Advanced Search found 21 item(s) featuring "Maurice Maeterlinck"

1925-02-21 Fernand Crommelynck : "De Maskerboetseerder" (Willem Putman)
  • . . . van sterk-gesuggereerde stemmingen, "troebel en troebleerend", waarin elk culminatie-punt geteekend wordt door een stilte. Climax van point-d'orgue's. Deze methode, waarbij wij denken aan Maeterlinck , J. J. Bernard , Sarment , drijft Crommelynck tot een verre consequentie. Hij weeft het heele gebeuren in een troebel . . .
1925-09 Julien Flament : Y a-t-il un théâtre belge? (Willem Putman)
  • . . . mâle" en "Le mort", een mime-spel -- en dan van Georges Rodenbach "Le Voile" en "Le Mirage". Volgt het tooneel van M. Maeterlinck , van wien menig stuk in Frankrijk op het repertoire blijft: "Monna Vanna" ( Comédie Française ), "Pelléas et Mélisande" ( Odéon ), "l'Oiseau . . .
  • . . . het repertoire blijft: "Monna Vanna" ( Comédie Française ), "Pelléas et Mélisande" ( Odéon ), "l'Oiseau bleu" (Cora Laparcerie). Een later oorlogsstuk van Maeterlinck "Le bourgmestre de Still-monde" noemt Flament terecht "un mélo bourré de louables intentions". Ook Verhaeren schreef een paar dramatische werken, . . .
1937-11-14 Modernistische experimenten; Herman Teirlinck; De ekster op de galg (Willem Putman)
  • . . . geworpen over de verstorven ledematen van den ouden man als een carnavalspak. Men denkt aan de zachte weeklacht van den ouden Arkel in Maeterlinck 's «Péléas» : «Et la tristesse, Golaud, la tristesse des choses d'ici-bas». Rondom dezen centralen speler moeten we dan de verdere bestanddeelen . . .
1933-08-11 A la manière de.. (Victor J. Brunclair)
  • . . . A LA MANIERE DE... MAURICE MAETERLINCK Diep is de nacht en ook uw oogen, Arabella. Mijn schamelheid vermergelt aan uw weidsche praal. Mijn trots, ik leg hem aan . . .
1926 Het poppenspel (Michel de Ghelderode)
  • . . . geestesverwanten van de poppenfamilie. Charlie Chaplin zelf staat onder haar wetten. En «le grand théâtre» eens door Gordon Craig aangeprezen, door Materlinck ontworpen, stond niet heelemaal vreemd van die poppenwereld. Onlangs is de marionet herboren: een pop van onzen tijd met een zweem van cubisme, een . . .
1924-03-04 Henry Soumagne : "Bas-Noyard" (Willem Putman)
  • . . . enthousiasme én onverschilligheid onthaald, toch op zijn minst de aandacht had gaande gemaakt als eene verrassende belofte van buitengewone beteekenis, bij zooverre dat Maeterlinck dezen Belgische jongere in den Figaro "un tempérament dramatique de premier ordre" noemde, en Rivoire in Le Temps den naam van Soumagne . . .
  • . . . de premier ordre" noemde, en Rivoire in Le Temps den naam van Soumagne neerschreef naast de namen van Rodenbach , Maeterlinck en Verhaeren . Het origineele in bedoeld dramatisch pamflet, dat ingeleid wordt met een bokspartij over het bestaan van God, was inderdaad een . . .
1928 Jac. Ballings: "Van 't Lievevrouwken en de Herdersknaap" (Lode Monteyne)
  • . . . ons binnenste trillen, wekken geen visioenen, welke niet overeenkomen met deze, waaraan ons oog sedert onheuglijke tijden gewend is geraakt. Een dichter lijk Maeterlinck kon dat, toen hij «l'Oiseau bleu» dichtte. Dergelijk opzet te bereiken gaat niet met talent alleen. Daarvoor hoeft de kunstenaar de Genade te ontmoeten. . . .
