Advanced Search found 7 item(s) featuring "Gravensteen, Gent"

1936-04-10 Ulenspiegel (Estheticus)
  • . . . zaal Elckerlyc , door 't Volkstooneel Op initiatief van het " Verbond van Vlaamsche Vereenigingen " is het symbolisch successtuk van R. Graverson te Gent onder geestdriftige belangstelling opgevoerd geworden door de groep Staf Bruggen . Alhoewel de onsterfelijke roman van Ch. Decoster bijna . . .
  • . . . het " Verbond van Vlaamsche Vereenigingen " is het symbolisch successtuk van R. Graverson te Gent onder geestdriftige belangstelling opgevoerd geworden door de groep Staf Bruggen . Alhoewel de onsterfelijke roman van Ch. Decoster bijna op den voet wordt gevolgd, al valt het stuk op menige plaatsen . . .
1930-11 Bij de vertoning van "Ulenspiegel" door het "Nieuwe Volkstooneel" (Pieter G. Buckinx)
  • . . . spel voor het volk, vlaams-propagandisties, vlaams-humoristies vol begeestering steeds en een vlaagje romantisme, zoals dr. Siney dit zo raak voor te stellen wist. R. R. Graverson schreef me eens «Het is goed in deze tijden van super-intellektualism, eens terug te gaan tot het volk met . . .
  • . . . En het is een werk geworden van volkse vlaamse leute en geestdrift -- een lach en een traan -- een stuk ware volkskunst. R. R. Graverson liep, sedert een hele tijd reeds begeesterd rond met de vele legenden van Tijl, maar tussen alle «Thyls Espiègles» en «Thil-Uilenspiegel» heeft . . .
1930-01-30 De twee Volkstoneelen (Brunclair)
  • . . . is te zeggen als propagandastukken. Verder dan uitpuren wat zij beiden onder de meetingfrazeologie inhouden aan zuivere dramatiek. Eerst dit: de Tijl van Graverson werd geschreven zonder de geringste literaire pretentie. Die van Van de Velde daarentegen wil literair zijn. Graverson geeft toe: wat . . .
  • . . . Tijl van Graverson werd geschreven zonder de geringste literaire pretentie. Die van Van de Velde daarentegen wil literair zijn. Graverson geeft toe: wat ik schreef is de vlaamse Muette de Portici. Het is een stuk van rebellie; tafelspringerij op het toneel. Van . . .
  • . . . Van de Velde schiep zijn gewrocht onder het teken der gehoofdletterde Kunst. Nu lijdt het voor de toeschouwer geen schemer van twijfel, dat Graverson 's Tijl, die aliterair wil zijn, meer dramatiese waarde veraanschouwelikt dan die van Van de Velde . Graverson heeft zijn werk ongetwijfeld . . .
  • . . . van twijfel, dat Graverson 's Tijl, die aliterair wil zijn, meer dramatiese waarde veraanschouwelikt dan die van Van de Velde . Graverson heeft zijn werk ongetwijfeld currente calame geschreven. Dat wil zeggen zijn stuk bevat een minimum woorden. Het staat getekend in krasse hoofdlijnen, die niet . . .
  • . . . wil zeggen zijn stuk bevat een minimum woorden. Het staat getekend in krasse hoofdlijnen, die niet met metaforen en overtollig siercel werden aangevuld. Graverson is niet bij de beeldspraak te leen gegaan. Hij heeft zijn werk geschreven met de conciesheid van een handelsbrief. Er is geen literair gezwam. . . .
1926-05-30 "Hamlet" in 's Gravensteen door "De Gentsche Tooneelschool" (Willem Putman)
  • . . . "Hamlet" in 's Gravensteen door " De Gentsche Tooneelschool ". Merkwaardige poging. Zeer schoon resultaat. Een gave, rijke vertooning van der treurspelen treurspel. Dit opstel moge dan ingeleid . . .
