Archief Etcetera


Continuatie: zes maanden één locatie



Continuatie: zes maanden één locatie

Deze tekst is een eerste ontwerp van een project van Xavier Le Roy en Bojana Cvejić. De aanzet werd gegeven in een werkgroep die ontstond tijdens mode05, een conferentie over onderwijs in dans en performance, georganiseerd in Potsdam in maart 2005. Tijdens deze conferentie maakten de deelnemers gebruik van open source-software, waardoor ze rechtstreeks materiaal konden toevoegen en de discussies structureren. Hieruit ontstonden werkgroepen rond bepaalde onderwerpen of interesses, die elke dag opnieuw werden samengesteld en ontbonden. Six Months One Location is het resultaat van één van deze groepen, waarvan de aanzet werd uitgewerkt en ontwikkeld tot een project.

A: Reizen en van het ene project naar het andere hoppen: van een rupture à bon marché gesproken!

B: Was het dom om te denken dat veranderen van residentieplaats een uitdaging zou zijn voor mijn werk? Ik ben het zo beu om me te verplaatsen...

A: Verplaatsing is geen beweging. Beweging is continuïteit.

B: Misschien moeten we op verkenning gaan in de ‘landen' van ons werk.

A: Wat bedoel je?

B: Onze eigen vreemde, buitenlandse territoria.

A: We logeren op één plek, verzetten ons tegen de druk om te reizen en te zoeken naar nieuwe projecten, nieuwe jobs, nieuwe mogelijkheden, we nemen de tijd om immobiel te zijn.

B: Enkel emigranten in ballingschap zijn nomaden in de betekenis die wij zo graag gebruiken. Wijzelf zijn niet meer dan parasieten van linkse denkbeelden, die proberen om van de vrije markt een makkelijke ruimte te maken waarin je zonder al te veel compromissen rond kan surfen.

A: Ofwel maak ik gebruik van de mogelijkheden die ik krijg door er het beste van te maken, ofwel verleen ik diensten: een lezing hier, een laboratorium daar, nu eens een symposium, dan weer een workshop, een residentie, nog een residentie en daarna weer een residentie, terwijl er steeds minder budget is om iets te produceren. Kan ik deze reisroute consistenter maken? Intussen slaag ik er wel in om mijn werk te doen.

B: Weet je wat van iemand een goede surfer maakt? Het vermogen om de juiste golven te kiezen en een elegante stijl.

A: Maar stel je voor dat er zonder surfers geen golven zouden zijn. B: Je bent idealistisch. A: Ik wil je een project voorstellen. Het project heet ‘Continuatie: zes maanden een locatie'.

Dit is een gesprek tussen een kunstenaar en een theoreticus die werken in de context van de West-Europese podiumkunsten anno 2008. Beiden waren trots en gelukkig met de freelance job annex levensstijl waarvoor ze ooit – tien jaar of minder geleden – op de barricaden hadden gestaan. Het gaf hen de tijd en de ruimte om hun werk te ontwikkelen op projectbasis. Ieder project bracht een focus op een andere problematiek met zich mee en ieder project vereiste en voorzag een andere aanpak en een andere productie/presentatie strategie. Starten met een lang proces van onderzoek en samenwerking was een kwestie van keuze: de keuze om te vechten en te onderhandelen, om ‘open', ‘mobiel', en ‘veranderlijk' te blijven en zich niet vast te zetten in een manier van werken, een concept, een methode en uiteindelijk ook een esthetiek.

In de loop van tien jaar of minder drong bij theaters en andere instellingen voor podiumkunsten het besef door dat een instituut zichzelf kon vernieuwen door een projectmatig freelance- en residentiesysteem in te voeren als belangrijkste productiemodus. Altijd een nieuwe naam om te ontdekken, garandeerde inderdaad diversiteit in het programma, maar deed tegelijkertijd de productiemiddelen binnen de curatorruimte – die al te lijden had onder de neoliberale, economische druk



– nog verder slinken. Wat ooit een beweging van ‘deterrioralisering' was – werken op verschillende plekken aan meer dan één project tegelijk – werd een verplichting. Projecten kunnen enkel nog gecoproduceerd worden, en van kunstenaars wordt verwacht dat ze overal in residentie gaan om zo de verschillende zalen waar hun werk wordt getoond te vullen met artistieke activiteit. Kunstenaars zijn gedwongen om zichzelf voortdurend opnieuw uit te vinden als een begerenswaardig product dat moet opboksen tegen anderen in de strijd om het beperkte aantal mogelijkheden binnen de ingekrompen curatorruimte. Zodoende veranderde de nieuwe manier van produceren eerder in een modus van reactie, opportunisme en het cynisme van de vraag: wat precies, van datgene wat altijd al hier

is, moet ik deterrioraliseren? Wat gebeurt er wanneer een voorwaarde een beperking wordt, een keuze een verplichting? Hoe kun je een beperking creëren die zich gedraagt als een facilitaire voorwaarde?

