De zot te Leuven

Anon., 1920-11-09


Source

De Standaard, 1920-11-09


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◼◻◻ Anon.: Het gezin van Paemel... 1920-11-21
  2. ◼◼◼◻◻ Anon.: De Dief... 1920-11-05
  3. ◼◼◻◻◻ Eugene De Bock: Gaston Martens, "The... 1921-02
  4. ◼◼◻◻◻ Anon.: Opening van den Koni... 1920-11-01
  5. ◼◼◻◻◻ Anon.: Katholieke Pers en S... 1920-11-21

De zot te Leuven

Vrijdag, 8 november, werd te Leuven door de maatschappij "Vooruit voor Kunst" opgevoerd "De Zot", spel van het erf in drie bedrijven door Gaston Martens.

Puik! En de bomvolle zaal - wat bewijst dat die maatschappij heel wat genegenheid gewekt heeft te Leuven - was werkelijk tevreden.

Het gaat hier natuurlijk niet het stuk zelf te beoordelen. Letterkundige recensenten hebben reeds op het talent van Gaston Martens gewezen. Zij maar erop gewezen, dat het stuk geschreven werd om op het gevoel te werken, en dat het daarom eigenlijk wat te cerebraal werd uitgewerkt. Zoodanig dat werkelijk aangrijpende toestanden zelden voorkomen, spijts het flinke spel der opvoerders.

Want flink was dit spel. M. Eug. Sprengers, een onzer gegeerde spelers, was, als gewoonlijk, voor zooveel volmaaktheid mogelijk is: perfect. Tot in de minste puntjes was hij een oude, landvergroeide boer, en de ware Boer Verleye hadde zijn rol niet beter vervuld in 't echte leven. We kunnen hetzelfde zeggen van M. Jan Lens (Frans Verleye): het was de koppige, stugge oudste zoon lijk de schrijver hem niet juister gedroomd kan hebben. M. Rayens (Medard Verleye) is een beginneling: van beide kan gezeid, dat de planken nog wat in hun beenen zitten, doch, gewoonte haalt er die wel uit, en, met de hand op het hart, ze worden spelers van eerste rang. Van M. Meulemans, die de hoofdrol vertolkte, kan zooveel niet geboft. Hij is een onzer goede Leuvensche declamators (als Leuvenaar misschien wel de beste), doch de declamator kwam er te veel door in zijn spel: er was een zekere stijfheid, een te kort van mimiek. Nog, de rol van "De Zot" zooals hij opgevat moet worden in dit stuk is aan te passen op de spreuk: les fous sont inspirés des dieux, of, lijk ons Vlaamsche volk zegt: zot is van God. M. Meulemans beeldde meer uit van soort wijsgeer, tevens dichterlijk aangelegd: laat ik zeggen een vizionnair. Doch niet een zot d.i. iemand die van hooger ingegeven wordt. Laat hij daar op letten, en zijn lenige, klankvolle stem maakt van hem een speler als er weinige onder onze liefhebbers zijn. Belleke (Mej. Grison) moet ook verweten dat ze niet genoeg "beweegt". Werkt de mond niet, laat dan het aangezicht werken. Mimiek, mimiek. Studeer eerst den persoon dien ge op de planken brengt. Merk vooral dit op: ieder, zelfs de grootste klappei, zegt meer stommeling dan woordelijk. Sporre, de koeier (M.F. Pierson) was wat stijf en wat schreeuwerig. Gewoonte verhelpt daaraan ook wel. Kroeske (M. O. Leroy) was het afgietsel van een rondreizend vertinner.

Het stuk, in zijn geheelheid bekeken, kunnen we slechts twee zaken opmerken: het invallen zou moeten vlugger zijn, het is immers invallen, en dan verder taaleenheid, taaleenheid: Kroeske sprak tamelijk West-Vlaamsch, de andere spelers minder, Belleke in 't geheel niet. Mits wat oplettendheid... Niet waar? Anders is er niets aan te merken: hoe zou 't kunnen? Was Arie Van den Heuvel de tooneelmeester niet? Nochtans: tooneelmeester, zijn er niet in West-Vlaanderen hoeven waar meiden, laat staan huishoudsters, zijn met hooggehakte schoenen, en schoone, heel propere schorten? Een kleine onachtzaamheid, doch die opviel.

Dit verslag werd lang. Doch ik kon het niet te buiten heel mijn voldoening uit te drukken over het flinke stuk werk van maar een liefhebbersmaatschappij. Vlaanderen heeft gehad en heeft nog vele tooneelschrijvers. Vlaanderen heeft vele tooneelspelers, uit beroep, en meest uit liefhebberij. Vroeger reeds wees ik erop, dat onze maatschappijen de draken van langs om meer laten schieten, dat ze zich bewust worden, dat er in het tooneel een opvoedende kracht voor het volk zit. Het is plezierig dit te kunnen aanmerken.

Vooruit voor Kunst speelde dus "De Zot", en op een wijze die haar naam eere aandoet. Na al het batige en onbatige in de balans geleid te hebben, kunnen we tot de slotsom komen:

Vooruit voor Kunst is een maatschappij die kan!

Die kan tooneelspelen!

Tooneelspelen, wat een heerlijke kunst is!


Items that may be related to this text

  1. ◼◼◼◻◻ Anon.: Het gezin van Paemel... 1920-11-21
    (author) Anon. • (date-year) 1920 • (date-month) 1920-11
  2. ◼◼◼◻◻ Anon.: De Dief... 1920-11-05
    (author) Anon. • (date-year) 1920 • (date-month) 1920-11
  3. ◼◼◻◻◻ Eugene De Bock: Gaston Martens, "The... 1921-02
    De zot • zot • spel • Gaston Martens
  4. ◼◼◻◻◻ Anon.: Opening van den Koni... 1920-11-01
    (author) Anon. • (date-year) 1920 • (date-month) 1920-11
  5. ◼◼◻◻◻ Anon.: Katholieke Pers en S... 1920-11-21
    (author) Anon. • (date-year) 1920 • (date-month) 1920-11
  6. ◼◼◻◻◻ Anon.: Jack... 1920-12-27
    (author) Anon. • (date-year) 1920
  7. ◼◻◻◻◻ Anon.: Driejaarlijksche wed... 1921-09-15
    (author) Anon. • De zot • spel • Gaston Martens
  8. ◼◻◻◻◻ Anon.: De windmolen van Stu... 1920-01-15
    (author) Anon. • (date-year) 1920
  9. ◼◻◻◻◻ Anon.: "Voor God en den Eve... 1929-01-29
    (author) Anon. • spel
  10. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Gaston Martens: "Pau... 1926
    De zot • zot • Gaston Martens • gaston martens