Advanced Search found 12 item(s) featuring "Jean Racine"

1919-06-17 Tooneel te Brussel III (Karel Van de Woestijne)
  • . . . jeugd noemen, - al gaat die jeugd stilaan naar het vijftigste jaar. De Max trad op in tragedies, die voor klassiek-bij-uitstek gelden: in Racine 's Britannicus en Andromaque. Wij kennen die werken heel goed; het laat ons toe, meer aandacht te wijden aan de interpretatie. Deze heeft ons, rechtuit . . .
  • . . . in afwachting dat ze, gelouterd en verbreed, zonder nochtans van hare grondopvatting af te zien, de interpretatie van Morgen worde? Britannicus is, n Racine 's kostelijk oeuvre, et eerste werk-der-rijpheid. Volgens Voltaire "la pièce des connaisseurs", is het het werk van het dertigste jaar, het werk van . . .
  • . . . des connaisseurs", is het het werk van het dertigste jaar, het werk van het bewuste kunnen, dat ook het volst met bedoelingen zit. Racine verklaart zelf: "Voici celle de mes tragédies que je puis dire que j'ai le plus travaillée." Met welgevallen voegt hij er aan toe: "si . . .
  • . . . dichterlijke factuur. Phèdre zal heel wat schoonere verzen bevatten: de vastheid der versificatie blijkt nergens volgehouden als in Britannicus. - Er is meer: Racine , de weeke, stelt zich Tacite , den stoere, als voorbeeld. Hij zegt het zelf: wat hij heeft willen maken is: "un tableau d'histoire". . . .
  • . . . bij Britannicus eenigszins onthutst, omdat het zoozeer een specifiek-Romeinsch stuk is. Hetgeen nochtans niet wil zeggen, dat het stereotype-Romeinsch zou zijn: daarvoor is Racine een te diepgaand psycholoog. Dat merkt men onmiddellijk in zijn personnage van Nero. Hij kiest hem niet, als de perverse bloedhond: hij neemt hem . . .
  • . . . aan te doen. Dit is natuurlijk de Nero nog niet van uit Het Teeken des Kruises: het is nog niet de Nero van Racine 's Britannicus.... En hetzelfde geldt voor de Max' prestatie uit Andromaque. Wij weten het, die Oreste is reeds een romantisch personage, eene gehypertrophiëerde ikheid, behept, . . .
  • . . . hij heeft het ten overvloede laten blijken. Waarbij hij weer, met decadente middelen, het individu uitbeeldde ten koste van het genie, dat bij Racine nochtans zoo duidelijk naar voren komt. Twee jaar jonger dan Britannicus, is immers Andromaque, een spel der passie. Het is het stuk der eerste . . .
  • . . . voren komt. Twee jaar jonger dan Britannicus, is immers Andromaque, een spel der passie. Het is het stuk der eerste groote liefde van Jean Racine . Deze, acht-en-twintig jaar oud, is geboeid geworden door de vijf- of zes-en-dertigjarige Duparc, de schoone Duparc, laatste liefde van Corneille . Deze . . .
  • . . . vijf- of zes-en-dertigjarige Duparc, de schoone Duparc, laatste liefde van Corneille . Deze is eerder vrouwelijk dan schrander: men kan aannemen dat Racine haar rijpe charme zeer diep heeft ondergaan, zooals dikwijls gebeurt waar de vrouw ouder is en in liefde zeer bedreven. Maar anderdeels heeft ook . . .
  • . . . den trots van den opvoeder, die trouwens nooit van ambitie ontbloot is geweest. Uit dezen dubbelen gemoedsgrond rijst Andromaque: voor een dichter als Racine , bij uitstek voor algemeene humaniteit aangelegd, kon zelfs een hystericus, een epilepticus als Oreste niet buiten die breede nobel-gevoelde menschelijkheid. En nu is het . . .
1919-02-11 Tooneel te Brussel I (Karel Van de Woestijne)
  • . . . individualiteit bij te verliezen. Het evenwicht van het werk, het gevoel van welbehagen, dat het in al zijne tragiek teweegbrengt, heeft sommigen aan Racine doen denken: ik ben de eerste niet, die dezen naam naast dien van Porto-Riche noem. Bij dezen laatste - het dient er . . .
  • . . . - het dient er aan toegevoegd - gaat het literair geweten misschien nog dieper, uit het zich vooral in persoonlijker taal.... Ik noem Racine : ik heb gelegenheid Gluck te noemen en het zal u niet verwonderen, dat ik het met welgevallen doe, nu de gelegenheid mij . . .
1931-10 Walter Hasenclever's "Antigone" door het Vlaamsche Volkstooneel (Leo Galle)
  • . . . doen. Hasenclever 's Antigone stuurt ontegensprekelijk naar het einddoel met de volkomen evenwichtigheid die al de werken van Sophocles kenmerkt. Racine en Corneille hebben het nooit tot die sterke eigenschap kunnen brengen, en we moeten naar Shakespeare terug om een klassiek . . .
