Date 2007-03-06

Publication De Morgen

Performance(s)

Artist(s)

Company / Organization

Keywords mijntekenenschoonheidkunstgeschiedenistekeningenverslavinghysteriekunstmuurheb

'Tekenen is een verslaving': Theatermaker Jan Lauwers stelt voor de eerste keer solo zijn beeldend werk tentoon

'Tekenen is een verslaving'

Theatermaker Jan Lauwers stelt voor de eerste keer solo zijn beeldend werk tentoon

Jan Lauwers wordt vijftig en zijn internationaal gelauwerde theatergezelschap Needcompany is twintig. Twee verjaardagen die goed zijn voor een tentoonstelling in het Paleis voor Schone Kunsten, want tekenen doet hij ook.

Door Ward daenen en Pieter 'T Jonck

Brussel l Het is meteen de eerste solotentoonstelling in zijn carrière, die tien jaar beeldend werk omspant. 'Er zijn de laatste tijd museumdirecteurs kwaad op mij geworden. Ze vonden het niet langer verantwoord om mijn werk niet te tonen. 'Geef het aan de mensen', zegden ze. Bij deze.'

'Hysterie'. Na anderhalf uur interview heeft Jan Lauwers het woord tien keer laten vallen. Dat klinkt niet gezond. "Is het leven gezond?", werpt de kunstenaar tegen. "Kunst begint waar de filosofie en de wetenschap het laten afweten. Boven die wetenschappen hangt een soort hysterie waar de kunst uit ontstaat. Je moet de geschiedenis doen ontploffen om tot iets te komen. Grote kunstenaars zoeken de hysterie op, cultiveren en ondergraven die. Zo komen ze tot fenomenale resultaten. Kijk naar Bacon, Beckett, de hele rij."

Lauwers zoekt een plaats in de rij. Hoewel hij zich van alle media bedient, definieert hij zich niet als regisseur, noch als schilder, schrijver of filmmaker. "Ik ben gewoon kunstenaar."

De kunstenaar, afkomstig uit Antwerpen en wonend in Brussel, zit op de trap tussen honderden tekeningen, schilderijen, polaroids en sculpturen. Jan Lauwers draagt stijlvolle kleren én een halssnoer, en ook in zijn kunst koketteert hij met zowel goede als slechte smaak. 'Vreihijd', staat op een blad aan de muur. De kunstenaar is vrij, ook om schrijffouten te maken.

Restlessness, luidt de tentoonstellingstitel. Lauwers' beelden zijn uit rusteloosheid geboren en maken de toeschouwer rusteloos. Je moet hard werken om uit deze stoet van morbide, wellustige, wrede, verscheurde of ironische beelden voor jezelf betekenis te puren. Lauwers haalt een potlood uit zijn jaszak. "Ik heb tot vlak voor de opening staan tekenen. Tekenen is een verslaving. Mijn vingers zijn altijd vuil. (Plechtig) Ik denk dus ik teken. Tekenen is een manier van denken, het dwingt je waar te nemen. Dat is essentieel. Jonge mensen die kunstenaar willen worden raad ik aan: teken.

"Aan de handeling - met potlood een persoon of zaak met lijnen afbeelden - hoef je niet te twijfelen. Die is even oeroud als levend. Of je het nu hebt over een tekening van Beuys, Klimt of mezelf: het gaat om intensiteit. Tekeningen zijn een soort manuscript van de kunst, zonder evolutieve lijn. Van de grottekeningen in Lascaux over het naturalisme tot de abstractie: de kunstgeschiedenis maakt cirkels."

De kunstgeschiedenis passeert kennelijk ook langs De Boomsesteenweg. Een van je zalen heeft als titel 'A12-cyclus'.

"Honderden keren heb ik de weg tussen Brussel en Antwerpen afgelegd. Het is de lelijkste weg van het land. Daar kun je alleen schoonheid tegenover stellen. Zelfs het banaalste heeft een soort schoonheid. Dat is het vertrekpunt voor mijn werk. Kunst moet alles doen kantelen."

In een aantal werken herkennen wij die schoonheid. In een aantal volstrekt niet.

"(Grijnst) Ik krijg meestal andere commentaar, maar geen probleem. Ik vind het prima dat jullie je eigen keuze maken in de veelheid. Dat is eigenlijk de bedoeling. Toch beschouw ik mijn werk nooit als lelijk. Er zit een absolute schoonheid in, al hang ik tekeningen met punaises aan de muur en al gebruik ik Gyprocplaten en piepschuim. Ik wil aantonen dat je met trash evenwichtige beelden kunt maken."

Tegenover de A12-kamer ligt 'The Hong Kong Room'. Ontstaat je werk op reis?

"Bij mij gebeurt alles onderweg, in de drie kwartier tussen Antwerpen en Brussel of tijdens de acht uur durende wachttijd in de luchthaven van Hong Kong. Ik word mij daar pas achteraf van bewust. Pas in mijn atelier komt los wat ik onderweg heb opgeslagen.

"Het duurt altijd een paar uur vooraleer ik me vrij voel in mijn atelier. Kennis van de kunstgeschiedenis kan verlammend werken. Toch wil ik kunst maken. Hoe? Kunstenaars gedragen zich in zekere zin als idioten, hoe goed ze ook weten waar ze mee bezig zijn. Neem Beckett. Die is destijd als assistent van Joyce begonnen. Hij droeg exact dezelfde schoenen als zijn leermeester, al had hij grotere voeten. Die man was compleet van de ratten besnuffeld, maar hij was een genie."

Is Jan Lauwers van de ratten besnuffeld?

