Herman Heyermans : "Op Hoop van Zegen" en "De Meid"

Willem Putman, 1925-01-15


Source

Willem Putman, Tooneel-groei (1921-1926): Indrukken over het na-oorlogsch tooneel-herleven in ons land. Brugge: Excelsior, 1927, pp. 99-105.


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◻◻◻ Anon.: Tooneel te Brussel: ... 1925-01-16
  2. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: De stilte op het too... 1925-05-25
  3. ◼◻◻◻◻ J.V.G.: Nederlandsche Schouw... 1931-11-23
  4. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Tchapek : "R.U.R."... 1925-05-12
  5. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: August Strindberg : ... 1925-01-03

Herman Heyermans : "Op Hoop van Zegen" en "De Meid".

"Op Hoop van Zegen" is bijna een curiosum. Zoodanig documentair is dat werk, dat wij nauwelijks gelooven kunnen dat het pas vijf en twintig jaar geleden geschreven werd. Het betoog, van Geert, die uit de gevangenis komt, lijkt ons bevreemdend. Wij vinden het bitse optreden van Bos om het zingen van een verboden liedje gek. De bewering : "de visch wordt duur betaald" schijnt ons natuurlijk zeer aanneembaar, vermits in dezen huidigen tijd alles duur betaald wordt, maar het verdere gepraat der visscherswijven kon ons niet meer boeien.

Het ingrijpen der gendarmen was bijna komiek. Het tooneel waar Jo weigert te bidden herinnert ons al de tooneelstukken van Lodewijk Scheltjens die op dit stuk van Heyermans hebben gevolgd. Het vierde bedrijf was om zoo te zeggen een parodie. Het was niet meer ernstig. En de wijze waarop het gespeeld werd deed nog te meer denken dat een nieuw blijspel begon, dat niets met "Op Hoop van Zegen" te maken had.

Ik was verwonderd over mijn eigen indruk. Ik had "Op Hoop van Zegen" nooit zien spelen en het was met een zekere inspanning dat ik naar den schouwburg trok om dat stuk te zien, dat ik misschien een half dozijn keeren gelezen heb en waarvoor mijne bewondering destijds groot was als nu voor "Martine" van Bernard of voor "Dardamelle" van Mazaud. Wat onverminkt blijft, staande buiten alle invloeden van tijd en gedachtenwijzigingen, is de dialoog. Heyermans laat zijn menschen spreken op een manier die niemand hem zal nadoen. En evenzeer weet hij een drama op te bouwen -- voorbeeldig zijn op dat gebied de twee eerste bedrijven. Wijl struikelen niet over overtolligheden. Op enkele uitzonderingen na wordt alle literatuur ons gespaard. Het is het leven zelf, uitgegooid op de planken. Wij zijn niet in een schouwburg. Wij vergeten de menschen rondom ons in de loge, wat wij nooit doen bijv. als wij naar een stuk van Fabricius kijken. Heyermans boeit het publiek nog steeds. Hij is zoo knap dat niemand hem kan weerstaan; Trouwens -- dat vooral -- zijn dialoog boeit als dialoog; op zich zelf. Ook al voelden wij niets voor de heele geschiedenis, wij zullen luisteren. Wij zijn geïnteresseerd. En geen oogenblik houdt die knapheid op. Geen zin staat in dit stuk of hij staat waar hij moet staan... Soms ligt de beteekenis er van reeds ver buiten ons -- want wijzigingen in de levenstoestanden ondermijnen meermalen de tragische kracht van een bewering. Het "hoe" van het gesprek blijft ons interesseeren. Wij houden niet op te luisteren.

