Ward Schouteden : "Reinoud en Renilde" door "Gudrun" te Hasselt

Willem Putman, 1924-05-03


Source

Willem Putman, Tooneel-groei (1921-1926): Indrukken over het na-oorlogsch tooneel-herleven in ons land. Brugge: Excelsior, 1927, pp. 410-415.


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◻◻◻ Rob: De creatie van "Jeza... 1927-02-25
  2. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Ward Schouteden: "Je... 1927-01-09
  3. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Piet Langendijk : "D... 1926-07-15
  4. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Anton Van de Velde :... 1926-02-09
  5. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: "Hamlet" in 's Grave... 1926-05-30

Ward Schouteden : "Reinoud en Renilde" door "Gudrun" te Hasselt.

De vertooning dezer "nieuwe sproke in een bedrijf" van den jongen Limburger gaf aanleiding tot twee vaststellingen in verband met ons tooneelleven. Het zijn niet onze "Koninklijke Nederlandsche", die ons op de hoogte houden van het nieuwe, merkwaardige en belangrijke, dat in onze tooneelliteratuur verschijnt. Terecht werd hier in den lande reeds gewezen op het feit, dat een tooneelwerk als De zonderlinge gast van Van de Velde door een Hollandsch gezelschap moest "ontdekt" worden, wijl het denkelijk sinds een tweetal jaren in de schuiflade ligt van een of ander onzer officieele directie-bureau's.

Het werk van Ward Schouteden is een veelbelovende verrassing, die al onze belangstelling waard is. Reinoud en Renilde is een van deze zeldzame stukken, waarmede onze schouwburgbestuurders hun repertorium hadden kunnen afwisselen, verjongen en verrijken gedurende dit... kleurloos seizoen. Thans staan wij regelmatig verbluft de bijna-cynische eentonigheid der Vlaamsche affiches op de muren der hoofdstad gade te slaan en vragen ons daarbij af, hoe het mogelijk is, dat een gesubsidieerde schouwburg (de subsidie beoogt n.l., aan het bestuur gelegenheid te geven, naast kasstukken enkele kunstprestaties en tevens verdienstelijk oorspronkelijk werk te geven) zonder schaamte week na week de afschuwelijkste draken aankondigt, die ooit op het menschdom werden afgestuurd. Een dezer dagen schreef een Vlaamsche krant : "Een volk krijgt het tooneel dat het verdient". Hier past beter : "Een schouwburg krijgt het publiek dat hij verdient", en het is op deze wijze, dat wij in feite zouden moeten wenschen, dat onze Koninklijke te Brussel leeg loope -- ten einde niet het allerslechtste over "ons volk" te moeten vaststellen.

Wie dus het interessante in ons Vlaamsch tooneelleven wil nagaan -- en het is onloochenbaar, dat een jonge frissche wind over het land gaat -- moet reizen.Reinoud en Renilde werd gecreëerd door een Brusselsch reizend gezelschap "Gudrun" te Hasselt, in de Palace-zaal -- en niet zonder verbazing bemerkte dan verleden week de reiziger door het venster van zijn trein-coupé op de muren van deze stilste stad in Limburg vlammende aanplakbrieven, waarop in reuzenletters te lezen stond : "Expressionistisch Tooneel."

Ei, en dat wordt nu de tweede vaststelling, waartoe deze vertooning aanleiding gaf.

Begin : drie uur. Door-en-door Vlaamsche inrichting. Tien minuten na vier werd het doek gehaald, na eene bepaald-expressionistische muzikale inleiding van gestamp, handgeklap, gejoel van een met reden ongeduldig en op den duur wanhopig publiek, waar tusschenin gedurig het valsche signaal voor het halen klonk met ongeveer de expressieve toonwaarde van het geluid eens stoof-haaks op een tinnen ketel. Wij hadden dus ruim den tijd om op het programma te lezen : "dat deze vertooning, volgens de expressionistische uitbeelding iets sensationeels zou worden" en dat de "uitvoering niet nalaten zou aller bewondering af te dwingen".

Alleen aan hoogerbedoelde inleidende muziek denk ik met een zeker genoegen terug. De rest was onzin.

Wij kregen een "expressionistisch" décor te zien, dat in smakeloosheid alles overtrof. Hier was waarschijnlijk als "nieuwe stijl" bedoeld de onhandigheid van den décorateur, die voorzeker in zijn leven nog nooit een expressionistisch décor zag en wiens originaliteit ons alleen kon ten bewijze strekken, dat ook in tooneel-decoratie een zeker "gongorisme" dreigt op te dagen "sous lequel d'autres expressionistes ont voulu cacher leur médiocrité" (Camille Poupeye in La Renaissance d'Occident, April-nummer.) Het ergste van het geval is, dat aan deze vertooning een groote ruchtbaarheid was gegeven en dat alle Limburgsche tooneelliefhebbers nu "weten", wat een expressionistisch décor is.

Nog : uit een kapel in vies-grijze tint kreunde een harmonium-begeleiding, waarbij de afschuwelijke muzikale adaptatie bij Ik Dien te Antwerpen een wonder is van zangerige harmonie. Een dameskoor zong een parodie op een zeulige "Ave Maria", waarbij zelfs de maat niet werd in acht genomen.

Nog : de verlichting was in den vollen zin des woords een "proeve". Elke speler werd bij zijn verschijnen in een zekere kleur gehuld; wij vernamen dan telkens het sissen van den lichtwerper, waarop de inspiciënt "zocht" naar de gewenschte schakeering, bij iedere gelegenheid het veelkleurig glas vóór het apparaat liet ronddraaien en ons dus telkens een regenboog te genieten gaf, tot definitief werd stil gestaan bij een meestal niet gelukkigen rozigen gloed, die ongeveer den indruk gaf van "bengaalsch vuur".

