MUZIEK TE OOSTENDE II

Karel Van de Woestijne, 1921-07-27


Source

N.R.C, 1921-07-27


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◻◻◻ Karel Van de Woestijne: MUZIEK TE BRUSSEL I... 1921-02-25
  2. ◼◼◻◻◻ Karel Van de Woestijne: Muziek te Brussel V... 1921-09-27
  3. ◼◼◻◻◻ Karel Van de Woestijne: MUZIKALE VERHUIZING... 1921-09-19
  4. ◼◼◻◻◻ Karel Van de Woestijne: MUZIEK TE OOSTENDE I... 1921-07-26
  5. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: Belgische Muziek... 1919-03-29

MUZIEK TE OOSTENDE II

Oostende, 27 Juli.

Ik weet niet of ik er met mijn vorigen brief in geslaagd ben, u eenigszins een denkbeeld te geven van de muzikale atmospheer, ie in de weeldestad Oostende heerscht. Mijne bedoeling was natuurlijk niet, u bekend te maken met het dancing-leven, dat hier toonaangevend is: dat leven is het leven van alle badsteden, en ik denk niet dat bijvoorbeeld Scheveningen er aan ontsnapt. Of dat leven trouwens wel heel veel meer is dan opgelegde valschheid? Of het, thans meer dan ooit, voor meer moet gelden dan een opgedrongen en aangenomen mode? - Ik heb al levenservaring genoeg, om echte levensfrischheid, om echt genot te onderscheiden uit decadentie, die op frischheid uit is. Onder mijne hand heb ik hier een weelderig-uitgegeven boek liggen, dat heet "Miousic", door Paul Gustave van Hecke, een essayist van wien ik u nog heel onlangs heel veel goed en misschien ook wel wat kwaad heb gezegd; het goede dan om al het talent dat hij bezit en om zijne onverdelgbare oprechtheid; het kwade om zijne spontane toegeeflijkheid aan een tijd, dien hij gaarne volgt waar hij denkt hem te leiden. Die "Miousic", "Sept poèmes à la louange de la musique baroque, vol geestigheid en zelfs vol geest, illustreert voor een deel het dancing-leven, dat voor een groot stuk publiek het leven van het zomer-Oostende is. Als elk letterkundig werk heeft ook dit eene zedelijke beteekenis. Het besluit op dit laatste koeplet:

II est difficile pour ceux qui savent

Pourquoi ces guitares sont si tendres et graves

De se conduire convenablement

En dansant à leurs tremblements.

Nu weet ik niet, of ik-zelf te naïef, te pervers, of te onverschillig ben, om het weinig-"convenable" van de dancing-muziek te gevoelen. Deze muziek, die ik dikwijls als zeer echte muziek en soms hoogst-interessante muziek aanvoel en die wij graag aanvaarden als het noodlottig gevolg van de voorkeur, die wij sedert ruim dertig jaar vertoonen voor overgeplante volksmuziek: Noorsche met Grieg en Tsjechische met Dvorak, Russische met Rimsky en Moussorgsky, om te zwijgen van onze Vlaamsche met Peter Benoit en gansch zijne school, en niet te gewagen van eene "Rhapsodie cambodgienne", zooals Bourgault-Ducoudray ze ons bracht en de Japansche melopeeën, die wij in ettelijke opera's te genieten kregen: - deze Argentijnsche en deze negermuziek, waar nu ook al het nieuwe van af is, wij zijn ze nu gaan beschouwen voor wat ze waard zijn: niet zoozeer als zinnenprikkelend (daartoe zijn ze wel wat grof), dan.... als een verwittiging. Ik bedoel dat ze, in al hunne meer of min echte en oprechte volkschheid, afleiden moeten van wat muziek is zonder meer. Ik kan niet eenige sympathie en zonder onfatsoenlijk te worden een tijdlang luisteren naar deze Hawaïanen, waarvan ik niet betwijfelen wil of ze wel werkelijk uit de Hawaï-eilanden afkomstig zijn. Maar ik ben ze nog spoediger beu, het spreekt vanzelf, dan de Oostersche muziek, die mij, van andere zijde, sedert een zestal lustra, met meer inzicht en zuiverder muzikaliteit werd voorgedragen. En ik schreef er u over met eenige uitvoerigheid, omdat ik wilde betoogen hoezeer zij, in eene weeldestad als Oostende, de echte en ernstige muzikaliteit verpesten. Hecht ik er te veel belang aan? Ik heb aan mezelf de tegenstelling heel goed gevoeld; ook zuiver-muzikaal, en zonder bijgedachte aan meer of min verdacht dans-vermaak, is dat exotische zeer verlokkelijk; de muziek echter, zooals wij die kennen bij Westersche overlevering en naar onze Westersche opvatting en kunde, die met onzen smaak zijn vergroeid, gaat er bij onder. Ik kan er heel "convenable" bij blijven, omdat ik ze nu eenmaal als muziek beschouwen wil, zonder meer. Maar er is andere muziek - die mij, tusschen haakjes, evenzeer te prikkelen vermag -, dewelke zelfs de dancing-bezoekers met meer eerbied weten te behandelen. En nu kan het haast als een wonder gelden, dat deze Westersche muziek, deze muziek-tout-court, in Oostende nog liefhebbers vindt, die geene averechtsche snobs zijn.

