Gaston Martens: "De Held der Fransche ronde" door den Volksschouwburg te Brussel

Willem Putman, 1923-11-03


Source

Willem Putman, Tooneel-groei (1921-1926): Indrukken over het na-oorlogsch tooneel-herleven in ons land. Brugge: Excelsior, 1927, pp. 385-389.


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Gaston Martens : "Si... 1923-12-01
  2. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Gaston Martens : "De... 1925-11-14
  3. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Gaston Martens : "Pr... 1924-02-24
  4. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: het realistisch toon... 1938-11-30
  5. ◼◻◻◻◻ J.B.: Oud-Heidelberg... 1923-11-05

Gaston Martens : "De Held der Fransche ronde", door den Volksschouwburg te Brussel.

Ik ben als schooljongen een dolle liefhebber geweest van sport -- ik bedoel voornamelijk van : velorijden, de sport die ten tijde à la mode was -- dit nu niet in dezen zin dat ik die "edele conste" zelf beoefende, maar de verschillende "faits et gestes" van de meest befaamde velorijders met de hoogste belangstelling, laat ik zeggen : met eene razende nervositeit, volgde. Ik herinner mij geen enkel enthousiasme uit mijne prilste jeugd dat zoo echt was en zoo hevig. Ik heb natuurlijk ook als jongen "stukje gespeeld" voor de jeugd van mijn dorp, mits een cent ingangsgeld. Ik heb -- en ik vrees bijna dat ik verkeerd doe ten aanzien mijner huidige tooneelschrijverij het belang van dit détail niet zooveel mogelijk te verhoogen -- ik heb natuurlijk met marionetten en verkleede poppen Shakespeariaansche stukken uitgevoerd op 'n kartonnen theaterke -- maar mijne hoofdbekommernis, waarbij alle die andere dingen werkelijk pueriele bijzaken werden -- was mijn collectie velorijders. Jazeker, ik collectioneerde portretten van de befaamdste "coureurs", ie ik knipte uit alle mogelijke sportbladen; en die verzameling beschouwde ik als het allerkostbaarste van mijn bezit.

Eens dat mijn vader, die gewoon was op alle actualiteiten kluchtliedjes te maken, een zangspel geeindigd had, getiteld "De ronde van België" vroeg hij mij een portret van een, velorijder om het op het titelblad van zijn zangspel te reproduceeren. Het was een van de gewichtigste oogenblikken van mijn leven als ik hem dan uit mijne verzameling het portret van Van Hauwaert overhandigde, in de overtuiging dat mijn vader nu eigenlijk eens een liedje maakte "dat de moeite waard was".

Ik herinner mij -- lieve lezer, neem mij niet kwalijk dat ik mij herinner; het is gezellig warm op mijne kamer en ik schrijf deze regelen met een glimlach -- ik herinner mij dat ik eens zeer ernstig ziek was. 't Was op een Ommegang-Dinsdag en te dien tijde waren er te Waregem, mijn geboortedorp, altijd straat-velokoersen. Er zijn er nog, maar nu worden zij op de affiches "klassieke koersen" genoemd. O tempora ! Nu komt er natuurlijk niemand meer naar kijken. Maar te dien tijde gewaardigde zich Van Hauwaert in hoogst eigen persoon den départ te komen geven. Stel je voor ! Ik was niet meer in mijn bed te houden en verkreeg na overvloedige tranen de toelating om beneden langs het venster in eene chaise-longue te liggen, om van daar uit de koersen in oogenschouw te nemen. Telkens de renners naderden gaf iemand mij teeken en ik richtte mij zonder aarzelen op van mijn ziekbed, alle pijn vergetend, zooals een dier historische helden, die... enz.

Ik wil zeggen, lezer, dat ik geen lolletje vertel als ik over mijne vroegere sportliefhebberij gewaag. Ik heb mij zelf nooit afgevraagd wat daar wel de aanleiding of reden toe moest geweest zijn. Ik vraag mezelf feitelijk zoo weinig mogelijk af; het is de eenige manier om u zelf niet gedurig in 'n neteligen toestand te brengen. Mijn dikke vriend zegt: "Nooit hoe? Nooit waarom? Nooit een vraagteeken in uw leven. Of ge struikelt." Ik begrijp dat mijn dikke vriend wegens zijne zwaarlijvigheid niet wenscht te struikelen. Ik wou zijne gemakkelijke levensfilosofie aantrekken zooals men doet met een overjas -- daar heb ik trouwens altijd moeite mee. Als een kellner mij dat ding beleefd aanbiedt voel ik zijn eigen vernedering en word dan zelf onhandig. Natuurlijk wordt op die wijze het leven "une chose compliquée". 't Ligt niet in mijn aard ruw met kellners om te gaan. noch de levensvraagstukken te vermijden, wat mijn dikke vriend bedroeft en mij doet struikelen. Wellicht was mijne sportliefhebberij een gevolg mijner onmacht -- ik was een tenger jongentje. Wij bewonderen altijd wat wij niet hebben. Te dien tijde had ik een eindeloos respect voor sterke spieren zooals ik nu een eindeloos respect heb voor de levenswijsheid van mijn dikken vriend ; maar ondanks alles kan ik een kellner niet ruw aanspreken, Ik zal denkelijk nooit een aristokraat worden.

Die sportliefhebberij-van-vroeger bezorgde mij onder meer het middel om s morgens vroeg op te kunnen staan. Van zoohaast ik den hoorn van den gazet-verkooper vernam en de schorre stem die "De Sportvriend" riep dat het kletterde tusschen de daken, wipte ik uit mijn bed, rolde de trap af en grabbelde in de brievenbus naar mijn geliefkoosde krant.

