Advanced Search found 20 item(s) featuring "Maurice Maeterlinck"

1920-02-17 Pelias en Melisande (M.G.)
  • . . . Vlaamsche opera : Opvoering van Pelias en Melisande. Muziek van Claude Debussy . Tekst van M. Maeterlinck Als gala-opvoering van de Antwerpsche pers word dan uitverkoren het hoofdwerk van Debussy . Een betere keus kon bezwaarlijk gedaan, hoewel . . .
  • . . . frisch, origineel en eigen Vlaamsch werk ook zeer goed had kunnen aangemoedigd worden. Het is altijd een pijnlijke zaak voor ons Vlamingen over Maeterlinck te schrijven. Hij bluft zoo brutaal met ontleende pluimen en er is ten slotte in zijn rag-fijne kunst weinig dat aan ons volk ten . . .
1927-04-05 Pelléas en Mélisande (Anon.)
  • . . . verkrijgen en onder dit euvel had deze wederopvoering te lijden. Dat Debussy de hand legde op een tekst van den Belg Maeterlinck , is bij de geringe productie der Fransche symbolisten op dit gebied, niet te verwonderen. Voor de fluisterwereld van Maeterlinck 's half-ontzielde, halfgedaantelooze menschen, . . .
  • . . . den Belg Maeterlinck , is bij de geringe productie der Fransche symbolisten op dit gebied, niet te verwonderen. Voor de fluisterwereld van Maeterlinck 's half-ontzielde, halfgedaantelooze menschen, ontsluit hij het mysterie der muziek. Al wat dit mysterie aan vergeten en nooit-aanroerde klanken uitwasemt, vangt hij op om er . . .
1925-10 EEN TWEEDE TOONEEL-TENTOONSTELLING (Karel Van de Woestijne)
  • . . . Rèbe, Dawis, Balachoff, benevens enkele kostuumontwerpen die hij maakte voor het " Théâtre du Marais ", namelijk "Zuster Beatrijs" voor het stuk van Maeterlinck , "Pr. Knock" dat warempel een goed portret lijkt van Jules Delacre , zoozeer is de directeur van den Marais-schouwburg in onze . . .
  • . . . "La princesse Brambille" en "Salomé") en uit het " Théâtre d'art " te Moskou (de wondere evocatie van het "Pays du souvenir" in Maeterlinck 's "Oiseau Bleu"). Uit Polen zijn er eenige zeer merkwaardige décor-ontwerpen voor een stuk dat genoemd wordt "La comédie non divine" - ontwerpen die aansluiten . . .
1939-07 HET EEN-EN-VEERTIGSTE JAAR 1938-39 (August Monet)
  • . . . — ongeveer geheel nieuw in te studeeren en in nieuwe decors — van «Prinses Zonneschijn» en de creatie van «Ariane en Blauwbaard», van Maurice Maeterlinck en Paul Dukas , op Zaterdag 22 October 1938 . Veel méér geldelijk profijt mocht hij ook niet beleven van zijn twee . . .
1920-09-30 NESTOR DE TIERE (Karel Van de Woestijne)
  • . . . een dramaturg van ongewone kracht, en voor het geestelijk-arme Vlaanderen van ongewone beteekenis. Zeker, hij is zoowel aan Ibsen als aan Maeterlinck voorbijgegaan zonder dat zij hem in zijne opvattingen vermochten te verstoren, en dat zou reeds een merkwaardig feit zijn, en een feit ter eere . . .
1919-03-27 Het Tooneel te Brussel II (Karel Van de Woestijne)
  • . . . werk eenigszins geheimzinnig, - geheimzinnigheid die hij vermeerdert door de middelen die hij ter uiting aanwendt, en die denken doen aan den vroegeren Maeterlinck , zonder dezes gemaakte naïviteit. Van het ingetogen drama "Les Racines" maakt weer een meisjesfiguur de groote aantrekkelijkheid uit. Daaromheen handelen, met weinig uitdrukkelijkheid, nogal . . .