Deze muziek bloeit er in het paleis van porcelein, ijzer en glas, dat Kursaal heet. Niet alles, laat ik het aanstonds zeggen, is er van allereerste orde. Misschien geniet men er nog het meest van dagelijksche orgelmuziek, die Léandre Vilain, professor van het Conservatorium te Gent en een virtuoos die, bij alle handigheid, respect heeft voor zijn instrument, een klein uurtje laat hooren.

Hiertoe draagt misschien de zee-atmospheer bij. Aangezien ik nu toch Fransche verzen aan het citeeren ben, kan er ook Verlaine nog wel bij: La mer est plus belle Que les cathédrales, een beeld, dat bij den dichter wel auditief zal zijn geweest, met als subconscienten grond juist het orgel. Het is geene intellectualiseerende begoocheling, zee met orgel te vereenigen, niet meer dan orgel met kathedraal. Trouwens, voor de plechtige stemming zou de uitvoering van Vilain alleen reeds volstaan. Zijn vijf-uur-concert, het minst bezochte en rustigste, is een innige verpoozingstijd in den druk-rumoerigen Oostendschen dag.

De andere, symphonische concerten, dat van 's avonds vooral, zijn briljanter. Zij lokken vooral het mondaine publiek, omdat er iederen avond, behalve Vrijdag, eene "ster" van den zang in optreedt. Al de sterren van de zangwereld blinken aan den ijzeren Kursaal-hemel, en het blijkt wel dat niemand hier dezen overvloed van stemmen, divers van hoedanigheid, moe wordt. Want men gaat meer om het menschelijk geluid dan om dat der speeltuigen, althans om hetgeen die speeltuigen, trouwens vereenigd in een uitstekend orkest, uitvoeren. De programmata immers zijn doorgaans banaal. Behalve dan den Vrijdag, dag der "klassieke" concerten, waar het menschelijke orgaan wordt vervangen door een strijker of een pianist, eveneens van prima kwaliteit (zooals men zegt van sigaren), dewelke concerten, bijzonder verzorgd, ons noviteiten aanvoeren, die wij zelfs in Brussel moeten ontberen. En het is vermoedelijk vanwege de noviteiten, dat deze concerten als klassiek worden bestempeld.

Hun programma levert soms wel ook buiten deze noviteiten een bijzonder belang op. Zoo kregen wij dezer dagen een Belgisch concert, met een paar belangrijke ontgravingen - wij hadden in der tijd consciëntieuze navolgers van Mendelssohn, - en een paar nog meer belangrijke nieuwere werken: eene "Ode" van August de Boeck en een "Renouveau" van Flor Alpaerts, die voor een paar maanden te Brussel groot en bijval genoten, en die nu te Oostende eene haast-bevreemdende opgetogenheid verwekten. Alpaerts is hier ineens een groot man geworden. Hetgeen hem van harte kan worden gegund. Dezelfde dag, die een Belgisch-nationale feestdag was, bracht ons eene veel grootere, en voor mijn part nog aangenamere verrassing: de uitvoering van twee lyrische comedies van Grétry, "L'Epreuve villageoise" en "les Deux Avares", in den Grooten Schouwburg.

Laat ik u zeggen, dat deze Groote Schouwburg feitelijk een heel kleine schouwburg is en een zeer gezellige, wat ouderwetsch van inrichting, en waarvan de bezoekers, de rustigste onder de badgasten en de minst-mondaine - doorgaans Brusselsche families -, meest allen elkander kennen: juist het gepaste kader voor deze aanminnige, juweelige kunst, zoo vol echte gevoeligheid, en van eene uitnemend-sobere, zij het dan ook zoo zuivere, gepaste en nochtans speelsche en fijngeestige kunde. Een orkest, geleid door Strong den kapelmeester van den Muntschouwburg, met schroomvalligen eerbied hoewel spiritueele losheid; vertolkers, aan zang en dans, die behooren tot de besten van het land wat betreft muzikaal besef en smaakvolle matigheid: zij droegen ertoe bij een genot te verschaffen, zooals men het zelfs in de hoofdstad slechts met zeldzaamheid smaakt. Waarom verwaarloost de Muntschouwburg, die aan de muziekwereld enkele jaren een Gluck terugschonk, een Gluck, die vernieuwd, niettemin met al den eerbied werd voorgedragen, dien hij verdient, - waarom schenkt Brussel en zijn nationaal opera-tooneel ons den nationalen Grétry niet terug? Men heeft onlangs dezes geschriften verzameld en uitgegeven: voor velen een verrassing om de diepte en eigenaardigheid van dit kunstenaarsgemoed. Wanneer volgt Grétry's muziek, die men zoo weinig kent, als men "Zémire et Azor" uitzondert? Te Brussel, evenzeer als te Oostende, zou men heel goed wat rust, wat muzikale rust kunnen verdragen, bij muziek die dan toch heel goede muziek, en onder de allerbeminnelijkste blijft behooren....

