Het theatrale in de popmuziek
De kloof tussen artiest en publiek en hoe ze te dichten of te verdiepen.
Een concert van
Toch is er meer. Decors en kostuums illustreren de muzikale missie van
Of je nu kijkt naar de netjes ingestudeerde danspasjes van
Muziek is communicatie, al is het uitbrengen van een cd slechts een gemedieerde vorm daarvan. Via een live-optreden komt een groep echter in direct contact met haar publiek. Een concert gebeurt hier en nu en moet je daarom actief beleven. Omdat het een eenmalig evenement is, willen popgroepen meer dan alleen netjes hun nummers spelen. Ze willen ook visueel scoren. Een sterke lichtshow is een must, vaak komen ook attributen en decorstukken op de proppen. Soms wil het visuele slechts een goedkoop effect ressorteren, dan weer doet het iets ter zake en onderstreept het waar de groep muzikaal voor staat.
Maar of men zich nu naakt opstelt of verkleedt, een live-concert heeft iets ambigus. Want hoe direct is zo'n optreden? Een cd mag dan wel een indirect communicatiemiddel zijn, hij laat wel een individuele beleving toe. Tijdens een concert ga je op in de massa, al dan niet omringd door gelijkgezinden, en kijk je naar een podium waar een groep zijn ding doet. De kloof tussen artiest en publiek is bijgevolg een feit.
Daarmee omgaan maakt concerten net zo interessant. Want hoe geeft men vorm aan die kloof? Wil men hem trachten te negeren door bruggen te bouwen, zoals gitaarrockgroepen het graag zien? Of versterkt men hem gewoon, door op te treden in mega-stadions? Of schaft men gewoon de live-artiest af, zoals techno aanvankelijk deed? Verschillende houdingen dus, net zoals ook de muziek verschillend is.
Bruggen bouwen
De kloof tussen artiest en publiek is zeker een doorn in het oog voor de geijkte rockgroep.
Daarom doet het uiterlijk van de artiesten er niet toe. Liever ongeschoren, in alledaagse kledij, dan overdreven show-allures.
Bij rockconcerten mogen er niet te veel obstakels tussen artiest en publiek zijn. Het podium is dan veeleer een uitvergroot repetitiehok. Niet verwonderlijk dus dat megaspektakels als die van
Vandaar de afkeer van een te overdreven gebruik van effecten. 'Bewerkte' klanken en technologische uitspattingen kunnen wijzen op 'manipulatie' en staan communicatie in de weg. Wat je op het podium hoort én ziet, moet te vertrouwen zijn: de snaren moeten echt 'be-
roerd' worden. Een of twee bloedeloze kerels achter een toetsenbord, dat kan toch niet op tegen een authentieke viermansrockgroep met échte instrumenten. Zeker tapes zijn hoogverraad. Niet toevallig dus dat The Rolling Stones het moesten ontzien toen tijdens een tournee een vermoeden van tapes ontstond. Maar de Stones beantwoorden al lang niet meer aan de definitie van een eerlijke' rockgroep: hun concerten zijn evenzeer spektakels geworden, in grote stadions waar contact onmogelijk is.
En dat zie je niet alleen bij gitaarrockers. Ook in subculturen als metal en vooral hiphop zijn zulke poses schering en inslag. Het onderscheid tussen wie in de zaal of op het podium staat is dan nihil. Er wordt een hoogmis gehouden, waar het geloof in elkaar bezongen wordt. Niemand die er aan denkt dat er gewoon toneeltje wordt gespeeld.
Uiterlijk vertoon
Een concert van
Muziek als (een doordacht) spel, dat enkele contradicties in het popverhaal wil blootleggen. Zoals de fictie van directe communicatie of het verdoezelen van het entertainmentkarakter. Tijdens live-optredens wil men het dan zo aangenaam mogelijk maken: een toneel voor een leuke vaudeville met een verbluffende lichtshow, dansers en veel uiterlijk vertoon.
Dat is een houding die vooral in de jaren zeventig veel ophef maakte. Artiesten werden gigantische modepoppen, opgedirkt met make-up, glitterkledij en een kleurrijke haartooi. Alsof inhoud werd vervangen door uiterlijk vertoon. Niet alleen bij soulgroepen als
Bombast in megastadions
Opblaasbare varkens, neerstortende vliegtuigen, openklappende spiegelbollen, elke gitaarnoot gevisualiseerd door een laserstraal, een quadrafonisch geluidssysteem: de bombast van de concerten van
Bij symfonische rockgroepen is het theatrale aspect van live-concerten niet ingegeven door een liefde voor kitsch of het plezier in entertainment en een mooie enscenering. Bij hen was het bittere ernst, een uiting van volmaaktheid.
De symfonische of progressieve rock nam popmuziek ernstig, te ernstig wordt wel eens beweerd. Popmuziek werd complexer, het instrumentarium uitgebreider - op het podium stond een hele muziekwinkel of zelfs een voltallig symfonisch orkest - en de opnamen werden gesofisticeerder. Pop moest anders, 'beter' en ingewikkelder zijn.