1922-03 Molière, bij zijn derde eeuwfeest (Lodewijk Dosfel)
  • . . . verhaalt van hem dat hij weemoedig en zacht was. Hij beminde zijne makkers, stikte de opkomende talenten niet in de kiem. Hij moedigde Racine aan en zorgde er zelfs voor dat diens Les Plaideurs, dat haast vergeten was, opnieuw gespeeld werd. Zulke welwillendheid is zeldzaam in de geschiedenis . . .
  • . . . dat haast vergeten was, opnieuw gespeeld werd. Zulke welwillendheid is zeldzaam in de geschiedenis van de letterkunde. Corneille b.v. raadde aan Racine het schrijven van treurspelen af. De critici prijzen om strijd in het werk van Molière het geniale in de schildering van den . . .
1922-02 Over Molière (A. Props)
  • . . . bijval is, jammer zijn jokkenden, satirieken, zedelijk lossen trant, die beter dan de heldenrythmen van Corneille en de edele poëzie van Racine strookt met de lichtzinnige levensopvatting der eeuw en haar drift naar pikant en ongebreideld genieten. Eerst bestemd voor de balie voor Orleans, kon
1925-06-01 Jules Delacre : Het Théâtre du Marais (Willem Putman)
  • . . . Delacre dezen stelregel, bij het samenstellen van zijn repertorium, heeft getracht na te leven. Zij zijn: Molière , Corneille , Racine , Musset , Mérimée , Courteline , Tristan Bernard , Edmont About , Jules Renard , Ibsen , . . .
  • . . . Corneille , Racine , Musset , Mérimée , Courteline , Tristan Bernard , Edmont About , Jules Renard , Ibsen , Barrie , Maeterlinck , Gogol , Sarment , J. J. Bernard , Romains , . . .
  • . . . Jules Renard , Ibsen , Barrie , Maeterlinck , Gogol , Sarment , J. J. Bernard , Romains , Benjamin , enz. Bovendien is Jules Delacre , benevens een talentvol leider en een knap regisseur, ook een buitengewoon begaafde . . .
1922-02-21 MOLIÈRE TE BRUSSEL (Karel Van de Woestijne)
  • . . . hem is Corneille eene incarnatie van espagnolisme, hij die zijn leven lang heeft geteerd op het sukses van Le Cid; is Racine , op erotisch als op mystiek gebied, eene belichaming van teedere en vurige sentimentaliteit, waarvan men zelfs den oorsprong is gaan zoeken in eene Noordelijke . . .
1924-02-24 Gaston Martens : "Prochievrijers" in het "Volksgebouw", Antwerpen (Willem Putman)
  • . . . zijn "Inleiding". En een stuk lanceeren is soms moeilijker dan een stuk schrijven. Het moeilijkste blijft echter : een stuk denken. Daarom heeft Racine nog altijd gelijk : "Ma tragédie est faite, je n'ai plus qu'à récrire". Eens dat de auteur zijn stuk begint te schrijven, is in . . .
1922-02-18 JOAN LUYKEN'S DUYTSE LIER (Anon.)
  • . . . en dus dichter bij de hedendaagsche staat, zoodat - om al die redenen samen - voor een Franschman meer te genieten valt bij Racine , ook zonder commentaar, dan voor een Nederlander bij Vondel , en dat de eerste gemakkelijk Ronsard leest, terwijl Lucas . . .
1923-02 Henri Ghéon: zijn programma (Lodewijk Dosfel)
  • . . . schilderen. Doch de liefdedriften zijn het heele leven niet, Alles hangt af van de wijze waarop men schildert. Wij zullen, voorzichtig zijn zooals Racine , wij zullen den rooftocht van het vleesch op het gebied van den geest afweren. In God zijn het Schoone, Ware, Goede versmolten. Door onderdanigheid . . .
  • . . . het lyrische, het epische, het didactische... maar toch ondergaat mij niet hetzelfde gevoel als onder het lezen van drama's van Sofocles , Racine en Shakespeare , enz.» . Aan behandeling van het wonderbare zijn immer veel gevaren verbonden. De indruk kan soms lang niet . . .
1923-03 Henri Ghéon: zijn tooneelwerk (Lodewijk Dosfel)
  • . . . te vinden, welke uiterst geschikt zouden zijn voor ullevellepapierjes. Bij de lezing voelden wij meer dan eens heimwee naar het klassieke vers van Racine of van Vondel . Veel beter, in ieder opzicht, is Le pauvre sous l'escalier, de behandeling van de legende van den heiligen . . .
1923-06 Nieuwere dramatische kunst (Godfried Heynderickx)
  • . . . voortreffelijk geschikt voor de weergave van de toen in zwang zijnde herdersdrama's. Het classicisme leefde sterk op in Frankrijk : Corneille , Racine , Molière . Goethe en Schiller schreven hoog-verdienstelijke dramas. Afwijkend van het klassieke type waren de stukken van
  • . . . theater verdient speciale aandacht. Heel eenvoudig in opzicht van techniek zijn die dramatische scheppingen scherp realistisch en psychologisch. Terwijl vroeger de zielkunde, bij Racine bv. hare uiting vond door alleenspraken, confidences enz., exterioriseert Ibsen het innerlijke leven zijner personages. Door hun mysticisme doen ze ons denken . . .