Intusschen wordt te Oostende, zooals ik u aantoonde, de nationale muziek niet verwaarloosd, en zelfs niet.... de Oostendsche. Want er is eene Oostendsche muziek. Al gaat die muziek ook uit van een schilder. Die schilder, ik heb hem u onlangs meer in het breede voorgesteld: het is de geniale James Ensor. Ensor kent geene muziek: het heeft hem niet belet een ballet te maken, een ballet met den omvang van eene kleine opera. Niet alleen ontwierp hij zelf het scenario, dat vol pittigheid is. Niet alleen maakte hij zelf de décors die zeer schoone schilderijen vol wazig droomlicht zijn. Niet alleen teekende hij de costumes voor de poppen die het ballet moeten dansen (want dit ballet is een poppenspel), maar hij dichtte ook de muziek: vijftig minuten muziek zonder ophouden, zooals hij zelf niet zonder fierheid zegt. Die muziek speelt hij zelf, hij die feitelijk niet spelen kan, op een amechtig, schril-klinkend huisorgeltje, dat hij, oud en versleten als het is, met hard tokkelende vingeren dwingt tot eene angstwekkende en vreemd-geestige klankenacrobatie. Een liefdesscène volgt op een menuet, een wals op een optocht van marionetten, er is een pathetisch liefdesduo en er is zelfs een doodmarsch. Het herinnert toevallig aan Grétry, meer nog aan Waliaansche achttiend-eeuwers. Doch waar het begint met allen mogelijken ernst, merkt men algauw dat Ensor het zelf niet zoo heel ernstig opneemt; nu en dan lijkt hij zelf wel eens den spot te drijven met de eigene muzikale dilettanterigheid; hij houdt vooral den gek met de zeer fijn gevatte muzikale rhetoriek van beroemde componisten, waar hij, die geen muziek kent, bijzonder goed de onoprechtheid van heeft ingezien....

Ensor's ballet nu is opgeteekend en georchestreerd geworden door Michel Brusselmans. Vanavond worden er fragmenten van uitgevoerd in de Kursaal. Gij ziet dat men hier nog andere muziek kan hooren, dan die van de Hawaïanen....

N.R.C., 30 Juli 1921.


Items that may be related to this text

  1. ◼◼◻◻◻ Karel Van de Woestijne: MUZIEK TE BRUSSEL I... 1921-02-25
    Peter Benoit • brussel • (author) Karel Van de Woestijne • muziek • Modeste Moussorgski • Christoph Gluck • Koninklijke Muntschouwburg, Brussel • August De Boeck • (date-year) 1921
  2. ◼◼◻◻◻ Karel Van de Woestijne: Muziek te Brussel V... 1921-09-27
    Peter Benoit • muzikale • brussel • (author) Karel Van de Woestijne • muziek • Modeste Moussorgski • concerten • Koninklijke Muntschouwburg, Brussel • (date-year) 1921
  3. ◼◼◻◻◻ Karel Van de Woestijne: MUZIKALE VERHUIZING... 1921-09-19
    goed • oostende • brussel • (author) Karel Van de Woestijne • muziek • Modeste Moussorgski • Koninklijke Muntschouwburg, Brussel • (date-year) 1921 • Kursaal, Oostende
  4. ◼◼◻◻◻ Karel Van de Woestijne: MUZIEK TE OOSTENDE I... 1921-07-26
    (date-year) 1921 • muziek • (author) Karel Van de Woestijne • oostende • (date-month) 1921-07
  5. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: Belgische Muziek... 1919-03-29
    goed • Peter Benoit • muzikale • (author) Karel Van de Woestijne • muziek • Koninklijke Muntschouwburg, Brussel
  6. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: Muziek te Brussel VI... 1921-11-02
    goed • brussel • (author) Karel Van de Woestijne • muziek • Christoph Gluck • Koninklijke Muntschouwburg, Brussel • Nikolai Rimsky-Korsakoff • (date-year) 1921
  7. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: VACANTIEKRABBELS IV... 1923-07-31
    goed • (author) Karel Van de Woestijne • oostende • leven
  8. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: Muziek te Brussel II... 1921-06-23
    (date-year) 1921 • (author) Karel Van de Woestijne • muziek • Koninklijke Muntschouwburg, Brussel • brussel
  9. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: DE WEEK VAN JAMES EN... 1922-08-25
    James Ensor • muziek • (author) Karel Van de Woestijne • Kursaal, Oostende • oostende
  10. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: VACANTIEKRABBELS I... 1923-07-30
    (author) Karel Van de Woestijne • oostende • Kursaal, Oostende • Koninklijke Muntschouwburg, Brussel