Toch zal niemand mij ooit met dit vierde bedrijf kunnen verzoenen. Het is gek. De wanverhouding in den opzet van het stuk wordt hier heelemaal ontsluierd. Natuurlijk : de werklui zijn grootmoedig en heldhaftig ; de werkgevers zijn onmenschen. Het gesprek van Bos in den telefoon is bespottelijk. De weigering tegenover Jo van het afgebedelde reisgeld is bespottelijk. De heelemaal-overbodige Mevrouw Bos, met manifest voor een torenklok, is bespottelijk. Eerst na de eerste helft van dit bedrijf, nadat wij onder meer gezien hebben dat de klerk van Bos diens cigaren gapt en geen weg weet met den telefoon, vernemen wij opnieuw dat we inderdaad het vierde bedrijf te zien krijgen van "Op Hoop van Zegen". En ten slotte geeft de auteur ons dan ook zijn meest pakkende tooneel, wanneer Kniertje met het keteltje traag henen trekt, maar de rest is : Stemt onder nummer zooveel ! Reeds bij de lezing voelt ge het overbodige van dit bedrijf. De opvoering onderlijnt dat. Vooral hier te Brussel zorgde men er voor : Bos was idioot, de klerk was 'n clown. De zenuwkrisis van Resy Verschueren deed aan den ijselijksten draak denken. En er is ook nog een dronkelap bij die tempeest over de "drijvende doodkist"... De tendenz is er niet alleen zoo dik opgelegd dat zij schaadt aan de algeheele waarde van het werk, maar de tendenz ontneemt ons het geloof in het stuk en de ontroering om het stuk. Want, zelfs in zijn tijd, moest dat stuk er gewrongen uitzien. Het recept: "de eenen allemaal zeer goed, de anderen allemaal zeer slecht" is gemakkelijk om te bekomen dat de eersten bij het publiek zegevieren. Moeilijker is het als de aard van beide partijen meer gemengd is. Wij konden een begin aanstippen van afwijking aan bedoelden stelregel : het dochtertje van Bos schijnt namelijk een medelijdend hart te hebben. Dat was een vergissing die de auteur in zijn onverantwoordelijk vierde bedrijf algauw weer goed maakt : hij laat het meisje liegen, even gemeen als de onmensch Bos en zijn idiote klerk. Zoo Wordt dit alles op den duur veel méér dan socialistische tendenz. Het is een brutale verkeerde voorstelling van het leven. En, als wij het nu zien, is het een grove leugen. Ik stel mij voor dat ander werk van Heyermans toch beter den tijd trotseeren zal dan dit hier, zoo "Schakels", zoo "De Opgaande Zon", waar wij toch ten minste karakters vinden. Hier niet ! Men spreekt zooveel van onnatuurlijkheid en "poppetjes" in verband met andere tooneelschrijvers -- maar nergens zag ik zoo met poppen werken als in dit werk van den realist Heyermans. Zij zien d'r alleen echt uit. Dat is te danken aan de knapheid van den auteur, maar het verergert nog zijn geval, dunkt mij. 't Zou mij verwonderen als "Op Hoop van Zegen" nog langer dan tien jaar planken hield.

Maar wat den avond heerlijk en onvergeetbaar maakte was het prachtige spel van Mevrouw De Boer-Van Rijk. Als wij voor den bijzonderen aard harer vertolking naar een adjectief zoeken, dan houden wij stil bij : "bescheiden" -- maar dan ook bescheiden in den goeden en volledigen zin des woords. In de eerste plaats "leefde" zij haar rol. Haar spel is zoo "echt" geworden, dat op den duur alle artistieke poging tot het verwezenlijken dier echtheid er onmerkbaar in is, ook voor het meest-vertrouwde oog. Dit is nu wel eens 'n "ster" die het "ensemble" eerbiedigt. Wij zien haar geen enkele maal gewild vooruit treden. Zij speelt geen oogenblik "haar scene". Bij haar verschijnen in I daverde handgeklap. Zij blijft staan in het open deurtje tot alles stil is geworden. Zij begint. Zij sloft overheen de planken. Zij spreekt duidelijk en warm. Zij dient. Haar spel moge eene les zijn voor vele onzer artisten. Daarvoor alleen mag reeds hare komst "gelukkig" genoemd. Maar er is meer !

