Date 2000-02-11
Publication De Standaard
Performance(s) Geen lied
Artist(s) Nasr, Ramsey
Company / Organization
Keywords nasr • geliefde • lied • goden • orpheus • eurydice • beeldt • onderwereld • klagen • lijk
Ramsey Nasr. Grote emoties in alle toonaarden
In Geen lied, dat het verdriet om een verloren geliefde in sterk verdichte taal bezingt, sluit
Hij begint al met de goden uit te dagen om hem de mond te snoeren, nu ze hem zo wreed in het ongeluk gestort hebben. Alles, zelfs zijn lier, is voor hem nu waardeloos geworden. "Geen lied" zullen we dus te horen krijgen. Toch bespeelt Nasr in dit stuk alle gevoelsregisters die met ontreddering en verdriet gepaard kunnen gaan. Van bijna hysterische woede, met woeste lachuitbarstingen, gaat het naar waanvoorstellingen. Nasr beeldt zich zo een almacht in waarin hij de onderwereld kan betreden om zijn geliefde tegemoet te treden.
Hij beeldt dit sterk, want erg fysiek uit, alsof hij het onmogelijke dat hij in woorden uitdrukt ook werkelijk ten uitvoer brengt. Je hebt het gevoel dat je hem als toeschouwer betrapt in deze
De ontgoocheling en ontreddering die volgen zijn groot.
Als hij dan terugkeert naar zijn geliefde, is de onttovering bij de ingebeelde confrontatie met haar rottende lijk aangrijpend. De afstotelijke details van het lijk wekken eerst ergernis op: ze vernietigen de troost van zijn eerdere waanzinnige wiskunde.
Toch identificeert hij zich nog een laatste keer met zijn geliefde, als hij zich inbeeldt hoe hij zelf wegrot. In dit visioen aanschouwt hij hoe wormen zijn ogen aanvreten. Zij worden voor hem het beeld van de echte goden, omdat zij in tegenstelling tot de mens en zijn goden, steeds overleven.
Tenslotte belandt Nasr weer onder de tafel. Maar nu steekt zijn hoofd door een tafelblad, zodat hij onthoofd lijkt. Deze laatste scène is er een van berusting. Het is helaas in zekere zin ook een scène te ver. Het onderhuids larmoyant-theatrale, zelfs kunstenmakersachtige van het stuk, wordt hier plots zichtbaar. De kracht van de eerdere sterke beelden wordt daardoor wat aangevreten.
Wat niet wegneemt dat Geen lied een bepaald merkwaardig werkstuk is, dat de sterke reputatie van
Nog in