Ik wil zeggen : het zoogenaamd expressionisme dezer vertooning bestond feitelijk in een slecht patronagedécor, dat een electricien probeerde op diverse wijzen te verlichten, en waarbij een zeulige muziek het noodige deed om dit alles te vullen tot een onsmakelijk kader, waarin het spel der artisten, dat trouwens -- uitzondering gemaakt voor mej. Bertha Willems (Roodkapke) -- niet buiten het zeer middelmatige ging, noodzakelijk niet tot zijn recht kwam.

Het ware jammer als dit werk van enkele grappenmakers, die zich zelf au sérieux nemen -- "expressionistisch" etiket op onwetendheid en technische onbekwaamheid -- dienen moest om de werkelijke waarde van andere voorstellingen alhier, die in het kader van het expressionisme stonden, te ondermijnen.

Het stukje zelf lag begraven in deze smaaklooze debacle en de verregaande tekortkomingen van décor en regie waren in het onderhavige geval des te meer te betreuren, daar het stukje zelf goed is en tot het interessantste behoort, dat in onze tooneelliteratuur in den laatsten tijd verscheen. Schouteden koos zijn onderwerp in de naieve Maria-vereering der middeleeuwen. In de kapel der "Verloren Minne", diep in het donkere bosch, komen bedrogen en verlaten vrouwen gedurende den nacht troost en vergeving zoeken vóór het altaar der Moeder-Maagd. Aan den ingang wachten twee mannen, Reinoud de minnestreel, en Carcarus, de wolf die Roodkapke verleidde, op de komst van Renilde, de freule van het kasteel. Renilde weet door een list (zij omhult zich in den zwarten mantel eener oude bedelares) de echte gevoelens van beide mannen te ontsluieren, ziet de snoodheid van Carcarus, die alleen begeerig is naar haar schoonheid, en de zachte teederheid van Reinoud, die haar oprecht liefheeft; zij trekt dan ook met den goeden minnestreel de kerk binnen, waarover heen de zonne daagt.

Daar is een gemis van evenwicht in de uitwerking van dit gegeven, blijkbaar voortvloeiende uit het aarzelen van den auteur in het rangschikken van zijn tooneelen, waarin wij niet de gewenschte orde zien. Dit leidt tot afwijkingen, hors-d'oeuvre's, die worden aangevuld met woorden, waarbij de scenische zwakheid echter niet gered wordt. Doch werkwaardig is de opzet van dit stuk daar, waar deze personagiën eene algemeen-menschelijke beteekenis krijgen, zoodat zij zijn als eeuwige symbolen van de hartstochten der menschheid : Carcarus, de geile drift; Roodkapke de bedrogen onschuld; Reinoud en Renilde, de ware zegepralende liefde.

En vooral verdienstelijk in dit jonge pogen van Schouteden is het streven naar stijl in den dialoog. De taal is fel gekleurd met verrassende, direkte beelden, die almaar-door den toon van het spel boeiend houden.

Zoo blz. 36 : O geestelijk preservatiefken tegen Minne;

o oordeel van de heks! Hè! Hè! Al d'oude kwenen, kreupelen en melaatschen preeken 't zelfde : Sermoontje is versleten, het heeft 'n vuilen geur.

blz. 43 : Een boos wijf verdrukt het gemoed. Een wijf dat hinkt verwondt het herte. Een kloeke vrouw verheugt den man.

blz. 46 : Haar lijf is dartel, heks, en als een kerke-boek met zoete gebeden,

blz. 41 : O, driemaal heil'ge God.

Zie mij uit den Hoogen aan : ik zit, met alle twee mijn knieën hier boven op den wereldbol, dien Gij speciaal voor mij geschapen hebt.

Doorheen geheel het bedrijf golft aldus een woorden-rhythme, dat met de noodige expressie gezeid in een waardig décor vol stijl, dit stuk zou opwerken tot een dichterlijk uitgezongen levensbeeld, waarvan de diepe beteekenis onderlijnd wordt door het gekreun van het bedrogen Roodkapke op de kapeltrap, wijl de paepe het jonge echtpaar inzegent en Carcarus, de brutale wellusteling, zijn hongerige kreten slaakt in het donkere woud.

3.5.24.

Items that may be related to this text

  1. ◼◼◻◻◻ Rob: De creatie van "Jeza... 1927-02-25
    Reinhard en Renilde • Anton Van de Velde • Ward Schouteden • schouteden • ward schouteden
  2. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Ward Schouteden: "Je... 1927-01-09
    Anton Van de Velde • ward schouteden • schouteden • renilde • Reinhard en Renilde • Ward Schouteden
  3. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Piet Langendijk : "D... 1926-07-15
    Anton Van de Velde • vertooning • (author) Willem Putman
  4. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Anton Van de Velde :... 1926-02-09
    Anton Van de Velde • vertooning • De zonderlinge gast • Ward Schouteden • (author) Willem Putman
  5. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: "Hamlet" in 's Grave... 1926-05-30
    vertooning • décor • (author) Willem Putman
  6. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Nawoord... 1927-09-21
    Anton Van de Velde • (author) Willem Putman • ward schouteden • Ward Schouteden
  7. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Helmuth Unger : "De ... 1924-12-06
    (date-year) 1924 • (author) Willem Putman
  8. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Josip Kosor : "Onbek... 1926-02-20
    Anton Van de Velde • Camille Poupeye • (author) Willem Putman
  9. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: "Gerechtigheid te Za... 1928-07-07
    Anton Van de Velde • (author) Willem Putman
  10. ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Contra Politiek Tone... 1929
    Anton Van de Velde • Camille Poupeye • Gudrun