Date 2003-03-12

Publication De Tijd

Performance(s)

Artist(s)

Company / Organization

Keywords schermencomponistenstravinskiphrasescounterictusverfilmingfilmharveydansfilms

Polyfonie in beeld: DANS - Thierry de Mey

Polyfonie in beeld

DANS - Thierry de Mey

De artistieke biografie van de componist en cineast Thierry de Mey is intiem verstrengeld de danswereld, niet het minst met het werk van de choreografe Anne-Teresa de Keersmaeker. Niet alleen was zijn zus, Michèle-Anne, een van De Keersmaekers metgezellen van het eerste uur, De Mey zelf componeerde de muziek voor sleutelwerken in haar oeuvre als 'Rosas danst Rosas', 'Amor mas alla de la muerte' of laatst nog 'April me'. Hij verfilmde ook voorstellingen als 'Rosas' of 'Fase'. In 'Counter Phrases' vormt Rosas-materiaal weer het uitgangspunt voor een experiment waarin film, muziek en dans samengaan. Pieter T'JONCK

'Counter Phrases' is een bijzonder project. Uit het choreografisch materiaal van 'April me', de laatste 'grote' voorstelling van Rosas, distilleerde Thierry de Mey tien kortfilms. Hiervoor trok hij met de Rosas-dansers het hele land door om te filmen in een uitgelezen reeks tuinlandschappen en natuurgebieden, van de tuin van Dries van Noten tot het provinciaal domein van Hofstade. Geen stralende blauwe luchten dus, zoals in zijn vroegere verfilmingen van werk van Wim Vandekeybus, maar echt 'Belgisch weer'. Af en toe valt er een fikse regenbui, waarna de zon door het wolkendek breekt en het filmbeeld in de prachtigste lichtschakeringen laat baden. Naderhand filterde De Mey de muziek waarop gedanst werd weg uit de klankband. Wat overblijft, naast de klank van de natuur, is het geluid dat de dansers zelf voorbrengen door hun ademhaling en beweging. Die tien kortfilms werden dan opgestuurd naar tien componisten, met de vraag bij de beelden een nieuwe compositie te bedenken. Voor de uitvoering van de muziek doet De Mey een beroep op de onschatbare diensten van 'Ictus', het gezelschap dat ook al sinds jaren een vaste tegenspeler is in het werk van Rosas.

Thierry de Mey: 'Counter Phrases' ontstond uit de gezamenlijke betrachting van Anne-Teresa, mijzelf en Ictus om een reële creatieve uitwisseling te hebben tussen muziek en dans. Dat is in het gewone leven al het geval: we betrekken dezelfde gebouwen om te werken. Ictus ontstond trouwens in het zog van Wim Vandekeybus' voorstelling 'The Weight of a Hand'. Ik koesterde samen met Ictus lange tijd het plan om oude, stomme dansfilms te voorzien van muzikale begeleiding. Dat plan viel uiteindelijk in het water, maar leidde later toch tot mijn film 'Tippeke', waarin Anne-Teresa danst in het bos. Jean-Luc Plouvier rakelde onlangs het eerste plan weer op, en Anne-Teresa stelde dan voor om gebruik te maken van de choreografie van 'April me'. Als mede-componist kende ik dat materiaal natuurlijk goed. Ik zorgde dus voor selectie en verfilming, terwijl Ictus zijn netwerk van contacten onder componisten geactiveerd heeft. De keuze van de componisten is dus een groepsbeslissing geweest, al had ik wel het laatste woord.'

Het clubje hedendaagse componisten dat De Mey bijeen bracht, oogt behoorlijk indrukwekkend. Uiteraard mocht een componist als Steve Reich, wiens composities een soort Leitmotiv vormen in het Rosas-oeuvre, niet mankeren. Maar daarnaast heb je componisten als Georges Aperghis, Luca Francesconi, Jonathan Harvey, Toshio Hosakawa, Magnus Lindberg en Fausto Romitelli, die elk op hun manier diepe sporen nagelaten hebben in de de muziek van de late 20ste eeuw. Thierry de Mey levert zelf ook een bijdrage, maar als componist van het eerste deel van 'April me' lag het voor de hand dat hij geen volledig nieuw stuk zou maken, maar wel een adaptatie van 'Water', een fragment uit 'April me'. Tenslotte zijn ook twee jonge componisten van de partij. Stefan van Eycken, geboren in Ninove in 1975, heeft op dit ogenblik een tweejarig 'fellowship' bij het Ictus-ensemble. Robin de Raaff (1968, Breda) werd opgemerkt door Pierre Boulez tijdens een masterclass en kreeg sindsdien enkele belangrijke opdrachten, onder meer voor de Nederlandse Opera.