1920-03-28 GEORGES EEKHOUD'S EERHERSTEL (Karel Van de Woestijne)
  • . . . en vooral zijn Kempen te verlaten; dat hij nooit geaarzeld heeft het op te nemen voor de menschen van Vlaanderen door den Gentenaar Maeterlinck voor "rustres" en "lourdauds" die enkel een "jargon vaseux" spreken gescholden; dat hij tijdens de bezetting, in België gebleven, aan een redacteur van het . . .
  • . . . Vlaamsche volk toedraagt, wederkeerig is. Hoe zouden ze het ook kunnen vergeten dat hij, in de roemrijke rij der Fransch schrijvende Vlamingen, der Maeterlinck 's, der De Molder 's, der Van Lerberghe 's, der Verhaeren 's, steeds alleen stond om den strijd der Vlamingen voor meer . . .
1919-02-11 Tooneel te Brussel I (Karel Van de Woestijne)
  • . . . Maar ik stel hem zonder vaderlandsche overdrijving hooger dan Brieux , omdat hij vaak dramatischer, en altijd meer-literair is. Ik ken - Maeterlinck natuurlijk uitgeschakeld, - geen Belgische dramaturg die meer dan hij de aandacht verdient. Nobel in zijn streven, mannelijk-sober in de uitwerking van zijn onderwerp, . . .
1926-08-23 TOONEELHERVORMINGEN II (Karel Van de Woestijne)
  • . . . dat dit doorschijnend gordijn voor het eerst werd aangewend, voor een jaar of dertig, te Parijs bij de vertooning van een stuk van Maurice Maeterlinck . Wat het proscenium betreft, zooals door Van Walden voorgesteld, hoeft men waarlijk niet tot de Oudheid op te klimmen om het . . .
  • . . . Tooneeltaal is nu eenmaal geen synoniem van objectief realisme, niet meer voor den speler dan voor den schrijver. Te meer daar reeds met Maeterlinck - en men zou er de laatste stukken van Ibsen kunnen bijvoegen - een nieuw, innerlijk, zuiver geestelijk element eene taal, die . . .
1921-03-30 BELGISCH TOONEEL (Karel Van de Woestijne)
  • . . . niet dat hij ook verzen maakte"; wel wist hij dat hij ambtenaar was in de Kamer der Volksvertegenwoordigers. Enkele jaren geleden heeft ook Maeterlinck een Nobelprijs gekregen. Dat geld heeft hem tevens eenige faam geschonken; de muziek, die Claude Debussy op "Pelléas et Mélisande" heeft gemaakt, . . .
  • . . . Daar het een oorlogsstuk is van het heel erge soort, een echt "drame de propagande", zooals de auteur het zelf noemt, lokt eindelijk Maeterlinck volle zalen in eigen land, zooals sedert jaren gebeurt in Engeland en in Amerika. En opdat het publiek ook nog iets meer over hem . . .
  • . . . zich in dat sukses te verheugen, redenen, die ik wil probeeren hier te ontwikkelen. "Le Bourgmestre de Stilmonde" staat buiten de reeks van Maeterlinck 's werken. Terecht misschien klagen er sommigen over, dat de auteur zijne actie midden in een bepaalden tijd heeft gesitueerd, liever dan het te ontrollen . . .
  • . . . vlak af, zou hebben vermogen te geeselen, dan door ze plaats te doen grijpen in een bekend milieu, onder bekende omstandigheden. Zelfs toen Maeterlinck 's dramatische kunst nog geheel leefde van gewaarwording, van physische aandoening en hare reflexen, achtte men hem te wezen een wijsgeerig abstraheerder, een symbolist die . . .
  • . . . diepzinnig gingen disserteeren over de beteekenis van "La Princesse Maleine" en van "La Mort de Tintagille"; want ieder weet dat, als vele dichters, Maeterlinck aan lof en blaam gevoelig is. Van bij "Aglavaine et Sélysette", na trouwens "Le Trésor des Humbles", gaf Maeterlinck aan de critiek . . .
