Charleroi/Danses wervelt tot over de taalgrens
De biënnale Charleroi/Danses, het tweejaarlijkse dansfestival van de Franse Gemeenschap, gaat vanavond officieel van start met een nieuwe productie van Michèle-Anne De Mey en een film van haar broer Thierry over William Forsythe.
door Pieter T'Jonck
CHARLEROI l De 'hotspot' van Charleroi/Danses bevindt zich al lang niet meer in Charleroi alleen. De biënnale is meer en meer een evenement dat over het hele Franstalige gebied van België, Brussel inbegrepen, gespreid is.
In deze festivaleditie wordt zelfs even over de gemeenschapsgrenzen gesprongen. De KVS participeert in de presentatie van Le sous-sol van Peeping Tom en er zijn samenwerkingsverbanden met Bozar en het Kunstenfestival, twee bicommunautaire instellingen.
Een ding is in elk geval duidelijk: sinds Fréderic Flamand het roer van de organisatie niet meer in handen heeft, veranderde het festival, net als de gelijknamige organisatie, sterk van koers. Ten eerste bestaat er geen eigen ensemble meer onder die naam. Dat ensemble was vooral een vehikel voor Flamands eigen groots opgezette stukken. Het aanzienlijke budget dat vrijkwam, wordt nu onder andere ingezet voor een 'Centre choréographique', waar Olga de Soto en Johanne Saunier artist in residence zijn.
Daarnaast wordt fors geïnvesteerd in productiesteun van enkele belangrijke Franstalige gezelschappen zoals dat van Michèle-Anne De Mey en Pierre Droulers, maar ook iets mindere goden als Peeping Tom, Stefan Dreher of Michèle Noiret genieten die steun. Charleroi/Danses verdeelt zo officieus een groot deel van de subsidies die de Franstalige gemeenschap uittrekt voor dans.
De biënnale kreeg daarom ook minder het karakter van een internationaal dansfestival dan dat van een groepsportret van gezelschappen en artiesten die verwant zijn met de artistieke leiding van de organisatie. Dat een werk als V.S.P.R.S. van Alain Platel bijvoorbeeld ook op de affiche staat, is evengoed vanuit die logica te verklaren: componist Fabrizio Cassols staat artistiek heel dicht bij die leiding. Interessant is echter wel dat het festival zijn horizon verruimt door naast dans ook beeldende kunst in de kijker te zetten met werk van Kendell Geers, Michel François en Simon Siegmann. En uiteraard speelt muziek in het festival, onder andere dankzij componist en artistiek leider Thierry De Mey, een grote rol.
Wie een beeld wil hebben van de dans bezuiden de taalgrens komt met dit festival dus zeker aan zijn trekken. Met dien verstande dat het hier zeker niet om een volledig beeld gaat. Het festival moest scherpe keuzes maken, en heel wat gezelschappen en artiesten komen hier dus ook niet aan bod. Dat weerspiegelt meteen het feit dat het de Franstalige danswereld in financieel opzicht niet bepaald voor de wind gaat. De Franse Gemeenschap is nog veel kariger met structurele subsidies en projectsubsidies dan de Vlaamse. Heel wat artiesten vallen er dan ook uit de boot.
De keuze van Charleroi/Danses leidde echter wel tot een sterke affiche. Aanraders zijn zeker de stukken van Olga de Soto, die zowel in de Raffinerie in Brussel als in Charleroi werk toont. Een tip is ook het werk van Maria Clara Villa Lobos in Luik. De vouwstoel of de zwarte van de mist van Barbara Mavro Thalassitis en Wouter Krokaert is nog zo'n 'jong' werk om naar uit te kijken.
Alle info: www.charleroi-danses.be.