Drie schermen

Voor de verfilming werd een uitzonderlijk procédé gevolgd. De opnames zijn te volgen op drie schermen in plaats van één, zodat je de dans vaak vanuit heel verschillende standpunten tegelijk kan volgen. De tien kortfilms en muziekwerken volgen elkaar zonder onderbreking op. Alle muzikanten blijven dus voortdurend op het podium, ook als ze aan een bepaalde uitvoering niet deelnemen. Het gebruik van een meervoudig scherm is in Rosas-kringen zeker niet nieuw. Het werd bijvoorbeeld uitgetest tijdens de grote Rosas-tentoonstelling in het PSK. Aliocha en Boris van der Avoort, de makers van de compilatiefilm over de dansers van het gezelschap, waren ook bij deze verfilming van de partij: Aliocha als filmer, Boris samen met Isabelle Boyer als monteur. Thierry de Mey zelf is echter al veel langer bezig met deze wijze van verfilmen.

De Mey: 'Ik heb dat voor het eerst uitgetest bij de bewerking van 'Ma mère l'oye' door de Opéra de Rouen. Er is immers een groot verschil tussen film en muziek. In film druk je je op een heel economische, maar ook erg massieve manier uit. Er is telkens maar een beeld. Muziek daarentegen is de kunst van de polyfonie, van veel stemmen tegelijk op een moment. Om die specificiteit van muziek recht te doen, maakte ik gebruik van drie schermen, die in zekere zin ook de belangrijkste personages voorstelden. Die ervaring diepte ik verder uit in 'Deep in the Woods', een installatie die onder meer te zien was in 'Beeldenstorm' in Kortrijk. Ze bestaat uit zes schermen, die in een zeshoek opgesteld zijn, met een smalle toegang tussen twee groepen van drie schermen. De kijker bevindt zich op die manier midden in de filmbeelden. Ik heb een zestigtal dansers dan gevraagd om in een bos te dansen. Hun omgang met dat gegeven leverde ook heel uiteenlopende filmvormen uit. Door die zes schermen kon ik die verschillen veel accurater in filmbeelden vertalen.'

'Voor 'Counter Phrases' lag de beslissing om met meerdere schermen te werken om verschillende redenen opnieuw voor de hand. Er is een economisch argument. Deze voorstelling is bestemd voor grote zalen en behoeft dus een scherp beeld. Normaal is dat enkel haalbaar met gewone pellicule. Een dansfilm vergt echter heel wat filmshots om er slechts enkele over te houden. Bij 'Counter Phrases' eindigden we met zowat 108 uur film, die we condenseerden tot grofweg drie maal één uur. Budgettair gezien loont digitaal filmen dan. Maar digitale beelden leveren problemen op als je groot projecteert. Met drie parallelle schermen verkleint het beeld per scherm. Je omzeilt het probleem dus.'

'Belangrijker is echter dat werken op drie schermen tegelijk heel wat compositorische voordelen biedt. Groepsbewegingen zijn eenvoudiger te verfilmen omdat drie parallelle schermen als het ware een hyperbreedbeeld vormen. Je hoeft enkel de drie camera's parallel naast elkaar te plaatsen. Maar je kan de camera's ook tegenover elkaar kantelen, zodat je een caleidoscopisch beeld van een danser creëert. Of je kan verschillende aspecten van een scène op de drie schermen apart ontwikkelen. Een film werd bijvoorbeeld gemaakt in een tuin die opgebouwd is rond de kleurenpracht en diversiteit van rododendrons. In de verfilming zie je dan naast elkaar telkens een overzichtsbeeld en een detail van de dans en een opname van een bloem. Of je combineert twee vaste camera's met een travelling. De mogelijkheden zijn oneindig. Per film werd een strategie bepaald. In Hofstade bijvoorbeeld speelden we met de combinatie van rechtstreekse opnames en opnames van de reflectie van de dansers in het water. Maar bovenal, een drievoudig beeld geeft de componisten veel meer vrijheid om zich te verhouden tot het beeld. Jonathan Harveys bijdrage is het mooiste voorbeeld. Het centrale beeld is bij hem het richtsnoer voor de grondtoon van zijn compositie, terwijl de harmonische tonen inspelen op de laterale beelden.'

