Zijn indianen mensen of dieren? Wellicht zal niemand het nog in zijn hoofd halen om die vraag hardop te stellen: racisme en uitbuiting van andere volkeren worden nu heel wat subtieler verantwoord. Maar de vraag was in het midden van de zestiende eeuw nadrukkelijk aan de orde in een "dispuut" dat op vraag van keizer Karel en paus Julius III gehouden werd in het Spaanse Valladolid.
Jean-Claude Carrière, scenarist van Bunuel en Peter Brook, verwerkte dit gegeven in 1987 tot het tv-scenario Het dispuut van Valladolid, dat Lucien Binot voor theater bewerkte. Dit stuk brengt het NTG met een ruime bezetting. Het blijkt nog steeds zeer relevant, maar uit zuiver theatraal oogpunt stelt de voorstelling teleur.
De Spanjaarden hadden er op dat ogenblik alle belang bij om te ontkennen dat indianen mensen, en dus schepselen Gods met een ziel, waren. De ongekende brandschattingen, beestachtige moordpartijen en uitbuiting als slaven van de indianen hadden een groot economisch nut: de Spaanse veroveraar, zo snel mogelijk zo rijk mogelijk maken.
Maar deze handelwijze viel niet te rechtvaardigen indien het hier om mensen ging. Het dispuut van Valladolid moest deze kwestie voor eens en altijd beslechten, en deed dat ook. Besloten werd dat indianen mensen waren, maar dat Afrikanen dat misschien iets minder waren. De indianenslaven konden dus door geïmporteerde zwarten vervangen worden. Zij bleken trouwens veel beter bestand tegen westerse ziekten en het harde labeur in de zilver- en goudmijnen.
In de "geromanceerde" voorstelling van dit dispuut zitten twee opponenten tegenover elkaar. Gines de Sepulveda (Nolle Versyp), een kanunnik-filosoof, raadgever van de keizer en verklaard tegenstander van de indianen, staat tegenover Bartolome De Las Casas (Eddy Vereycken). Deze dominicaan kent de leefwereld van de indianen door en door, en is gaandeweg uitgegroeid tot een fervent verdediger van hun rechten. Moderator tussen beiden is kardinaal Salvatore Roncieri (Walter Moeremans), die behoedzaam laveert tussen de denkbeelden van beide opponenten, maar de "zwarte oplossing" al lang bekokstoofd heeft, na ruggespraak met de keizer.
In de enscenering van regisseur Wim Meuwissen wordt het dispuut voorgesteld als een modern "panelgesprek" tussen politici. Zij zijn gezeten aan een reusachtige "desk" van scenograaf Frank Raven. Zo verwijst het naar het hedendaagse politieke debat, terwijl de vormgeving ervan toch een (mislukt) historiserend tintje heeft. Het is alsof de regie vooral een historische reconstructie wou betrachten, reden waarom alles in epoque-kostuums gespeeld wordt, maar tegelijk duidelijk wou maken hoe brandend actueel de aangesneden thema's nog steeds zijn. Voor wie dat na afloop toch niet gesnapt heeft, volgt op het einde een "hedendaags" toemaatje: twee zwarten ruimen de scène op, terwijl enkele figuranten in maatpak over de scène lopen. Deze halfslachtigheid dient het stuk niet.
Erger is dat de regie krampachtig probeert de mogelijkheden van film te imiteren op de scène, onder andere door veel figuranten rond de protagonisten te plaatsen. Triest hoogtepunt is het ogenblik waarop drie indianen voor ondervraging ten tonele gevoerd worden. De arme figuranten staan erbij als bontgeschilderde ledenpoppen die mechanisch de voorgeschreven handelingen uitvoeren, zelfs op pijnlijk-dramatische momenten. Een beetje behoorlijke regie zou dit soort monsterlijfiieden schrappen, en zoeken naar specifiek-theatrale middelen om de confrontatie tussen Spanjaarden en indianen te tonen.
Niet dat er verder echt ondermaats geacteerd wordt, daarvoor zijn de andere acteurs te veel vaklui. Maar het getuigt allemaal van bar weinig inspiratie. De acteurs halen alle clichés -- de opgewonden "goede pater", de venijnige, slechterik en de opportunistische hoogwaardigheidsbekleder -- boven, zonder aan de tekst echt iets toe te voegen dat gelijk wie niet zelf had kunnen bedenken. Onbegrijpelijk.
Nog tot 26 april in NTG (van woensdag tot zondag), telkens om 20 uur behalve 's zondags (15 uur).