  • . . . vele dichters, Maeterlinck aan lof en blaam gevoelig is. Van bij "Aglavaine et Sélysette", na trouwens "Le Trésor des Humbles", gaf Maeterlinck aan de critiek gelijk, en slechts bij zeldzaamheid liet hij alle philosophie-bedoeling in zijne volgende drama's achterwege. En telkens bij die uitzonderingen vond de . . .
  • . . . zelfs de Belgische pers wordt niet gaarne in hare gewoonten gestoord. Geheel ongelijk had zij overigens niet: als onderwerp is het stuk van Maeterlinck niet veel meer dan eene draak, en men heeft niet nagelaten het in elkanders oor te fluisteren. Nog iederen avond lokt het in de . . .
  • . . . Vlaamsche burgemeester die door zijn Duitschen schoonzoon wordt gefusilleerd, en hem zelfs aanzet dezen onzaligen plicht te vervullen: ik stel mij voor dat Maeterlinck dertig jaar geleden voor zulk onderwerp zijn neus zou hebben opgehaald. Thans, - ja, thans heeft hij er iets van gemaakt, dat steeds hoogst-dramatisch, . . .
  • . . . is. Men moet dit drama niet lezen: men moet het zien. Zeker, het is geschreven in de prachtige taal, die van den Gentenaar Maeterlinck den zuiver sten der Fransche schrijvers heeft gemaakt; deze taal die steeds wat plechtig, maar nochtans Raciniaansch-sober en -rechtstreeks aandoet. Maeterlinck heeft, . . .
  • . . . Maeterlinck den zuiver sten der Fransche schrijvers heeft gemaakt; deze taal die steeds wat plechtig, maar nochtans Raciniaansch-sober en -rechtstreeks aandoet. Maeterlinck heeft, zelfs in dit zoo echt Vlaamsche drama, afgezien van zijne vroegere eigenaardigheid, die erin bestond, specifiek-Vlaamsche uitdrukkingen letterlijk in het Fransch over te . . .
  • . . . element van eersten rang wordt. Dit kan men bij lezing nauwelijks gewaar worden - daarom zei ik dat men het stuk moet zien. Maeterlinck is, van meet af, een geboren dramaturg gebleven. Hij beschikt over eene vaardigheid van zeldzame persoonlijkheid en nochtans van de grootste uitwerking. Een oud . . .
  • . . . over eene vaardigheid van zeldzame persoonlijkheid en nochtans van de grootste uitwerking. Een oud tooneelspeler beweerde eens, dat niets zoo gemakkelijk was als Maeterlinck te spelen: deze is technisch zoo knap, weet zoo goed "wat het doen zal", dat zelfs een onhandig acteur wordt gered door de handigheid . . .
  • . . . vanwege elk ander weerzin zou verwekken. Doch het is niet weerzinwekkend, niet meer dan het trouwens eenvoudig is: de groote literaire kunst van Maeterlinck k verheft tot nobele rust, tot de bewogen rust van het klassieke, wat hem anders als eene fout tegen den smaak moest worden aangerekend. Om . . .
  • . . . den smaak moest worden aangerekend. Om fouten tegen den goeden smaak bekommert zich Crommelynck maar heel weinig, omdat hij niet als Maeterlinck een echte, maar een Brusselsche namaak-Vlaming is. Als persoon, ik bedoel om zijn wilskracht en zijn doorzettingsvermogen uiterst-sympathiek, als geen tweede trouwens artistiek aangelegd, . . .
1924-10-04 DOOD VAN IWAN GILKIN (Karel Van de Woestijne)
  • . . . bij een Georges Eekhoud , in breed lyrisme bij een Emile Verhaeren , in grondig doorvoelen en beseffen bij de Gentenaars Maurice Maeterlinck en Charles van Lerberghe afleggen. In de strijdvaardige bent was hij de meest omzichtige, al was ook zijn vernieuwingsdrift groot; met . . .
  • . . . Barbara-college te Gent, waar gelijktijdig, en even na Georges Rodenbach en Emile Verhaeren , Charles van Lerberghe met Maurice Maeterlinck en Grégoire le Roy op de banken zaten; - na zijne humaniora dus in eene school waar hij, in lagere klassen, . . .
