Sombere gedachten
van een danskunstenaar
Jochen Roller
Dinsdag 28 septemberHallen van Schaarbeek
'Perform Performing' is een reeks van drie voorstellingen waarin de Duitse choreograaf Jochen Roller een beeld schetst van de 'Werdegang' van het Duitse culturele systeem. Heeft kunst nog zin? Is er nog iemand in kunst geïnteresseerd? En moet de overheid dan voor de kunstproductie opdraaien? Ontluisterende vragen, die bovendien onoplosbaar blijken als je kunst benadert als een 'product'.
Roller pakt het slim aan. De eerste twee stukken zijn geconstrueerd als een reeks sketches, die dezelfde vraag vanuit andere standpunten belichten. Tussendoor geeft hij - daar wordt hij tenslotte voor 'betaald' - dansnummers ten beste. In het derde stuk laat hij 'de gewone mens' met zijn verzuchtingen aan het woord.
Deel 1, 'No money, no love', stelt brutaal de vraag naar de waarde van de 'arbeid' van de kunstenaar. Roller rekent je voor dat kunst geen stuiver waard is, als je er rekening mee houdt dat het gros van de Duitse dansers andere jobs moet aanpakken om hun kunst te kunnen beoefenen. Dat is zo fnuikend voor het zelfbeeld van de kunstenaar dat hij vlucht in een neuro-linguïstische programmering om zijn sombere gedachten te verdrijven.
Rode wijn
'Art gigolo' stelt de zaken nog scherper. In één scène verdeelt Roller het kunstpubliek in twee groepen: de rode- en de witte-wijn-drinkers. Versta: mensen die in kunst hogere waarden zoeken en zij die kunst en kunstenaars louter taxeren op hun spektakelwaarde. Als Roller bij het schaars gevulde glas rode wijn op het podium een enorme gulp witte wijn giet weet je het wel: op de kunstenaar staat een steeds grotere druk om zijn 'rol' ten volle te spelen ten behoeve van de tweede groep. Daar is hij des te meer toe verplicht omdat hij leeft van het geld van de belastingbetaler, en dus ook een wederdienst hoort te bieden. De kunstenaar wordt zo een soort hoer, die ingezet wordt als glijmiddel in allerlei andere economische processen.
Tegenover die pijnlijke conclusie kan Roller maar één ding stellen. Op het einde van het tweede deel gaat hij naakt voor zijn publiek staan met de mededeling dat ook een gigolo verliefd kan worden op zijn klant en dan voor niets werkt. Daaruit trekt hij de conclusie dat hij al dat belastingsgeld niet hoeft. Uit liefde voor de zaak van de dans zet hij zichzelf liever weerloos in zijn blootje.
Perverse ommekeer
Roller brengt zijn verhaal met een buitengewone flair. Hij demonstreert hoe markt- en consumptiedenken de laatste jaren een perverse ommekeer inluidden in de interpretatie van de Duitse grondwet die het 'recht op kunst' vooropstelt. Kunst wordt nu gezien als een noodzakelijke 'commodity', dus niet als een waarde die buiten het economisch bestel staat. Kunst moet dus ook aan de wetten van de economie beantwoorden. Maar wat als dan blijkt dat slechts weinigen gebrand zijn op de uitoefening van het recht op kunst? Hij toont ook hoe zo, in een tijd van krimpende budgetten, steeds sterker het principe geldt dat enkelingen veel middelen krijgen en het gros van de artiesten niets. Maar wat dan wel de zaak van de kunst is maakt hij niet duidelijk. Het is de achillespees van dit werk.
Het derde deel, waarin gewone mensen die ook zijn naam dragen hun opvattingen over en consumptie van kunst toelichten maakt dat pijnlijk duidelijk. Zolang kunstenaars zelf geen helder idee naar voren schuiven over wat ze doen, zullen ze steeds verder gedwongen worden in een keurslijf dat hun bezigheid futiel maakt. Ondertussen valt er echter veel - zij het groen - te lachen met dit werk.
Pieter T'JONCK
Nog op 1 oktober in de Hallen van Schaarbeek. Op 11 en 12 oktober in STUK, Leuven.Op 17 oktober in Kortrijk in het Arenatheater tijdens festival 'Solo Soli'.