De echte, onvervalschte, waarachtige waarde komt. altijd tot haar recht. Dat moest de halve artist, die buitelingen maakt om een opendoekje, weten en onthouden. Ook al wilde Mevrouw De Boer ons nooit attent maken op hare buitengewone medewerking, wij onderscheidden haar dadelijk, wij volgden -- ik zal niet zeggen : alleen haar (want dat zou een minder gelukkig resultaat zijn) wij volgden vóóral haar. Bescheidenheid is ten slotte een groot lokmiddel, wanneer deze bescheidenheid gedragen wordt door een groot kunstenaar. Valsche bescheidenheid is zeker nog meer verderfelijk: dan verwaandheid. Echte bescheidenheid is een zeldzame parel. Gij zult er dikwijls te vergeefs naar zoeken onder tooneel-artisten en krantenmenschen. De avond wanneer gij de kans hebt Mevrouw De Boer te zien als "Kniertje", is derhalve een kostbare avond. Uwe bewondering wordt piëteit; gij hebt een oogenblik uw hoofd gebogen. (Bedenk dat deze artiste reeds veertig jaar de kunst "dient") ; gij komt beter uit den schouwburg. Als gij een armen bedelaar ontmoet kunt gij niet hardvochtig voorbijgaan; gij wacht geduldig op de tram; gij zijt lief voor uw huisgenooten ; gij verzuimt uw avondgebed niet.

Hoe komt het dat Kniertje in dit stuk van Heyermans zoo zuiver algemeen-menschelijk schijnt tusschen alle deze tendenz-figuren ? Het prachtige spel van Mevr. De Boer draagt er ontegensprekelijk veel toe bij om de beteekenis van de Kniertjesrol te verruimen. Geen oogenblik vervalt zij in de minste overdrijving. Zij accentueert juist. Zij is wel het visschersvrouwtje dat, ondanks alles nog de zee lief heeft, en de zee vertrouwen blijft (zij blijft het moedigst in den storm). Hare onderworpenheid is grenzenloos, en toch zal zij tegenover haar bangen zoon een anderen toon aanslaan -- omdat zij laffe vrees niet begrijpt, en tegen haar anderen zoon, den opstandeling, zal ze reageeren omdat haar levensregel is te dienen, zonder verder betoog, in nederigen deemoed. Gedurende de oogenblikken der meest bange vrees, als het orkaan loeit en de dood huilt in den wind, heeft zij nog kracht te bidden, wijl de anderen wanhopen. En dan het allerhoogste -- tevens het toppunt van haar spel -- wanneer zij, na de vreeselijke ramp, in het bureel van den reeder komt en de mare verneemt van den dood harer twee jongens. Zij zit te midden van het tooneel.

De reeder spreekt haar koud en gevoelloos aan, zonder te kijken. Wij doen het tegenovergestelde : luisteren niet naar zijn harteloos gepraat, zien. Kniertje wordt bleeker. Zeer stil, bijna onmerkbaar; zakt zij achterover. Zij is bewusteloos. Zij verdwijnt. Zij is geheel weg.

Ik heb nooit op eene zoo zuivere wijze een zoo geweldige emotie zien vertolken. Dat echte, onovertrefbare moment van innige ontroering redde het heele vierde bedrijf en laten wij zeggen de geheele opvoering.

Heyermans werd te Brussel gehuldigd door een galavoorstelling van "De Meid" en "Ahasver".

Het publiek heeft zich dankbaar betoond om dit initiatief en een talrijke menigte heeft de vertolking van die twee Heyermansstukken met een aandacht, vol piëteit, gevolgd. Wij hebben aan Heyermans heel wat te danken. Nog onlangs zeide prof. Verdeyen, in een belangwekkende lezing over "de lijn van het tooneel in onze letterkunde" dat wij eerst goed begrijpen wat Heyermans waard is, als wij het hopeloos verval van ons tooneel in de 18e en 19e eeuw genoegzaam hebben uitgediept. Herman Heyermans heeft aan Nederland opnieuw een eigen theater gegeven. Hij heeft het publiek geboeid en voor ons Vlamingen, krijgt zijn werk dan nog een heel bijzondere beteekenis.