Iedere voorwaarde mag dan wel een beperking zijn, maar niet iedere beperking is een voorwaarde, en daarom is het alleen maar belangrijk te zien wanneer een voorwaarde meer frustraties schept dan mogelijkheden om te werken. Ieder creatief proces heeft een ingebouwde beperking, een ‘eindpunt' dat het proces op gang houdt, maar het niet bepaalt. Experimenteren met de beperking die het werk conditioneert, hoeft het proces en het uiteindelijke resultaat ervan niet causaal te bepalen. Maar het is wel mogelijk om af te wijken van de procedures die gekende effecten produceren. Praktisch gezegd: het is enkel mogelijk om te experimenteren met voorwaarden wanneer je afwijkt van de gekende procedures: de gebaande paden van voorstellingen maken, opvoeren en ontvangen.

Continuatie: zes maanden een locatie is een project dat specifieke voorwaarden schept om zo te onderzoeken wat die voorwaarden teweeg brengen in termen van procedures, werkmethodes, vormen, gesprekken en manieren van samenwerken. De meest wezenlijke voorwaarden zijn dat het werk plaatsvindt 1) op één en dezelfde locatie 2) voor een duur van zes maanden, zonder onderbreking en dat hierbij 3) een

aantal mensen worden betrokken die allemaal een eigen project aanbrengen.

Een locatie. Door gedurende een lange periode op één plaats te blijven, kunnen we de gevolgen onderzoeken van voorwaarden die tegenovergesteld zijn aan die van een projectmatige reishabitus: concentratie in isolatie, focus op het werk op één plek in de plaats van het versnipperen van verschillende projecten op verschillende locaties, een ander ritme en een ander tijdsbesef, geen aandacht afleidende ontsnappingsroute in de vorm van reizen. Het betekent ook: de institutionele markt voor een tijdje verlaten en minder zichtbaar en aanwezig zijn in de wereld van de podiumkunsten.

Ononderbroken proces. In onze freelance levensstijl vallen leven en werk samen: er is geen ruimte voor vrije tijd naast het werk, en haast alle dagelijkse activiteiten kaderen automatisch binnen het doel van het project waaraan je werkt. Toch duren de periodes waarin je jezelf uitsluitend en ononderbroken wijdt aan je werk zelden langer dan drie maanden. Door deze periode te verdubbelen, wijkt het proces hopelijk af van een doelgerichte versnelling in de richting van een voorstellingsproduct. Het gaat er niet om

de tijd te rekken, zodat er meer tijd is om te twijfelen, proefondervindelijk te werken en het oorspronkelijke concept te versterken aan de hand van experimenten. De tijd is er om aan te zetten tot meer dan één enkele onderzoekslijn, waarbij productie zich kan vermenigvuldigen in bijproducten en neveneffecten, en waarbij meer dan één vorm naar boven kan komen. Weliswaar niet op basis van wat je dénkt dat het meest geschikt is. Wat doen we wanneer we allemaal datgene hebben waar we anders nooit genoeg van hebben, namelijk tijd?

Projecten. De belangrijkste voorwaarde om deel te nemen aan c:6m1l is dat ieder individu een project of om het even welk soort werk voorstelt dat de focus heeft van een voorstel, een verklaring van intentie of het verlangen om te werken. De projecten, in de bredere zin van het woord, kunnen binnen het veld van de podiumkunsten variëren van performance tot



theorie. Ze kunnen ook variëren qua ontwikkelingsstatus: ze mogen in de voorbereidende fase zijn, de eerste ontwikkelingsfase, de postproductiefase of eerder projecten aan de zijlijn. Ze worden niet ‘geprogrammeerd', d.w.z. gekozen op basis van de belofte om tot een bepaald product te komen. De presentatie ervan is dus volkomen optioneel. Ook belangrijk is dat voorstellingen niet het label van c:6m1l dragen, maar getekend zijn door het individu zelf. Ieder individu is verantwoordelijk voor zijn of haar eigen project. Hierdoor worden doodlopende obstructies van collectiviteit vermeden: er is geen overkoepelend project waaraan iedereen meewerkt. Zodoende kunnen auteurschap en eigendomsrecht geen geschilpunt worden. Iedereen gaat akkoord dat werken in c:6m1l tot op bepaalde hoogte de ethiek van open source impliceert: ideeën doen de ronde, duiken op en komen tot ontplooiing op vele (en vaak onverwachte) plaatsen.