  • . . . dit applaus beet te laten nemen. Geprikkeld wellicht door den bijval van scheuringmakers als een Eekhoud , een Verhaeren , een Maeterlinck , en zelfs een Van Lerberghe , die zich van de meer en meer behoudsgezinde " Jeune Belgique " hadden losgerukt; bijval die, hij besefte . . .
1923-04-30 TOONEEL TE BRUSSEL III (Karel Van de Woestijne)
  • . . . P.N. Roinard toen hij, een kwarteeuw geleden, zijn stuk Les Miroirs liet spelen, en het glasgordijn van eerste en laatste bedrijf heeft Maeterlinck lang voor Teirlinck gebruikt. Doch, daar komt het niet op aan. Wanneer men een mooien roman leest, vraagt men niet naar het . . .
1919-05-09 Tooneel en muziek te Brussel (Karel Van de Woestijne)
  • . . . het tot nieuw, vernieuwd, goddelijk-jeugdig leven op. "Pelléas et Mélisande" en "Ariane et Barbe-Bleue" bevatten de algemeenheid in kern, zooals de drama's van Maeterlinck die ze ingaven. Hier is de algemeenheid - weliswaar van heel wat engeren, en niet veel meer dan louter-muzikalen aard, - als eene bloem, . . .
1925-02-23 TOONEEL IN VLAANDEREN (Karel Van de Woestijne)
  • . . . beelden. Het dunkt mij trouwens, dat alleen op deze wijze de geest der sproke, naar katholieken zin, kan bewaard. Elke dramatizeering er van ( Maeterlinck , Felix Rutten , Teirlinck ) bracht ons een afwijking, want een dramatische kern omsluit de sproke zelf niet. Alleen is ze een . . .
1926-06-27 HAMLET TE GENT II (Karel Van de Woestijne)
  • . . . het publiek te dwingen van de eene zaal naar de andere achter de acteurs aan mee te loopen, gelijk, nogal storend, gebeurde, toen Maurice Maeterlinck in zijn klooster van Saint Wandrille Macbeth vertoonen liet. En het is hier, dat Luc. van de Putte zijne . . .
1922-04-27 TOONEEL TE BRUSSEL (Karel Van de Woestijne)
  • . . . Théâtre du Marais " ons werk getoond, dat beter strookte met de bedoelingen die het heeft, zonder het zelf goed te weten. Van Maeterlinck werd hiëratisch vertoond Soeur Béatrice, en populair als eene driekleurige volksprent met felle verven eene vernieuwde lezing van La Farce du Cuvier. Kwam de . . .
1922-08-20 DE WEEK VAN JAMES ENSOR II (Karel Van de Woestijne)
  • . . . Belgisch musaeum, dat helaas het Wiertz-musaeum is. Ik kon niet vergeten natuurlijk dat hij tevens een dichter is, hij de oude makker van Maurice Maeterlinck en de boezemvriend van den grootsten dichter dien wij ooit hebben gehad: Charles van Lerberghe ; hij-zelf schrijver van fijne, gevoelige verzen, . . .
1921-01-24 TOONEEL TE BRUSSEL (Karel Van de Woestijne)
  • . . . een publiek dat door Parijsche frivoliteit is verwend geraakt. Zoo is, na het fier-uitzonderlijke werk van een Charles van Lerberghe , een Maurice Maeterlinck , een Henry Maubel , zelfs de meer-toegankelijke kunst van een Gustave van Zype voor onze schouwburgbezoekers te zwaar: een drama . . .
1922-12-05 FRANSCH-BELGISCH TOONEEL (Karel Van de Woestijne)
  • . . . wegvallen, evenzeer trouwens als de beminnelijke en wat zoete dichter van Kaatje, de advokaat-tooneelbestuurder Paul Spaak . De overigen te beginnen met Maurice Maeterlinck , (die voor Princesse Maleine den prijs weigerde om hem later te aanvaarden, ik meen met Monna Vanna), en met Emile Verhaeren . . .
