Date 2005-11-18

Publication De Tijd

Performance(s) Medea-materiaal

Artist(s) Vassiliev, Anatoli

Company / Organization

Keywords drévillevassilievtekstzeggingmedeaaankomstprocessiemedea-materiaalvoodooritueeldrévillesstuiterendezijlicht

Slagschaduw van de gruwel

Slagschaduw van de gruwel

Medea-Materiaal

deSingel Antwerpen dinsdag 15 november

(tijd) - Heiner Müllers theatertekst 'Medeamaterial' uit 1982 is een brok weerbarstige poëzie die echter een glimp van inzicht in het onbevattelijke van het Medea-verhaal geeft. Als haar man haar ontrouw is, vermoordt Medea niet alleen diens liefje, maar ook haar eigen kinderen. Veel regisseurs hebben al hun tanden stukgebeten op deze tekst, omdat die geen 'klassieke' regie verdraagt. De Russische regisseur Anatoli Vassiliev geeft samen met de Franse actrice Valérie Dréville een indrukwekkende proeve van hoe het wel kan.

Ritueel

Het stuk vangt aan als een ritueel: de kijker loopt de grote zaal van de Singel rond langs een reeks landschapsfoto's vooraleer hij op het podium belandt dat zich een eind in de verduisterde zaal uitstrekt. Links staat een plechtige wand met grote, rechte openingen, rechts hangt een levensgrote foto van de loges van een Italiaans theater, in het midden staat een eenvoudig, kruisvormig verhoog met een stoel op de punt van een der armen. De aankomstprocessie en de scenografie lijken wel een samenvatting van de manier waarop onze cultuur zichzelf representeert in beelden en gebouwen. In die ruimte barst de tekst van Müller uit.

Het stuk begint als een tafereel uit het dagelijkse leven. Dréville neemt rustig plaats op de stoel in het midden en steekt een sigaret op. Met een kinderlijkzachte stem roept ze Jason, haar ontrouwe echtgenoot, aan, en imiteert ook zijn barse wederwoord. Maar al snel deemstert deze vertrouwdheid weg. Drévilles tekstzegging evolueert naar een onnatuurlijk harde, ritmisch op en neer stuiterende klankenreeks die bijna niet meer menselijk is.

Gedaanteverwisseling

Tegelijk ondergaat Dréville een gedaantewisseling van gedweeë vrouw tot de heks die Medea in het Griekse verhaal ook was. Als in een voodooritueel vol expliciete seksuele connotaties verbrandt ze haar bruidsjurk en vervolgens twee poppen, haar kinderen. Beelden van een kolkende zee illustreren deze ommekeer tot wraakengel. In de handen van een mindere regisseur zou zoveel symboliek al snel kitsch worden. Niet zo bij Vassiliev, die het 'ontoonbare' toch toonbaar maakt door de extreme precisie van de handeling en de tekstzegging. Het slotbeeld is onvergetelijk: door een fel zijlicht valt de schaduw van Dréville uitvergroot op het zijscherm waarop de Italiaanse theaterzaal schittert. Alsof de regisseur wou tonen dat theater slechts decor is waarop steeds de slagschaduw van de gruwel valt, maar tegelijk de enige plek is waar die gruwel toch even ter sprake gebracht kan worden.

Pieter T'JONCK

Marc Holthof