Advanced Search found 7 item(s) featuring "Jacques Copeau"

1923-03-25 Nieuw Katholiek Tooneel in Vlaanderen (Anon.)
  • . . . du pendu dépendu werd bij de eerste opvoering (1921) reeds als het beste Fransch tooneeltuk vermeld. In 1922 nam het befaamd theater van J. Copeau te Parijs, « Théatre du Vieux Colombier » , Le Pauvre sous L'escalier, eigenlijk het leven van den heiligen Alexis weergevend, op zijn . . .
1925-06-01 Jules Delacre : Het Théâtre du Marais (Willem Putman)
  • . . . correspondenten hartstochtelijke verdedigers van Delacre zijn. Geen meer gezaghebbend oordeel over hem kan ik hier inschuiven dan de volgende regelen van Jacques Copeau , gepubliceerd in het tijdschrift "La Nervie", dat aan Delacre en aan diens werking een bijzonder nummer wijdde. "Ik had het genoegen" . . .
  • . . . ter volmaking." In hetzelfde tijdschrift vinden wij van de hand van Matei Roussou volgende merkwaardige vergelijking tusschen Delacre en Copeau : "De voornaamste eigenschappen van Copeau 's schouwburg zijn : de tucht, de constructie, de soberheid, de wijsheid ; die van het gezelschap . . .
  • . . . de hand van Matei Roussou volgende merkwaardige vergelijking tusschen Delacre en Copeau : "De voornaamste eigenschappen van Copeau 's schouwburg zijn : de tucht, de constructie, de soberheid, de wijsheid ; die van het gezelschap Delacre : de spontaniëteit, de gevoeligheid, . . .
  • . . . constructie, de soberheid, de wijsheid ; die van het gezelschap Delacre : de spontaniëteit, de gevoeligheid, de sappigheid, een weinig fantazie. Copeau eischt klaarheid en maat. Delacre vraagt durf en vreest niet een tikje gekheid." Wie heeft gelijk ? Wie heeft ongelijk ? Misschien . . .
  • . . . Delacre vraagt durf en vreest niet een tikje gekheid." Wie heeft gelijk ? Wie heeft ongelijk ? Misschien niemand. Misschien beiden. Theoretisch staat Jacques Copeau zeker op een hooger plan, maar mijns inziens is Delacre nader bij het leven, wat zeggen wil : meer levend. Als . . .
1923-10 TOONEEL TE BRUSSEL V (Karel Van de Woestijne)
  • . . . het te Parijs vertoont. Bedenkt men dat " Le Marais " ook dit jaar, zij het bij uitwisseling, " le Vieux Colombier " van Jacques Copeau , " le Théâtre des Champs-Elysées " met Pitoëff en Jouvet , " la Chimère " onder Gaston Baty , . . .
1922-04-27 TOONEEL TE BRUSSEL (Karel Van de Woestijne)
  • . . . is en kan zijn - zijn theater berust op een financieelen grond, heel wat steviger dan Antoine , Lugné-Poe en Copeau dien ooit hebben gekend - alleen bate bij hebben kan. Zijn sukses hoeft ook geenszins te verwonderen: man van smaak, weet hij man der . . .
1922-12-31 TOONEEL TE BRUSSEL I (Karel Van de Woestijne)
  • . . . wat de Engelschen, bij styleering en lichteffecten, sedert lang hadden bereikt. En toen - om over enkele andere pogingen heen te stappen - Copeau met zijn " Vieux Colombier " waarlijk eene nieuwe "mise en scène" dacht te geven door van het oude alleen het strikt noodzakelijke te geven, . . .
  • . . . minimum was herleid. Maar feitelijk was niets bereikt dan meer "bon sens", naast traditie eene andere en even scherp-afgeteekende Fransche eigenschap. Wie na Copeau kwamen, hebben Copeau nagevolgd. Nu en dan kwam er wat meer fantazie bij, die verblijdend was. De Brusselsche onderneming van
  • . . . was niets bereikt dan meer "bon sens", naast traditie eene andere en even scherp-afgeteekende Fransche eigenschap. Wie na Copeau kwamen, hebben Copeau nagevolgd. Nu en dan kwam er wat meer fantazie bij, die verblijdend was. De Brusselsche onderneming van Jules Delacre en zijn "
1922-10-27 TOONEEL TE BRUSSEL (Karel Van de Woestijne)
  • . . . (uitnoodiging die voorloopig onbeantwoord moest blijven): van den nochtans zeer ingeniëuzen, zeer voortvarenden heer Delacre is zij niet: zij is van Jacques Copeau . Ik zal niet zeggen dat " Le Marais " eene succursale is van " Le Vieux Colombier ": het is er eene repliek van, . . .
1923-06 Nieuwere dramatische kunst (Godfried Heynderickx)
  • . . . kon heerlijk worden aangevoeld. De Ballets Russes namen de cubistische procédés over. De costumes en teekeningen van Picasso voor «Parade» van Jean Cocteau (muziek van E. Satie ) gemonteerd door Diagileff, zijn misschien de meest gewaagde uiting van expressionisme op het Tooneel. Amerika bleef niet . . .
  • . . . alhoewel dit een derde afmeting impliceert, wordt zijn methode als twee-dimensionaal beschreven; onbewuste terugkeer tot «the plastic stage». Een der meestverdienstelijke theaterdirecteurs was Jacques Copeau . Hij deed het Parijsche theater herleven en waar vroeger het probleem hoofdzakelijk de ensceneering betrof, nam hij de belangen van den acteur ter . . .
  • . . . terugkeer tot de «plastic stage». Het tooneelinstrument zal niet vervormd worden als er geen nieuw contact komt tusschen speler en toeschouwer. Evenwel geeft Copeau niet toe aan overhaasting in zijn modernisme : «Tous les hommes dans l'histoire qui ont eu vraiment quelque chose avec l'avenir avaient les yeux . . .
  • . . . dat was het expressionisme. Een artistieke gebeurtenis was de opvoering van de «Divina Comaedia» in 1921, door Norman-Bel Geddes in Madison Square Garden. Copeau 's theater is het meest volledige, meest ingestudeerde experiment; dat van Reinhardt het meest ambitieuze. Vreemd is het wel dat de energie voor . . .