1926 Lode Baekelmans: Over de tooneelschrijfkunst (Een intervieuw) (Lode Monteyne)
  • . . . vorm gebonden blijven ? Zoolang men de actie, uiterlijke of psychologische, binnen het beluik van het tooneel brengt, is elke vorm goed. Een Maeterlinck -drama geeft heel andere indrukken dan een veristisch tooneelspel... Wij, Vlamingen, zijn gewoon alles te veel te zien door het Fransch tooneel heen... -- Wat . . .
1925-06-01 Jules Delacre : Het Théâtre du Marais (Willem Putman)
  • . . . Mérimée , Courteline , Tristan Bernard , Edmont About , Jules Renard , Ibsen , Barrie , Maeterlinck , Gogol , Sarment , J. J. Bernard , Romains , Benjamin , enz. Bovendien is
1935-11 Een monographie over Verschaeve (Gerard Walschap)
  • . . . eigen plaats in onder de groote bouwmeesters van het leven (blz. 105). Een vergelijking van Verschaeve 's Maria Magdalena met deze van Maeterlinck , van Verschaeve 's Jacob met een der historische stukken van Goethe , b.v. zijn Egmont, zullen (sic) afdoende de superioriteit van den . . .
1926-04-11 Willem Putman: "Looping the loop" (Lode Monteyne)
  • . . . erkenden we Shaweske beïnvloeding. De Ibseniaansche levensopvatting versomberde een drama lijk «Het Stille Huis», waarin bovendien fel opviel een mysticisme, dat uit de Maeterlinck -literatuur afkomstig scheen. Een stuk als «Jeugd» herinnert heel sterk aan Martine van Jean Jacques Bernard en aan de theorieën over de stilte, . . .
1936-01 Fransch Tooneel te Brussel: "Godefroid de Bouillon" van Herman Closson (Willem Putman)
  • . . . werken zijn hoofdzakelijk oratorisch, literair. Men voelt bij het lezen niet eens de behoefte ze gespeeld te zien. Een groote figuur is dan Maeterlinck , die bewust zijn toevlucht zocht in de middeleeuwen, maar zijn Vlaamsch mysticisme tot uiting bracht in literaire producten, welke ons eenigszins valsch schijnen, een . . .
  • . . . speelsch aan haar haarlok. Zij vlucht weg als een verschrikte duif. De Capucijner lacht. We zijn in de sfeer van een stuk van Maeterlinck . Daar zitten de dienstmaagden bij haar spinrokken, zij zingen oude amoureuse liedjes en fluisteren elkaar in het oor : madame Clothilde is verliefd op . . .
1926 Herman Teirlinck: "Ik dien" (Lode Monteyne)
  • . . . van deze aloude sproke een tooneelmatige bewerking te geven, zooals vóór hem reeds de Limburgsche dichter Rutten en de Fransch-Belgische auteur, Maurice Maeterlinck , hadden gedaan. Toch kan het kiezen van een middeleeuwsch gewrocht als uitgangspunt niet toe te schrijven zijn aan het toeval. Ons komt het . . .
1926 Cyriel Buysse: "Het Gezin van Paemel" (Lode Monteyne)
  • . . . Recht van den Sterkste» wrochtte, «Het Bolleken» en «Het Ezelken» schiep, is loutere liefde. Vlaanderen en Buysse zijn nimmer te scheiden. Maeterlinck , de ontwortelde, zei immers van hem : «Toute la Flandre est en lui, vivante et immortelle»... * * * Buysse behoort . . .
1938-11-30 Fransch tooneel te Brussel; Panorama (Willem Putman)
  • . . . beter het tanen van wat men thans pleegt een «star» te noemen. De romantische toon van dit verhaal -- zooiets dat men «du sous- Maeterlinck » kan noemen -- heeft verrast vanwege een auteur, die bijv. in «ECCE HOMO» waarlijk een prangende uitdrukking vindt voor een dramatisch geval, dat alles . . .