  • . . . een aandikken tot zelf-bevrediging, een aanscherpen tot beter zelfbegrip; gebrek dat keerzijde is van een deugd, en dat zeker afslijt, zooals het bij Maeterlinck is afgesleten. Van de drie bovengenoemde dramaturgen die voor den laatsten prijs in aanmerking kwamen is Fernand Crommelynck zeker de beroemdste en . . .
1922-08-29 MAURICE MAETERLINCK (Karel Van de Woestijne)
  • . . . van drie dagen vóór den verjaardag komt het vier dagen na den verjaardag. Enkele dagen vóór hij zestig jaar oud zou worden, werd Maurice Maeterlinck door een Fransch cantonrechter tot schadeloosstelling veroordeeld als sportsman; zijne auto had een fietser omvergereden, trouwens met voorzichtigheid. En nauwelijks een paar weken . . .
  • . . . weken geleden las ik pasuitgegeven brieven van den hartstochtelijken en goeden Octave Mirbeau waar hij het had over zijne "ontdekking" van Maeterlinck , Maeterlinck -den-mysticus, waar, ook niet na het verschijnen van "Les Aveugles", nog niemand aan wilde gelooven, behalve hij dan, Mirbeau , en . . .
  • . . . ik pasuitgegeven brieven van den hartstochtelijken en goeden Octave Mirbeau waar hij het had over zijne "ontdekking" van Maeterlinck , Maeterlinck -den-mysticus, waar, ook niet na het verschijnen van "Les Aveugles", nog niemand aan wilde gelooven, behalve hij dan, Mirbeau , en de groote constructieve . . .
  • . . . een paradox: een Gentenaar. Toen ik (laat mij deze herinnering toe), veertien jaar oud, mij tot de beoefening der literatuur geroepen achtte, was Maurice Maeterlinck er dertig. Hij genoot, in ons beider geboortestad, een vreemde, ik zal maar zeggen, geniepige en verdachte beroemdheid. Zijne eerste boeken - "Les . . .
  • . . . George Minne , hadden te Parijs, dank zij Mirbeau een geweldigen opgang gemaakt, hetgeen te Gent, vooral in de kringen waar Maeterlinck in thuis hoorde, een achterdochtigen weerklank had gevonden. Jongere kunstenaars echter had het tot een geestdrift opgewekt, en tot eene wakkere werkzaamheid, die - . . .
  • . . . tot een geestdrift opgewekt, en tot eene wakkere werkzaamheid, die - natuurlijk - uiting vonden in een tijdschrift: "Le Réveil". Tevens liepen over Maeterlinck anecdoten, die hem voorstelden als een joligen held die den brui gaf aan bekrompen zeden. Het was voldoende om hem voor mijne makkers en . . .
  • . . . hoe zouden wij in de eerste plaats van deze kunst niet hebben genoten met een honger die razernij geleek? - Wij waren, als Maeterlinck , Gentenaars: niemand kon, als wij, Maeterlinck begrijpen. Want wat was zij anders, aanvankelijk, die kunst, dan weerspiegeling der eigen stad, dan weergave . . .
  • . . . deze kunst niet hebben genoten met een honger die razernij geleek? - Wij waren, als Maeterlinck , Gentenaars: niemand kon, als wij, Maeterlinck begrijpen. Want wat was zij anders, aanvankelijk, die kunst, dan weerspiegeling der eigen stad, dan weergave als het ware door eigen innig gemoed, van . . .
  • . . . Gentsche stadsbeeld? Men vergisse zich niet - zooals men noodzakelijk te Parijs moest doen, hetgeen wij heel goed gevoelden - het debuut van Maeterlinck , in de stoute verzen van "Les Serres chaudes" waar George Minne ééne zijner eerste teekeningen voor maakte, die men vooral voor geene . . .
  • . . . men vooral voor geene illustratie moet houden: zij staat er heelemaal buiten en gaat van gansch anderen geest uit, - het debuut van Maeterlinck was scherp-impressionistisch, met deformaties die de vinnigheid van het ontvangen beeld moesten verduidelijken. Elk gedicht wisten wij in een hoekje der stad te situëeren. . . .
