Date 2003-02-19

Publication De Tijd

Performance(s) Solos for others/work in progress

Artist(s) Dunoyer, Vincent

Company / Organization

Keywords dunoyersolosfotosprincesssiegmundmaasmechelenvanitymediavincentgerald

Ook live spelen is reconstructie

In het hedendaagse danslandschap wordt veel geëxperimenteerd met mengvormen van podiumkunsten en nieuwe media. Het is echter weinigen gegeven die combinatie een echte meerwaarde te geven. De Franse danser en choreograaf Vincent Dunoyer is de uitzondering die de regel bevestigt. Hij is in België voor een presentatie van Solos for others/work in progress.

Vincent Dunoyer was van 1990 tot 1997 een van de opmerkelijkste dansers in Rosas. Daarna ging hij solo, eerst als danser. In 3 solos interpreteerde hij werk van Steve Paxton, Elizabeth LeCompte en Anne-Teresa de Keersmaeker. Alleen dat laatste werk werd voor hem geschreven. In de andere solos recycleert Dunoyer materiaal dat de kunstenaars voor zichzelf ontwikkelden. Dat was geen willekeurige keuze, laat staan een blijk van gebrek aan inspiratie. Ook in zijn latere eigen werk kwam Dunoyer steeds terug op de notie van origineel versus kopie en de rol van de herinnering in de danservaring. In de twee voorstellingen die hij choreografeerde, Vanity en The Princess Project, zette hij op een intelligente manier nieuwe media als video in om die thematiek te ontwikkelen. Zijn werk werd zo ook leesbaar als een vorm van conceptuele kunst.

Veel critici pikten dat op: hoe beperkt zijn oeuvre ook is, het werd internationaal druk besproken met uitputtende beschouwingen over dans en nieuwe media. Dunoyer erkent expliciet dat zijn werk theoretische vragen exploreert. Toch blijft hij intens begaan met dansen en choreograferen. In zijn hoofd blijven theorie en praktijk onontwarbaar met elkaar verbonden. Zijn spreken is dan ook geen vlot gesmeerd discours, maar een tastend, soms chaotisch formuleren van mogelijke invalshoeken. Dat is misschien wel de grootste paradox in zijn werk: terwijl zijn denken alle richtingen lijkt op te gaan, blijkt het resultaat ervan onveranderlijk een voorstelling die uitblinkt door de glasheldere eenvoud waarmee netelige kwesties aan de orde gesteld worden.

Kan je al iets vertellen over het nieuwe stuk?

Vincent Dunoyer: Dat klinkt als de laatste voorstelling, Le dernier spectacle van Jérôme Bel. Daarna maakte hij toch nog The show must go on... Maar alle gekheid op een stokje. Ik zocht naar een nieuw begin, een hergeboorte. Ik had na The Princess Project het gevoel dat een hoofdstuk afgesloten was. Maar dat idee van een nieuw begin blijkt natuurlijk een ijdel, onvruchtbaar streven. Ik raakte weer verstrikt in de vragen die ik altijd al stelde: wat betekent het om heden ten dage op een podium te staan, een dansvoorstelling te maken. Ik moest dus terugblikken om vooruit te geraken. Nieuw was vooral dat ik een stuk voor meerdere dansers wou maken. Vanity was een solo. The Princess Project was oorspronkelijk bedoeld als een studie van de klassieke pas de deux, maar door het vertrek van Sarah Ludi, die zwanger was, werd dat uiteindelijk letterlijk een pas de deux, geen twee. Het nieuwe stuk is bedacht voor drie mensen: Sarah Ludi, Etienne Guilloteau en ikzelf.

Was dat het enige vertrekpunt?

Dunoyer: Een voorstelling groeit bij mij altijd uit een onbestemd verlangen. Ik ben behept met de haast dwangmatige gedachte dat ik iets moet schrijven dat er ook werkelijk uitziet als een dansvoorstelling. Maar dat blokkeert mij onmiddellijk. Ik weet niet hoe ik vorm moet geven aan wat in mijn hoofd gebeurt. Ik vind dans en beweging belangrijk, maar als het alleen maar pure dans is, zegt het mij toch niets meer. Daarom incorporeer ik andere media in mijn werk. Met een camera kan ik bemiddelen, kan ik een derde element inbrengen dat uitwendig is aan zowel de dansers als de toeschouwers. Dat element maakt het mogelijk je aanwezigheid op een podium te duiden.