Van een poging een brug te slaan tussen maker en publiek werd afgezien. Integendeel, de brug werd opgeblazen, waardoor er geen contact meer mogelijk was. Ook vandaag nog gaat dat op voor heel wat mega-groepen, zoals
Een groep die hieruit een gepaste conclusie trok was
Het shockeffect van de postpunk
Tijdens concerten van
We schrijven eind jaren zeventig, begin jaren tachtig: de hoogdagen van de zogenaamde postpunk, een willekeurige verzamelnaam voor allerlei noise, no wave en industriële muziek die de punkidealen tot het extreme doorvoerden.
Groepen als
Muzikaal wilde de postpunk van nul beginnen. Noties als vakmanschap en genialiteit werden overboord gegooid. Een minimalistische aanpak met een primitief, ritueel karakter en veel noise kwam in de plaats. Muzikaliteit lag in het ongebruikelijke, het afgedankte,
het onverwachte, het onaanvaardbare. Een afwijzing van alles wat niet spontaan was. Noem het gerust een moderne vertaling van het dadaïsme: een vitaal nihilisme.
Concerten waren er niet om het publiek te vermaken, maar om te choqueren: agressief, luidruchtig en controversieel. PiL haalde het in zijn hoofd om achter gesloten doek te spelen; het concert moest wegens het tumult in de zaal worden stopgezet.
Optredens van postpunkers hadden een sterke emotionele impact. Mensen werden in verwarring gebracht, overladen met wanhoop en anarchie en wakker geschud. Maar er was wel degelijk direct contact.
Hoezo kloof?
Een concert van
Een techno-optreden oogt heel anders dan een rockconcert; zijn sociale context is immers verschillend.
Dansmuziek is er om aan te participeren, en brengt daarom mensen bij elkaar.
In een club kom je een andere wereld binnen, ver weg van de dagelijkse beslommeringen. Op de dansvloer kan men gedachteloos genieten en danst men zich met repetitieve beats in trance, gestimuleerd door stroboscooplichten, scans en rookmachines. De dj hitst als navigator het publiek stapsgewijs op. '
Ook al gedragen steeds meer dj's zich als de nieuwe rocksterren en zijn er almaar meer techno-artiesten die zich als live-act profileren, de concertaanpak van rock is ver zoek. Veel valt er immers niet te zien. En het publiek kan niet weten wat die 'live'-artiesten achter hun mengtafel precies uithalen en of ze de sampler wel effectief live bespelen. Veel techno-artiesten maken daar handig gebruik van door gewoonweg een dat af te draaien. Ook het gangbare verloop van een concertavond gaat bij techno niet op. Een optreden is niet langer een gebeuren van anderhalf uur, waarna je de zaal verlaat. Het is een combinatie van meerdere live-acts en dj's waarbij muziek onmerkbaar in elkaar samenvloeit en er tot in de vroege uurtjes gedanst wordt.
De toekomst
Ligt hierin dan de toekomst en gaat het live-aspect terrein verliezen? Niet echt, want zelfs binnen de elektronische dansmuziek zien we de vertrouwde concertpraktijk opduiken. De live-band, de live-show, het begint steeds meer te lijken op het traditionele concert.
Veel heeft te maken met de muzikale evolutie. Veel van de breakbeatmuziek (zoals big beat en triphop) is ontstaan omdat men techno kil en koud vond. Men ging op zoek naar meer flexibele ritmen, warmere klanken, meer menselijkheid. Die vond men in funky grooves, contrabassen en zangeressen. En zoiets doet het uiteraard ook goed op het podium. Steeds meer makers van drum 'n' bass - een stijl die volledig het resultaat is van verregaande technologische ingrepen - brengen soulzangeressen ten tonele. Ook al is de muziek van 4
Ook in het show-element worden alle clichés van de rock herkauwd.
Je vraagt je af waarom 'techno'-artiesten zich als rockgroepen gedragen. Is het om het rockpubliek te kunnen overtuigen? Deels wel, want het brede publiek had het al behoorlijk moeilijk met techno, met muziek die niet door artiesten van vlees en bloed gemaakt werd, die niet beantwoordt aan 'echte' emoties en die niet berust op een directe live-communicatie. Nu, met live-muzikanten, warmere klanken en aantrekkelijke rockshows, komen ze wel over de brug. En dan zijn we weer bij af. De geijkte live-formule lijkt voor popmuziek bijgevolg onvermijdelijk.
Alleen de
Auteur Gert Keunen
Publicatie Etcetera, 1998-12, jaargang 16, nummer 66, p. 21-24
Trefwoorden rock • techno • concert • clinton • floyd • funkadelic • pink • kloof • concerten
Namen Afrikaanse • Amerikaanse • Amerikanen • Bob Dylan • Cabaret Voltaire • Coil • David Bowie • E.L.P • Funkadelic • Future Sound of London • Genesis P-Orridge • George Clinton • Gert Keunen • Get Ready • Goldie • Hero • House • Janet Jackson • Jimi Hendrix • King Arthur • Laibach • Laurent Garnier • Londense • Malcom X • Martin Luther King • New York • Nirvana • Orbital • P-funk-gevolg • Pink Floyd • Portishead • Prince • Psychic TV • Rock • Roni Size • Roseland Balhoorn • Sign • Sven Vath • Symfonische • Techno • Test Dept. • The Birthday Party • The Mothership • The Orb • The Pop Group • The Prodigy • The Temptations of The Supremes • The Wall • Throbbing Gristle • U2 • Van Beirendonk • Van rock • Wembley Pool • Ziggy Stardust • Zijne Purperen Hoogheid
Development and design by LETTERWERK