Met Heyermans' stukken werd hier in den lande de slag geleverd tegen den romantischen draak. Dat was de eerste stap in de ontwikkeling onzer eigen tooneelliteratuur. En hoevelen onder onze tooneelschrijvers werden niet door Heyermans ten goede beïnvloed !

Zulke vertooning als deze Heyermans-hulde doet dan ook reeds noodzakelijk aan als een terugblik op het verleden. Dat was ook de eenige beteekenis die zij hebben kon in de rij der gala-voorstellingen van den Vlaamschen schouwburg. En medeen was het ons gegeven vast te stellen hoe weinig wij nog voor het anecdotische op het tooneel -- het weze dan nog zoo knap -- te vinden zijn. Want "knap" is deze "Meid" uitermate. Het is een exempel van realistische tragi-comedie en het was voortreffelijk vertolkt.

Wij zouden liegen als wij zeiden dat dit genre ons nog interesseert. En hoeveel liever is ons niet een zelfs niet gelukte poging van het "Vl. Volkstooneel" dan deze versleten perfectie. Ik hoop dat sommigen hieruit zullen geleerd hebben dat het volstrekt noodzakelijk is dat wij een nieuwen weg zoeken en dat bij een werking als die van het Vl. Volkstooneel niet anders kan gezeid dan : "Vooruit op die baan. Vooruit over kleine mislukkingen. Gestreefd naar schooneren en meer onberisbeplijken uitslag. Maar dat is het rechte eind. Het is niet mogelijk dat wij nog terugkeeren !"

Ik had het beter gevonden dat men Heyermans herdacht met later geschreven werk, dat dichter bij ons staat, "De wijze Kater" bijvoorbeeld of "Uitkomst", waarover Querido nog onlangs in het "Algemeen Handelsblad" getuigde dat het blijvende waarde heeft. En dat kan zeker niet gezeid van "Ahasverus", noch van "De Meid".

15.1.25.

Items that may be related to this text

  1. ◼◼◻◻◻ Anon.: Tooneel te Brussel: ... 1925-01-16
    Opgaande Zon • (date-month) 1925-01 • Op hoop van zegen • Ahasver • Meid • Herman Heijermans • publiek • (date-year) 1925
  2. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: De stilte op het too... 1925-05-25
    Lodewijk Scheltjens • Martine • bedrijf • Johan Fabricius • J.J. Bernard • publiek • (date-year) 1925 • beteekenis • (author) Willem Putman
  3. ◼◻◻◻◻ J.V.G.: Nederlandsche Schouw... 1931-11-23
    Opgaande Zon • Herman Heijermans • herman heyermans • Op hoop van zegen • heyermans
  4. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Tchapek : "R.U.R."... 1925-05-12
    spel • Vlaamsch Volkstooneel • (date-year) 1925 • (author) Willem Putman
  5. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: August Strindberg : ... 1925-01-03
    (date-month) 1925-01 • vl volkstooneel • Vlaamsch Volkstooneel • publiek • (date-year) 1925 • (author) Willem Putman
  6. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Frans Delbeke en Ger... 1925-04-04
    Martine • spel • Vlaamsch Volkstooneel • J.J. Bernard • (date-year) 1925 • (author) Willem Putman
  7. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Paul de Mont : "Rein... 1925-07-13
    Vlaamsch Volkstooneel • spel • publiek • (date-year) 1925 • (author) Willem Putman
  8. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Calderon's "Schouwto... 1925-05-16
    spel • Vlaamsch Volkstooneel • (date-year) 1925 • (author) Willem Putman
  9. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Jules Romains : "Kno... 1924-05-05
    Martine • J.J. Bernard • publiek • (author) Willem Putman • bedrijf
  10. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Felix Timmermans en ... 1925-09-27
    Vlaamsch Volkstooneel • (date-year) 1925 • (author) Willem Putman • oogenblik