  • . . . een factor, die hier nagenoeg volmaakt mag genoemd, en die zeker nooit bij 'n Hamlet-opvoering werd overtroffen; namelijk : het décor, het aloude Gravenkasteel zelf. In dezen tijd dat Hamlet zijn dolle wijsheid in verschillende hoofdsteden der wereld verkondigt in "smoking", leek deze vertooning in 's
  • . . . Gravenkasteel zelf. In dezen tijd dat Hamlet zijn dolle wijsheid in verschillende hoofdsteden der wereld verkondigt in "smoking", leek deze vertooning in 's Gravensteen , waarbij natuurlijk alles zoo traditioneel was als de aloude muren van het kader zelf, een heilzame reactie. Daarmede wil ik niet zeggen dat het . . .
  • . . . alles zoo traditioneel was als de aloude muren van het kader zelf, een heilzame reactie. Daarmede wil ik niet zeggen dat het 's Gravensteen mij den smoking definitief deed veroordeelen. Bijlange niet. Maar onbetwistbaar was hier, in deze omheining, een atmosfeer, die het drama "leven" deed in zulke . . .
  • . . . de gordijnen-omgeving van Verkade , noch in de fumoirs van de Londensche opvoering in "plus fours". Dit décor, de binnenkoer van het Gravensteen met daarrond de massale muren en kanteelen, was dus 'n perfectie. Waar echter de eventualiteit eener vertooning in smoking er misschien bij zou winnen, . . .
  • . . . waren hier twee factoren die dat gewone euvel onderlijnden, zoodat het ons duidelijker werd dan in andere soortgelijke gevallen. Daar was : het Gravenkasteel zelf (zulk "echt" décor eischt een "echte" garderobe) en daar was ook: de open lucht, de zon, het gemis aan voetlicht. Ik wees op . . .
  • . . . minuten spel, zeggen dat ze daar stonden te "blinken". In "Hamlet" natuurlijk niets van deze extravagantie's -- maar van sommige spelers in 's Gravensteen mag misschien wel gezeid dat ze te weinig blonken. En een paar geknevelde soldaten zagen er gewoon bespottelijk uit en misten zoozeer militaire expressie . . .
  • . . . 2e plan-rollen. Wat de uitbeeldingen betreft van M. Devemie (Claudius) en Adr. De Rese (Ophelia) -- zooals reeds gezeid, heb ik in 's Gravensteen onwillekeurig aan Verkade's opvoering gedacht, die mij is bijgebleven als een mijner mooiste tooneel-herinneringen, en dat was dan vooral ten nadeele van de vertolkers . . .
  • . . . maar die tekst was natuurlijk in spel omgezet. Weeral een modern procédé waarbij we besluiten mogen dat zelfs in de muren van 's Gravensteen gelegenheid is tot vernieuwing. Waarom niet? De traditie zelf moet immers hernieuwd worden; want sommigen zeggen dat er geene meer is. Hoe kun je . . .
1926-06-26 HAMLET TE GENT I (Karel Van de Woestijne)
  • . . . ik heb het met mijn eigen oogen gezien, - heeft dezer dagen, voor een weekje of zoo, Hamlet zijn intrek genomen op het Gravensteen te Gent, weliswaar niet met de bedoeling er lessen van krachtdadigheid te nemen (waar hij anders in deze goede stede nog wel professoren voor . . .
  • . . . dramatischen vorm en trant. Het is dan ook niet door toedoen van Horatio, dat hij naar Gent is gekomen, en naar het Gentsche Gravensteen : het is de schuld van Luc. van de Putte . Laat ik u voorstellen: Luc. van de Putte is een stadsambtenaar, . . .
  • . . . tooneel-speelkunst; met zijne oud- en tegenwoordige leerlingen heeft hij de vertooning voorbereid van Hamlet, die op 27 Juni plaats heeft in het Gravensteen te Gent, bij goed weer in openlucht, bij regen in de groote Ridderzaal. Het Gravensteen : moet ik er u nog binnenleiden? Maar . . .
  • . . . 27 Juni plaats heeft in het Gravensteen te Gent, bij goed weer in openlucht, bij regen in de groote Ridderzaal. Het Gravensteen : moet ik er u nog binnenleiden? Maar neen: het is hier de plaats niet tot eene beschrijving van éene der oudste militaire vestingen van . . .