1938-11-30 Modernistische experimenten: Michel De Ghelderode (Willem Putman)
  • . . . zal wellicht onopgeklaard blijven...» Wellicht is «HALEWIJN» lyrisch het zuiverste werk van De Ghelderode . De auteur benadert eenigszins de tonaliteit van Maeterlinck . Men denkt ten andere af en toe aan «Barbebleu» -- en zou het wel mogelijk zijn in deze sfeer van droom en dood een . . .
1938-11-30 Het Vlaamsch Volkstooneel: Lode Geysen (Willem Putman)
  • . . . te moeten vaststellen, dat Geysen , deze dapperste onder onze revolutionnairen, tenslotte vervalt in een impressionistisch procédé, waarbij wij gaan denken aan Maeterlinck en Debussy ? In elk geval, dit slot van de vertooning onthouden we gaarne, en toen wij het speelplein verlieten stelden wij . . .
1926 Herman Teirlinck: "De man zonder lijf" (Lode Monteyne)
  • . . . den zoo-pas tot rust gekomen Dwazen Jacob ? Vader en Moeder-zaliger, wier bestendige aanwezigheid het huis vult -- als in een drama van Maeterlinck -- vertolken de conclusie waartoe de schrijver van dit subjectieve drama kwam. Het is een mooie brok poëzie, die van ouds beproefde Wijsheid in . . .
  • . . . melodie ! IV. Zoo even brachten we, naar aanleiding van de aanwezigheid der ouders in de kamer van het baanwachtershuizeken, de kunst van Maeterlinck in verband met deze van Teirlinck . De eerste heeft in «l'Oiseau bleu» het geluks-verlangen der menschheid gedramatiseerd -- een thema dat dezelfde . . .
  • . . . en algemeen-menschelijke waarde bezit als het door Teirlinck in «De Man zonder Lijf» uitgewerkte motief... Maar wat is de symboliek van Maeterlinck , vrucht van een wijsgeerigen geest, resultante van rustig nadenken, doorzichtig en klaar, vergeleken bij de willekeurige en niet tot in de regionen van het . . .
1926 Felix Rutten: "Beatrijs" (Lode Monteyne)
  • . . . Felix Rutten , zijn de meer literaire bewerkingen der sproke door den Nederlandschen dichter P. C. Boutens en den Fransch-Belgischen schrijver Maurice Maeterlinck , wiens «miracle en trois actes»: «Soeur Beatrice», in 1901 geschreven, voor het eerst vertoond werd te New-York in den Nieuwen Schouwburg van Central-Park . . .
  • . . . de mystische atmosfeer, welke als een waas de daden der handelende menschen omnevelt. In een klooster ( Rutten heet het Vrouwenperk, en Maeterlinck situeert het nabij Leuven) leeft de vrome en om haar deugd geroemde zuster Beatrijs als kosteres. Zij was -- zegt de onbekende dichter -- . . .
  • . . . sproke. Men hoeft dit gebed slechts even te vergelijken met het gewild-eenvoudige dat daardoor vast gezwollen schijnt, van de smeeking tot Maria, welke Maeterlinck zijn Beatrijs in den mond legt. Veel mooier en echter, doch lang niet zoo direct treffend en «suverlike» als in het oorspronkelijke is de . . .
  • . . . wereld. Zoo komt hij wellicht tot een compromis van pseudo-christelijke levensziening en de zuiver humanistische filosofie, welke de zijne is. Dit gebeurt bij Maeterlinck , wiens «Soeur Beatrice» een exempel wordt ter illustratie van een tamelijk vaag religieus begrip... Aan het einde van het drama zegt de door uitputting . . .