Bemiddelaars. Maar wie zijn we? En waarom gaan we samen werken? We zijn allemaal bemiddelaars. In Pourparlers introduceert Gilles Deleuze de figuur van bemiddelaar (‘intercesseur'), wanneer hij zijn samenwerking met Félix Guattari omschrijft: ‘Wat fundamenteel is, zijn de bemiddelaars. Zonder hen is er geen werk. Het kunnen mensen zijn – voor een filosoof kunstenaars of wetenschappers, voor een wetenschapper filosofen of kunstenaars – maar ook dingen, planten of dieren, zoals in Castaneda. Fictief of reëel, levend of levenloos, je moet zorgen voor bemiddelaars. Het is een reeks. Als je geen reeks vormt, zelfs volkomen denkbeeldig, dan ben je verloren. Ik heb mijn bemiddelaars nodig om me uit te drukken, en zij zouden zich nooit uitdrukken zonder mij: we werken altijd met meerderen samen, zelfs al zien we elkaar niet...

Er bestaat geen enkele waarheid die vooraf bepaalde ideeën niet vervormt. Zeggen dat “de waarheid een creatie is” impliceert dat de productie van waarheid gebeurt via een reeks handelingen die bestaan uit het bewerken van een onderwerp, een reeks vervalsingen naar de letter. Mijn werk met Guattari: we zijn beiden de vervalser van de andere. Wat wil zeggen dat ieder van ons de notie die de ander voorstelt op zijn eigen manier begrijpt. Zo

vormt zich een tweeledige, overdachte reeks. Ook een meerledige reeks is niet uitgesloten, of een complexe reeks, met vertakkingen. Deze krachten van het onware die waarheid tot stand brengen, dat zijn de bemiddelaars...' We zouden het liever geen samenwerking noemen, maar werken met anderen die bemiddelen, zich bemoeien, het werk ombuigen, vervormen, vertalen en veranderen, zodat je nooit precies kan meten hoe het zal veranderen en wat het zal beïnvloeden. Ieder individu werkt aan het werk dat hij of zij zelf aanbracht, maar stelt zich daarnaast ook ten dienste van een of meerdere projecten, waarbij hij of zij van rol verandert. Zo ontstaat een veelvoud aan choreografen, dramaturgen, theoretici, performers... Niet vanuit een idee van wederzijdse of symmetrische samenwerking (‘ik geef – jij geeft'), maar wel om mogelijkheden te ontdekken die de gekende competenties overstijgen. Om kracht te zetten bij een differentiatie, een heterogenesis tussen extensieve kwaliteiten (mensen, concepten, acties, talen) en intensieve kwaliteiten (transversale zintuiglijke modaliteiten en denkmanifestaties), tussen uitdrukkingsvormen en inhoudelijke vormen.

Vriendschapspolitiek. De groep mensen wordt gevormd door middel van een open kettingreeks. In de plaats van de initiatiefnemers te laten beslissen over alle deelnemers en zo de groep af te bakenen, nodigen we elk nog twee andere personen uit, die we delegeren om nóg een extra persoon uit te nodigen: 2 + 4 + 4. Misschien is dit uitnodigingsprotocol te stroef en zullen er een aantal onderhandelingen nodig zijn tussen iedereen. Maar het is wel belangrijk om dit samenkomen te baseren op affiniteit, nieuwsgierigheid en het verlangen om samen te werken. Een open oproep tot deelname zou te veel de nadruk leggen op het bijeenkomen en mogelijk het misverstand creëren dat samenwerking gelijk staat met ‘we komen en we zien wel wat er gebeurt'. We hopen het project te starten in januari 2008. Hoewel het een project is dat op zichzelf beperkt is in tijd, zijn we nieuwsgierig om te zien welke methodologie eruit kan voortkomen, en welke gevolgen het eventueel zal hebben voor onze lange termijn werkstrategieën en habitus.


Development and design by LETTERWERK