'Aan het procédé kleeft echter ook een evident nadeel: de montage van zo'n film is haast gekkenwerk. In plaats van één montage moet je er drie maken. En dan blijft er nog de globale montage van de drie beelden samen. Boris van der Avoort en Isabelle Boyer hebben daarin prachtig werk geleverd. Overigens is het einde nog niet in zicht. We hebben immers ook een overeenkomst met Arte voor een tv-film van dit project. Dat belooft moeilijk te worden, want dan moet ik niet alleen de filmbeelden, maar ook de bijbehorende composities manipuleren.'

Stravinski

'In 'April me' speelt 'Le sacre du printemps' van Stravinski een hoofdrol. Laat dat sporen na in de benadering van de verschillende componisten? Hoe gaan ze in het algemeen om met je filmmateriaal? Hoe reageren ze op het feit dat het geluid dat de bewegende dansers maken, hoorbaar blijft?'

De Mey: 'De confrontatie met Stravinski was niet altijd evident. Jonathan Harvey koos bijvoorbeeld voor de film met Martha Coronado's openingsdans van het tweede deel van 'April me', op muziek van Stravinski. Hij wist echter niet op welke muziek de dans uitgevoerd werd. Deze dans speelt heel direct in op de ritmiek van Stravinski's muziek. Korte tijd later liet Harvey mij weten dat hij blokkeerde op de film, hoezeer hij hem ook bewonderde. Het raadsel was snel opgelost toen ik hem vertelde om welk fragment van 'Le sacre' het ging. Het was alsof hij de muziek onbewust 'zag'. Door zijn vertrouwdheid met het werk van Stravinski kon hij zich geen andere muziek inbeelden op deze beelden. Hij heeft dan geruild voor een ander fragment waarin de danseressen dansen met bomen. Ook omwille van de natuurgeluiden hoor je er een echo in van het werk van Messiaen.'

'De keuze om het geluid van de dans zelf hoorbaar te laten is ingegeven door het feit dat je een merkwaardig 'aquarium-effect' krijgt als je bij de muziek enkel het beeld van de dansers krijgt. Romitelli gebruikt dat gegeven als uitgangspunt in zijn compositie. Zijn 'bruitage' is opgebouwd rond wat je ziet. De benadering van de componisten was telkens heel verschillend, maar dat maakt het ook spannend. Aperghis richt zich bijvoorbeeld op de logica van de beeldmontage op drie schermen. Dat resulteert in een compositie die per scherm één groep instrumenten - strijkers, hout en percussie - aan het woord laat. De compositie van Van Eycken, gebaseerd op een gitaarsolo van Tom Pauwels, volgt dan weer helemaal de bewegingen. Toshio Hosakawa komt dan weer met een strijkkwartet dat heel subtiel reageert op de impressionistische kleurenrijkdom van de tuin van Van Noten.'

Als vanzelf komt het gesprek ook op de vraag wat er gebeurt bij een verfilming van dans. De Mey lanceert hier tot slot een merkwaardige bedenking. 'Dansfilms zijn een vorm van pure cinema, net zoals dans een vorm van puur theater is, zonder verhaaltje om het publiek bezig te houden. Het is een vorm van poëzie. Misschien is hat daarom ook zo moeilijk zowel voor dans als voor dansfilms een publiek te vinden.' Maar met wat muziek erbij_?

THIERRY DE MEY

'Counter Phrases' is voorlopig slechts eenmaal, op donderdag 13 maart om 20 uur, te zien in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel. Inlichtingen en reservering via Kaaitheater (02/201.59.59 of www.kaaitheater.be) of via www.pbapsk.be .