  • . . . kapittelzitting houden in eene zaal zonder dak, of mis zingen in eene voor het driekwart weggebrokkelde kapel. Zulke onwaarschijnlijkheid hoeft men in het Gravensteen niet te vreezen. Ik weet wel, dat velen, die ik heel goed begrijpen kan, vinden, dat dit slot wat al te veel werd gerestaureerd, . . .
1926-06-28 HAMLET TE GENT III (Karel Van de Woestijne)
  • . . . het voorhof, waaraan de optocht voorbijtrekt. Vooraan de dof-zwarte gestalte van Romeo... Om allen heen, de zon-beglansde muren, hoog de lucht in, van 's Gravensteen . En het zou wel bont aandoen, was het niet, dat deze coloristische weelde door de samenstelling der kleurgroepen als wonnig maar tevens stemmig . . .
  • . . . jong aan. Hetgeen niet belet, dat deze voorstelling van Hamlet de beste openlucht-vertooning is, die ik in Vlaanderen heb bijgewoond. "Dank zij het Gravenkasteel ", meenen sommigen. Ik voeg er overtuigd aan toe: dank zij toch ook wel aan Luc. van de Putte . Ik voeg er den . . .
1926-06-27 HAMLET TE GENT II (Karel Van de Woestijne)
  • . . . HAMLET TE GENT II Gent, 27 Juni . Ik kom uit de eerste vertooning van Hamlet, in 's Gravensteen , waar ik u reeds een inleidend briefje over geschreven heb. Want er zullen op dezen zelfden en éénen Zondag twee voorstellingen zijn: ééne . . .
  • . . . u reeds, aan de tegenstelling met het aloude décor. Het decor, het is het Gentsche, voor een deel meer dan duizend jaar oude Gravensteen , het eerbiedwaardige Gravenkasteel zooals de Gentenaars het blijven noemen. Ik heb er mij in mijn vorig briefje van onthouden, het u in . . .
  • . . . met het aloude décor. Het decor, het is het Gentsche, voor een deel meer dan duizend jaar oude Gravensteen , het eerbiedwaardige Gravenkasteel zooals de Gentenaars het blijven noemen. Ik heb er mij in mijn vorig briefje van onthouden, het u in bijzonderheden te beschrijven, het houdend . . .
  • . . . binnen zijne natuurlijke muren, in eene omgeving, die meer dan welke andere als echt aandeed. Daarom was het zulk een goed idee, het Steen voor speelplaats van Hamlet uit te kiezen, al had men te Gent-zelf een meer-romantisch, meer fantastisch oord kunnen vinden in de puinen van de . . .
  • . . . fantastisch oord kunnen vinden in de puinen van de Sint Baafs abdij , waar ik het gisteren eveneens over had. Doch, het Gravensteen is groot: een burcht om honderden in te logeeren, met gelegenheid in de verleden eeuwen tot een ruime hofhouding en het drillen van een . . .
  • . . . van tooneelmensch - of noem het zijne intuitie, of noem het zelfs zijn instinct, - heeft bewezen; de plek, die hij binnen het Gravenkasteel heeft gekozen beantwoordt volstrekt aan alle eischen, die voor deze voorstelling konden gesteld; in de eerste plaats dan: natuurlijkheid en stevigheid van de decoratieve . . .
  • . . . toevlucht hoefde te nemen tot Shakespeariaansche primitiviteit, die eerlijk gezegd, toch altijd een beetje ergerlijk, want valsch-naïef pleegt aan te doen. Wie het Gravenslot kent, weet, dat het besloten ligt binnen een hoogen ringmuur met kanteelen, schietgaten en vier en twintig wachttorens: de eigenlijke walgang, waarbinnen men, van . . .
  • . . . dunkt, nergens of nooit zoo natuurlijk bereikt werd als hier. Natuurlijk is de aloude, lang-vergeten, trouwens vermoedelijk-anonieme en zeker veelvuldige bouwmeester van 's Gravensteen niet de eenige schuldige aan het welslagen, ik zou haast zeggen: het onontkomelijke welslagen van deze voorstellingen. Deze menigvoudige architect, die nu een eeuw . . .