Op een zekeren morgen vond ik op het eerste blad van "De Sportvriend" het portret van Gaston Martens. Gij zult mijne vreugde en vooral mijne fierheid hieover begrijpen, lezer, als ik u zeg dat Gaston Martens mijn kozijn is. Kozijn Gaston's portret in "De Sportvriend", dat zou mij nogal prestige geven in de oogen mijner schoolmakkers, en reeds dan gaf ik aan "prestige" de volle waarde. Ik knipte dus met eerbied het portret uit de krant en Gaston Martens werd een waardevol exemplaar in mijne sport-collectie.

De collectie is verloren gegaan. Bedoeld portret van Gaston Martens bezit ik echter nog. Hij staat er op in vollen luister, met admirabel-gespierde armen en beenen en op zijn jersey "De Leeuw van Vlaanderen," onder talrijke decoratie's. Hij staat er op als kampioen. Niet als "held der Fransche ronde", want hij was geen velorijder. Ik geloof dat hij het verst van alle Belgen sprong. Hoezeer alle tooneelprijskampen en Landjuweelen hem nu ook met eereteekenen overladen, ik denk niet dat de dramatische kunst hem ooit zooveel medalies zal opbrengen zooals dit het geval was met de vroeger-door-hem-beoefende sport : het verre springen.

Hij is veranderd. Misschien gestruikeld over een of ander vraagteeken, zooals het elken mensch weleens gebeurt. De sport heeft in hem een kampioen verloren, maar onze Vlaamsche tooneelletterkunde is er wel bij gevaren. En hij was zoo oprecht en dankbaar als eerste letterkundige proeve te schrijven : "De Held der Fransche Ronde". Het was eene novelle. Hij las Buysse en Teirlinck, copieerde de "moeilijke" woorden in een notaboekje en zette ze dan in zijne novelle. Hij wou de sport niet ontrouw worden zonder een warm woord van hulde ; hij gebruikte er zijn keurigste Vlaamsch voor. Hij is een aristokraat ; hij kan zich 'n houding geven tegenover een kellner. Ik bewonder dat in hem.

Na den "Lustigen Boer" te hebben gezien te Gent veranderde hij zijne novelle in een tooneelstuk. Het is zeer gelijkend. En Arie Vanden Heuvel, die het stukje zeer habiel in operettenvorm omzette en "De Lustige Boer" nog veel beter kent, maakte deze gelijkenis dan ook nog meer frappant. Maar -- dit moet gezegd -- reeds in dit allereerste stukje dagen al de teekenen op van Martens' originaliteit en van zijne knappe kennis der landsche zeden en der Iandsche bevolking. Zoo is het geval van den burgemeester die zich door twee lieve meidekes laat verleiden om eens op den paardjesmolen te kruipen, met het gevolg "dat hij er met zijn kloefen afvalt", ene allerleukste vondst; Martens heeft er een zeer geslaagd tooneltje van gemaakt en wij kunnen het alleen maar jammer vinden niet meer dergelijke tooneeltjes in deze operette te ontmoeten.

Sindsdien heeft Gaston Martens gewerkt en zich onder de Vlaamsche tooneelschrijvers eene allereerste plaats veroverd. Hij heeft inderdaad iets nieuws op het tooneel gebracht : echtheid van vorm. Hoe romantisch zijne onderwerpen ook zijn, zijn types zijn waar. En hij kleurt ze met vaardige hand.

3-11-23.

Ik heb de stukken van Gaston Martens hier gerangschikt, om ze gezamenlijk te kunnen bespreken. Het spreekt anders van zelf dat deze stukken ook op het repertorium der schouwburgen voorkomen. Voor wat "De groote neuzen" betreft verwijs ik naar het hoofdstuk : "Het Vlaamsch Volkstooneel".


Items that may be related to this text

  1. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Gaston Martens : "Si... 1923-12-01
    gaston • Gaston Martens • (date-year) 1923 • martens • gaston martens • (author) Willem Putman
  2. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Gaston Martens : "De... 1925-11-14
    gaston • Gaston Martens • Vlaamsch Volkstooneel • martens • gaston martens • (author) Willem Putman
  3. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Gaston Martens : "Pr... 1924-02-24
    gaston • Gaston Martens • gaston martens • natuurlijk • martens • Herman Teirlinck • (author) Willem Putman
  4. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: het realistisch toon... 1938-11-30
    Gaston Martens • martens • gaston martens • (author) Willem Putman
  5. ◼◻◻◻◻ J.B.: Oud-Heidelberg... 1923-11-05
    Arie Vanden Heuvel • (date-month) 1923-11 • (date-year) 1923
  6. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Gaston Martens: "Pau... 1926
    gaston martens • Cyriel Buysse • martens • gaston • Gaston Martens
  7. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Gaston Martens: "Het... 1926-04-11
    Gaston Martens • Cyriel Buysse • martens • gaston martens
  8. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Tchapek : "R.U.R."... 1925-05-12
    Vlaamsch Volkstooneel • Herman Teirlinck • (author) Willem Putman
  9. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Gaston Martens : "He... 1926-04-21
    Gaston Martens • martens • gaston martens • (author) Willem Putman
  10. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Dr. J.O. De Gruyter... 1938-11-30
    Arie Vanden Heuvel • Vlaamsch Volkstooneel • Herman Teirlinck • Cyriel Buysse • (author) Willem Putman