  • . . . ons niet bedroog. Atmospheer en stemming, ook waar zij niet meer eng-Gentsch zouden zijn, blijven tot dit zijn zestigste jaar het werk van Maurice Maeterlinck beheerschen. Ik heb het hier bij herhaling gezeid: de Gentsche luchtdruk zoogoed als de burgerlijk-Gentsche levenswijze, zij werken sloopend op het gemoedsleven van . . .
  • . . . lucht, is die ethiek beangstigend en verdoovend. Weldra beletten zij, dat elke vleugel er uitslaan zal: de hooge muren breken het uitvliegen. Doch Maeterlinck , toonbeeld van evenwicht en die nooit een gevangene worden kon, kende al heel vroeg de middelen der bevrijding, zoo in sport - ook zedelijk . . .
  • . . . is er zuiver, maar ijl noch guur. Gij kunt er wandelen zonder duizel, zij het ook met het gevoel der bereikte zuiverheid. En Maeterlinck , die voor het hartstochtelijke in zich andere uitwegen had, las Ruusbroec, en vond er de vrijheid van den geest zonder iets humaans te hoeven . . .
  • . . . doorzichtigste sublimatie, - de dunne krystaldraad die men wint uit de dikke brij van ziedend zand en soda, die glas worden? Verder is Maurice Maeterlinck nooit gegaan. Het is niet moeilijk geweest, hem als wij sgeer af te wij zen, en August Vermeylen had het niet . . .
  • . . . zen, en August Vermeylen had het niet lastig, hem als dusdanig met zichzelf in tegenspraak te bevinden. Ik weet niet wat Maeterlinck , zoo met zijne "essay's" als met zijne verdere drama's, heeft bedoeld. Ik weet alleen dat zij leven in een kring van gezuiverde lucht, zooals . . .
  • . . . gaf Charles van Lerberghe ons zijne goddelijke "Chanson d'Eve". Terwijl hij zijn lichamelijk leven botvierde en tevens tuchtigde in sport, vond Maurice Maeterlinck de vrijheid der ziel in bepeinzingen, die eerder zijn zon-doorglansde, maar met bewustheid vastgehouden droomerijen, dan de strakke lijnen van een systeem. Men . . .
  • . . . als gemaakt, als ontstaan uit opzet. Maar zij glanzen niettemin door deze echtheid: hun stijl. Want de evolutie van den stijl is bij Maeterlinck het merkwaardigste verschijnsel in zijne literaire loopbaan, en, naar ik meen, het overtuigendste teeken dat ik mij omtrent hem niet vergis. Waar
  • . . . stijl van een schrijver wijzigt zich dan ook naarmate de innerlijkheid van den schrijver, zijne imaginatie, zich wijzigen gaat. In den stijl van Maeterlinck vindt men gansch zijne geestelijke evolutie terug. Te Gent was hij gedrukt tot benauwing toe, en gespannen tot den uitersten angst. Hij leefde van . . .
  • . . . die leefden van zijne zintuigen. Zijn stijl, als zijn visie, was dan ook hypertrophisch-impressionistisch. Men noemde hem kinderachtig; hij was inderdaad kinderlijk, omdat Maeterlinck , zij het met het bewustzijn van een kunstenaar, op zijne indrukken reageerde met de vlugheid van een kind. Doch waar de geestelijke assumptie begint . . .
  • . . . aan kracht en beteekenis: het geeft fijnheid aan wat lager ligt in de delling. En moge het waar zijn dat de kunst van Maeterlinck er door rijker wordt aan klassieke artisticiteit, het is vooral waar dat hij erdoor bewijst eene ruimere menschelijkheid, eene hoogere bevrijding, een vasteren grond . . .
  • . . . dat hij erdoor bewijst eene ruimere menschelijkheid, eene hoogere bevrijding, een vasteren grond onder zijne voeten want een grooteren vrede in zijn blik. Maeterlinck mocht heden zestig jaar oud worden. En de jongkrachtige die hij bleef is tevens de verloste van alle onrust. Het weze waar dat hij . . .