Date 1994-11-29
Publication De Standaard
Performance(s)
Artist(s)
Company / Organization
Keywords brouwerij • gebouw • voorgebouw • renovatie • etoile • etages • kaaiteater-studio • vloerplaten • schoorsteen • fabrieksschoorsteen
Kaaiteater bouwt werk- en leefruimtes voor artiesten : In vroegere brouwerij'L'Etoile speelt Maatschappij Discordia gerenoveerde Studio's in
De behuizing van de oude brouwerij was te krap. Zonder grondige ingrepen kon van het voorgebouw alleen de begane grond gebruikt worden als foyer en stapelplaats. In de achterliggende loods was er plaats voor een kleine teaterzaal, terwijl de administratie van het
In de ruwe afwerking van de brouwerij was echter de sfeer van de voormalige industriële aktiviteit nog overal voelbaar, en dat onderstreepte sterk het karakter van
Het nieuwe
De grondige renovatie van architekt Luc Maes van het pand in de
Bescheiden
Voorstellingen zullen te zien zijn in de bestaande zaal van het achtergebouw, maar ook in een nieuwe zaal in het voorgebouw op de eerste etage. Deze twee ruimtes vormen echter, samen met de zolder boven de oude zaal en een ruimte op de hoogste etage van het voorgebouw, eerst en vooral de werkruimtes voor artiesten, met elk hun eigen karakter en aankleding.
De strategie van Luc Maes bij deze renovatie is bescheiden en precies, op veel plaatsen bijna onmerkbaar. Op het eerste gezicht gaat het in dit ontwerp om niet meer dan een zorgvuldig uitgekiende routing van de ene ruimte naar de andere. Langs die wandeling is op zorgvuldige manier gezocht naar middelen om daglicht toe te laten in alle ruimtes. Niet eenvoudig, want het gebouw heeft een blinde voorgevel en is langs alle zijden ingesloten door blinde muren. De ingang is aan de zijkant van het gebouw. Hij is onnadrukkelijk: een kleine hall, als van een flatgebouw. Dit is dan ook het tijdelijk verblijf van mensen. Langs de ticketbalie ga je een trap op, met een glimp van het werkatelier rechts, waarna een grote verrassing wacht.
Een doodgewone deur bovenaan de trap geeft toegang tot een grote open ruimte van zowat 17 bij 12 meter. De linkerhelft ervan is tijdens de dag de leefruimte van de residerende kunstenaars, en geeft uit op een ingesloten dakterras, 's Avonds is dit de foyer. De kleine keuken die er staat kan dan tot een toog omgebouwd worden.
Rechts van de toegangsdeur staat een twee etages hoge gebogen glazen wand, waarvan een groot segment opengeschoven kan worden om toegang te verlenen tot een drie etages hoge werk- en speelruimte langs de voorgevel van de oude brouwerij. Op een vernuftige manier is deze glaswand in gesloten toestand geluidsdicht gemaakt.
Buffer
Achter de wand, zowat pal in het midden van deze grote ruimte, staat de aanzet van de oude fabrieksschoorsteen. Je ziet ze in het stratenweefsel vol industriële archeologie van de kanaalzone al van ver staan, als een arendsnest boven op de mast van een schip. Fragmenten van de vloerplaten van hoger gelegen etages die bewaard zijn, vormen een soort balkons die uitkijken op deze ruimte achter de glaswand. Een reusachtig daklicht overspoelt ze tijdens de dag met licht. Tegen de twee zijwanden zullen gegolfde platen een sierlijk ornament vormen, al staan ze er eigenlijk enkel als akoestische voorzetwanden.
De glazen wand is het enige grote architekturale gebaar van het gebouw. Het gaat echter niet om een lege geste. Hij is een noodzakelijke geluidsbuffer. Tegelijk vormt hij een uitgesproken kontrapunt voor de krachtig aanwezige oude schoorsteen. Hier wordt nog steeds gewerkt, al is de aard van het werk gewijzigd.
Het belangrijkste is echter de werking van de wand als een half-doorlatend membraan, een huid die gespannen is tussen twee sferen van het gebouw, de leefsfeer en de werksfeer. Twee verwante gedachten worden hier als het ware in een vorm samengeperst. De eerste is dat het dagelijkse leven van de kunstenaar en het kunst-maken zelf aktiviteiten zijn die, ondanks hun specificiteit, in elkaars verlengde liggen, elkaar doordringen. De andere dat het teater behoefte heef aan kontakt met zijn publiek zodat het logisch wordt dat de leefruimte van de kunstenaar en de plaats waar mensen ontvangen worden dezelfde is.
Vanuit de foyer kan je de zaal in het achtergebouw langs twee ingangen bereiken. De dubbele ingang laat verschillende tribuneopstellingen toe in deze zaal. Op de zolder bevindt zich een dansstudio, op de begane grond een werkatelier. De tweede trappenzaal, gebouwd op eenoude driehoekige binnenplaats, werd overdekt met een reusachtig daklicht dat je een tweede maal zicht geeft op de fabrieksschoorsteen. Een kleine tekening, gegrift in de vloer, richt je blik erop.
Ook de techniek is haast onzichtbaar. Elk detail, tot de leiding van de brandblusstandleidingen, elke materiaalovergang lijkt een vanzelfsprekendheid. Pas geleidelijk aan besef je hoe hard hier gewerkt is om alles zijn juiste maat en plaats te geven.
De oud-modische gres-tegeltjes, gebouchardeerde traptreden, eenvoudige stalen buiskonstrukties voor leuningen, betonnen vloerplaten, alle ouderwetse, simpele materialen en konstrukties vormen een stille ode aan het vervlogen tijdperk toen de brouwerij L'Etoile hier nog huisde.
Al zie je van de vroegere ruwe bakstenen binnenhuid van het gebouw nauwelijks nog iets onder de noodzakelijke bepleisteringen, de nieuwe materialen roepen nog even die sfeer op.
De oude schoorsteen staat er daarom niet als een curiosum -- hoe makkelijk zou een overdaad aan design dit restant niet ridikulizeren als een post-modern grapje -- maar als een gedenkteken van de gebruikswissel die dit gebouw onderging.
De renovatie, in opdracht van de
Maatschappij Discordia speelt in de