Mariken van Nieumeghem: Inleiding en aanteekeningen van M.A.P.C. Poelhekke: Zonnebloemboekjes, nr 25, Appeldoorn

C. de B., 1921-09-12


Source

De Standaard, 1921-09-12


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◻◻◻◻ Anon.: Tangolita... 1921-09-05
  2. ◼◻◻◻◻ Anon.: Se non è vero... 1921-09-05
  3. ◼◻◻◻◻ Anon.: Geestelijke verwarri... 1930-01-10
  4. ◼◻◻◻◻ MART: "Frederika" in de Fo... 1932-02-28

Mariken van Nieumeghem: Inleiding en aanteekeningen van M.A.P.C. Poelhekke: Zonnebloemboekjes, nr 25, Appeldoorn

Onder de tooneelspelen, die uit de Middeleeuwen tot ons zijn gekomen, is Mariken van Nimegen stellig een van de merkwaardigste. Het dagteekent van ongeveer 1500, het lis, is niet teruggevonden en de oudste druk is waarschijnlijk van 1518 of 1519. De schrijver is onbekend. Het onderwerp is eenvoudig: hoe een braaf pastoorsnichtje in 's duivels klauwen geraakt, er zeven jaar lang in zit en eindelijk bij 't zien vertoonen van een wagenspel tot inkeer komt, vergiffenis verwerft en haar laatste levensdagen als een heilig nonneke in 't klooster slijt.

't Gedicht heeft dus, blijkens den korten inhoud, veel weg van een Marialegende en doet onwillekeurig aan de Beatrijslegende denken. 't Is tevens een behandeling van het groote wereldmotief, dat we ook elders uitgewerkt vinden: strijd van den duivel tegen God om de menschelijke ziel, met optreden van O. L. Vrouw als "advocata" van den mensch.

In velerlei opzicht is 't spel merkwaardig. Eigenaardig eerst de vorm: dramatische gedeelten tusschen verhalende ingeschoven en alles rijk geïllustreerd: "groepen van films, aaneengeregen door de verklarende toelichting van den vertooner. Iets, als een ouderwetsche kijkkast dus, met uitleg of tekst, maar dit verfijnd en veredeld." (Koopmans). Een tweede bizonderheid: in 't spel wordt er een ander, een zg. wagenspel ingelascht, dat de kern vormt van het geheel; alle voorafgaande tooneelen zijn er de voorbereiding toe; de andere vloeien er als van zelf uit voort.

M. v. N. is in de laatste tijden reeds meer dan eens uitgegeven, o.m. door Leendertz in zijn Middelnederlandsche Dramatische Poëzie (1907) en door Koopmans, in de Bibliotheek van Nederlandsche Letterkunde (met aanteekeningen) (1917). Hier drukte Poelhekke den tekst van Leendertz af, doch sommige passages werden, met het ook op schoolgebruik, gekastigeerd. Van de karakteristiek der personen gaat daardoor wel iets verloren, maar de essentie van het dichtwerk wordt er niet door beleedigd: "de zin, zoowel als de werking van het hoogste poëtisch motief blijft onaangetast". De notas zijn eenvoudig, doch voldoende; ze zijn niet philologisch opgevat, maar willen alleen den tekst begrijpelijk maken, en dat doen ze. De "Zonnebloem" zorgde voor een mooi kleedje.

Van groot belang is Poelhekke's inleiding. Allerlei punten worden er in aangeraakt, die, zooals we elders reeds schreven aan een uitgebreider studie tot grondslag konden dienen. P. heeft het hoofdzakelijk over de beteekenis van het ingeschoven wagenspel, dat alle soortgelijke gedichten verre overtreft; over de duivelrol (Moenen) in het mysteriespel; zoekt aansluiting bij het volksboek van Dr Faustus, Goethe's Mephistophelesfiguur en het Tannhaüsermotief, en doet o.i. klaar uitschijnen, hoe Moenen de synthesis is geworden van alles wat de Middeleeuwen den duivel hebben toegeschreven. Moenen, aldus luidt o.m. Poelhekke's oordeel "staat hooger, psychisch en dramatisch, dan de Mephisto uit het volksboek, en niet minder hoog dan die van Marlowe. Goethe zal er een der geweldigste creaties der wereldlitteratuur van maken, maar toch bevat zijn Mephisto geen trek, of hij is reeds in Moenen, zij het in kiem, aanwezig".

Zijn oordeel over het spel zelf: "een onzer schoonste, misschien wel ons schoonste Middeleeuwsche drama". De studie van den tekst in Poelhekke's uitgave weze allen ten zeerste aanbevolen. Studeerenden moeten de inleiding gelezen hebben en zullen zich tot verdere kennismaking stellig geprikkeld voelen. En, welk tooneelgezelschap durft de opvoering aan? Want speelbaar is het, dat bewees reeds de opvoering in 1908 door de "Rotterdamsche Onderwijzers Tooneel Vereeniging".

C. DE B.


Items that may be related to this text

  1. ◼◻◻◻◻ Anon.: Tangolita... 1921-09-05
    (date-year) 1921 • (date-month) 1921-09
  2. ◼◻◻◻◻ Anon.: Se non è vero... 1921-09-05
    (date-year) 1921 • (date-month) 1921-09
  3. ◼◻◻◻◻ Anon.: Geestelijke verwarri... 1930-01-10
    Faust • Christopher Marlowe
  4. ◼◻◻◻◻ MART: "Frederika" in de Fo... 1932-02-28
    Faust • Johann Wolfgang von Goethe