"(Lacht) Ik geloof in de kracht van kunst. Ik kan niet buiten een maatschappij waar niet gedacht wordt over kunst en schoonheid. In 2002 zette ik in Grimbergen letters in een weide met de boodschap: 'Ver van de dingen der mensen, vond ik geen schoonheid'. De manshoge letters staan hier samengepakt in het PSK. Ik heb er kijkgaten in geboord, met in het achterhoofd Duchamps Étant donnés, een werk waarbij je door een gaatje spiedt naar het kutje van een vrouw. Na vijftien jaar werk kwam Duchamp uit op dat beeld van L'Origine du monde, dat in zowat alle culturen het eerste en laatste beeld is. Ogen en openingen, daar gaat het ook in deze tentoonstelling om. In de ene kamer is iedereen met open ogen geportretteerd. In een andere zijn alle ogen dicht. De dood is altijd aanwezig in mijn werk."

Sommige tekeningen houden het midden tussen lijkwade en doodsmasker. Jouw vader verzamelde maskers.

"Mijn vader was huisarts, archeoloog en collectioneur. Dankzij hem heb ik de Afrikaanse kunst leren kennen. Een kist openmaken en een mummie zien liggen, als kind vond ik dat normaal. Naast mijn bed stonden Egyptische beelden. Onbewust moet mij dat hebben beïnvloed.

"Ik herinner mij ook de feesten die ze thuis organiseerden. Dan dansten de mensen tussen de beelden. Vader zette dan al eens een masker op en klopte op de tamtam. Hij maakte verre reizen. Bij zijn terugkeer keken we naar zijn dia's. Het waren er wel duizend per reis. Op het einde kwamen ze me de strot uit. Ik heb van mijn vader geleerd hoe het niet moet. Want in de kunst gaat het over timing en dosering. Vlak voor zijn dood zei hij me wel: 'Ik wou dat ik ooit was zoals jij bent'. Dat is een mooie herinnering."

Waarom kom je nu pas op je 49ste voluit met je beeldend werk voor de dag?

"Needcompany bestaat twintig jaar. Paul Dujardin (directeur van Bozar, WD/PTJ) wilde dat in de kijker plaatsen. Maar ik zag het niet zitten om hier alle affiches van de laatste twintig jaar op te hangen. Ik wilde tonen waar ik als autonoom kunstenaar sta. Door toedoen van Luk Lambrecht leerde ik Jérôme Sans, de directeur van Palais de Tokyo in Parijs kennen. Toen die in mijn atelier mijn werk zag, wilde hij onmiddellijk als curator optreden voor die tentoonstelling. Dat sprak me wel aan, omdat hij mijn theaterwerk niet kent. Zijn blik is daardoor niet bezwaard."

In Bozar toon je je werk van 1996 tot heden, hoewel je daarvoor ook al kunst maakte.

"Ik heb het werk uit de jaren tachtig vernietigd. Dat waren vooral denkoefeningen voor het theater en op een bepaald ogenblik vond ik die niet meer interessant. Sindsdien staat mijn beeldend werk op zich en ben ik het beginnen archiveren. Ik begon aan groepstentoonstellingen deel te nemen en nu kom ik voor het eerst alleen naar buiten.

"Vooraleer ik iets toon, moet er een gevoel van noodzakelijkheid zijn. Anders hou ik mijn werk bij mij. Ik kan mij dat permitteren, want ik moet niet leven van mijn beeldend werk. Daardoor ben ik totaal vrij. Misschien dat daardoor mijn werk niet veel te maken heeft met wat op de Belgische markt gebeurt. Jérôme Sans merkte dat ook op. Het ligt dichter bij Amerikaanse artiesten als Mike Kelley of Paul McCarthy."

Zijn dat jouw referentiepunten?

"Het zijn grote kunstenaars, maar in mijn jonge jaren waren Hoets tekeningententoonstelling van Joseph Beuys in Gent in 1976, en LSD (Road to Immortality) van Wooster Group ronduit mindblowing. Als jongeman luisterde ik naar The Kinks, Led Zeppelin. Al die groepen zijn terug. Ik merk dat aan mijn zoon van zestien. Hij heeft een passie ontwikkeld voor street art. Banksy is zijn held. Ik snap dat volledig en kan daar heel goed met hem over communiceren.

"Ik heb de indruk dat er een grote honger is bij de jonge generatie naar mijn werk. Ze vinden Image of Affection en The Lobstershop fantastisch. Op het gevaar af als een ouwe sok te klinken: er komt iets samen. Dat zijn opnieuw die cirkeltjes."

Je bent opener naar je publiek dan vroeger.

"Dat is zeker zo. Vroeger stond er een muur tussen het publiek en het podium. Toen zou ik ook nooit tekst geschreven hebben op de muur, zoals ik nu heb gedaan. Ik ben op dat vlak zachter geworden. Ik wil het publiek niet opvoeden, maar ik geef het gewoon een hand en zeg: kijk, hier ben ik mee bezig. (Haalt de schouders op) Het helpt."

Expo Jan Lauwers, Restlessness, tot 6 mei, PSK, ingang Koningsstraat 10, 1000 Brussel. Vrije toegang. Info: www.bozar.be.

Jan Lauwers:

Het duurt altijd een paar uur voor ik me vrij voel in mijn atelier. Kennis van de kunstgeschiedenis kan verlammend zijn

n Kunstenaar Jan Lauwers: 'Ik beschouw mijn werk nooit als lelijk. Er zit een absolute schoonheid in, ook al hang ik tekeningen met punaises aan de muur en gebruik ik Gyprocplaten en piepschuim.'