Date 2000-10-05

Publication De Standaard

Performance(s)

Artist(s) Cunningham, Merce

Company / Organization Merce Cunningham Dance Company

Keywords eventwalkobjectendoorschijnendeeventsblauwverregrandmercelacy

Cunningham briljant en onderkoeld

Antwerpen -- Toen choreograaf Merce Cunningham in de vroege jaren zestig door Europa begon te toeren, maakte hij, om in niet-theaterruimtes op te treden, Events. Dat zijn collages van bestaande stukken en sets, waaruit nieuwe belevenissen moesten ontstaan. Zo'n Event was te zien in deSingel.

Het collage-idee van Events ligt helemaal in de lijn van Cunninghams esthetiek. Die beschouwt de componenten van een voorstelling -- zoals decor, dans, muziek -- als autonome entiteiten. De toevallige correspondenties of tegenstellingen die daaruit ontstaan, zijn een middel om nieuwe ervaringen op te wekken bij kunstenaar en toeschouwer.

Het Event in Antwerpen herbruikt een installatie van beeldend kunstenaar Jasper Johns uit 1968, ontworpen voor de choreografie Walk around Time. De installatie bestaat uit grote, doorschijnende objecten met daarop fragmenten van Marcel Duchamps Grand Verre.

In het eerste deel van het stuk staan en hangen ze kriskras over het speelvlak. De dans beweegt zich ertussen, zodat vaak een dubbel beeld ontstaat: een fragment van Grand verre en een bewegende figuur erachter.

In het tweede staan deze objecten naast elkaar, achter op het podium. Ze spelen dan nog eenmaal een belangrijke rol: tot besluit van het stuk verschansen de dansers zich achter de doorschijnende objecten. Dat is meteen ook het oorspronkelijke slotbeeld van Walk around Time, dat expliciet zo gevraagd werd door Duchamp zelf.

Een bijzonder en uniek onderdeel van dit Event is zonder twijfel de live-bijdrage van jazz-saxofonist Steve Lacy. Rond de elektronische muziek van Takehisa Kosugi weeft hij zijn bijwijlen betoverende saxofoonlijnen. Die combinatie is onverwacht en wonderlijk sterk. Vaut le voyage op zich. Jammer genoeg slaan er weinig vonken over tussen de dans en de muziek.

Het is niet zo eenvoudig te analyseren hoe dat komt. Cunningham lanceert gedurende anderhalf uur een stroom choreografische ideeën en vondsten, de meeste klaarblijkelijk vrij recent. Mannen en vrouwen zijn gekleed in een eenvormige, glanzende en strak aansluitende maillot. In het begin zijn die blauw, maar een na een wisselen de dansers het blauw voor oranje. Zo maken ze de voortgang van de voorstelling zichtbaar. Dit sexe-neutrale kostuum onderstreept dat het hier gaat om de uitvinding van nieuwe, hoogst complexe bewegingen.

Het inventieve van de voorstelling ligt dus veel minder in de exploratie van de ruimte. In oude werken van Cunningham verdwenen en verschenen de dansers schichtig in alle richtingen, maar hier merk je een uitgesproken frontale, klassieke presentatie van de dans. Vooral in het eerste deel komen de bewegingen ook druppelsgewijs, met soms maar een of twee van de vijftien dansers op het podium.

Die klassieke indruk wordt nog versterkt door het -- voor Cunningham toch ongebruikelijke -- aanwenden van unisono in de dans. En dat niet alleen in paren, maar ook in grote groepen.

Je kunt je afvragen of deze opmerkelijke compositorische verschuivingen ontstaan zijn door de techniek waarmee Cunningham nu werkt: door ernstige gewrichtsaandoeningen geplaagd, ontwerpt hij zijn voorstellingen nu eerst op computer en gaat hij dan pas aan de slag met de dansers. Hoewel in veel details het uitzonderlijke vernuft en vakmanschap van de oude meester merkbaar is, mist het geheel toch de levendigheid van het oude werk. Voeg je daarbij nog een eerder afstandelijke benadering door de uitvoerders, dan krijg je een weliswaar briljante, maar iets te onderkoelde voorstelling.

De Merce Cunningham Company voert op 6 en 7 oktober (20.30 uur) "Biped" op in het Koninklijk Circus (Brussel). Reserveringen 02-218.37.32. www.botanique.be