Advanced Search found 5 item(s) featuring "John Duvosel"

1920-12-27 Jack (Anon.)
  • . . . eruit te halen viel. Juffr. Verschueren was een goede, bescheiden, liefhebbende Cecile. Veel geven kon zij echter niet in deze rol. De heer J. Duvosel als Jack leverde te weinig ingetoomd spel; de diepe ontroeringen spreken al te veel uit gewrongen handen en lichaam. Hij had echter heel . . .
1923-11-05 Oud-Heidelberg (J.B.)
  • . . . van dit succes was echter ongetwijfeld bestemd voor Arie van den Heuvel als Dr Juttner. Mevr. I. De Veirman als Känhe. J. Duvosel als Karel-Heinrich, R. Dubois als Lutz. Door stijlvol decorum wist men elk bedrijf uitstekend te omlijsten. J.B. . . .
1931-02 Bij de opvoering van " Roekedekoe" van Paul de Mont door het nieuwe Volkstoneel (Van Craesbeek)
  • . . . Mont moeten wij beters verwachten. Ook de vertoning was geen glanspunt. Alleen M. Hoste en Tilly van Speybroeck speelden met overtuiging. De regisseur John Duvosel schijnt er, spijts de goede bedoelingen, de man niet naar te zijn om met één ruk het spel op een artistiek plan te . . .
1923-10-22 Te Brussel: Koninklijke Vlaamsche Schouwburg: "Excellentie" (Gabriël Dregely) (J.B.)
  • . . . gespeeld. Alleen met het uitbeelden van de geaffecteerde salonheertjes in bedrijf II schenen een paar acteurs het wel lastig te hebben. Zijne Excellentie, J. Duvosel bereikte een voortreffelijke typeering, en ook de dames dienen even te worden vermeld. J.B. . . .
1936-04-10 Ulenspiegel (Estheticus)
  • . . . Derre is een soepele, radzeggende Uil en Tilly van Speybroeck een frissche, liefdevolle, trouwe Nele, die het hart van Vlaanderen warm doet kloppen. John Duvosel forceert eenigszins de noot in Lamme Goedzak; de geestigheden die hij aan den man moet brengen zijn door den band reeds van grof . . .
  • . . . zijn door den band reeds van grof weefsel. Deze zwakheid van den tekst diende te worden vergoed door een lijn afgewogen humoristisch spel. Duvosel schijnt echter meer belust op het gemakkkelijk succes bij de galerij! Al de overigen pasten goed in het kleed waarin ze staken. We noemen . . .