  • . . . quand j'étais malheureuse, que si Dieu savait tout il ne punirait pas.» En nog onbepaalder is de beteekenis der woorden, waarin ieder Maeterlinck 's eigen en zeer vage opvattingen erkent: «J'ai vécu dans un monde où je ne savais pas ce que voulaient et la haine et . . .
  • . . . bonté et l'amour.» We bewegen ons hier langs de subtiele en beweeglijke grenslijn waar leven en dood ineenvloeien. Een geliefkoosd thema van Maeterlinck , die gaarne de raadselachtige diepten peilt der oneindigheid van het immateriëele leven na het sterven. Maar wat heeft hij den lezer op een oneindigen . . .
  • . . . -- soms zelfs verraden worden ! Ondertusschen is de algemeen-humanitaire idee, die -- zooals we hooger aantoonden, -- uitgangspunt en grondslag vormt van Maeterlinck 's drama, het eenig waardeerbare in zijn «Soeur Beatrice». Dit mysteriespel is veel meer een profanatie dan wel een adaptatie van de aloude sproke, waarvan . . .
  • . . . De eenvoud werd vervangen door een schoonheid van twijfelachtig allooi, vermits ze alles dankt aan klatergouden uiterlijkheid. Misschien zouden we de Beatrijs van Maeterlinck kunnen genieten indien daar niet was de oorspronkelijke legende, waarvan de simpelheid subliem blijkt te zijn vergeleken bij den gewilden eenvoud -- simplicité de . . .
  • . . . gewilden eenvoud -- simplicité de procédé ! -- van den Fransch-Belgischen dichter, wiens stuk overvloeit van pseudo-Vlaamsch mysticisme voor de exportatie geschikt gemaakt. Maeterlinck 's Beatrice laat zich ontvoeren door prins Bellidor en dit geeft aanleiding tot een romantisch tooneel dat erg modern aandoet niet het minst wijl de . . .
  • . . . overal en altijd, zonder dat we meer zien dan de uitwerksels welke ze wrocht. Om dat wonderbare en bovenmenschelijke voor te stellen heeft Maeterlinck een heel arsenaal van tooneel-middeltjes en effekten van doen. Zoo stelt hij voor het mirakel van de vermenigvuldiging der kleederen ; de zuster lijkt . . .
  • . . . opera-mysticisme... Verdedigbaar is de stelling, die Beatrijs doet aanzien voor het instrument van het wonder, dat Maria's macht moet doen blijken. Maar bij Maeterlinck werd dit alles te zeer veruiterlijkt. Van een zelfde standpunt ging Max Reinhardt uit, die de sproke van Beatrijs ineenzette als gebarenspel. «The Miracle» . . .
1925-05-25 Jean-Jacques Bernard : "L'invitation au voyage", door het "Studio des Champs Elysées" (Willem Putman)
  • . . . symbolisme. Toch kan J. J. Bernard hierin niet zonder meer gerangschikt. In zijn impressionisme vinden wij niets van dat onecht-artificieele, dat Maeterlinck kenschetst, en van diepzinnig symbolisme is er bij hem, gelukkiglijk, geen spraak. Voorbeeld : Bij het halen speelt Marie-Louise inderdaad Chopin op de piano, . . .
1923-06 Nieuwere dramatische kunst (Godfried Heynderickx)
  • . . . uiting vond door alleenspraken, confidences enz., exterioriseert Ibsen het innerlijke leven zijner personages. Door hun mysticisme doen ze ons denken aan Maeterlinck . Terwijl Goethe volmaakt de stof beheerscht, stapelt Ibsen soms -- dit is z'n mindere kant -- schoone gedachten, van groote . . .
  • . . . open-lucht tooneel te Valkenburg. In Amerika worden met evenveel succes de werken van Shaw als de vroegere mysteriespelen in openlucht opgevoerd. Maeterlinck 's dramatische werken bv. «Peléas et Mélisande» zijn ook m. i. meer geschikt voor openlucht-opvoering; evenzoo de drama's van Tennyson en de tooneelspelen . . .