneelstuk, zooals wij er geene meer mogen schrijven.

24-10-25.

Items that may be related to this text

  1. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Philippe Lambert : "... 1925-01-20
    jonge • (date-year) 1925 • Théâtre du Parc • (author) Willem Putman
  2. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Henri Ghéon : "Duim... 1925-01-27
    jonge • (date-year) 1925 • (author) Willem Putman
  3. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Leonid Andrejew : "H... 1925-10-19
    (author) Willem Putman • (date-year) 1925 • (date-month) 1925-10
  4. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Georges Rency : "La ... 1925-07-28
    (date-year) 1925 • Théâtre du Parc • (author) Willem Putman
  5. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Fernand Hannecart : ... 1925-07-29
    (date-year) 1925 • (author) Willem Putman • Théâtre du Parc • liefde
  6. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Dietzenschmidt : "Co... 1925-03-21
    jonge • (date-year) 1925 • (author) Willem Putman
  7. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Luigi Pirandello : "... 1925-03-26
    (date-year) 1925 • (author) Willem Putman
  8. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Luigi Pirandello : "... 1924-10-15
    Henrik Ibsen • (author) Willem Putman • liefde
  9. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Odilon-Jean Périer ... 1925-02-28
    (date-year) 1925 • auteur • (author) Willem Putman
  10. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: René Benjamin : "Le... 1925
    (date-year) 1925 • (author) Willem Putman