Maatschappij Discordia brengt "Kean" met dubbele bodems
LEUVEN -- Met Kean van Alexandre Dumas père prezenteert Maatschappij Discordia naar eigen zeggen een teatertraditie. Anders gezegd, men wil méér laten zien dan alleen maar het stuk over de flamboyame Engelse akteur Edmund Kean, speciaal geschreven voor een andere beroemde akteur, de Fransman Fréderick Lemaitre. Het tema werd op zich al herhaalde malen weer opgenomen en bewerkt, o.a. door Sartre. En dat is niet verwonderlijk, want het is fascinerend.
Kean is een spel over de complexiteit en kontradikties van de positie van een (romantisch) akteur. Hij is een figuur uit de lagere klasse die door zijn overrompelend, ontroerend en uitbundig akteren, "larger than life", kan doordringen tot de hogere kringen, maar uiteindelijk ten onder gaat aan zijn uitspattingen. De traditie van het omgaan met die problemen is wat Discordia hier bezighoudt.
Het stuk draait om twee liefdesrelaties van Kean. Een met een gravin die ten einde komt op het ogenblik dat een vertwijfelde Kean op het toneel zijn rol afgooit; en de Engelse adel in eigen naam begint te beledigen. En een met een gewone vrouw, een vurige bewonderaarster die alles van hem aanneemt en de werkelijke figuur niet van de teatrale kan scheiden. Beide relaties lopen op hun manier verkeerd af doordat Kean het sociale en amoureuze spel in werkelijkheid en op de scène door elkaar haspelt. Zijn ego is immers sterk bepaald door de waardering voor zijn teaterspel.
Discordia hanteert in deze enscenering haar bekende arsenaal van middelen: een vlakke zegging, een totaal verwaarlozen van opkomen en afgaan, voortdurend uit de rol vallen enz. Kortom, naar de normen van het traditionele teater is dit een afgang. Maar in dit geval verhevigt de aanpak op een vruchtbare manier de tematiek van het stuk. Lamers speelt Kean, maar moet voortdurend gesouffleerd worden door Frida Pittoors, die zichtbaar vooraan op de scène zit. Daardoor, krijgt zijn spel iets hortends, af en toe doorbroken door een plotse opstoot van passioneel spel.
Het werkt ook omgekeerd. Door het souffleren wordt een "gekwelde" woordenstroom van Lamers plots gerelativeerd en bekommentarieerd. De worsteling met de betekenis van wat hij daar staat te doen, wordt dan plots zeer konkreet. Lamers wordt schitterend gesekondeerd door Ditha Vanderlinden als de bewonderaarster en Viviane de Muynck als de gravin. Het gedoe met de souffleur heeft tot gevolg dat de voorstelling ook voor de akteurs tot op zekere hoogte onvoorspelbaar is. De situatie genereert altijd weer nieuwe dubbele bodems, het doorslaan van spel naar realiteit kan zich op steeds andere ogenblikken voordoen. Dat geeft op de duur ook een biezonder soort humor.