Tweede lichaam

In het boekje dat CC Maasmechelen uitgeeft bij deze voorstelling licht Gerald Siegmund dat fenomeen uit in een essay. Volgens hem is een danser nooit alleen op een podium, ook al danst hij solo, omdat er altijd, naast zijn echte lichaam, ook een denkbeeldig tweede lichaam staat. Dat tweede lichaam kan het ideaal voorstellen waar een danser naar streeft, de klassieke situatie van de ballerina voor de spiegel. Maar het kan ook een mogelijkheid voorstellen, een Ander die de danser interpelleert. Het publiek, een tegenspeler, symbolische codes die verbonden zijn met het theater, of simpelweg de eigen herinnering van de danser aan een vroegere voorstelling kunnen de plaats van dat of die Ander innemen. De dans bevindt zich altijd ergens in de tussenruimte tussen het concrete lichaam van de danser en die Ander. Nieuwe media, zo stelt Siegmund, kunnen als verlengstuk van de spiegel deze fantasmatische tussenruimte vergroten.

Waar komt de enigmatische titel Solos for others vandaan?

Dunoyer: Ik vroeg me af wat ik kan delen met de dansers. Kan je via het materiaal van de solos iets van je eigen lichamelijkheid overdragen? Dat liep spaak, tot ik op het idee kwam hen fotos te geven van mijn vroeger werk. Een beetje alsof je iemand enkele objecten zou geven met de vraag zich daar een personage bij voor te stellen. Het was alsof ik ze een inventaris meegaf van wie ik ben. Ik gebruikte geen fotos van echte voorstellingen. Met Mirjam Devriendt maakte ik 99 fotos met kernmomenten van mijn solos. Dat dwingt je niet alleen om keuzes te maken, je blikt ook terug op je herinneringen. Ik dacht daar niet te veel bij na; ik ging gewoon voort op herinneringen die zich opdrongen. Door de dansers die fotos te geven, bracht ik ze in de positie waarin ik mij zowel in Vanity als in Princess bevond. In beide voorstellingen is wat ik live uitvoer op het podium steeds al de reconstructie van een performance die aan de voorstelling voorafging, en vastgelegd werd. Met de interpretatie van de dansers van die fotos gingen we aan de slag voor het nieuwe stuk.

Wat is de inzet van die werkwijze?

Dunoyer: Er zijn veel inzetten tegelijk. Ik kan daarin moeilijk een hiërarchie aanbrengen. Wat zeker speelt, is de vraag wat van iemand overblijft wanneer die verdwenen is uit je leven. Wat vertelt een foto of een object nog? Nu ik veertig word, en mensen die mij dierbaar zijn het afgelopen jaar ernstig ziek waren, wordt die vraag plotseling urgent. Met dansvoorstellingen is het een beetje hetzelfde. Je kan je afvragen wat een voorstelling maakt tot wat ze is. Is het de choreografie, of is het de danser? Als je een solo van iemand anders danst, gaat het dan nog om hetzelfde werk of om iets totaal anders? Ik onderzocht dat thema al toen ik destijds een improvisatie van Steve Paxton exact naspeelde. Als ik naspeel wat ik vroeger deed, dan weerklinken voor mij in het beeld dat ik creëer ook een bepaalde emotie en lichamelijkheid. Ik ben aanwezig in wat ik doe, ik kijk niet naar een beeld van mezelf van buitenuit.

Maar dat geldt niet voor iemand anders. Die ziet enkel de buitenkant. Ook bij de solo van Liz LeCompte speelt die vraag: wat gebeurt er als je filmbeelden naspeelt op een podium? Dat brengt me op een laatste thema. Voorstellingen lijken steeds vaker enkel nog te bestaan in de beelden die ze nalaten. Die circuleren nog lang nadat de voorstelling verdwenen is. Maar in hoever beantwoorden ze aan wat in die voorstelling aan de orde was? Toch hebben die nabeelden een enorme impact. Ons leven wordt beheerst door beelden. Zelfs als je, als toeschouwer, naar een theater gaat, beantwoord je aan een beeld van wat dat betekent.

Solos for others - work in progress is op 25 februari om 20u15 te zien in CC Maasmechelen, met live pianobegeleiding van Jan Michiels. Om 21u45 wordt de voorstelling gevolgd door een debat met Rudi Laermans, Elke van Campenhout, Jeroen Peeters en Pieter T'Jonck. Om 22u45 is er nog een concert met Michael Weilacher. Tussendoor kan je videopresentaties bijwonen van Maya Deren en Michael Snow. Op die avond wordt ook het boekje Mediale Bemiddelingen; over Vincent Dunoyer en anderen, met teksten van Rudi Laermans, Hugo Haeghens en Gerald Siegmund gepresenteerd. Inlichtingen en reservering: CC Maasmechelen, Koninginnelaan 42, B-3630 Maasmechelen. Tel.: 089/76.97.97 of www.ccmaasmechelen.be.